Nieuws

Goede resultaten proef digitaal volgsysteem UMC

De nieuwe methode moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan effectieve rampenbestrijding in Nederland. De eerste resultaten van de oefening bleken goed. Gegevens over de slachtoffers waren, binnen een minuut na invoering in het systeem, bij de gemeente aanwezig.

Voor de Slachtoffer Volg Systematiek wordt gebruik gemaakt van een ‘cybercenter’ waarin de elektronische gegevens worden verzameld en verzonden. De Slachtoffer Volg Systematiek is als pilot binnen de Veiligheidsregio Utrecht opgezet. In de toekomst wordt het systeem mogelijk ook landelijk ingevoerd.

In de oefening reed een tankauto met resten zwavelzuur tegen een het ziekenhuis in De Uithof. Gewonden werden opgevangen in het Calamiteitenhospitaal. Daarnaast is fictief een studentenflat in de buurt ontruimd, evacués werden opgevangen in stadion Galgenwaard. De gewonden werden gespeeld door acteurs, de evacués werden gespeeld door medewerkers van de gemeente en van het Nederlands Rode Kruis.
WdL

Oud-minister Ritzen brandt Rutte af

Hartgrondig vloekend gaf Ritzen zijn mening over Rutte in het blad Schooljournaal van onderwijsbond CNV. ‘Rutte zegt echt de verkeerde dingen. Wij, bestuurders en hoogleraren, voelen ons absoluut niet gesteund door die man. Zegt hij opeens dat er geen Begeisterung is! Kom eens kijken hier! Het stikt van de Begeisterung!’

Het steekt Ritzen dat er nog altijd op onderwijs wordt bezuinigd, hoewel hij tijdens zijn eigen ministerschap ook behoorlijk heeft bezuinigd. Maar dat was wat anders, stelt Ritzen. ‘Kijk, toen ik aantrad in 1989 hadden we een financieringstekort van acht procent en vond ik bezuinigingen op onder meer studiefinanciering niet meer dan terecht. Het rare is dat die bezuinigingen zijn doorgegaan, ook in de economische hoogtijdagen tussen 1999 en 2002. Schrijnend, want bij onderwijs gaat het om verlies op de lange termijn.’

HOP

Compromis over onderwijsbekostiging

De discussie in de Universiteitsraad leek deze week aanvankelijk uit te draaien op een herhaling van zetten. De raad bleef bij zijn al eerder in de commissie Financiën geventileerde mening dat in een nieuw Utrechts bekostigingsmodel rekening moet worden gehouden met wat onderwijs feitelijk kost. Collegelid Wim Kardux stelde opnieuw dat de berekening van de onderwijskosten onmogelijk is omdat elke berekening in zekere zin arbitrair is.

Hij herhaalde zijn pleidooi om de huidige onderwijstarieven te handhaven en ook verder zoveel mogelijk aan te sluiten bij de landelijke bekostigingssystematiek. Ook die wens van het college stuitte bij de raadsleden echter op weerstand. Het was raadslid Wil Hildebrand van de personeelsgeleding die er tijdens een langdurige schorsing in slaagde om de impasse te doorbreken. Kern van het door hem voorgestelde compromis is dat Kardux een poging gaat doen tot een globale inventarisatie van de kosten van onderwijs en onderzoek. Daarbij wordt rekening gehouden met de keuzes die in het universitair strategisch plan zijn gemaakt.

In ruil voor die toezegging is de U-raad bereid om te accepteren dat het nieuwe universitaire bekostigingsmodel nauw aansluit bij het toekomstige landelijke model, ook al zou dat niet volledig sporen met Utrechtse inzichten. Collegevoorzitter Van Rooy toonde zich verheugd over de inschikkelijkheid van de raad en zegde toe dat het college zich serieus op de zaak zal beraden.

EH

Sportcentrum Olympos krijgt face-lift

Een inhaal- en een verbeterslag. Zo kunnen de plannen voor het universitaire sportcentrum in De Uithof volgens directeur Jules Vereecken kort worden samengevat. De inhaalslag betreft het huidige gebouw. Omdat dat veel intensiever wordt gebruikt dan aanvankelijk werd gedacht, moeten de tien jaar oude installaties voor onder meer luchtbehandeling nu al ingrijpend worden vernieuwd.

Voor het moderniseren van het huidige gebouw is door het college van bestuur 2,2 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor dat geld staat ook het uitbreiden van de fitnessruimte op de plaats van de huidige danszaal op het programma. Daarnaast krijgt Olympos 2,7 miljoen euro voor nieuwbouw aan de noordwestkant van de bestaande accommodatie.

