Nieuws

in beeld

analyse

Creëer duidelijkheid over wat onderwijs kost

Al tijden wordt in het Bestuursgebouw gewerkt aan een nieuwe methode om opleidingen te betalen voor het onderwijs dat ze geven. Vrijwel iedereen is het erover eens dat betaling per door studenten behaald studiepunt een efficiënte methode is. De grote vraag is hoeveel een studiepunt in verschillende opleidingen moet kosten. Is onderwijs in practica duurder dan onderwijs in werkgroepen en moet daarmee dus bij de tariefstelling rekening worden gehouden? Of hebben alle Utrechtse studenten recht op evenveel begeleiding en alle opleidingen dus op hetzelfde tarief?

Vooralsnog volgt het Utrechtse college van bestuur de eerste redenering. Bèta-medische opleidingen krijgen een tarief dat vijftien procent ligt boven het alfa-gammatarief en dat moet ook in het nieuwe verdeelmodel zo blijven. Maar waar die verhouding op gebaseerd is, weet niemand. Vandaar dat wordt aangedrongen op een berekening van wat verschillende soorten onderwijs per student nu werkelijk kosten.

Die roep om duidelijkheid klinkt vooral in de alfa-gamma hoek, waar van zo'n rekensom winst verwacht wordt. Maar extra onderwijsgeld in die hoek betekent in het universitaire systeem automatisch minder geld voor de Bètafaculteit. En dat is wel het laatste dat het college van bestuur op dit moment wil. Maar in plaats van dat gewoon te zeggen, verzet Kardux zich tegen de gevraagde berekening met het argument dat het berekenen van de prijs van onderwijs niet goed mogelijk is. Maar als dat echt zo is, dan is het de vraag of er überhaupt nog een zinnig verdeelmodel valt te maken, en zijn ook de huidige tarieven een slag in de lucht.

Er lijken maar twee uitwegen uit de geschetste impasse. Of er komt een nieuw verdeelsysteem met de nieuwe, beter beredeneerde tarieven waarom de U-raad deze week heeft gevraagd. Of het college kiest voor een paar jaar uitstel tot de financiële rust aan de UU is weergekeerd, hoe jammer dat misschien ook mag zijn. Het invoeren van een nieuw verdeelmodel waarin de onderwijstarieven voor langere tijd worden vastgelegd en die tarieven vervolgens zonder verdere motivering bij het oude laten, zoals het college wil, is volgens vrijwel alle betrokkenen het slechtst denkbare compromis. <ParaStyle:auteur>EH

het torentje

Bijmengen met biobrandstof is oké

"De oliemaatschappijen worden door het kabinet verplicht een percentage biobrandstof toe te voegen aan benzine en diesel. Omdat biobrandstof nog duurder is dan de fossiele brandstoffen wordt de accijnsheffing verlaagd. Andere landen doen dit al jaren. Nederland heeft lang geaarzeld, maar wordt door de Europese Unie gedwongen deze maatregel te nemen. Brussel hoopt dat boeren die door Europa gedwongen worden hun land braak te laten liggen vanwege de voedseloverschotten, nu gewassen gaan verbouwen die als basis dienen voor biobrandstof. Dat levert de noodlijdende agrarische sector extra inkomsten op."

Waarom is Nederland zo laat?

"In veel andere landen is een grote agrarische lobby. In Nederland hebben vooral de wetenschappers en de milieubeweging de discussie gedomineerd. Zij hebben er steeds op gewezen dat de bestaande biobrandstoffen op basis van koolzaad en suikerbieten nauwelijks milieuvoordeel opleveren. Er is bijvoorbeeld veel kunstmest bij nodig. Academici en milieuactivisten pleiten daarom om te wachten en de tweede generatie biobrandstoffen verder te ontwikkelen."

Waar gaat het dan om?

"In feite gaat het om een benzine- en een dieselvervanger. Als alternatief voor benzine wordt vooral gekeken naar een procédé dat enzymatische vergisting heet. Het komt er op neer dat een boom wordt omgezet in alcohol. Diesel moet worden vervangen door brandstof te winnen uit biomassa. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het al decennia bekende Fishertropsch-principe waarmee eerder brandstof uit kolen werd gewonnen. Het zijn ingewikkelde technische ontwikkelingen, maar ze moeten in de toekomst meer milieuvoordeel opleveren."

