In het gebouw van de Utrecht School of Economics heerst deze week een feeststemming. Het aantal aanmeldingen nadert het magische getal van 250. Dat was het aantal waar de opleiding zich bij de start vijf jaar geleden op richtte en waar de startfinanciering en de formatie op is gebaseerd. Vorig jaar nog was er een botsing met het college van bestuur dat tegen de afspraken in de bekostiging terugschroefde naar 220 eerstejaars. "Wanneer we de 250 halen, gaan hier de champagneflessen knallen", jubelt directeur Cisca van Wonderen.
Bij economie heeft vooral de internationale werving vruchten afgeworpen. De opleiding die zowel in het Engels als in het Nederlands wordt aangeboden, had vorig jaar 25 internationale studenten, nu komen er 75. "Onze aanpak van economie gecombineerd met een tweede discipline slaat gigantisch aan."
De laatste vooraanmeldingscijfers van de IB-groep laten een stijging van meer dan 200 studenten bij de Universiteit Utrecht zien. De winnaars zitten vooral in de bèta- en de alfahoek. Bij de meeste opleidingen in de sociale wetenschappen is een teruggang te zien. Bij psychologie heerste vorig jaar nog grote chaos doordat maar liefst 750 studenten op de deur klopten. Door de invoering van een numerus fixus gesteld op 500 lijkt de interesse getemperd. Er hebben zich 495 studenten gemeld.
Grote letterenopleidingen als taal- en cultuurstudies en theater-, film- en televisiewetenschap trokken na een dipje vorig jaar opnieuw fors meer studenten. Geschiedenis blijft groeien. Zij lijken wat zorgelijker dan de economen. Prof.dr. Josine Blok, voorzitter van het Onderwijsinstituut Geschiedenis ziet waarschijnlijk meer dan 350 studenten op zich afkomen. De opleiding is volgens de gegevens van de IB-groep in drie jaar tijd bijna verdubbeld. "Natuurlijk zijn wij blij, maar de aantallen zorgen wel voor problemen."
De opleiding zucht volgens Blok, vooral onder de te kleine omvang van de staf en een gebrek aan zalen. De letterenfaculteit heeft een vacaturestop en kampt met tekorten doordat de financiering ver achter de studentaantallen aanhuppelt. Het docententekort is volgens Blok voorlopig ietwat ondervangen door het geld dat rector Gispen vorig jaar gaf om de onderzoekstijd van docenten te beschermen. De zalen blijven een obstakel.
Sociale geografie en planologie, ook zo'n groeier, kampt met dezelfde personeels- en roosteringsproblemen. Door het facultaire seniorenbeleid werd de stafomvang vorig jaar drastisch verkleind terwijl er nu zestig extra eerstejaars staan te trappelen. Volgens Leo Paul, coördinator van de bacheloropleiding, is vorig jaar al besloten tot een rationelere aanpak van het bacheloronderwijs. Zo wordt een vak weer op de ouderwetse wijze aangeboden: een hoorcollege met literatuurlijst. Waar andere opleidingen zeggen met pijn in het hart gedwongen te zijn concessies te doen aan de Utrechtse filosofie, ziet Paul ook voordelen. "We zijn niet alleen uit nood hiertoe gedwongen. Het werd allemaal te veel van hetzelfde. We waren een beetje doorgeslagen in het kleinschalige."
In de opleiding farmacie worden met 322 eerstejaars alle eerdere records gebroken, maar volgens een laconieke onderwijsdirecteur Ton de Boer kost het zijn departement geen moeite om die studentenstroom op te vangen. Het was al duidelijk dat dit aantal de capaciteit van de beschikbare docenten te boven zou gaan en inmiddels is de eerste medewerker van Scheikunde ingeroosterd in het farmacieonderwijs. Voor extra zalen wordt uitgeweken naar het Kruytgebouw.
Bij rechten bereikt het aantal eerstejaars eveneens een nieuw hoogtepunt. De laatste cijfers spreken van 830 studenten, maar volgens Nikki Meijers, hoofd onderwijs- en studentenzaken, komen er nog dagelijks velen bij. En dat is ook het grote euvel. "Natuurlijk, de absolute aantallen lopen ook de klauwen uit, maar wij hebben vooral een logistiek dilemma door de laatkomers. We kunnen de groepen niet veel groter maken. Dat is niet alleen in strijd met de onderwijsfilosofie, maar ook in strijd met de brandweervoorschriften. Meer groepen daarentegen betekent dat de hele roostering op de schop moet." Een deel van die late instroom is, zo verwacht Meijers, te herleiden tot rechtenstudenten die elders een negatief bindend studieadvies hebben gekregen. Rechten wil nu met de zusterfaculteiten in gesprek gaan over een landelijke numerus fixus. "Het grote voordeel daarvan is dat studenten zich voor 15 mei moeten inschrijven."