In die nieuwbouw komen twee danszalen en een spinningruimte. Bovendien is er een multifunctionele zaal gepland voor zowel vergaderingen als kleine sporten zoals vechtsporten, schermen en salsa. De nieuwbouw krijgt aparte was- en kleedgelegenheid. Vereecken is blij met het groene licht van het college voor zijn plannen. Hij verwacht dat met de nieuwbouw en de verbetering van de bestaande accommodatie ongeveer anderhalf jaar gemoeid zal zijn.

EH

Wentgebouw ontruimd

Een uur na de ontruiming staat bedrijfshulpverlener Rob Welschen voor het Wentgebouw nietsvermoedende studenten en medewerkers tegen te houden. Maar ik heb tentamen, werpt student biomedische wetenschappen Wilco Knetsch nog even tegen. Als Welschen hem vertelt wat er aan de hand is berust hij. Dan maar thuis relaxen.

Het Wentgebouw werd vanochtend om kwart over elf na het doorbranden van de schakelaars ontruimd. De brandweer gaf het gebouw echter al vrij snel weer vrij. Even later werd uit voorzorg besloten opnieuw te ontruimen omdat de ventilatie in het gebouw niet snel weer aan de praat te krijgen was. Het gebouw blijft nu de gehele dag gesloten.

Welschen, analist bij plantenwetenschappen, heeft van een aantal collega’s gehoord dat het behoorlijk ruikt in sommige delen van het gebouw. Dat wijst er volgens hem op dat de zuurkasten zijn uitgevallen. Een goed argument om te evacueren.

Zelf is hij ook bang voor de voortgang van de experimenten waarvoor hij planten opkweekt. Ook andere wetenschappers zullen gedupeerd worden, zo is de verwachting. Biologiestudent Mitzy Kennis heeft daar even geen boodschap aan. Haar tas staat binnen. 'Ik ben vanochtend op excursie gegaan en heb mijn tas in de kamer van de introductiecommissie laten staan. Het is op de begane grond, kunnen ze er echt niet even naar toelopen?', vraagt ze wijzend op de functionarissen die binnen in de hal overleg plegen. Welschen is resoluut en Kennis verdwijnt in de stromende regen.

Via MyUU werden alle universitaire medewerkers en studenten vanmiddag al op de hoogte gesteld van de brand. Medewerkers van de drie faculteiten die in het gebouw zitten, Scheikunde, Biologie en Farmacie, zullen later op de dag uitgebreider worden geïnformeerd.

Foto: Thomas Walder

XB

Nieuwe vakdecanen voor wis- en natuurkunde

Met de benoeming van Diekmann tot vakdecaan Wiskunde wordt een voorschot genomen op de naderende splitsing van de vroegere faculteit Wiskunde en Informatica in twee departementen. Tot nu toe trad informaticus Jan van Leeuwen op als vakdecaan voor beide departementen. Vanaf 1 oktober neemt Diekmann die functie over voor wat betreft Wiskunde. Van Leeuwen gaat door als vakdecaan Informatica.

In het departement Natuur- en Sterrenkunde neemt Erkelens het vakdecanaat op 1 januari 2006 over van hoogleraar fysische oceanografie Wil de Ruijter. In alle genoemde gevallen gaat het om interim-aanstellingen, die nog door de faculteitsraad van de Bètafaculteit moeten worden bekrachtigd. Pas als de Bètafaculteit een eigen reglement heeft gekregen, zullen de interim-aanstellingen worden omgezet in vaste aanstellingen.

EH

Rampenoefening bij UMC

Mensen die als gevolg van de botsing gewond raken, gespeeld door acteurs, worden tijdens de oefening opgevangen in het calamiteitenhospitaal. Evacué’s van de ontruimde flat, gespeeld door medewerkers van de gemeente en het Rode Kruis, zullen worden overgebracht naar stadion Galgenwaard.

De oefening is bedoeld om een aantal medische handelingen en protocollen van het ziekenhuis te oefenen. Belangrijker is echter het testen van een methode voor digitale verwerking van gegevens van slachtoffers van een ramp of calamiteit getest. Door het uitwisselen van data tussen ziekenhuis en autoriteiten moet in werkelijke rampsituaties adequater kunnen worden gehandeld.

XB

Kamernood lijkt te slinken

De Ublad-enquête is natuurlijk maar een steekproef hoewel er 978 uitwonenden aan hebben meegedaan. Het gros heeft de kamer gevonden via vrienden. Toch is de SSHU verantwoordelijk voor de huisvesting van iets meer dan 40 procent van de uitwonende studenten in Utrecht - ongeveer 8900 en staan er nog 7000 studenten op de wachtlijst.

