Nieuws

wetenschap

Mannen en vrouwen ervaren chocola anders

Voor het snel groeiende aantal te dikke mensen zou het een uitkomst zijn: lekker eten dat weinig calorieën bevat, maar dat je toch snel een verzadigd gevoel geeft, zodat je bijtijds ophoudt met eten. Al vele jaren wordt gezocht naar methoden om de eetlust aan banden te leggen en daarbij staan vooral de hersenen in de belangstelling. Daar wordt namelijk onze eetlust gereguleerd en met name in de hypothalamus, een hersengebiedje ter grootte van een kers. Maar, is de vraag, werkt dat mechanisme bij mannen en vrouwen eigenlijk identiek.

Om meer te weten te komen over de rol van de hypothalamus voerde promovendus Paul Smeets de afgelopen jaren verschillende experimenten uit, waarbij proefpersonen glucose toegediend kregen. Door tegelijkertijd hun hersenactiviteit te meten in een MRI-scanner stelde Smeets een duidelijke samenhang vast tussen de activiteit van de hypothalamus en de mate van glucose van de proefpersonen.

Om te bepalen in hoeverre er sprake is van sekseverschillen gaf hij twaalf mannelijke en twaalf vrouwelijke proefpersonen net zo lang chocola te eten tot zij niet meer konden. Daarna gaf hij hen in de MRI-scanner chocolademelk te proeven. Het signaal bevestigde wat vaak wordt gezegd: chocoladeverzadiging beïnvloedt bij vrouwen andere hersengebieden dan bij mannen.

Smeets, die op 7 september op zijn onderzoek promoveert, waarschuwt voor hoge verwachtingen over een snelle toepasbaarheid van zijn resultaten ("in feite is dit heel fundamenteel onderzoek"). Maar, bevestigt hij, als er op basis van dit onderzoek ooit voedingsmiddelen op de markt komen, die snel een verzadigingsgevoel opwekken, dan suggereert dit laatste experiment dat dat voor mannen wel eens andere producten zouden moeten zijn dan voor vrouwen.

Frits van Oostrom de meest invloedrijke

In een toelichting noemen de organisatoren Van Oostrom ‘het geweten van universitair Nederland’. De Utrechtse specialist op het gebied van de middeleeuwse letterkunde dankt zijn uitverkiezing overigens vooral aan stemmen uit hogescholen. Daar wordt de voorzitter van de Akademie van Wetenschappen KNAW vooral gewaardeerd vanwege zijn visie dat ook het hbo recht heeft op onderzoek.

Van Oostrom, die vorig jaar nog niet verder kwam dan een gedeelde negende plaats, wordt gevolgd door HBO-raad voorzitter Doekle Terpstra en onderwijsspecialist Jacques Tichelaar van de PvdA. Op een gedeelde vierde staan de twee Utrechtse collegevoorzitters Yvonne van Rooy (universiteit) en Geri Bonhof (hogeschool). ‘Laat deze dames maar schuiven’, adviseert scienceguide. ‘Vrijwel ongemerkt en zonder voortdurend de publiciteit te zoeken is de samenwerking UU/HvU de sterkste combinatie in het land geworden.’

De verkiezing van de meest invloedrijke persoon in het hoger onderwijs gebeurt op basis van de stemmen van een groot aantal bestuurders en beleidsmedewerkers uit het hoger onderwijs. De prijs die de website had uitgeloofd voor de meest originele bijdrage, gaat naar beleidsmedewerker Felipe Salve van de Universiteit Utrecht. Hij stelde op basis van de tot nu toe verschenen zes jaarlijsten een overall lijst samen. Volgens Salve was minister Maria van der Hoeven in de periode 2001-2006 het meest invloedrijk. Zij wordt gevolgd door Yvonne van Rooy en Frans Leijnse.

EH




De stand van 2006 met tussen haakjes die van 2005:

1. Frits van Oostrom
(9)

2. Doekle Terpstra (-)


3. Jacques Tichelaar
(6)
4. Yvonne van Rooy (4) en Geri Bonhof
(7)

5. Sijbolt Noorda
(-)
6. Marcel Wintels (-) en Ron Bormans
(-)
7. Douwe Breimer
(-)

8. Marijk van der Wende
(9)

9. Jos Elbers (8)
10.Mark Rutte (3)



Jonge hoogopgeleiden vinden UU prima werkgever

In het onderzoek van Intermediair is de reactie op een on-line enquête verwerkt van 3002 jonge hoogopgeleide personeelsleden van Nederlandse bedrijven en organisaties. De enquêtes zijn in maart van dit jaar verstuurd naar medewerkers met een afgeronde opleiding op hbo- of wo-niveau met maximaal 10 jaar werkervaring. Behalve naar een oordeel over hun eigen bedrijf of organisatie werd hen ook gevraagd waar ze het liefst zouden willen werken.

