Nieuws

Geen tekort aan bèta's

Deze opzienbarende conclusies trekken twee economen van het Centraal Planbureau (CPB) in een rapport van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde, getiteld 'Innovatie in Nederland: De markt draalt en de overheid faalt.' Het duo heeft gekeken naar een aantal economische indicatoren over de periode 1979-1997. Uit een vergelijking met de lonen en de arbeidsparticipatie van economen leiden zij af dat bèta's niet schaars waren. Integendeel, de economen gingen in die periode negen procent meer verdienen dan de bèta's.

Maar wat zegt dat over heden en toekomst? Mede-auteur van het artikel Dinand Webbink geeft toe dat niet naar de vervangingsvraag is gekeken, die de aanstaande pensioneringsgolf met zich mee zal brengen. "Maar voorlopige ramingen van het CPB geven geen aanleiding onze conclusies bij te stellen." Die cijfers worden in januari gepubliceerd.

Webbink beaamt dat groei van de research en development (R&D) van belang is voor de economie. "Maar voor de overheid is het effectiever de vraagkant te stimuleren dan het aanbod van bèta-afgestudeerden. Slechts eenderde van hen komt in de R&D terecht. Daarmee lekt veel subsidiegeld weg. R&D-loonkostensubsidies zijn veel effectiever."

Hij ziet dus niets in de subsidies op basis van het Deltaplan Bèta-Techniek, zoals de bètabonus van 1500 euro voor studenten die een exacte studie volgen. Voor deze en andere maatregelen stelt de overheid dit jaar zes miljoen euro beschikbaar. Voor de jaren daarna is een bedrag gereserveerd dat oploopt tot maximaal 60 miljoen euro vanaf 2007.

De econoom maakt zich geen zorgen over een eventueel tekort aan Nederlandse bèta's als de vraag ernaar aantrekt. "Dan zal het internationale aanbod van R&D-werkers ontsloten moeten worden. Aziaten of Oost-Europeanen zullen waarschijnlijk graag naar Nederland komen om hier te werken." Wrang genoeg verwacht Webbink dat het beroepsperspectief voor Nederlandse bèta's daardoor zal verslechteren.

Het Deltaplan van het kabinet, dat in december vorig jaar is gepubliceerd, voorspelde een tekort van 120.000 kenniswerkers op middellange termijn. "Gebrek aan wiskundeleraren, wetenschappelijk onderzoekers en ingenieurs dreigen de kwaliteit van de publieke sector aan te tasten." Het plan onderschreef de Europese doelstelling om de uitstroom in 2010 uit hogere bèta- en techniekopleidingen met 15 procent te laten stijgen.

De conclusies van de CPB-economen roepen dan ook vragen op. Letterlijk, want de PvdA heeft meteen Kamervragen over het "niet-bestaande" bètatekort gesteld. Uiteraard klinkt er ook meteen kritiek. Deltapunt, de organisatie van het nationaal Platform Bèta/techniek vindt dat het CPB-rapport voorbijgaat aan de ontwikkelingen in de toekomst. "Het Deltaplan kijkt veel breder naar techniek dan alleen R&D. Ook op andere maatschappelijke terreinen, van gezondheidszorg tot dienstverlening, is techniek van belang. Verder moet onderwijsvernieuwing zorgen voor bredere bèta's die kunnen werken op combinaties van vakgebieden", zegt een woordvoerder. Hij wijst ook op de grote vervangingsvraag voor mbo- en hbo-technici door de vergrijzing.

Toch waren er al aanwijzingen die de alarmerende verhalen over het bètatekort relativeerden. De ROA-analyse van de arbeidsmarkt signaleerde in augustus een weinig rooskleurig beeld. Eind 2003 zat maar liefst zes procent van de bèta-starters van het hbo al ruim een jaar thuis. Een jaar eerder ging het nog om drie procent. Voor academici ziet het er niet beter uit. Van de nieuwe natuurwetenschappers was eind 2003 ook zes procent al ruim een jaar werkloos. De werkloosheid onder wo-technici was gestegen van drie naar vier procent.

