De Ublad-enquête is natuurlijk maar een steekproef hoewel er 978 uitwonenden aan hebben meegedaan. Het gros heeft de kamer gevonden via vrienden. Toch is de SSHU verantwoordelijk voor de huisvesting van iets meer dan 40 procent van de uitwonende studenten in Utrecht - ongeveer 8900 en staan er nog 7000 studenten op de wachtlijst.
In Utrecht is er momenteel voor ruim een op de drie studenten een kamer en groeit door naar 41,1 procent. Volgens Juliette Shij van de SSHU is het niet nodig een dekking van honderd procent te hebben. "Lang niet alle studenten gaan op kamers en van de 7000 op onze wachtlijst valt ongeveer driekwart af als ze aan de beurt zijn voor een kamer"
Om de wachttijd te bekorten, wil de SSHU de komende jaren 2340 studenteneenheden ontwikkelen, waarvan meer dan de helft een tijdelijk karakter heeft. Volgend jaar zouden 1850 studenten zo'n tijdelijke kamer kunnen huren. Deze komen in oude panden die op termijn worden gesloopt.
De SSHU werkt ook aan een aantal permanente woningbouwprojecten. In De Uithof wordt in de loop van 2006 De Bisschoppen opgeleverd, waarin 552 studenten passen. Eind 2007 komt daar Casa Confetti voor 300 studenten en ook complex Max in Kanaleneiland wordt dan opgeleverd. Hier komen duizend zelfstandige eenheden voor starters en studenten; de SSH zal er 700 beheren, de rest is bestemd voor de verkoop.
Shij: "De tijdelijke huisvesting zorgt voor verlichting van de kamernood. We kunnen studenten daardoor snel woonruimte aanbieden. Zij kunnen later doorstromen naar een permanente woning. Het blijkt te werken, want de gemiddelde wachttijd is van 22 maanden tijdens de piek in 2002 afgenomen tot 13."
Shij ziet voor de toekomst geen problemen met het aanbod van tijdelijke kamers. "De aanwinst van tijdelijke woonruimtes is een continue proces. Er bieden zich vanzelf weer nieuwe aan. Door de bouw van permanente woonruimte kunnen de bewoners van tijdelijke kamers blijven doorstromen."
De doorstroming van kamer naar zelfstandige woonruimte blijft een bottleneck. Zogenoemde campuscontracten zouden hierin verlichting kunnen brengen. Studenten moeten dan na hun afstuderen hun kamer verlaten. Maar vanwege juridische haken en ogen en beschikbare zelfstandige woonruimte zijn deze contracten er nog niet..
Shij: "We proberen de doorstroom zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarvoor hebben we zelfstandige woningen, die we de studenten toewijzen na hun afstuderen. Bovendien kunnen studenten die zich bij ons inschrijven, met korting ook inschrijven bij woningnet. Hierdoor hebben ze meer kans op een woning na hun afstuderen. Ik heb het idee dat het uiteindelijk vrij goed doorstroomt." Maar een overzicht hoeveel van haar huurders nog daadwerkelijk student is, heeft Shij niet.
Vanaf januari wordt het woningaanbod van de Stichting Jongerenhuisvesting Utrecht SJHU die bemiddeld tussen particuliere kameraanbieders en kamerzoekers, toegevoegd aan dat van de SSH. De SJHU merkt dat kamers buiten het Utrecht tegenwoordig moeilijker verhuurd worden. "Dat kan komen doordat de woningnood afneemt, maar ook doordat studenten misschien langer thuis blijven wonen. Bovendien zijn kamers buiten Utrecht moeilijker bereikbaar met het openbaar vervoer. In het verleden telden die argumenten niet, toen werden deze kamers makkelijk verhuurd."
Hoewel het dus de goede kant op lijkt te gaan met de kamernood in Utrecht, riep studentenbond LSVb Utrecht onlangs nog uit tot stad met de slechtste kamermarkt omdat veel plannen slechts tijdelijke huisvesting bieden. Bovendien, zo zegt de bond, stijgt het aantal studenten jaarlijks.
Stef Beek van de LSVb denkt dat er daarom structurele plannen moeten komen om de kamernood tegen te gaan. "Het is in elk geval goed dat de wachttijden gedaald zijn, maar ik vind een jaar nog steeds te lang. Een wachtlijst van vijf maanden is acceptabel."
Over het nieuwe fenomeen koopkamer is Beek niet te spreken. Studenten kunnen onder financiële garantstelling van hun ouders een studentenkamer kopen voor vijftig- tot honderdduizend euro. In een jaar werden in Utrecht 75 van deze studio's verkocht. "Die kamers kunnen alleen worden gekocht door studenten met een rijke papa en mama. Bovendien leg je de krapte van de woningbouw bij de studenten neer. Als die krapte minder wordt, blijven de studenten met een verlies zitten."