In de redes bij de opening van het academisch jaar volgende week zullen zinsnedes als 'het sturen op kwaliteit' of 'het bevorderen van differentiatie' niet van de lucht zijn. In Rotterdam staat bijvoorbeeld het aantrekken en het kweken van talent centraal: topstudenten zijn immers het visitekaartje van de universiteit.
In Maastricht spreekt collegevoorzitter Jo Ritzen in het bijzijn van minister Van der Hoeven over zijn nieuwe strategische programma In het teken van talent. Een opmerkelijk en uniek element daarin trok deze maand de aandacht: studenten die tot de beste drie procent van de universiteit behoren, krijgen hun collegegeld terug. Kosten: om en nabij het half miljoen. Een bedrag dat bijeen is gebracht door private fondsen, want overheidsgeld mag niet aan kortingen worden besteed. De vraag is of het hier gaat om een ordinaire wervingsactie. Of is een beetje competitie tussen studenten gezond?
"Kruidenieren", betitelt de Utrechtse rechtendecaan Dorresteijn de Maastrichtse actie. "Wie wil er nu armoede als drijfveer? Wij kijken veel liever naar de intrinsieke motivatie van de betere studenten. De formule van ons Law College waarin we gemotiveerde en geselecteerde studenten op een juiste wijze proberen te benaderen, blijkt succesvol. We hebben sinds dit jaar drie van die colleges met in totaal 150 eerstejaars."
Ook scheidend onderwijsdirecteur geneeskunde Van der Donk is niet onder de indruk. "Die beste drie procent komt bij ons waarschijnlijk beter aan haar trekken. Wij investeren fors in excellente tracŽs en trajecten waarbij studenten al tijdens de studie aan een promotietraject kunnen beginnen. Wij bieden goede studenten een beter toekomstperspectief. En dat is belangrijker dan de mogelijkheid om extra cd-tjes te kopen."
De Maastrichtse woordvoerder Jeanine Hermans erkent laatdunkende reacties te hebben gehad op het plan van haar universiteit. "Maar je moet deze maatregel zien als onderdeel van een heel pakket van maatregelen waarmee we ons onderwijs een kwaliteitsimpuls willen geven. We denken ——k aan selectieve toelating en honours programmes. Wij beseffen natuurlijk ook dat studenten hun studiekeuze niet laten afhangen van de mogelijkheid om het collegegeld terug te krijgen. Dit moet gezien worden als een signaal dat Maastricht boven de middelmaat wil uitsteken."
En daarmee volgt Maastrichtt gewoon het spoor van de andere universiteiten die in de media hard zijn gaan roepen dat alleen het beste goed genoeg is, maar in feite vooral trachten een soort human resource management voor al hun studenten - getalenteerd en minder getalenteerd - te ontwikkelen. En daarbij horen dan onder meer instrumenten als matching tussen student en opleiding, studieloopbaanbegeleiding, het bindend studieadvies en honours programmes.
EŽn consequentie van het Maastrichtse plan is echter het vermelden waard. Hoewel woordvoerder Hermans aangeeft dat nog niet bekend is hoe wordt vastgesteld wie tot de beste drie procent studenten behoort, duidt het voornemen er opnieuw op dat het taboe op competitie tussen studenten geleidelijk naar de vuilnisbelt kan. De 'studenten van het jaar' en winnaars van scriptieprijzen tuimelen inmiddels al over elkaar heen. Maar ook de deur naar 'Amerikaanse toestanden' staat op een kier.
In de Verenigde Staten krijgen studenten vaak een relatief oordeel dat aangeeft of ze tot de beteren of de minderen van een cursus of klas behoren. Voor de minderen kan dit vergaande gevolgen hebben. De Utrechtse rechtendecaan Dorresteijn ziet niets in een competitie tussen studenten op basis van cijfers. "Nu gaan de goede studieresultaten van de ene student niet ten koste van de andere student. In het huidige cošperatieve systeem ben je, denk ik, eerder geneigd elkaar te helpen. Dat je daarnaast allerlei scriptieprijzen en andere motiverende instrumenten hebt, vind ik iets anders."
De Utrechtse universitaire commissie bachelor-master sprak dit voorjaar wel de wens uit om UU-studenten op zijn Amerikaans een percentielscore te geven. Dit stuitte echter op praktische en mentale bezwaren. Zo zouden Utrechtse docenten niet bereid zijn om bij een matig gemaakt tentamen hoge scores uit te delen aan de minst slechte studenten. Utrechtse studenten krijgen op korte termijn waarschijnlijk wel een certificaat dat aangeeft wat het gemiddeld cijfer per behaald studiepunt is. Vooral Amerikaanse universiteiten hechten belang aan dat Grade Point Average bij toelating van nieuwe masterstudenten.
De Maastrichtse woordvoerder Hermans is overigens niet zo bang voor schadelijke effecten van het aanwijzen van de beste drie procent. "Zeker in ons probleem gestuurd onderwijs is samenwerken een heel belangrijke academische vaardigheid. Wij doen er juist veel aan om die te ontwikkelen. Onze studenten gaan heus niet naar tegen elkaar doen."