Nieuws

forum

Uitgaan in Utrecht

webnieuws

Het aantal Duitse studenten dat zijn volledige opleiding in Nederland volgt, is in drie jaar tijd verdubbeld naar 12.000. Dat blijkt uit het nieuwste rapport van internationaliseringsorganisatie Nuffic over de internationale mobiliteit in het Nederlandse hoger onderwijs. Het totale aantal buitenlanders dat in Nederland komt studeren, is vorig studiejaar met 5000 gestegen naar 48.500. Ook het aantal Nederlandse studenten dat voor een opleiding in het buitenland kiest, stijgt: in 2005 was 17.500 studenten over de grens actief, 800 meer dan in 2004.

Gratis studieboeken

De gratis studieboekensite studentensupport.nl is een enorm succes. Het verantwoordelijke Deense Ventus Publishing meldt dat er in een week tijd 40.000 boeken zijn gedownload. Uitgegaan was van 120.000 downloads per jaar. De uitgeverij is overdonderd door het succes. "We hebben al sites in de lucht voor Denemarken, Zweden en Duitsland, maar het succes in Nederland overtreft vooralsnog alles." De website biedt 26 titels aan op het gebied van economie en techniek. Ongeveer de helft van de auteurs is Nederlands. Het is de bedoeling dat de site wordt uitgebreid met boeken uit andere vakgebieden.

Budget hoger onderwijs

De Nederlandse uitgaven aan het hoger onderwijs zijn de afgelopen jaren slechts een fractie gestegen. Toch is het bedrag per student nog altijd hoger dan in vergelijkbare landen. Dat blijkt uit de nieuwste editie van Education at a Glance, het jaarlijkse rapport waarin de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het onderwijs in de dertig aangesloten landen vergelijkt. In de andere OESO-landen zijn de uitgaven aan het hoger onderwijs tussen 1995 en 2003 gemiddeld een stuk sneller gestegen dan in Nederland. Voor de uitgaven aan het totale onderwijs, inclusief het basis- en middelbare onderwijs, geldt hetzelfde. Door de bank genomen is de situatie in andere landen niet gunstiger, op enkele uitzonderingen zoals Denemarken na.

Student-assistenten

De Universiteit Utrecht stelt 83.000 euro beschikbaar voor het aanstellen van allochtone student-assistenten en onderzoekstagiaires in de Bèta- en Rebofaculteit. Doel is om zo meer talenten uit de doelgroep op te sporen en te behouden voor de wetenschap.

Het nieuwe fonds is een initiatief van het Lokaal Overleg van de vier vakbonden met het college van bestuur. Besloten is om 60.000 euro uit een speciaal potje met zogeheten arbeidsvoorwaardengelden voor het project te reserveren. Het college van bestuur stelt daarbovenop nog een aanvullend budget van 23.000 euro beschikbaar.

analyse

Waardering voor Utrechtse onderwijsaanpak neemt snel toe

De mondelinge rapportage van de visitatiecommissie die de Utrechtse opleiding wiskunde vijf jaar geleden bezocht, staat veel van de toenmalige aanwezigen nog helder voor de geest. Niet alleen vanwege haar positieve oordeel over het onderwijs, maar vooral vanwege haar kritische opstelling tegenover het bachelor-masterstelsel dat toen in Utrecht in voorbereiding was.

Een onderwijsstelsel met zoveel keuzevrijheid voor studenten en met de mogelijkheid om al na drie jaar als bachelor af te studeren, kon nooit voldragen wiskundigen opleveren, vond voorzitter Van Lint, die het tot hilariteit van de sympathiserende aanwezigen meermalen over het bami-stelsel had.

De wiskundecommissie was niet de enige die er zo over dacht, want in de beginjaren van bama uitten ook andere bezoekende voorzitters, al dan niet ingefluisterd door hun ontevreden gastheren, hun scepsis over de Utrechtse aanpak. Des te opvallender is dan ook de kentering die de laatste tijd valt waar te nemen.

'Utrecht heeft op het gebied van het onderwijs een pioniersrol gespeeld', aldus de visitatiecommissie sociologie en ASW eerder dit jaar. En voorzitter De Caluwe van de commissie die vorig jaar de opleiding communicatie- en informatiewetenschap beoordeelde, was zelfs 'zeer gecharmeerd van de doordachte manier waarop in Utrecht de bachelor-masterstructuur is vorm gegeven'. En ook de wiskundecommissie bleek deze week in vergelijking met zes jaar geleden aanzienlijk positiever te zijn geworden. Hoewel sommige commissieleden intern nog wel hun twijfels hadden geventileerd, sprak voorzitter Tijdeman dinsdagmiddag in het openbaar over het 'loffelijke streven van Utrecht om de studenten veel keuzevrijheid te bieden'.