HOP

'Heel eervol'

UU'ers treden toe tot De Jonge Akademie

Trots?

"Jazeker. Hieruit spreekt waardering voor je werk. Heel eervol, dus. Maar ik ben misschien nog het trotst op het feit dat ik als sociologe door de selectie ben gekomen."

Hoezo dat?

"De KNAW wordt nog steeds in grote mate beheerst door de letteren en de natuurwetenschappen, ook organisatorisch. De gamma's zijn onderbedeeld. Ik wil mij dan ook zeker sterk gaan maken voor de gamma-onderzoekers."

Waarom wilde u dat lidmaatschap graag?

"Ik hoop in contact te komen met wetenschappers die zich breed oriënteren. Er zijn genoeg onderwerpen die binnen de wetenschap over de hele linie actueel zijn. Neem bijvoorbeeld het onderzoek naar de achtergronden van crimineel of afwijkend gedrag. Ik verheug me op discussies over dergelijke thema's."

Hoe muldidisciplinair bent u zelf?

"Ik ben in Duitsland opgeleid tot psychologe. Vervolgens ben ik in Nederland gepromoveerd in de sociologie. Mijn proefschrift ging over veranderingen in sociale netwerken als gevolg van de politieke omwenteling in de DDR. Mijn huidige onderzoek kent bovendien naast sociologische ook geografische en psychologische facetten." (Völker kreeg in 2001 een vernieuwingsimpuls van NWO voor haar onderzoek naar sociale netwerken, onder meer in buurten red.).

Wat zou De Jonge Akademie verder nog kunnen betekenen?

"Het is nu nog niet helemaal duidelijk. We beginnen pas echt in februari. Maar misschien zou een soort bemiddelingspositie denkbaar zijn tussen de KNAW en nog jongere of aankomende wetenschappers. De meeste leden van De Jonge Akademie zijn dertigers of begin veertigers. Ze staan echt midden in de wetenschap en zijn gemakkelijk te benaderen. Veel leden van de echte KNAW trekken zich langzaam terug en zijn niet zo zichtbaar meer."

In februari 2005 worden de veertig leden van de Jonge Akademie door minister Van der Hoeven geïnstalleerd. Uiteindelijk zal De Jonge Akademie vijftig leden moeten gaan tellen. Naast Völker treden vanuit de Universiteit Utrecht toe: biofysicus dr. Raymond van Ee, hoogleraar anorganische chemie, dr.ir. Bert Weckhuysen en dr. Wiro Niessen van het universitaire Image Science Instituut.

XB

Hoge nieuwbouw

Doorbraak in SARS-onderzoek

Bosch, die donderdag 25 november bij de Utrechtse hoogleraar virologie Rottier op zijn onderzoek promoveert, vertelt dat de basis voor de ontdekking al was gelegd, voordat de SARS-epidemie in Azië in het voorjaar van 2003 uitbrak. Die epidemie, die ruim negenhonderd slachtoffers maakte, werd veroorzaakt door het zogeheten SARS coronavirus. Op dat moment was Bosch al ver gevorderd met zijn onderzoek aan het verwante muizen coronavirus. Coronavirussen ontlenen hun naam aan hun beeld onder de elektronenmicroscoop waarbij de virusdeeltjes een karakteristieke ring - corona - laten zien van eiwitten op het oppervlak van het virus, de zogenaamde spike-eiwitten.

Coronavirussen hebben, net als het HIV virus, een membraan omhulsel. Een infectie vindt plaats doordat het membraan van het virus fuseert met het membraan van de gastheercel, waarna het virus de cel kan binnendringen. Het spike eiwit verzorgt deze membraanfusie. Wat Bosch bij het muizen coronavirus ontdekte was dat bepaalde peptiden, afkomstig van het spike-eiwit, de fusie van de twee membranen kunnen verhinderen. Ook bij hiv wordt de infectie geremd door van het virus afgeleide peptiden.