Het pleidooi van de milieubeweging hierop te wachten lijkt logisch.

"Ja, maar toch vinden wij dat staatssecretaris Van Geel een goed besluit heeft genomen door nu al met die eerste generatie brandstoffen te beginnen. De milieubeweging vreest dat we nu niet meer van die eerste generatie brandstoffen afkomen. Wij denken juist dat je de maatschappij vertrouwd maakt met alternatieve brandstoffen en daarmee een markt creëert. Oliemaatschappijen krijgen zo, naar onze verwachting, een financiële en psychologische prikkel om nog meer te investeren in die tweede generatie."

Waar baseren jullie dat op?

"Uit analyses van innovatietrajecten waar bij ons promovendus Roald Suurs aan werkt, blijkt dat het vaak niet verstandig is in te zetten op de perfecte technologie. Je moet ook aandacht hebben voor het proces. Bij productontwikkeling zie je vaak een opeenvolging van generaties. Het begin lijkt soms in niets op wat het uiteindelijk wordt. De eerste mobieltjes zijn 'koelkasten', maar waren wel de basis van verdere ontwikkelingen.

"De beste vergelijking die je met betrekking tot de discussie over biobrandstoffen wellicht kunt maken, is die met de invoering van windenergie. In Denemarken werd begonnen met kleine windturbines op het boerenbedrijf. Die boeren gaven feedback op de werking van de molens, waardoor er met regelmaat kleine verbeteringen werden aangebracht. Learning by doing, blijkt erg belangrijk. De Denen zijn nu wereldleider op het gebied van windenergie. In Nederland werd met behulp van Fokker en allerlei vliegtuigbouwtechnologie ingezet op supergrote windmolens. Daar bleken vervolgens allerlei haken en ogen aan te zitten."

Het kabinet heeft dus het juiste besluit genomen?

"Ja. En zeker wanneer de staatssecretaris ook de zekerheid geeft dat de accijnsverlagingen voor een langere periode zullen gelden. Daarnaast zou het goed zijn wanneer hij de markt incentives geeft om over te stappen naar die tweede generatie brandstoffen. Hij zou een termijn kunnen stellen waarbinnen die overgang gerealiseerd zou moeten zijn. Ook zou hij de accijnsreductie afhankelijk kunnen maken van het type biobrandstof dat wordt gebruikt. En hopelijk kunnen wij de milieubeweging dan over een aantal jaar tonen dat dit de beste strategie is geweest."

even kort

De schop in de grond

Complexbeheerder Ruut van Rossen deed dinsdagmiddag de busbaanplannen voor De Uithof uit de doeken. De werkzaamheden starten in oktober en moeten in 2007 klaar zijn. Hij ziet de nieuwe busbaan met vertrouwen tegemoet.

Wat zijn de plannen? "We gaan van een rommelige gefragmenteerde inrichting naar een ontwerp waarin beter rekening is gehouden metveiligheid en doorstroming. De busbaan wordt onder meer smaller, er komen minder haltes en op de Heidelberglaan komt een tweerichtingenfietspad aan de kant van de bibliotheek. Het blijft een verblijfsgebied, waar de bus te gast is. Het is in feite niets nieuws, dit ontwerp had al een voorloper in 1998. Er is inmiddels veel gebeurd, veel plannen zijn gewijzigd en van de gemeente uit zitten er nu veel andere mensen in het project. Eigenlijk ben ik de enige continue factor."

Ben je tevreden? "Ik heb hoge verwachtingen van dit plan. Ik twijfel wel over de houdbaarheid van één van de elementen: de kruising van de Universiteitsweg met de Heidelberglaan. Het is de aanvoerroute van auto's naar De Uithof en de oversteekplaats van de bus naar het ziekenhuis. In eerdere plannen zou dit kruispunt ongelijkvloers worden, maar dat was te duur. Nu is er een compromis gekomen; verkeerstechnisch zijn er concessies gedaan en ook op het vlak van de inrichting van de openbare ruimte. Het is het beste compromis, maar dus niet de ideale oplossing."

