Nieuws

Twee Spinozapremies naar Utrechtse onderzoekers

Bensing (56), directeur van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg NIVEL en bijzonder hoogleraar klinische psychologie en gezondheidspsychologie aan de Universiteit Utrecht, ontvangt de Spinozapremie volgens het juryrapport voor haar multidisciplinaire onderzoek naar de communicatie tussen artsen en patiënten en haar internationaal gebruikte onderzoeksmethode om non-verbale communicatie te kwantificeren.

De psychologe, die tussen 1996 en 1998 decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen was, beschikt over een omvangrijk gegevensbestand, bestaande uit meer dan vijftienduizend op video opgenomen gesprekken tussen artsen en patiënten. Deze database, veruit de grootste ter wereld, wordt nu internationaal gebruikt voor onderzoek naar de gevolgen van arts-patiëntcommunicatie op de kwaliteit en de uitkomst van de zorg, waaronder de latere gezondheid van de patiënt.

Hoogleraar moleculaire genetica Scheres (45) krijgt de prijs voor zijn grote bijdragen aan het begrip van celontwikkeling bij planten, en met name voor zijn nieuwe inzichten in de rol van stamcellen bij wortelontwikkeling. Zijn onderzoek is gericht op de manier waarop planten zich ontwikkelen vanuit hun genetische blauwdruk. Hij ontdekte welke rol stamcellen spelen bij patroonvorming en groei van de wortel. Met succes toonde hij aan dat veel mechanismen in planten nauw verwant zijn aan processen in dieren.

Ook ontwikkelde Scheres een methode om met een laser individuele cellen binnen de groeiende wortel te doden, en te bestuderen hoe de functie van de gedode cellen door anderen overgenomen werd. Gecombineerd met het gericht uitschakelen van bepaalde genen, levert dit informatie op over welke cellen verantwoordelijk zijn voor welk proces. Hij is houder van twee patenten, die beiden commercieel worden geëxploiteerd.

Ook een derde prijswinnaar heeft Utrechtse ‘roots’. Carl Figdor (52), een van de wereldleiders op het gebied van immunotherapie van kanker, studeerde in 1979 cum laude af als bioloog aan de Universiteit Utrecht. De vierde winnaar, Jan Zaanen heeft geen Utrechtse connecties. Landelijke bekendheid kreeg hij in 2004 als winnaar van de Nationale Wetenschapsquiz.

In totaal heeft Utrecht met Scheres en Bensing nu elf van de in totaal vierenveertig Spinozawinnaars in de gelederen. Eerdere Utrechtse winnaars waren Frits van Oostrom (1995), Gerard ’t Hooft (1995), Ronald Plasterk (1999), Daan Frenkel (2000), Hans Oerlemans (2001), Hans Clevers (2001), Jan Luiten van Zanden (2003), Jaap Sinninghe Damsté (2004) en René Bernards (2005).

EH

Contract voor student met handicap

Aanleiding voor de extra aandacht is het feit dat ruim duizend Utrechtse studenten aangeven belemmeringen bij de studie te ondervinden als gevolg van een handicap. In ruim de helft van de gevallen betreft het de manier waarop met dyslexieklachten wordt omgaan, terwijl ook veel wordt geklaagd over onvoldoende aandacht voor vermoeidheidsklachten. Bijkomende problemen zijn het ontbreken van een goede ‘intake’ door de studieadviseur en een niet optimale voorlichting over de Utrechtse regelingen voor gehandicapten.

Om deze problemen te verhelpen start de UU een driejarig project. Centrale doelstelling is het ontwikkelen van een contract tussen de opleiding en een gehandicapte student met daarin de voorzieningen waarop hij of zij recht heeft. Voor elke handicap, te beginnen met dyslexie, zal een afzonderlijk modelcontract worden opgesteld. Uiteraard moeten de faculteiten ervoor zorgen dat de betreffende voorzieningen ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Daarnaast moet in alle Utrechtse opleidingen sprake zijn van een professionele intake en goede en voor gehandicapten goed toegankelijke informatie.