Toen de SARS-epidemie uitbrak, onderzocht Bosch in samenwerking met onder andere de Rotterdamse viroloog Osterhaus, of het binnendringen van dit nieuwe virus in gastheercellen wellicht op dezelfde manier verhinderd kon worden. In een artikel dat begin dit jaar in het Amerikaanse tijdschrift PNAS werd gepubliceerd en dat nu deel uitmaakt van zijn proefschrift, toonde hij aan dat dat inderdaad het geval is. In laboratoriumproeven bleken peptiden van het spike-eiwit van het SARS coronavirus, afhankelijk van de concentratie van het eiwit, de SARS- infectie te kunnen blokkeren.

De promovendus noemt het nog veel te vroeg om nu al uitspraken te kunnen doen over een mogelijk geneesmiddel tegen SARS. Hij verwacht dat er nog veel werk gedaan moet worden om de effectiviteit van het peptide te verbeteren tot een niveau geschikt voor therapeutische toepassing. Overigens vormt de gang van zaken wat hem betreft een sprekend bewijs voor het belang van fundamenteel onderzoek. "Dat we er nu zo snel bij zijn, is te danken aan het feit dat we de remmer voor het muizen coronavirus al hadden ontwikkeld. Toen we aan ons onderzoek begonnen, was er nog geen sprake van SARS. Maar toen die epidemie onverwacht uitbrak, lag veel van de benodigde kennis dankzij ons werk wel al klaar."

EH

Rutte: "Drie jaar studievertraging bekostigen is decadent"

De bonden zijn bang dat de anderhalf jaar uitloop te kort is. Volgens hen neemt daardoor het aantal dropouts toe en zullen de studieschulden de pan uitrijzen. De staatssecretaris zei blij te zijn dat de studentenbonden in elk geval bereid zijn mee te denken over zijn nieuwe bekostigingsvoorstellen. Maar een uitloop van drie jaar vindt hij slecht voor het hoger onderwijs. "Ik heb niet voor die anderhalf jaar gekozen om studenten te pesten, maar omdat de middelen beperkt zijn. En het getuigt echt een beetje van doorgeslagen decadentie om studenten zomaar drie jaar langer te laten studeren."

Rutte benadrukte nog maar eens dat zijn ministerie bereid is ook het hoge collegegeld van trage studenten voor te schieten. Hoe hoog dit collegegeld precies wordt, hangt af van het binnenkort te houden overleg met de Tweede Kamer. Rutte: "Ik kan me zo voorstellen dat we dat maximeren op twee of drie keer het collegegeld." Eerder was sprake van een verhoging naar 6500 euro.

HOP

Foute filosofen

Ruim dertig studenten reageerden op de oproep en maakten met hun stem duidelijk dat Friedrich Nietzsche ('Jenseits von Gut und Böse') in Utrecht weinig kwaad kan doen. Maar ook Ludwig Wittgenstein bleek met zijn welgemeende, maar zelden opgevolgde advies "waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen" populair.

Volgens hoofdredacteur Anne Becking is het idee voor de verkiezing voortgekomen uit nooit uitgevoerde plannen voor een 'foute filosofen gala'. "We dachten aan een avond waarop iedereen zonder verdere argumentatie kon vertellen welke filosoof hij of zij nu echt verschrikkelijk irritant vindt. Dat idee is nooit uitgevoerd, maar ik ben er mee gaan rondlopen en heb het uiteindelijk in deze vorm gegoten. En ja, we zijn heel genuanceerd tegenwoordig, dus toen hebben we er meteen maar de meest geliefde filosoof aan toegevoegd."

Volgens Becking ging het bij de verkiezing om de ideeën van filosofen en niet om hun persoonlijkheid. Vandaar dat de stemmen voor hoogleraar logica Albert Visser (zeer geliefd bij studenten vanwege zijn spectaculaire haardos en dito hoed) niet zijn meegeteld. Becking noemt het niet opvallend dat in de lijst vooral oude en dode filosofen voorkomen. "De studenten van tegenwoordig zijn bijna anti-geëngageerd. Ons gaat het gelukkig echt om de inhoud."