En, veel kritiek?"Natuurlijk komen sommige haltes, doordat ze in dit plan gebundeld worden, wat verder van sommige locaties af te liggen. Er zullen dus mensen wat verder moeten lopen. Maar waar hebben we het over: het gaat maar om een paar honderd meter en het zijn hier over het algemeen toch jonge, gezonde mensen! Ik sta open voor kritiek, maar dan wil ik wel gegronde argumenten horen. Meer kritiek verwacht ik vooral tijdens de bouw nog wel kritiek. Hoewel we echt proberen goede voorzorgsmaatregelen te treffen. Het Oxfordpad bijvoorbeeld, een alternatief fietspad naar De Uithof, is recent opgeknapt. Het mag van ons verwacht worden dat we aan dat soort veilige omleidingsroutes denken."

Welke route neem je zelf?"Ik fiets. Altijd. Ik heb het geluk dat ik uit zuidelijke richting kom, wat betekent dat ik weinig met omleidingen te maken heb. Bovendien ken ik uit hoofde van mijn functie alle wegen en paden. Maar dat geldt in de toekomst niet alleen voor mij, als het goed is komt iedereen straks overal nog beter en sneller.

Voor meer info: www.ublad.uu.nl

Gelijk spel tussen temmangs en kassengen

De in de taalkunde meest gangbare en ook door veel Utrechtse onderzoekers aangehangen theorie van de universele grammatica zegt dat afgezien van een aantal onregelmatigheden talen regelmatig van structuur zijn. Zoals de manier waarop meervoud wordt gevormd. In het Engels en het Frans komt bijvoorbeeld achter het zelfstandig naamwoord eens. Het Nederlands lijkt te spotten met die theorie doordat het meervoud in sommige gevallen met en in andere gevallen met en wordt gevormd zonder dat daar duidelijke regels voor gelden.

Aanhangers van de theorie stellen echter dat als de theorie wat verder wordt vervolmaakt, ook het Nederlands er weer naadloos in zal passen. Dan zal blijken dat er wel degelijk eenvoudige regels gelden die bepalen hoe het meervoud wordt gevormd, regels die wij intuïtief gebruiken.

Vierdejaars studente Babbe van Ginkel was vorig jaar minder overtuigd. Zij vroeg zich af of de theorie van de universele grammatica wel zo algemeen geldig is als wordt gezegd en besloot de proef op de som te nemen. Zij bedacht een aantal nieuwe woorden, zoals temmang en kasseng en liet veertig proefpersonen uit de Utrechtse studentenwereld het meervoud vormen. Als de theorie klopte, dan zou minimaal tachtig procent van de proefpersonen voor dezelfde meervoudsvorm kiezen, wist Van Ginkel. Uit haar onderzoek bleek echter dat de voorkeur van de deelnemers voor kassengen en temmangen even groot was als die voor temmangs en kassengs. Op dit punt geeft de universele grammatica dus niet thuis.

Van Ginkel ziet geen reden om de vooral in Utrecht erg populaire theorie nu maar als afgedaan te beschouwen. "Het zou onzin zijn om te ontkennen dat ons taalvermogen voor een belangrijk deel aangeboren is. Ik denk alleen wel dat ik heb aangetoond dat we een andere theorie nodig hebben om de Nederlandse meervoudsvorming te verklaren. Of mijn ontdekking ook voor de dagelijkse praktijk van belang is? Misschien wel. Er wordt op dit moment druk gewerkt aan het ontwikkelen van lesmethodes om talen te leren. Als ik gelijk heb, zou het leren van het Nederlands wel eens een stuk gecompliceerder kunnen zijn dan de aanhangers van de theorie van een universele grammatica denken."