Het college van bestuur heeft voor het inmiddels gestarte project een aantal ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Zo moet in 2008 minimaal driekwart van de gehandicapte Utrechtse studenten in het bezit zijn van een contract. Van die groep moet weer minimaal driekwart tevreden zijn met de aanwezige voorzieningen en met de manier waarop hun opleiding met hen omgaat.

EH

Alle studenten zijn elitair

Om het oude PvdA-adagium 'onderwijs voor velen' wordt inmiddels meesmuilend gegniffeld. De opkomst van economische reuzen als India en China maakt dat het hoger onderwijs van Europa, inclusief Nederland, ingrijpend moet vernieuwen, wil het de concurrentieslag nog kunnen bijbenen. De daartoe noodzakelijke kenniseconomie vraagt om een nieuwe elite; het idee van gelijkheid in het hoger onderwijs moet op de helling. Vrij baan dus voor excellent onderzoek, voor selectie voor de poort, voor honoursprogramma's en voor topmasters. Aldus de stelling van Vrij Nederland.

Vrijwel alle sprekers leken het met die stelling grosso modo eens te zijn, mits althans uitgegaan wordt van een definiering van het begrip elite in termen van excellentie en differentiatie. Aldus bijvoorbeeld het jongste lid van de Tweede Kamer, de PvdA'er Martijn van Dam. 'Iedereen die naar het hoger onderwijs gaat behoort tot de elite, maar daarbinnen kun je nog differentieren. De een zal meer praktisch willen excelleren, een ander theoretisch. Waar het om gaat is dat er in het hoger onderwijs voldoende diversiteit in programma's is om iedereen aan zijn of haar trekken te laten komen.'

Van Dam kreeg na de pauze bijval van zijn partijgenoot, voormalig staatssecretaris van cultuur, Rick van der Ploeg. Volgens Van der Ploeg is die diversiteit niet alleen een kwestie van aanbod, maar ook van vraag. 'Tachtig procent van de studenten gaat naar de universiteit om de hoek, ook als die niet het beste te bieden heeft. Dat zou moeten veranderen. Er moet concurrentie tussen de instellingen komen. Een beginnetje daarmee is gemaakt. Waar Rotterdam ooit het walhalla voor een vak als economie was en Tilburg een dwerg, zijn die rollen inmiddels omgedraaid. De Rotterdamse economie is tot een bedroevend niveau verschrompeld en Tilburg is the place to be. Dat moeten we in Nederland meer krijgen. En studenten moeten zich van die kwaliteitsverschillen in hun keuzes bewust worden.'

De visie van de staatssecretaris voor nog enkele weken, de VVD'er Mark Rutte, bleek erg dicht in de buurt te komen van die van zijn PvdA-gespekspartner Van der Ploeg. 'We organiseren niet zelf rankings, maar willen het wel mogelijk maken om dit middel in te zetten zodat universiteiten met elkaar de concurrentie kunnen aangaan', gaf hij als voorbeeld. 'Waarbij het dus niet gaat om vierkleurendruk-folders over hoe goed zo'n universiteit wel niet is, maar daadwerkelijk om onderwijskwaliteit. Daarop moeten de instellingen ook hun studenten gaan aanspreken. Het kan niet langer zo zijn dat een student aan een fulltime opleiding slechts twintig uur studeren spendeert.'

Van der Ploeg: 'De goede student die elke universiteit graag in huis heeft of haalt, is niet per se de slimste student, maar wel de student die de ambitie heeft om over pakweg drie jaar veel meer te weten en te kunnen dan-ie nu doet. Misschien is dat wel de nieuwe elite.'