Dat de bama in Utrecht een succes is geworden, is zeker niet in de laatste plaats te danken aan de inzet van docenten, die al jaren alles op alles moeten zetten om het tijdvretende systeem tot een succes te maken. Het aardige is dat ook die prestatie door steeds meer voorzitters van visitatiecommissies wordt onderkend. Zo prees de commissie taal- en cultuurstudies 'de perfecte begeleiding van studenten', was de commissie culturele antropologie 'zeer te spreken over de inzet van de Utrechtse docenten' en zei Tijdeman deze week: 'de studenten wiskunde boffen in Utrecht met de kwaliteit van de staf'.

Na het positieve oordeel van de commissie-Kummeling over de invoering van de bama in Utrecht, en na de lof die de Inspectie van het Onderwijs het Utrechtse college van bestuur onlangs heeft toegezwaaid, vormt het positieve oordeel van een aantal recente visitatiecommissies een nieuw bewijs dat zowel binnen als buiten de UU de waardering groeit voor de eigenzinnige weg die Utrecht in 2002 onder leiding van rector-magnificus Gispen op onderwijsgebied is ingeslagen.

12.000 Duitse studenten in Nederland

Dat blijkt uit het deze week gepubliceerd rapport van internationaliseringsorganisatie Nuffic over de internationale mobiliteit in het Nederlandse hoger onderwijs. Het totale aantal buitenlanders dat in Nederland komt studeren, is vorig studiejaar met vijfduizend gestegen naar 48.500.

Opvallend is het dalende aantal studenten uit China. In 2005 werden er nog maar zo’n 1300 visa aan hen afgegeven, de helft van het aantal in 2003. De Nuffic wijt dit aan een strenger selectiebeleid in het Nederlandse hoger onderwijs, hogere collegegelden en de voor Chinezen dure euro.

Tegenover de toename van het aantal buitenlandse studenten staat ook een stijgend aantal Nederlandse studenten dat voor een opleiding in het buitenland kiest: in 2005 was 17.500 studenten over de grens actief. Ten opzichte van 2004 is dat een stijging met ongeveer achthonderd studenten.

België en het Verenigd Koninkrijk blijven de populairste bestemmingen. In beide landen zijn circa 3000 Nederlanders in de collegebanken te vinden. Buiten de EU is Amerika het populairst: daar studeren 1700 Nederlanders.

HOP

Gratis studieboekensite loopt als een trein

Een woordvoerder van de uitgeverij zegt te zijn overdonderd door het succes. ‘We hebben al sites in de lucht voor Denemarken, Zweden en Duitsland, maar het succes in Nederland overtreft vooralsnog alles. Naar verhouding worden vier keer zoveel boeken van de site gehaald als in Duitsland.’

De website biedt 26 titels aan op het gebied van economie en techniek. De lezer moet wel voor lief nemen dat er wordt geadverteerd. Ongeveer de helft van de auteurs is Nederlands. Het gaat onder meer om de universitaire hoofddocenten Tjalling van der Goot (economie, Universiteit van Amsterdam) en Leo Strijbosch (operations research en statistiek, Universiteit van Tilburg).

Het is de bedoeling dat de site wordt uitgebreid met boeken uit andere vakgebieden. Rechtenstudenten kunnen in de nabije toekomst op de site terecht, al is niet precies duidelijk wanneer, omdat de uitgeverij alleen nieuwe literatuur aanbiedt.

HOP

Visitatiecommissie gematigd positief over wiskunde

Garanties. Dat was het woord dat in het verslag van de voorzitter met enige regelmaat viel te noteren. Hij zei er niet aan te twijfelen dat de studenten in zijn algemeenheid in Utrecht goed onderwijs krijgen, maar wat hij miste waren garanties waarop zij in geval van nood kunnen terugvallen. “De studenten boffen hier met de kwaliteit van de staf, maar bij gebrek aan duidelijk geformuleerde doelstellingen hebben wij niet kunnen toetsen of het onderwijsprogramma wel beantwoordt aan de door u zelf geformuleerde eindtermen.”

Een ander voorbeeld was wat Tijdeman betreft het feit dat nergens zwart op wit staat hoe de begeleiding van afstudeerprojecten van bachelorstudenten moet verlopen. “Wij hebben van een geval gehoord, waarin de student maar eens in de twee maanden contact met zijn begeleider had. Ongetwijfeld is dit een uitzondering, maar zou het niet goed zijn om een handboek te maken waarin staat aangegeven op hoeveel begeleiding studenten in zo’n geval aanspraak kunnen maken?”

