Nieuws

Utrechtse universiteit is provinciaals

Op de ranglijst die door Elsevier is samengesteld aan de hand van vragen aan meer dan 1800 hoogleraren is Utrecht een lage middenmotor. Op een schaal van 1 tot 10, van intern gericht tot mondiaal gericht, krijgt de UU een 6.8 van de eigen staf. Wageningen is de grote winnaar met een 7.9. Ook Maastricht en Leiden doen het goed. Nijmegen is hekkesluiter met een 6.2.

De Verenigde Staten en Canada zijn de landen waar de Nederlandse universiteiten de meeste banden mee hebben. Een kwart van de betrekkingen wordt onderhouden met Noord-Amerika. Daarna zijn Groot-Brittannië, Duitsland en België belangrijk.

XB

Voor meer over de Elsevier-enquete: zie het Ublad van morgen 13 oktober


UU opnieuw beste volgens hoogleraren

Uit de enquête onder meer dan 1800 hoogleraren en bijna 800 hoofddocenten blijkt dat Utrecht op vier criteria het beste scoort van alle Nederlandse universiteit. Of het nu gaat om het bachelor-programma, het master-programma, de kwaliteit van de docenten of de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties, de UU steekt er met kop en schouders bovenuit. Hiermee handhaaft Utrecht de koppositie van vorig jaar.

De hoogleraren vinden zes Utrechtse opleidingen de beste in hun soort, vorig jaar waren dat er nog zeven. De opleiding sociale geografie en planologie is de enige Utrechtse opleiding die op alle vier deelgebieden door de hoogleraren en hoofddocenten een eerste plaats krijgt toebedeeld.

Met bestuurs- en organisatiewetenschap is sociale geografie en planologie bovendien ook bij de studenten als beste uit de bus gekomen. Dat blijkt uit de studentenoordelen die Elsevier heeft verzameld. Nog vier andere Utrechtse opleidingen werden door studenten als beste aangemerkt: culturele antropologie, Nederlands, pedagogiek en informatica.

Opmerkelijk zijn de positieve studentenoordelen over schriftelijke- en mondelinge vaardigheden. Bij zes Utrechtse opleidingen is het resultaat hier beduidend hoger dan bij vergelijkbare opleidingen elders. Wellicht duidt dit op een waardering van studenten voor de Utrechtse bachelor-aanpak waarin veel aandacht is voor communicatieve vaardigheden.

XB

Meer over de Elsevier-enquete: zie het Ublad van morgen 13 oktober.

Studiehuis geen verbetering voor hoger onderwijs

Uit een evaluatie van het ministerie van OCW blijkt dat scholieren zelf zeer divers oordelen over het niveau van hun havo- of vwo-opleiding. Door de bank genomen zijn ze positiever over de aansluiting met het hoger onderwijs dan scholieren met een opleiding ‘oude stijl’. Wel zijn ze ontevreden over hun rekenvaardigheid. Docenten van hogescholen en universiteiten zijn een stuk kritischer: zij oordelen positief over de basisvaardigheden van studiehuis-studenten, maar zijn ontevreden over het niveau van hun vakinhoudelijke kennis.

Van meer instroom in de bèta- en techniekopleidingen – een van de vurige wensen van minister Van der Hoeven – is geen sprake. Het aantal scholieren dat het profiel natuur en techniek kiest, is stabiel. Van de meisjes gaat nog altijd slechts drie procent op voor een vwo-diploma in die richting en één procent voor een havo-diploma.

Uit het onderzoek blijkt verder dat studiehuis-studenten in het hoger onderwijs vaker dan voorheen van opleiding wisselen. De uitval onder eerstejaars is sinds de invoering van het studiehuis wel afgenomen, maar de trend dat steeds minder studenten in hun eerste studiejaar de prestatienorm halen, is niet doorbroken.

Hoewel OCW de eerste volledige lichting afgestudeerde studiehuizers niet heeft kunnen meenemen in de evaluatie, concludeert minister Van der Hoeven nu al dat de verwachtingen van het hoger onderwijs rond de invoering van de tweede fase te hooggespannen waren.

De bewindsvrouw hamert op de noodzaak van herijking van het studiehuis. Daarbij wordt het aantal vakken dat scholieren volgen minder en wordt er dieper op de materie ingegaan.

HOP

Van Rooy in SER

De SER adviseert de regering en het parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. De raad is samengesteld met ondernemers, werknemers en kroonleden, met uit elke geleding elf leden en elf plaatsvervangende leden.

De door de kroon benoemde leden treden op als de onafhankelijke deskundigen. Het zijn veelal hoogleraren op economisch, financieel, juridisch of sociaal terrein. Vanuit de UU is ook econoom prof.dr. J.H. Garretsen plaatsvervangend kroonlid.

