U schrijft de opkomst van Laskar Jihad toe aan de val van het regime Soeharto in 1998?
"Dat klopt. Er was toen opeens ruimte voor politiek debat, die door een grote verscheidenheid aan bewegingen werd benut. Ook Laskar Jihad, een paramilitaire groepering die openlijk opriep tot de heilige oorlog in de Molukken, kon toen haar stem laten horen. Paradoxaal genoeg kregen echter ook de voormalige machthebbers - met name de legerleiding - die de oude status quo wilden herstellen, meer manoeuvreerruimte. Zij zagen in militante groepen zoals Laskar Jihad een perfect middel om chaos te creëren, waarin zij hun verloren machtsposities dachten te kunnen herwinnen."
Zou Laskar Jihad zonder steun van het leger niet zo sterk zijn geweest?
"Daar ben ik van overtuigd. Commandant Ja'far Umar Thalib van Laskar Jihad heeft zelf toegegeven dat hij in 2000 met hoge militaire leiders heeft vergaderd en in een persbericht van 2 mei van dat jaar schept hij erover op dat hij met een aantal militaire commandanten en de gouverneur van Centraal Java heeft afgesproken om zijn strijders naar de Molukken te sturen. In Ambon konden hun schepen zonder problemen afmeren, terwijl het leger dat gemakkelijk had kunnen verhinderen. Maar de strijders werden, naar wordt verteld, juist hartelijk welkom geheten en kregen zelfs wapens uitgereikt"
Veel Laskar-Jihadstrijders waren studenten, onder meer aan de Gadja Mada Universiteit. Hoe verklaart u hun bereidheid om hun leven te wagen?
"Laskar Jihad is voortgekomen uit de religieuze Salafi da'wa beweging, die van de leden complete gehoorzaamheid verlangde. In zekere zin kun je het een sekte noemen. Maar de opkomst van die sekte kan alleen worden begrepen tegen de achtergrond van de snelle modernisering en de toenemende westerse invloed op het openbare leven in het Indonesië van de jaren negentig. Aan diegenen die buiten de boot vielen en zich gemarginaliseerd voelden, boden bewegingen zoals Salafi da'wa en later de heilige oorlog tegen de ongelovigen de kans om hun frustraties te overwinnen en hun zelfrespect terug te vinden."
Hoe groot was de invloed van Al Qaeda op Laskar Jihad?
"Dat is moeilijk te zeggen. De commandant van Laskar Jihad had in Afghanistan gevochten en zegt daar contact te hebben gehad met Osama bin Laden. Tegelijkertijd heeft de Salafi da'wa beweging Bin Laden bekritiseerd omdat zijn revolutionaire politiek de aandacht zou afleiden van het ware geloof. Zeker is dat Laskar Jihad, net als Al Qaeda, werd gemotiveerd door de overtuiging van een wereldwijde Amerikaanse samenzwering om de Islam te ondermijnen. Die anti-Amerika retoriek vind je in alle uitingen van de beweging terug."
U heeft met een groot aantal strijders gesproken. Hoe kijken zij op hun daden terug?
"Spijt hebben zij niet. Zij zijn er nog steeds in meerderheid van overtuigd dat hun Molukse broeders hun hulp in de strijd tegen de ongelovigen hard nodig hadden. Wel zijn veel veteranen teleurgesteld over het feit dat hun beweging door hun leiders niet voor religieuze, maar voor politieke doeleinden is gebruikt. In die zin beschouwen zij de jihad als mislukt en zien zij hun deelname eraan als een zwarte bladzijde in hun leven."
U concludeert dat de blijvende invloed van Laskar Jihad en vergelijkbare bewegingen op het Indonesische openbare leven verwaarloosbaar is geweest. U gelooft niet in een mogelijke opmars van het fundamentalisme in Indonesië?
"Nee. De twee grootste moslimorganisaties op dit moment zijn er eerder door versterkt in hun roep om meer democratie en een tolerante islam. Er zijn nog steeds radicale Islamitische groeperingen, maar hun invloed is marginaal."
Hoe groot is de kans op nieuwe religieuze of etnische spanningen?
"Dat is moeilijk te zeggen. De strijd op de Molukken heeft veel Indonesiërs het belang laten inzien van de lange traditie van tolerantie tussen de verschillende etnische en religieuze groeperingen. Zo lang het huidige politieke evenwicht blijft bestaan, ben ik niet bang voor het ontstaan van nieuwe conflicten. Maar sociale spanningen, economische problemen en politieke rivaliteiten vormen nu eenmaal een rode draad door de Indonesische geschiedenis. Het risico op nieuwe uitbarstingen van geweld is daarom nooit helemaal uit te sluiten."