AH

Lunchen met de rector

Om de deelname aan het onderzoek naar de tevredenheid van eerstejaars UU-studenten te vergroten werd dit jaar onder alle respondenten vier geldprijzen van 250 euro verloot. Ook University College-studente Petulia Fung en Kunstgeschiedenis-studente Judith Riphagen waren winnaars. Zij konden echter woensdag niet aanwezig zijn bij de lunch met Gispen.

De uiteindelijke respons van de enquête was 42 procent, een percentage wat hoog wordt genoemd voor een online-onderzoek. De eerstejaars UU-studenten waren dit jaar opnieuw positiever over hun opleiding dan studenten in voorgaande metingen. Gemiddeld geven zij het cijfer 7.4.

XB

De Uithof exclusief woongebied voor studenten

Huurders van het nieuwe complex De Bisschoppen dat in september of oktober wordt opgeleverd krijgen de primeur van het wooncontract voor bepaalde tijd. Maar ook nieuwe huurders van vrijkomende kamers op het Cambridgelaan-complex moeten bij beëindiging van hun studie plaatsmaken voor nieuwe studenten.

De SSH Utrecht ziet in de invoering van het campuscontract een maatregel om de wachttijden voor studentenhuisvesting terug te dringen en de doorstroming te bevorderen. Het ABOU, het overkoepelend orgaan van de woonbesturen, is ook voorstander van wooncontracten voor bepaalde tijd, maar wil wel dat studenten ruimschoots te tijd krijgen een nieuwe woning te vinden.

Het ABOU heeft een voorkeur voor een termijn van anderhalf tot twee jaar, gezien de problemen die studenten kunnen verwachten bij het vinden van andere huisvesting en gezien de onduidelijkheid over de eerste werkkring waarin pas- afgestudeerden zich vaak bevinden. De komende maanden vindt nog overleg plaats met de SSH. In afwachting van de uitkomst van dit overleg heeft de SSH aangegeven dat in ieder geval tot september 2008 nieuwe huurders niets te vrezen hebben wanneer hun studie eindigt.

Het ABOU staat vooralsnog sceptisch tegenover de aankondiging van de SSH om ook de stadspanden 1, de oudere stadswoningen waarvan huurders nog aanspraak maken op huurtoeslag, per 1 september een verjongingskuur te laten ondergaan door het verstrekken van campuscontracten. In die huizen is volgens de SSH sprake van een grote scheefgroei doordat afgestudeerden lang blijven hangen. Ook ABOU-woordvoerder Thijs Kinkhorst vindt dit een onwenselijke situatie, maar hij wijst tegelijkertijd naar de nog immer moeizame positie van starters op de woningmarkt.

Woningen in de grote wooncomplexen als het IBB en Tuindorp West en de nieuwere stadspanden blijven wel voor alle groepen jongeren beschikbaar. De SSH is, zo stelt een woordvoerder, immers niet alleen een organisatie voor studenten maar voor alle jongeren in Utrecht.

XB

Onenigheid over Raulin-vergoeding

De zogenoemde Raulinvergoeding is bedoeld om de mobiliteit van studenten binnen de EU te bevorderen. In Nederland kunnen Europese studenten er het leeuwendeel van hun collegegeld mee betalen. In de leerrechtenplannen van staatssecretaris Rutte werd de vergoeding geschrapt en verruild voor het collegegeldkrediet. “En verder gaan we uit van de meeneembaarheid van studiefinanciering. Studenten uit de EU kunnen dus een beroep doen op hun eigen land. Wij bekostigen onze studenten die over de grens studeren immers ook.”

CDA en PvdA zijn echter bang dat het schrappen van de vergoeding Nederland onaantrekkelijk maakt voor Europese studenten. Die zouden niet zitten te wachten op een studieschuld en dus liever kiezen voor een opleiding in een ander land. Bij instellingen uit de grensstreek zou een daling in het aantal EU-studenten bovendien een daling in de werkgelegenheid betekenen, en dat moet volgens de partijen worden voorkomen. Aanvankelijk stelden CDA en PvdA daarom voor om de bestaande regeling te handhaven tot 2010, en deze daarna te evalueren.