In de resulterende ranglijst gaat Philips aan de leiding, gevolgd door Shell, de Rabobank en Unilever. Ook vorig jaar stonden die vier bedrijven op de bovenste vier plaatsen. In de non-profitsector wordt de Politie door de respondenten als beste werkgever beoordeeld, gevolgd door Schiphol, de Belastingdienst en de Gemeente Amsterdam.

Uit de lijst blijkt dat de Universiteit Utrecht vergeleken met vorige jaar een forse sprong heeft gemaakt. In 2005 stond de UU nog op plaats 65, dit jaar is zij gestegen naar de 28e plek. Van de Nederlandse universiteiten beschikt UU volgens het Intermediair onderzoek over het beste imago bij jonge hoogopgeleiden. Op een top 25 van organisaties in de non-profit sector neemt de UU dit jaar de zesde plaats in. Daarachter volgen de Radboud Universiteit (9), de Erasmus Universiteit Rotterdam (15) en de universiteiten van Amsterdam (21) en Leiden (22).

EH, MvdK

Utrecht versterkt samenwerking met University of California

De overeenkomst werd getekend tijdens de opening van het academisch jaar in de Domkerk. Voor Utrecht zette collegevoorzitter Yvonne van Rooy haar handtekening, voor de Amerikaanse universiteit tekende Henry Yang, chancellor van de University of Santa Barbara, een van de tien instellingen die samen de University of California vormen. Naast studentenuitwisseling is intensivering van de samenwerking op onderzoekgebied een belangrijk doel van de overeenkomst. Ook wordt in Utrecht vanaf 11 september een jaarlijkse reeks colleges door gastdocenten uit Californië gestart. Titel van het eerste college is 'Thinking through 9/11: an SOS for Humanities'.

Van Rooy noemt de University of California in een toelichting een ideale partner voor de UU. “In Californië heerst een internationaal topwetenschappelijk klimaat waaruit veel innovatief onderzoek voortkomt. De Universiteit Utrecht werkt nu al op vele fronten samen met de University of California. De nu gemaakte afspraken bouwen met name voort op de al langer bestaande samenwerking met het University College.”

Ook Yang was tevreden. “Onze overeenkomst vloeit logisch voort uit een historisch gegroeide band tussen twee publieke onderzoeksuniversiteiten met hetzelfde commitment voor academische excellentie”, aldus de chancellor van de universiteit die dit jaar op de Sjanghai ranglijst vijf plaatsen boven Utrecht is geëindigd.

In haar rede in de Domkerk beklemtoonde Van Rooy het grote belang dat de UU aan internationalisering hecht. Om die reden was zij zeer verheugd dat zij een pilot kon aankondigen, die deze maand wordt gestart in samenwerking met de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND. In die pilot zal worden bezien in hoeverre de nu vaak moeizame toelatingsprocedures voor studenten uit niet-OESO landen, met name uit Azië en Oost-Europa, kunnen worden versoepeld. De pilot houdt in dat de universiteit voor een aanvraag tot toelating rechtstreeks contact kan opnemen met de IND. In de huidige procedures lopen alle aanvragen via de gemeente. Die schakel is er in het experiment tussenuit gehaald.


EH

LSVb: 'informatievoorziening leerrechten bedroevend'

Zowel de Informatie Beheer Groep als Postbus 51 wisten geen raad met het leerrechtenstelsel.LSVb-voorzitter Irene van den Broek maakt zich zorgen over deze situatie: 'Veel studenten zijn nu bezig met hun studieplanning. Als zij onjuiste informatie krijgen over leerrechten zijn zij straks misschien veel geld kwijt.'

Als het leerrechtenstelsel door de Eerste Kamer wordt goedgekeurd zal het op 1 september 2007 van kracht worden. Van den Broek: 'Hopelijk ziet de Eerste Kamer in dat invoering van leerrechten op deze korte termijn onmogelijk is. Er zijn nog tal van zaken die eerst goed geregeld moeten worden, waaronder de voorlichting.'

MV

Drie Mozaïeksubsidies naar Utrecht

Uit 121 aanvragen maakte NWO een eerste selectie van 45 afgestudeerden. Zij volgden een workshop en werkten hun ideeën verder uit. De uitgewerkte aanvragen werden uiteindelijk beoordeeld. De Utrechtse aanvragen die werden gehonoreerd zijn afkomstig van de Russische juriste Masha Federova, de Colombiaanse biologe Maria Balcá en de Vietnamese patholoog Tri Nguyen

Ruim tweederde van de uitverkoren 23 onderzoekers is vrouw. Vorig jaar lagen de verhoudingen schever: toen was maar liefst driekwart vrouw. Net als vorig jaar komen de meeste afgestudeerden van de Universiteit Leiden: dit jaar zijn het er zes van de 23.