weetjes

Beloning voorkomt stress

Metende glasvezels

Glasvezels met een specifieke plastic coating vormen een nieuwe en effectieve manier om de ernst van verontreinigde bodems vast te stellen. De Utrechtse promovendus Thomas ter Laak, die op donderdag 15 september in Utrecht promoveert, beschrijft in zijn proefschrift een daartoe door hem ontwikkelde methode. Vooral de concentratie verontreinigde stoffen in het zogeheten poriewater tussen de bodemdeeltjes, is bepalend voor het risico van verdere verontreiniging van het milieu. Tot nu toe wordt die concentratie per locatie vastgesteld via schattingen op basis van de totaal in de bodem aanwezige hoeveelheid verontreiniging en de samenstelling van de bodem ter plaatse. Maar die schattingen zijn nogal onbetrouwbaar. Met behulp van de door Ter Laak ontwikkelde glasvezel kan voortaan heel specifiek worden vastgesteld hoe ernstig de bodemverontreiniging op een locatie precies is.

actueel

Geen islamofobie

Promotieopleiding

Onderzoekersopleidingen zouden aan landelijke kwaliteitsnormen moeten voldoen, vindt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Niet-erkende opleidingen mogen wat haar betreft hun overheidsbekostiging verliezen. Dat schrijft het KNAW in het vorige week verschenen advies Onderzoekers Optimaal Opgeleid. De accreditatie zou meer inzicht verschaffen in wat de Nederlandse promotieopleidingen inhouden en aan welke eisen ze minimaal voldoen. Iedere promovendus zou aan een erkende opleiding verbonden moeten zijn. Als de regering het advies overneemt, ligt het voor de hand dat de aan de Akademie gelieerde erkenningscommissie de landelijke accreditatie van promotieopleidingen mag doen.

Mensenrechteninstituut

Minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing is onder voorwaarden bereid mee te werken aan de komst van een nationaal instituut voor de rechten van de mens. Dat meldt persbureau ANP. Volgens de initiatiefnemers zou Utrecht een goede vestigingsplaats zijn voor zo'n instituut. Pechtold deed zijn uitspraak vorige week in Den Haag, waar hij een gezamenlijk rapport in ontvangst nam van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), de Nationale Ombudsman en het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM). De vier organisaties pleiten ervoor een onafhankelijk mensenrechteninstituut op te richten en dat onder te brengen bij het SIM.

_

de kwestie

Schrik over de enorme omvang van de problemen en bezorgdheid over collega's van wie de baan wordt opgeheven. Dat zijn deze week de twee overheersende reacties bij het Ivlos dat een ingrijpende reorganisatie te wachten staat.

Dinsdag hoorde het personeel van het Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden, het Ivlos, dat er 17 van de 85 voltijdbanen worden opgeheven. Dat betekent ontslag voor zeker 25 tot 30 van de 130 medewerkers. De meeste ontslagen zullen vallen onder het ondersteunend personeel. Maar ook aan twee hoogleraren is meegedeeld dat hun leerstoel wordt opgeheven. Er is op jaarbasis een structureel tekort van ruim een half miljoen euro.

Uit het reorganisatieplan blijkt dat het wegvallen van externe opdrachten een belangrijke oorzaak is voor het snel oplopen van de tekorten. Volgens directeur bedrijfsvoering Dirk-Jan den Boer is de medewerkers al voor de zomer gewezen op de kritieke situatie en de noodzaak om extra projecten binnen te halen. Die oproep heeft echter niet het gewenste resultaat gehad.

Binnen het Ivlos is verbaasd gereageerd op de grote haast die nu opeens wordt betracht. Deze week is het personeel geïnformeerd, aanstaande maandag bespreekt de Instituutsraad het plan, dat al een dag later naar het college van bestuur wordt gestuurd. Maar Den Boer ontkent dat van een overval sprake is. "Al dit voorjaar hebben wij duidelijk gemaakt dat wij aan een reorganisatieplan werkten voor het geval we niet voldoende externe projecten zouden verwerven."

