Dat is het resultaat van de tweede ronde van het Utrechtse High-Potentialprogramma. Doel van dat twee jaar geleden gestarte programma is om jonge onderzoekers uit verschillende vakgebieden te stimuleren om nieuwe combinaties aan te gaan op het grensvlak van hun disciplines. Van de 22 winnaars zijn er dit jaar tien vrouw. Twee jaar geleden vielen maar zes vrouwen in de prijzen tegen 17 mannen.
Opvallend in de lijst is de sterke vertegenwoordiging van onderzoekers uit de hoek van de biomedische en de sociale wetenschappen. Op één uitzondering na schitteren onderzoekers uit de faculteiten Geesteswetenschappen en Rebo door afwezigheid. Ook de departementen wiskunde, informatica en natuur- en sterrenkunde moeten het dit jaar zonder high potential stellen. Opvallend genoeg ontbraken de toenmalige faculteiten Letteren, Rechtsgeleerdheid en Wiskunde en Informatica ook twee jaar geleden al in de lijst.
Na de eerste ronde in 2004, waarvoor liefst 134 kandidaten door hun onderzoeksdirecteur werden voorgedragen, zijn de criteria van het High-Potentialprogramma aangescherpt en verduidelijkt. Vandaar waarschijnlijk dat dit jaar 'slechts' 81 jonge onderzoekers een kans waagden. Zij moesten aan de volgende voorwaarden voldoen: een vaste aanstelling aan de UU; gepromoveerd zijn; vijf tot tien jaar onderzoekservaring hebben, maar nog geen hoogleraarstitel; de potentie hebben om een eigen onderzoekslijn te ontwikkelen en jonge onderzoekers te coachen; en tenslotte talent hebben om drager te worden van een toekomstig onderzoeksspeerpunt.
Zie voor de namen van de duo's en trio's: www.ublad.uu.nl