In Utrecht is er momenteel voor ruim een op de drie studenten een kamer en groeit door naar 41,1 procent. Volgens Juliette Shij van de SSHU is het niet nodig een dekking van honderd procent te hebben. "Lang niet alle studenten gaan op kamers en van de 7000 op onze wachtlijst valt ongeveer driekwart af als ze aan de beurt zijn voor een kamer"

Om de wachttijd te bekorten, wil de SSHU de komende jaren 2340 studenteneenheden ontwikkelen, waarvan meer dan de helft een tijdelijk karakter heeft. Volgend jaar zouden 1850 studenten zo'n tijdelijke kamer kunnen huren. Deze komen in oude panden die op termijn worden gesloopt.

De SSHU werkt ook aan een aantal permanente woningbouwprojecten. In De Uithof wordt in de loop van 2006 De Bisschoppen opgeleverd, waarin 552 studenten passen. Eind 2007 komt daar Casa Confetti voor 300 studenten en ook complex Max in Kanaleneiland wordt dan opgeleverd. Hier komen duizend zelfstandige eenheden voor starters en studenten; de SSH zal er 700 beheren, de rest is bestemd voor de verkoop.

Shij: "De tijdelijke huisvesting zorgt voor verlichting van de kamernood. We kunnen studenten daardoor snel woonruimte aanbieden. Zij kunnen later doorstromen naar een permanente woning. Het blijkt te werken, want de gemiddelde wachttijd is van 22 maanden tijdens de piek in 2002 afgenomen tot 13."

Shij ziet voor de toekomst geen problemen met het aanbod van tijdelijke kamers. "De aanwinst van tijdelijke woonruimtes is een continue proces. Er bieden zich vanzelf weer nieuwe aan. Door de bouw van permanente woonruimte kunnen de bewoners van tijdelijke kamers blijven doorstromen."

De doorstroming van kamer naar zelfstandige woonruimte blijft een bottleneck. Zogenoemde campuscontracten zouden hierin verlichting kunnen brengen. Studenten moeten dan na hun afstuderen hun kamer verlaten. Maar vanwege juridische haken en ogen en beschikbare zelfstandige woonruimte zijn deze contracten er nog niet..

Shij: "We proberen de doorstroom zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarvoor hebben we zelfstandige woningen, die we de studenten toewijzen na hun afstuderen. Bovendien kunnen studenten die zich bij ons inschrijven, met korting ook inschrijven bij woningnet. Hierdoor hebben ze meer kans op een woning na hun afstuderen. Ik heb het idee dat het uiteindelijk vrij goed doorstroomt." Maar een overzicht hoeveel van haar huurders nog daadwerkelijk student is, heeft Shij niet.

Vanaf januari wordt het woningaanbod van de Stichting Jongerenhuisvesting Utrecht SJHU die bemiddeld tussen particuliere kameraanbieders en kamerzoekers, toegevoegd aan dat van de SSH. De SJHU merkt dat kamers buiten het Utrecht tegenwoordig moeilijker verhuurd worden. "Dat kan komen doordat de woningnood afneemt, maar ook doordat studenten misschien langer thuis blijven wonen. Bovendien zijn kamers buiten Utrecht moeilijker bereikbaar met het openbaar vervoer. In het verleden telden die argumenten niet, toen werden deze kamers makkelijk verhuurd."

Hoewel het dus de goede kant op lijkt te gaan met de kamernood in Utrecht, riep studentenbond LSVb Utrecht onlangs nog uit tot stad met de slechtste kamermarkt omdat veel plannen slechts tijdelijke huisvesting bieden. Bovendien, zo zegt de bond, stijgt het aantal studenten jaarlijks.

Stef Beek van de LSVb denkt dat er daarom structurele plannen moeten komen om de kamernood tegen te gaan. "Het is in elk geval goed dat de wachttijden gedaald zijn, maar ik vind een jaar nog steeds te lang. Een wachtlijst van vijf maanden is acceptabel."

Over het nieuwe fenomeen koopkamer is Beek niet te spreken. Studenten kunnen onder financiële garantstelling van hun ouders een studentenkamer kopen voor vijftig- tot honderdduizend euro. In een jaar werden in Utrecht 75 van deze studio's verkocht. "Die kamers kunnen alleen worden gekocht door studenten met een rijke papa en mama. Bovendien leg je de krapte van de woningbouw bij de studenten neer. Als die krapte minder wordt, blijven de studenten met een verlies zitten."

analyse

Acquisitiekracht is het nieuwe toverwoord

Oudgedienden die deze tekst vorige week onder ogen kregen, moeten zich de ogen uitgewreven hebben. Was dit echt het Ivlos-plan of had iemand per ongeluk het tien jaar oude rapport over de opheffing van het universitaire mediabedrijf OMI in een bureaula gevonden en voor de grap gekopieerd? Dat universitaire onderdeel was midden jaren negentig door exact dezelfde oorzaken in financiële problemen geraakt. Een paar jaar eerder had het college van bestuur een aantal ondersteunende afdelingen omgevormd tot wat toen facilitaire bedrijven heetten, en de deskundigen van het OMI waren er niet in geslaagd om de omslag naar een meer bedrijfsmatige manier van werken bij te benen.