Hoewel de commissie maar weinig zei over de inhoud van het onderwijs, toonde zij zich positief over de verbreding van het vakkenpakket. Zowel de major ‘wiskunde en toepassingen’ als de master ‘scientific computing’ kregen in dat verband waardering. De keuzevrijheid binnen het Utrechtse bama-systeem noemde Tijdeman een loffelijk streven, maar wat hij daarbij miste, was heldere voorlichting en goede begeleiding. “U heeft hier tutoren, studiebegeleiders en studiementors, maar voor de studenten zou het prettig zijn als u die complexe structuur wat doorzichtiger zou maken.”

Kritisch was de commissie over de geringe aandacht voor mondeling en schriftelijk rapporteren tijdens de opleiding. Met name alumni hadden dat node gemist. Ter illustratie van dit kritiekpunt wees Tijdeman op de bachelorscripties die hij onder ogen had gekregen. “Sommige daarvan kunt u maar beter aan niemand laten zien, niet vanwege de inhoud, maar vanwege het voorblad. Daarop ontbrak vaak de titel, de datum, de naam van de begeleider en de vermelding ‘Universiteit Utrecht’. Geef daar duidelijker richtlijnen voor en zet goede werkstukken op internet. Ook dat is een manier om u als wiskundigen aan de buitenwacht te presenteren,” aldus Tijdeman.

EH

Budget voor hoger onderwijs nauwelijks gegroeid

Dat blijkt uit de nieuwste editie van Education at a Glance, het jaarlijkse rapport waarin de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het onderwijs in de dertig aangesloten landen vergelijkt. Onder de OESO-landen vallen de Verenigde Staten, Australië, de Scandinavische landen, Turkije en een aantal EU-lidstaten.

In de andere OESO-landen zijn de uitgaven aan het hoger onderwijs tussen 1995 en 2003 gemiddeld een stuk sneller gestegen dan in Nederland. Voor de uitgaven aan het totale onderwijs, inclusief het basis- en middelbare onderwijs, geldt hetzelfde. Weliswaar gaf de Nederlandse overheid de hogescholen en universiteiten in die periode twaalf procent meer geld, maar het aantal studenten nam toe met negen procent. De instellingen zitten dus nauwelijks ruimer in hun slappe was. Door de bank genomen is de situatie in andere landen niet gunstiger, op enkele uitzonderingen zoals Denemarken na.

Toch zijn de Nederlandse uitgaven per student nog altijd ruimhartiger dan het EU- of OESO-gemiddelde. Nederland besteedde in 2003 een kleine achtduizend euro per student, terwijl dat gemiddeld in de OESO-landen 7500 was. En dat, terwijl Amerika het OESO-cijfer nog omhoog trekt: daar zijn de uitgaven maar liefst 20.000 euro per student. Dit is overigens niet allemaal geld van de overheid; ook de private uitgaven tellen mee.

Het opleidingsniveau is hier relatief hoog. In Nederland heeft 34 procent van de bevolking tussen de 25 en 35 jaar een diploma in het hoger onderwijs. Dat is boven het OESO-gemiddelde van 31 procent, maar een stuk lager dan in de Verenigde Staten (39 procent). Als we echter de kortdurende opleidingen wegstrepen - want die zijn er in Nederland nog nauwelijks - staat Nederland met 32 procent opeens tweede van alle OESO-landen. Vanaf volgend studiejaar komen er overigens ook in Nederland korte hbo-opleidingen, die opleiden voor de zogeheten associate degree.

De overheid heeft de ambitie dat in 2020 de helft van de Nederlandse beroepsbevolking tussen de 25 en 44 jaar hoger opgeleid is. "We kunnen constateren dat er nog een lange weg te gaan is", schrijft het ministerie in een samenvatting van het rapport.

Het aantal studenten in technische vakken, de natuurwetenschappen, wiskunde of informatica is hier traditioneel behoorlijk laag vergeleken met de landen om ons heen: wij blijven steken op zo'n zestien procent, terwijl Duitsland en Finland rond de dertig procent zitten. Maar in Amerika zijn er nog net iets minder studenten in die richtingen: ongeveer veertien procent.

Relatief veel Nederlandse afgestudeerden hebben rechten, economie of een sociale wetenschap gestudeerd. Dat percentage is in België, Frankrijk en de VS hoger. Nederland heeft ook relatief veel afgestudeerden in de medische wetenschappen, maar in dat opzicht steken Denemarken, Zweden en Finland boven ons uit.