Rutte voelt daar echter niets voor. “Dat zou betekenen dat studenten uit Duitsland of België door het collegegeldkrediet en de Raulin-vergoeding jaarlijks 2500 euro bestedingsruimte krijgen”, aldus de staatssecretaris. “Dat is wel heel erg ruimhartig. Bovendien kost handhaving van de Raulinvergoeding elf miljoen euro per jaar, en dat geld is al toegevoegd aan het budget voor meeneembare studiefinanciering.”

Een definitief besluit over de onkostenvergoeding laat daarom nog even op zich wachten. Op verzoek van de Tweede Kamer gaat Rutte op korte termijn na of er andere opties mogelijk zijn dan het collegegeldkrediet, zoals nieuwe bekostigingsafspraken met de grenslanden. Tot die tijd blijft de Raulinvergoeding van kracht.

HOP

Rutte wil tussenpaus op OCW

Rutte verruilt het ministerie van OCW uiterlijk na de zomer voor de Tweede Kamer, waar hij fractievoorzitter wordt van de VVD. Tijdens het slotdebat over de leerrechten gaf hij desgevraagd zijn visie. “Ik heb ooit eens gezegd dat het gehele onderwijs bij de minister van OCW kan worden ondergebracht. Maar ik doelde toen op de situatie na 2007, als meer zaken decentraal geregeld zijn. Zover is het nog niet. Dus als het aan mij ligt, komt er voor de rest van deze kabinetsperiode een opvolger op het departement.”

Het binnenhalen van de leerrechten is Ruttes laatste kunstje op het departement. Deze maand verdedigt hij zijn plan nog in de Eerste Kamer, daarna vertrekt hij richting Kamer. Als er een nieuwe staatssecretaris wordt benoemd, zou dat na Rutte en Annette Nijs de derde bewindspersoon zijn die verantwoordelijk is voor hoger onderwijs. Hogescholen en universiteiten lieten eind vorige week al weten niets te zien in een tussenpaus. Gelet op de korte regeerperiode die nog rest tot de verkiezingen in 2007 zou het alleen maar gaan om iemand die op de winkel past. Minister Van der Hoeven zou veel beter zijn ingewerkt in de materie.

HOP

Tweede Kamer akkoord met leerrechten

Daarmee zijn de aanpassingen van de wet door CDA, PvdA en D66 veel duurder dan aanvankelijk werd gedacht. Rutte kan er mee leven: “Het gaat om ongeveer anderhalf procent van het hoger-onderwijsbudget”, rekende hij de Kamer voor. “Dat is dus te overzien.”

De extra kosten ontstaan doordat instellingen een jaar bekostiging krijgen in plaats van een half, terwijl studenten bijvoorbeeld halverwege kunnen uitstappen. Die houden dan de helft van hun leerrecht over en verzilveren dat bij een andere instelling. Maar omdat naar verwachting niet meer dan vier procent van de studenten zal overstappen, zouden de extra kosten meevallen.

Omdat voor het hoger onderwijs een vast budget is gereserveerd, wordt de meerprijs van het systeem door de sector zelf betaald. Rutte: “De consequentie is dus dat de prijs die een instelling per student krijgt lager uitvalt.”

Schakelprogramma’s komen definitief niet voor bekostiging in aanmerking. D66-kamerlid Bert Bakker deed nog wel een poging: “Als Nederland de ambitie heeft om zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk op te leiden, kan ik me voorstellen dat je hbo-bachelors de ruimte geeft om zo’n schakeltraject met hun uitlooprechten te laten betalen.”

Maar staatssecretaris Rutte vindt dat er nog te veel onduidelijkheid bestaat over de programma’s. “Die zijn zo divers dat we er nog geen eenduidige regeling voor kunnen bedenken, als we dat al zouden willen.” Wel beloofde de bewindsman dat de ontwikkelingen op dit gebied voortaan worden meegenomen in de bama-monitor, waarin de kwaliteit van het onderwijsmodel wordt gecontroleerd.