Vooral Chinezen presteren goed in de aanvragen, maar ook Turken, Irakezen en Iraniërs kregen relatief veel toekenningen. Marokkanen blijven achter, ook in de eerste rondes. NWO weet niet waar dat aan ligt.

Het programma is bedoeld om de ondervertegenwoordiging van allochtonen in de wetenschap te bestrijden en draait nu drie jaar. Deze week valt de beslissing of de Mozaïeksubsidies ook volgend jaar zullen worden uitgereikt.

Een Mozaïeksubsidie bedraagt 180 duizend euro. In totaal is er ongeveer vier miljoen euro mee gemoeid. NWO en het ministerie van OCW financieren dit programma samen.

HOP/xb

Zie verder www.nwo.nl

Universiteiten: extra miljoenen voor beter rendement

Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde nota ‘Kansen voor kennis’, waarmee de universiteiten hun wensen voor de kabinetsperiode 2007-2011 kenbaar maken. Allereerst wordt gepleit voor een andere inrichting van het onderwijs: colleges moeten worden verzorgd voor kleinere groepen studenten, er moet meer ruimte komen om individueel onderwijs op maat te verzorgen en het bindend studieadvies moet op alle universiteiten worden ingevoerd als stok achter de deur. Anders dan in het hbo is dit selectie-instrument lang niet overal ingeburgerd: maar een kwart van de academische studies past het toe.

De maatregelen moeten er voor zorgen dat in 2011 tachtig procent van de studenten in acht jaar tijd het diploma haalt. Nu is dat maar vijfenzestig procent. Voor de verbetering van het onderwijs denken de universiteiten op jaarbasis 250 miljoen euro extra nodig te hebben. De VSNU beseft dat het streven naar meer individueel gericht onderwijs op gespannen voet kan staan met de wens om meer mensen hoog op te leiden. “De kwantitatieve groei van hoogopgeleiden zal vooral in het hbo moeten worden opgevangen. Ervoor zorgen dat studenten méér uit hun studie halen, dat is de uitdaging van de universiteiten”, staat te lezen in het document.

Voor toponderzoek zeggen de universiteiten 350 miljoen euro per jaar extra nodig te hebben. Dat geld moet onder meer worden geïnvesteerd in grote onderzoeksfaciliteiten, betere ict-voorzieningen en toponderzoekers. Bovendien moet er meer geld naar de financiering van NWO-onderzoek.

Ook in de arbeidsvoorwaarden wil de VSNU stevig investeren: jaarlijks moet er 250 miljoen euro extra worden gereserveerd voor het personeelsbeleid. Daarvan moet 150 miljoen naar het verbeteren van de concurrentiepositie van de universiteit als werkgever. Vijftig miljoen euro moet worden geïnvesteerd in extra hoogleraren en universitaire hoofddocenten, en nog eens vijftig miljoen euro is nodig om vijfhonderd extra promovendi aan het werk te zetten. Daar bovenop moet het rijk ook nog twintig miljoen euro vrijmaken om de beurzen voor buitenlandse studenten en docenten aantrekkelijker te maken.

Dat de kennis die de universiteiten in huis hebben beter te gelde moet worden gemaakt, ligt volgens de VSNU voor de hand. Toch wordt ook daarvoor een financiële injectie van in totaal honderd miljoen euro van het rijk verlangd. Daarmee gefinancierde fondsen moeten de innovatieve kracht van de instellingen stimuleren.

HOP

Theologie start Centrum voor Religie en Samenleving

De Universiteit Utrecht wil met het initiatief haar unieke concentratie van theologische en levensbeschouwelijke expertise benutten. Het UCR&S wil met name een platform zijn voor wetenschappers uit verschillende confessionele en levensbeschouwelijke instellingen.

De vakdecaan van theologie, prof.dr. W. Otten, zal In de Boothzaal van de Universiteitsbibliotheek tijdens de opening van het facultair academisch jaar ook het UCR&S openen.

Hierna volgt een paneldiscussie met als titel ‘Waarheid of waarheden; over de grenzen en mogelijkheden van interreligieus dialoog in Nederland’. Daaraan nemen onder meer deel: prof.dr. D.M. Grube, mw. K.G. Ferrier (CDA), prof.dr. mr. Bas de Gaay Fortman en de schrijver Kader Abdolah.

AH

Masterkiezers zeer honkvast

De studenten die in 2005 hun bachelor behaalden, gelden als de eerste lichting die hoger onderwijs volgt via het bachelor-masterstelsel. Op de mobiliteit van studenten heeft het 'bezinningsmoment' na het behalen van het bachelordiploma weinig effect. Uit het deze week verschenen branchejaarverslag van universiteitenvereniging VSNU
blijkt het leeuwendeel de masteropleiding aan dezelfde universiteit vervolgt: meer dan 7800 bachelors bleven plakken. Meer dan tien procent (1050 wo-bachelorstudenten) stapte wel over naar een andere universiteit in Nederland. De resterende 900 bachelors haakten af of vertrokken naar het buitenland.