Dat het plan al volgende week naar het CvB wordt gestuurd, wil volgens Den Boer niet zeggen dat de medezeggenschap wordt gepasseerd. "We zullen het hele reorganisatieproces volgens de regels afhandelen. De Instituutsraad vergadert maandag over het plan en heeft uiteraard het volste recht om te zeggen dat het te snel gaat en dat men bezwaren tegen het plan heeft. Maar eerlijk gezegd zie ik, gezien de omvang van de problemen, niet goed welke alternatieven er nog zijn."

Uraad wil toch weten hoeveel onderwijs kost

Het verzoek van de commissie kwam aan het einde van een lange discussie, waarin collegelid Wim Kardux de raadsleden vergeefs had proberen duidelijk te maken dat elke berekening van de onderwijskosten arbitrair is, onder meer omdat nooit met absolute zekerheid kan worden vastgesteld hoeveel contacturen in verschillende opleidingen gewenst zijn. De commissie wees hem echter op het feit dat in de universitaire bama-richtlijn een aantal van acht contacturen per week wordt genoemd. Op basis van dat soort uitgangspunten moet een berekening kunnen worden gemaakt, aldus de commissie.

Aanleiding voor de discussie was het voornemen van het college om, parallel aan de landelijke ontwikkeling, in Utrecht een nieuw bekostigingsmodel te introduceren. Doel van zo’n verdeelmodel is om via vooraf vastgestelde parameters te kunnen bepalen op hoeveel geld onderdelen jaarlijks recht hebben en hoe het beschikbare budget dus moet worden verdeeld. Wat het college betreft moet de financiering van het onderwijs in dat nieuwe model gebaseerd zijn op het aantal door studenten behaalde studiepunten, maar onduidelijk is wat voor tarief er per studiepunt moet gaan gelden.

Voorafgaand aan de keuze heeft het college de Universiteitsraad onlangs een aantal uitgangspunten gestuurd, waaraan een nieuw model moet voldoen. Met de meeste daarvan kon de financiële commissie goed leven, maar de stelling van het college dat de toedeling van onderwijsgeld niet gebaseerd mag zijn op de werkelijke kosten - omdat dat wel eens tot dramatische verschuivingen in de huidige verdeling zou kunnen leiden - kon geen genade vinden in de ogen van de raadsleden. Hun advies aan de universiteitsraad, die op 26 september over de kwestie debatteert, was om dit uitgangspunt niet te accepteren en het college te vragen om duidelijkheid over wat onderwijs kost.

Ook het uitgangspunt dat het Utrechtse model moet aansluiten bij een nieuw landelijk verdeelmodel werd door de commissie verworpen. Aanleiding daarvoor waren de geruchten dat het onderzoeksgeld in de toekomst over universiteiten verdeeld gaat worden naar rato van hun succes in de tweede en derde geldstroom. Die aanpak waarbij de financiering van wetenschap grotendeels wordt bepaald door het praktische nut ervan, moet in Utrecht geen navolging krijgen, vond de commissie.

EH

Fors banenverlies bij IVLOS

De komende reorganisatie werd het personeel vorige week meegedeeld in een email, waarin werd becijferd dat het IVLOS op jaarbasis vijf ton tekort komt. Omdat de ingreep niet alleen tot doel heeft om dit tekort weg te werken, maar ook om een al langer gewenste koersverandering in gang te zetten, mikt de leiding van het IVLOS op een totale besparing van 1,1 miljoen euro. Gevolg is dat zeventien van de 85 voltijdse arbeidsplaatsen zullen verdwijnen.

Deze week is het personeel door de instituutsleiding in twee zittingen op de hoogte gesteld van het voornemen tot reorganisatie. Op dinsdag 20 september zal het reorganisatieplan aan het college van bestuur worden verstuurd. Een dag eerder krijgt de Instituutsraad de gelegenheid om zich erover uit te spreken.

In een bij het plan gevoegde analyse constateert de IVLOS-leiding dat de problemen meerdere oorzaken hebben. Allereerst zijn de externe tarieven te laat aangepast aan de vorig jaar snel gestegen salariskosten. Bovendien is een aantal externe opdrachtgevers weggevallen en is de cultuur binnen het IVLOS er nog onvodoende op gericht om actief op stap te gaan om nieuwe projecten te werven, aldus de toelichting.

EH