Studenten krijgen in het nieuwe model leerrechten voor de nominale duur van hun studie. Daarnaast krijgen ze voor twee jaar uitlooprechten, waarin ze hun opleiding kunnen afmaken tegen het normale collegegeld. Wie daarna nog niet klaar is met zijn opleiding, moet een hoger instellingscollegegeld gaan betalen. Dat is tot 2010 vastgesteld op ongeveer drieduizend euro.

De invoering van de leerrechten kost eenmalig ongeveer vijftien miljoen euro. Het geld daarvoor haalt staatssecretaris Rutte uit de extra’s die voor hoger onderwijs zijn gereserveerd in de voorjaarsnota. Als het ministerie van OCW er niet in slaagt om de rest van de nieuwe hoger-onderwijswet (WHOO) voor september 2007 door de Tweede Kamer te loodsen, wordt de nieuwe bekostigingsmethode via “crashwetgeving” in de bestaande wet (WHW) opgenomen. De Tweede Kamer heeft daar wel voorwaarden aan gekoppeld. In de huidige wet moet dan onder meer de medezeggenschap voor studenten worden aangescherpt.

Volgende week stemt de Tweede Kamer over de aanpassingsvoorstellen die uit het leerrechtendebat zijn gekomen. Het definitieve leerrechtenplan wordt een week later in stemming gebracht.

HOP

Nederland op een megagroot scherm

Als opwarmertje kun je om 12 uur al aanschuiven aan de WK-lunch in het sportcafé in De Uithof, daarna meedoen aan de pubquiz om vervolgens plaats te nemen op de tribune als de wedstrijd om 15 uur begint. Je hoeft hier ook geen minuut van de strijd te missen, want het bier van een euro wordt op de tribune langs gebracht.
In de rust draait dj Pieter van der Hoeven (bekend van de Utrechtse hit 'Nog geneukt') en ook na het eindsignaal zorgt hij voor een muzikale derde helft. De maag kan worden gevuld met hamburgers en bratworst van de barbecue.
Ook alle andere WK-wedstrijden zijn bij Olympos op een groot scherm te zien - afhankelijk van de belangstelling in het café of in de tent. DJ Pieter zal regelmatig worden opgetrommeld om de feestvreugde te vergroten. Rondom de wedstrijden van het Nederlands elftal zal zeker een feestje worden gebouwd. Zie voor meer info: www.sportcafé-olympos.nl. (GK)

Ragweek Utrecht van start

De Ragweek is een initiatief van Utrechtse studie- en studentenverenigingen en wordt dit jaar voor de tweede keer georganiseerd. Gezamelijk proberen de verenigingen zoveel mogelijk geld in te zamelen door het organiseren van activiteiten. Het geld is bestemd voor een internationale en lokale stichting.

Het internationale doel is A.S.A.P., Association for Small African Projects. Het doel van deze stichting is de ontwikkeling in plattelandsdorpen in Burkina Faso te ondersteunen, met als hoofddoel kinderen te stimuleren en de gelegenheid te bieden naar school te gaan. Als lokaal doel is er gekozen voor Stichting Pension Singelzicht. Pension Singelzicht is dé 24-uursopvang voor dak- en thuisloze jongeren in Utrecht.

Het fenomeen Ragweek is niet nieuw. Het vindt zijn oorsprong rond het jaar 1900 in Engeland. Een groep studenten voelde zich verplicht om iets terug te doen voor de maatschappij en begon met het schrijven van gedichten op vodjes (“rags”). Het geld dat werd ingezameld ging naar mensen die het minder getroffen hadden.

De Ragweek duurt nog t/m vrijdag 9 juni en zal worden afgesloten met een groot slotfeest.

MV