In de jaren negentig kon dat nog worden geweten aan onwennigheid met de nieuwe aanpak, maar inmiddels is commercieel denken aan de universiteit - ook in de wetenschap - zodanig ingeburgerd, dat de Ivlos- in eerste instantie vooral verbazing wekt. Zijn die medewerkers dan helemaal niet met hun tijd meegegaan? Voor een deel kan dat hen inderdaad verweten worden, maar met evenveel recht kun je volhouden dat het Ivlos mede de dupe is geworden van het feit dat de medewerkers de inhoud en de kwaliteit van hun werk ook in financieel moeilijke tijden onverkort voorop zijn blijven stellen.

In zijn rede bij de opening van het Academisch Jaar schetste Wim Kardux zijn ideaalbeeld van een universiteit bestaand uit kleine dedicated eenheden, waar kwalitatief hoogstaand werk wordt gedaan. Het was alsof hij op het Ivlos doelde. Maar de afgelopen weken hebben duidelijk gemaakt dat dat idyllische beeld op zijn minst een aanvulling behoeft. Universitaire eenheden, of ze klein of groot zijn, hebben in de huidige tijd alleen nog bestaansrecht met een messcherp management en medewerkers die elke mogelijkheid om geld te verdienen met twee handen aangrijpen. Een wetenschapper die geen derde geldstroom binnenhaalt, kan het wel schudden. De nieuwe toverwoorden 'in academia' zijn 'acquisitiekracht' en 'inverdiencapaciteit' en het kan niet anders of ook in het Ivlos zal bij het aannemen van personeel voortaan scherp op die eigenschappen gelet moeten worden. Of we het nu leuk vinden of niet, dit is de universitaire werkelijkheid van 2005.

kwestie

Bèta's blij met elegant huisvestingsplan

Een slim gevonden compromis, waarmee de slepende controverse in de Bètafaculteit op een elegante manier uit de wereld is geholpen. Dat is het waarderende oordeel over het deze week gepubliceerde huisvestingsplan. Dat plan houdt niet alleen in figuurlijke, maar ook in letterlijke zin een draai van negentig graden in ten opzichte van eerdere plannen.

Tot nu toe werd - voor wat de universitaire onderdelen betreft - altijd uitgegaan van een driedeling van De Uithof langs noord-zuidlijnen, met in het oosten de medische sector, in het centrum de alfa-gamma's en in het westen de bèta's. Ook de nieuwbouw zou binnen die lijnen moeten plaatsvinden. Dat zou voor de bètadepartementen weliswaar de gewenste ruimtelijke concentratie opleveren, maar was voor Farmaceutische Wetenschappen onacceptabel vanwege de afstand tot de medische vakbroeders. Huisvesting van Farmacie in de zogeheten ABC-as zou de gewenste eenheid van de bèta's echter op onaanvaardbare manier doorbreken.

De nu uit de hoge hoed getoverde oplossing wordt door alle betrokkenen gezien als het ei van Columbus. Door het bètacluster negentig graden om zijn as te draaien en vrijwel in zijn geheel op het 'schapenweitje' aan de Leuvenlaan te situeren, heeft directeur Huisvestingsbeleid Dries Berendsen de eenheid binnen dat cluster gehandhaafd, maar tegelijkertijd gezorgd voor een natuurlijke aansluiting van de levenswetenschappen aan de ABC-as. En ook aan de wens van decaan Van Koten voor meer bedrijvigheid kan op de nieuwe locatie gemakkelijk worden voldaan.

Een pikant element in het plan is dat de nieuwbouw moet gaan plaatsvinden in een deel van De Uithof, dat daar volgens het stedenbouwkundig plan van Rem Koolhaas niet voor bestemd is. Dat plan uit de jaren tachtig, dat jarenlang goede diensten heeft bewezen, wordt meer en meer als een knellend keurslijf ervaren voor een universiteit met expansiedrang. Niet alleen de bètafaculteit maar ook de universiteit als geheel krijgt dankzij dit huisvestingsplan dus nieuwe kansen.