HOP

Studiefinanciering wereldwijd inzetbaar

Daarover heeft staatssecretaris Bruins afgelopen vrijdag overeenstemming bereikt in de ministerraad. Het plan is een uitbreiding op het voorstel van zijn voorganger Mark Rutte, die Nederlandse studenten financiering wilde meegeven voor een opleiding binnen Europa. Het plan van Bruins ligt inmiddels ter beoordeling bij de Raad van State. Daarna wordt het doorgestuurd naar de Tweede Kamer.

Nu nog gaat slechts een kwart van de Nederlandse studenten voor een (deel van de) opleiding naar het buitenland. En dat vindt de staatssecretaris te weinig, al is het maar omdat de helft van de studenten wel de ambitie heeft om tijdens de studie over de grens te kijken.

Om te zorgen dat de kwaliteit van opleidingen over de grens net zo hoog is als in Nederland, wordt internationaliseringsorganisatie Nuffic ingezet om de buitenlandse programma’s te toetsen.

Oppositiepartij PvdA heeft vooruitlopend op de wettekst al laten weten blij te zijn met het voornemen van Bruins, dat op 1 september 2007 moet ingaan. De sociaal-democraten pleiten al langer voor een wereldwijde studiefinanciering. In het verlengde daarvan wil de partij bovendien het collegegeldkrediet voor studenten optrekken naar vijftienduizend euro per studiejaar. Dan kunnen ze ook een dure opleiding betalen.

HOP

Goedkoop en legaal muziek downloaden met Surf

Surf2Music is een initiatief van Surf, het samenwerkingsverband van hogescholen en universiteiten op ict-gebied, de grote platenmaatschappijen en muziekrechtenorganisatie Buma/Stemra. Het initiatief is bedoeld als het goedkope antwoord op het illegaal downloaden van muziek.

Volgens Surf biedt de site veel voordelen: de muziek is gegarandeerd virusvrij, de download-snelheid is hoog en de kwaliteit ook. In de toekomst kunnen ook videoclips van de site worden geplukt.

Er zijn twee opties: wie alleen naar muziek wil luisteren, kan voor 6,95 euro per maand kiezen voor een ‘stream’. De gekozen muziek wordt dan niet naar de pc gekopieerd. Beveiliging zorgt ervoor dat de muziek alleen kan worden beluisterd zolang het abonnement loopt. Voor twee euro meer mag de muziek worden binnengehaald en op een MP3-spelergezet. Helaas levert Surf2Music de muziek alleen als Windows-bestanden, die niet kunnen worden afgespeeld op de populaire iPod van Apple. Het afspelen van de bestanden via cd of dvd is evenmin toegestaan.

De universiteiten en hogescholen voeren momenteel gesprekken over instellingscontracten, zodat ze hun studenten gratis toegang kunnen geven tot de site aanbieden. Surf2Music is ook beschikbaar voor mensen die niet studeren. Die betalen 9,95 euro voor het beluisteren van de site en 14,95 euro voor het downloaden van muziek.

HOP

Ruim 80.000 euro voor allochtone student-assistenten

Het nieuwe fonds is een initiatief van het Lokaal Overleg van de vier vakbonden met het college van bestuur. Besloten is daar om 60.000 euro uit een speciaal potje met zogeheten arbeidsvoorwaardengelden voor het project te reserveren. Het college van bestuur stelt daarbovenop nog een aanvullend budget van 23.000 euro beschikbaar.

Omdat verwacht wordt dat ook de faculteiten zelf geld voor dit doel over zullen hebben, wordt ervan uitgegaan dat in totaal ongeveer 130.000 euro beschikbaar komt. Met dat geld kunnen volgend jaar achttien student-assistentschappen en ruim veertig onderzoekstages worden gefinancierd.

Hoewel in het besluit wordt gesproken over subsidies voor ‘kleurijk talent’, staat het nieuwe fonds open voor studenten uit ruim tweehonderd zogeheten doelgroeplanden. In die categorie vallen niet alleen verafgelegen landen als Palau en Kirgizië, maar bijvoorbeeld ook Tsjechië en Israël. Voorwaarde is dat beide ouders van de student in een van de doelgroeplanden geboren zijn en dat de student zelf minimaal vijf jaar in Nederland woont.

Voor een student-assistentschap komen studenten in aanmerking die aan de UU staan ingeschreven en het eerste jaar van hun bachelor hebben afgerond. Subsidie voor een onderzoekstage kan behalve door UU-studenten ook worden aangevraagd door hun collega’s aan een hbo-instelling.

De aanvraag voor financiering van een assistentschap of stageplaats moet gebeuren door de decaan of de directeur van de betreffende faculteit, en moet uiterlijk 2 december bij het college van bestuur zijn ingediend. Daarbij moet ook worden aangegeven wat de toekomstverwachtingen van de betreffende kandidaat aan de UU zijn.

EH