ISO-voorzitter Sebastiaan den Bak is slecht te spreken over de geringe mobiliteit, al verbaast die hem allerminst. "We krijgen hier zo veel opmerkingen binnen van studenten die heel graag iets anders willen na hun bachelordiploma: een andere stad, een andere soort opleiding. Het feest gaat zelden door. Omdat de ene universiteit andere instroomeisen heeft dan de andere of omdat er voor omscholing een enorm schakeltraject is ingericht."

Volgens Den Bak is studentenmobiliteit vooral gebaat bij betere voorlichting. "Via de website studiekeuze123 zal de komende jaren veel meer inzicht worden verschaft in de prestaties van instellingen. Daarnaast is het zaak dat universiteiten wat minder moeilijk doen over de instroomeisen bij wo-bachelors. Veel aanvullende eisen zijn volgens ons niet nodig."

In de zogenoemde harde knip - waarbij studenten hun bacheloropleiding volledig moeten hebben afgerond voor ze aan hun masterstudie kunnen beginnen - ziet Den Bak niets. "Het zou best kunnen dat zo'n harde knip de mobiliteit beïnvloedt, maar er kleven te veel nadelen aan. Het zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat studenten die hun bachelor net niet halen, soms een jaar moeten wachten voordat ze met hun master kunnen beginnen. Die tijd hebben ze niet. Voor het ISO is dat onacceptabel."

De academische bachelors vormen de hoofdmoot van het totale aantal instromers in de wo-masterfase. Daarnaast meldden zich bijna 1800 masterstudenten die afkomstig zijn uit het hbo. Inclusief de 2700 buitenlanders stonden er in 2005 meer dan 13.500 masterstudenten geregistreerd.

HOP

even kort

Promovendus in een DenkTank

Waarom?

"Met het oog op de stijgende zorgvraag door de vergrijzing, de toenemende technische mogelijkheden en stijgende kosten in de zorg is het belangrijk om het Nederlands zorgstelsel op de toekomst voor te bereiden. Het is immers niet ondenkbaar dat als de huidige trend zich ongewijzigd voortzet de gezondheidszorg op een bepaald moment te duur wordt of een te groot beslag op de beroepsbevolking legt. De zorg goed en toegankelijk houden is een belangrijke uitdaging voor onze samenleving. Wij willen nu gaan bekijken hoe dit kan voor chronische ziekten.".

Hoe ga je dat doen?

"Bij ŽŽn ziekte zijn veel partijen betrokken zoals zorgverleners, pati‘ntenorganisaties, zorgverzekeraars en overheden. Wij gaan bekijken hoe deze partijen op allerlei gebieden op een zo effici‘nt mogelijke manier kunnen samenwerken om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Daarin richten we ons op disease management bij vier veel voorkomende chronische ziekten: aandoeningen aan de luchtwegen, aandoeningen aan het bewegingsapparaat, depressie en hartfalen. Van deze vier ziektebeelden onderzoeken we de mogelijkheden voor taakherschikking van alle disciplines. Elke aandoening heeft een eigen onderzoeksteam, ik zit in het team wat zich bezig gaat houden met hartfalen. Daarnaast denken we als groep als geheel na over de algemene kant van disease management, bijvoorbeeld het zorgstelsel waar iedereen mee te maken heeft."

Hoe heb je je voorbereid?

"Ik heb me goed ingelezen. Er is al veel literatuur over dit onderwerp verschenen. Op dit moment zijn we met alle DenkTankers op landgoed De Horst in Driebergen voor een zomerschool van twee weken. We krijgen inhoudelijke informatie over het onderwerp in de vorm van lezingen van experts. Verder besteden we veel aandacht aan de methode: Hoe gaan we het aanpakken? Waar ligt onze prioriteit? Vanuit wetenschappelijk oogpunt kijk ik normaal gesproken heel specifiek naar probleemstellingen, maar dit probleem is heel breed en complex. Ik vind het heel uitdagend om nu eens heel anders te werk te gaan. Daarnaast heeft deze zomerschool tot doel om elkaar beter te leren kennen. Dat is wel zo prettig als je twee maanden lang intensief gaat samenwerken. De Universiteit van Amsterdam heeft een ruimte beschikbaar gesteld waar wij mogen werken, al zal er ook veel onderzoek op andere locaties worden gedaan."

Wat denk jij te kunnen bijdragen?

"Volgens mij ben ik goed in staat om problemen van meerdere kanten te bekijken zonder in vastgegroeide patronen te denken. Dat is bij dit vraagstuk denk ik heel belangrijk."