Het aanvaarden van deze nieuwe functie bij de SER heeft voor Van Rooy wel als gevolg dat zij haar lidmaatschap van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid moet opzeggen. ‘Voor het Haagse werk zijn nu eenmaal een beperkt aantal uurtjes beschikbaar’, aldus de collegevoorzitter. Van Rooy was al in haar Tilburgse periode lid van de AWT.

AH

CPB: Laat wetenschapper geld verdienen op patent

Dat staat in een CPB-document over de uitwisseling van kennis tussen de universiteit en het bedrijfsleven. “In de praktijk blijkt dat onderzoekers niet of nauwelijks worden geprikkeld om hun werk naar de markt te brengen, terwijl zij sterke prikkels ervaren om te publiceren en onderwijs te geven”, schrijft het CPB.

Voor sommigen is de aanbeveling van het CPB oud nieuws. Vorig jaar zei het Platform Universitair Octrooibeleid ongeveer hetzelfde. Maar dat pleidooi kreeg niet overal gehoor. De vaak genoemde nadelen die aan ondernemingslust van wetenschappers verbonden zouden zijn, zoals vertraging bij het publiceren en een verwaarlozing van fundamenteel onderzoek, “krijgen in de praktijk echter geen robuuste empirische steun”, aldus het CPB. Er dreigt volgens het planbureau dus geen gevaar voor de wetenschap.

Een andere barrière tussen de universiteit en het bedrijfsleven is het gebrek aan ‘absorptiecapaciteit’ van bedrijven. Wie van wetenschap geen kaas heeft gegeten, kan de waarde van kennis maar moeilijk inschatten. Datzelfde geldt ook voor de kapitaalmarkt. Bedrijven krijgen minder snel krediet als ze riskante R&D-investeringen willen doen, terwijl die veel kunnen opleveren. De overheid zou daar wellicht een rol kunnen spelen, denkt het CPB.

HOP

Actie voor nachtelijk busvervoer

Met deze actie met gratis pendelvervoer tussen Uithof en Neude om 1 uur 's nachts willen de studenten en de gemeenteraadsfractie de aandacht vestigen op de toenemende woonfunctie van De Uithof, die veilig openbaar vervoer noodzakelijk maakt. Nu al wonen er 1100 mensen in De Uithof, over enkele jaren zullen dat er 2500 zijn.

De actie is een initiatief van D66 kandidaat-raadsid Arjan Kleuver en Vincent Ludden van het Cambridgecomplex. Volgens hen ziet de gemeente De Uithof nog te exclusief als onderwijsgebied en niet als woonwijk. ‘Het is ongelooflijk dat er zelfs na de periode van de serieverkrachter nog steeds geen nachtverbinding met De Uithof is geregeld’, vindt Kleuver.

Het gemeentelijk vervoersbedrijf is tot op heden van mening dat een dergelijk initiatief niet commercieel te exploiteren is.

AH

Rutte: verhogen studiedruk verbetert prestaties

Met deze mening maakte Rutte zich maandag in het academiegebouw weer niet erg populair onder studenten, waar hij sprak ter gelegenheid van het tiende Utrechtsch Studenten Symposium. Het symposium, ‘Ik ren dus ik ben’, stond in het teken van het belang van presteren tijdens de studententijd. Sprekers als Tom van ’t Hek, oud hockeycoach, en Tineke Bahlman, hoogleraar bedrijfseconomie in Utrecht en begonnen als secretaresse, vertelden over hun carriere en het belang van nevenactiviteiten en bijbaantjes.

Staatssecretaris Rutte beaamde het belang hiervan. Maar hij kwam ook terug op zijn leerrechtenplannen, het belang van snel studeren en zijn overtuiging dat zes jaar studeren meer dan voldoende is om een juiste studie te kiezen, een keer een studieswitch te maken en bestuurswerk te doen. Weinig nieuws, maar de ruim tweehonderd bijna afgestudeerden die in het Academiegebouw zaten te luisteren, joeg hij er evengoed mee op de kast.

"Ik ben bang dat ik me hier vandaag weer niet erg populair maak, aangezien een hoop van jullie waarschijnlijk al te lang over jullie studie doen." Rutte bleek de Utrechtse studenten goed aan te voelen. In de discussie werd hij bestookt met vragen en kritiek dat binnen zes jaar afstuderen te lastig is. Met een actief studentenleven, een bestuursfunctie een extra master of een bijbaantje, raken ze al snel in de knel. Verrassend genoeg kon Rutte wel op een medestander rekenen. Onder afkeurend geroezemoes betuigde welgeteld een student Bestuurs en Organisatiewetenschap dat een fulltime bestuursfunctie en in vier jaar een studie afronden makkelijk kan.

Nog een kritiekpunt van veel studenten was dat er binnen Ruttes leerrechtenstelsel geen ruimte is voor een verkeerde keuze. Hij zei dit op te kunnen vangen door een objectieve en uitgebreide voorlichting voor studies. Hoewel Ruttes komst werd gewaardeerd door de studenten, bleven ze toch met een ontevreden gevoel achter: "Het is goed dat hij het komt uitleggen, maar hij zet zijn plannen toch wel door", aldus Pritha Belle, ab actis van de Landelijke Kamer van Verenigingen. Student geschiedenis Dirk Bijldevroe verwoordde het iets anders: "Het is altijd lekker voor studenten om ergens tegen aan te trappen, in dit geval staatssecretaris Rutte."

