Een Australische bachelor of arts heeft lang niet altijd een betere opleiding genoten dan een Nederlandse hbo-bachelor. In het buitenland zijn namelijk veel universiteiten die hier hogescholen zouden heten. Bij hun afgestudeerden staat er bachelor of arts/science op het diploma, terwijl onze hbo-afgestudeerden alleen maar bachelor heten. Onze afgestudeerden lijken dus minder waard, terwijl ze even goed zijn.
Dat snappen ze in het buitenland niet, zegt voorzitter Doekle Terpstra van de hbo-raad. We doen onze talenten tekort, want wat op hun diploma staat, doet hun geen recht. Ze redden het niet op de internationale arbeidsmarkt. Het is een miskenning van wat er allemaal gebeurt in het hbo. Terpstra is niet de enige die er zo over denkt. Een internationale commissie onder leiding van de Noorse professor Roger Abrahamsen heeft verleden jaar het Nederlandse onderwijsstelsel tegen het licht gehouden.
Nederland mag de toevoegingen -of arts- en -of science- best vaker gebruiken, vindt Abrahamsen, vooral als er een behoorlijke component toegepast onderzoek in de hbo-opleiding zit. Nergens is het onderscheid tussen hbo en universiteit zo rigide als in Nederland, volgens de commissie. Maar regeringspartijen CDA en VVD vinden dat er een duidelijk onderscheid moet blijven tussen beroepsgerichte en wetenschappelijke opleidingen. Alleen als een opleiding wetenschappelijk is, mag de afgestudeerde een wetenschappelijke titel krijgen.
Hogescholen die, zoals de Hogeschool van Amsterdam, een wetenschappeljke master aanbieden, zijn VVD'er Arno Visser helemaal een doorn in het oog, Ik krijg een puntmuts van deze discussie, zegt hij. Laten ze zich bezig houden met de aansluiting op het mbo. Dat is veel belangrijker. Terpstra van de hbo-raad noemt de standpunten van CDA en VVD ontluisterend. Het rapport van Abrahamsen zou toch te denken moeten geven, vindt hij, maar de Kamerleden willen kennelijk alleen conclusies horen die zij zelf al getrokken hebben.
HOP