Bijmengen met biobrandstof is oké
"De oliemaatschappijen worden door het kabinet verplicht een percentage biobrandstof toe te voegen aan benzine en diesel. Omdat biobrandstof nog duurder is dan de fossiele brandstoffen wordt de accijnsheffing verlaagd. Andere landen doen dit al jaren. Nederland heeft lang geaarzeld, maar wordt door de Europese Unie gedwongen deze maatregel te nemen. Brussel hoopt dat boeren die door Europa gedwongen worden hun land braak te laten liggen vanwege de voedseloverschotten, nu gewassen gaan verbouwen die als basis dienen voor biobrandstof. Dat levert de noodlijdende agrarische sector extra inkomsten op."
Waarom is Nederland zo laat?
"In veel andere landen is een grote agrarische lobby. In Nederland hebben vooral de wetenschappers en de milieubeweging de discussie gedomineerd. Zij hebben er steeds op gewezen dat de bestaande biobrandstoffen op basis van koolzaad en suikerbieten nauwelijks milieuvoordeel opleveren. Er is bijvoorbeeld veel kunstmest bij nodig. Academici en milieuactivisten pleiten daarom om te wachten en de tweede generatie biobrandstoffen verder te ontwikkelen."
Waar gaat het dan om?
"In feite gaat het om een benzine- en een dieselvervanger. Als alternatief voor benzine wordt vooral gekeken naar een procédé dat enzymatische vergisting heet. Het komt er op neer dat een boom wordt omgezet in alcohol. Diesel moet worden vervangen door brandstof te winnen uit biomassa. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het al decennia bekende Fishertropsch-principe waarmee eerder brandstof uit kolen werd gewonnen. Het zijn ingewikkelde technische ontwikkelingen, maar ze moeten in de toekomst meer milieuvoordeel opleveren."
Het pleidooi van de milieubeweging hierop te wachten lijkt logisch.
"Ja, maar toch vinden wij dat staatssecretaris Van Geel een goed besluit heeft genomen door nu al met die eerste generatie brandstoffen te beginnen. De milieubeweging vreest dat we nu niet meer van die eerste generatie brandstoffen afkomen. Wij denken juist dat je de maatschappij vertrouwd maakt met alternatieve brandstoffen en daarmee een markt creëert. Oliemaatschappijen krijgen zo, naar onze verwachting, een financiële en psychologische prikkel om nog meer te investeren in die tweede generatie."
Waar baseren jullie dat op?
"Uit analyses van innovatietrajecten waar bij ons promovendus Roald Suurs aan werkt, blijkt dat het vaak niet verstandig is in te zetten op de perfecte technologie. Je moet ook aandacht hebben voor het proces. Bij productontwikkeling zie je vaak een opeenvolging van generaties. Het begin lijkt soms in niets op wat het uiteindelijk wordt. De eerste mobieltjes zijn 'koelkasten', maar waren wel de basis van verdere ontwikkelingen.
"De beste vergelijking die je met betrekking tot de discussie over biobrandstoffen wellicht kunt maken, is die met de invoering van windenergie. In Denemarken werd begonnen met kleine windturbines op het boerenbedrijf. Die boeren gaven feedback op de werking van de molens, waardoor er met regelmaat kleine verbeteringen werden aangebracht. Learning by doing, blijkt erg belangrijk. De Denen zijn nu wereldleider op het gebied van windenergie. In Nederland werd met behulp van Fokker en allerlei vliegtuigbouwtechnologie ingezet op supergrote windmolens. Daar bleken vervolgens allerlei haken en ogen aan te zitten."
Het kabinet heeft dus het juiste besluit genomen?
"Ja. En zeker wanneer de staatssecretaris ook de zekerheid geeft dat de accijnsverlagingen voor een langere periode zullen gelden. Daarnaast zou het goed zijn wanneer hij de markt incentives geeft om over te stappen naar die tweede generatie brandstoffen. Hij zou een termijn kunnen stellen waarbinnen die overgang gerealiseerd zou moeten zijn. Ook zou hij de accijnsreductie afhankelijk kunnen maken van het type biobrandstof dat wordt gebruikt. En hopelijk kunnen wij de milieubeweging dan over een aantal jaar tonen dat dit de beste strategie is geweest."