AB/WdL

In het Ublad van donderdag 13 oktober is een uitgebreid verslag van het Studentensymposium te vinden.

Enquete over invoering Universitair Functieordenen

De enquete, vanaf vandaag in te vullen via de site www.universitairfunctieordenen.nl, is anoniem. Om de resultaten per universiteit afzonderlijk te kunnen uitwerken, wordt wel gevraagd bij welke universiteit iemand werkzaam is. De uiteindelijke resultaten zullen niet tot personen herleidbaar zijn. Invullen kan tot 28 oktober 2005.
Ook werkgeversorganisatie VSNU gaat de invoering van het functieordenen evalueren, maar zij richt zich daarbij op bestuurders, leidinggevenden en P&O-ers.

Hippe werkgevers uit de gratie

Het in studie- en loopbaankeuze gespecialiseerde Qompas heeft de voorkeuren geanalyseerd van bijna 46 duizend (oud-)studenten die dit voorjaar de on line-databank ‘Carrièrestart’ (www.qompas.nl) raadpleegden. Nog maar een kwart van de starters blijkt geïnteresseerd in een functie bij een jong bedrijf, tegen ruim de helft vorig jaar. De voorkeur voor een startfunctie bij een gereputeerd, stabiel concern steeg van zeven naar twintig procent.

Maar de hang naar zekerheid is niet zo groot dat de starters hun heil massaal bij de overheid zoeken. Van de overheidsinstellingen is alleen het ministerie van Justitie er in geslaagd door te dringen tot de top-tien van populairste werkgevers. Multinationals als L’Oréal, Heineken en Deloitte voeren de lijst aan.

Toch groeit volgens Qompas het besef onder starters dat de banen niet voor het oprapen liggen. Vorig jaar had 45 procent van de website-bezoekers een voorkeur voor een baan van negen tot vijf, nu hecht nog maar 29 procent van hen aan reguliere werktijden.

HOP

Regering maximeert salarissen onderwijsbestuurders

Een kamermeerderheid had het kabinet om harde maatregelen voor de semi-publieke sector gevraagd, omdat ze de jaarverdiensten van bestuurders van ziekenhuizen, woningbouwcorporaties en onderwijsinstellingen te hoog vindt. Uit een recente publicatie van onderwijsbond AOb bleek dat de collegevoorzitters van veel hogescholen meer verdienen dan premier Balkenende. Die ontvangt jaarlijks een salaris van ongeveer 130.000 euro, terwijl het salaris met toelagen van Inholland-baas Jos Elbers bijna een ton hoger ligt.

Dergelijk hoge verdiensten worden in de toekomst onhaalbaar voor onderwijsbestuurders, tenzij hun instelling haar inkomsten voor meer dan vijftig procent uit marktactiviteiten haalt. In heel bijzondere gevallen zijn uitzonderingen mogelijk, maar daar moet het voltallige kabinet er mee akkoord gaan.

Tot op heden was alleen het salaris van ambtenaren gemaximeerd op de ‘JP-norm’. Bestuurders van semi-publieke organisaties in het onderwijs en de zorg vielen er buiten, maar moesten hun verdiensten wel openbaar maken via het jaarverslag. Als het aan regeringspartijen CDA en VVD had gelegen, was dat ook zo gebleven. Coalitiegenoot D66 wond zich via kamerlid Bakker echter behoorlijk op over de inkomens bij instanties die met belastinggeld worden gerund. De PvdA had al eerder laten weten het inkomensplafond desnoods wettelijk te willen regelen.

Maar voorzitter Doekle Terpstra van de HBO-raad vindt de verdiensten van bestuurders een zaak van de semi-publieke sector zelf. “Soms heb ik het idee dat politici buiten de werkelijkheid opereren. De sector is veel te weerbarstig voor dit soort maatregelen. Wel willen we volstrekte openheid van zaken geven, want door de bonussen van de afgelopen jaren is er veel onduidelijkheid ontstaan. We willen op korte termijn in kaart brengen wat er is gebeurd en een gedragscode opstellen.”

Universiteitenvereniging VSNU is evenmin tevreden met de maatregel. “Enerzijds worden we steeds verder van het rijk geplaatst, maar anderzijds krijgen we nu ook weer te maken met regulering van de salarissen. Dan vragen wij ons af wat de overheid nu eigenlijk wil”, aldus een woordvoerder van de koepelorganisatie in een eerste reactie. “We kunnen de reikwijdte van deze maatregel nog niet goed inschatten. Maar wij denken met openbaarmaking van de bestuursinkomens en toetsing door de raden van toezicht een heel eind te komen.”

HOP