Opmerkelijk is dat René Descartes, door velen de vader van de moderne filosofie genoemd, als meest gehaat uit de bus is gekomen. Daarmee geven de Utrechtse studenten overigens wel blijk van historisch gevoel, want al rond 1640 werd de leer van de Fransman in Utrecht veroordeeld, een veroordeling die tot op heden nooit officieel ongedaan is gemaakt. Anne Becking kan zich de positie van Descartes wel voorstellen. "Hij heeft geprobeerd om een scheiding aan te brengen tussen lichaam en geest, maar dat heeft hij op zo'n naïeve manier gedaan dat je meteen ziet dat het nooit kan kloppen."

De Utrechtse Descartes-specialist Theo Verbeek ("ik vind dit soort lijstjes barre waanzin") reageert gelaten op de uitslag. "Wat wil je ook, als systematische filosofen hun punt alleen maar kunnen maken door Descartes zwart te maken." Een paar deuren verder noemt docent liberal arts and sciences André Klukhuhn Wittgenstein met twaalf stemmen voor en elf tegen de morele winnaar van de verkiezing. "Zo'n Nietzsche die door iedereen aardig wordt gevonden, daar heb je toch niets aan? Bij de mensen die er echt toe doen, zie je altijd twee kampen, vurige aanhangers en felle tegenstanders. Ik heb daar zelf ook altijd naar gestreefd." Een bijkomend voordeel is volgens Klukhuhn dat je bij Wittgenstein zeker weet dat hij niet is gekozen omdat hij als mens geliefd is. "Hij heeft prachtige boeken geschreven, maar tussen de bedrijven door sloeg hij als onderwijzer zijn leerlingen soms tot ze bewusteloos vielen. Als mens was hij volstrekt onmogelijk."

EH

Helft Elsevier-tijdschriften mogelijk geschrapt.

De bibliotheken krijgen de keuze tussen de helft van het aantal titels voor dezelfde prijs tot 2007 of behoud van alle titels met een jaarlijkse prijsverhoging van vijf procent. De Utrechtse bibliotheek zal binnenkort een beslissing hierover nemen.

Een halvering van het aantal tijdschriften lijkt veel. Toch spreken zowel Elsevier als de UKB van een goed resultaat. Het resterende aantal is namelijk nog altijd het dubbele van de hoeveelheid tijdschriften in 1999. Bovendien zijn alleen weinig gelezen tijdschriften geschrapt. Volgens de Utrechtse bibliothecaris Bas Savenije is 75 procent van het huidige gebruik in deze variant gedekt.

In het jaar 2000 sloten Elsevier en de UKB een opzienbarend akkoord. De bibliotheken moesten tot 2005 jaarlijks vijf procent meer abonnementsgeld betalen, maar in ruil kregen ze toegang tot alle tijdschriften die Elsevier elektronisch publiceert. Bibliotheken hadden tot dan toe slechts vierhonderd tijdschriften in huis. Het betekende een enorme uitbreiding van de hoeveelheid informatie. Daar kwam bij dat het fonds van Elsevier zich behoorlijk uitbreidde.

Dat bleef niet zonder gevolgen. In het jaar 2001 plukten wetenschappers een miljoen artikelen van Elsevier van het internet. Dit jaar zijn dat er naar schatting vier miljoen. De bibliotheken spreken dan ook van een succes. De deal was destijds gesloten om de vicieuze cirkel te doorbreken waar de uitgever en de universiteiten in opgesloten zaten: de uitgever verhoogde zijn prijzen, de universiteiten zegden enkele abonnementen op, waardoor de uitgever zijn prijzen weer moest verhogen, enzovoorts.

Voor alle bibliotheken samen kosten de tijdschriften ongeveer zeven tot acht miljoen euro.

XB/HOP

Nietzsche meest geliefd, Descartes meest gehaat

De populariteit van Nietzsche kwam aan het licht in het grote haat/liefde onderzoek van faculteitsblad De Filosoof van Wijsbegeerte. Op de vraag naar de denker, wiens denkbeelden hen het meest aansprak, kozen dertien van de ongeveer dertig deelnemers aan het onderzoek voor de Duitste moraalfilosoof. Hij kreeg precies één stem meer dan Wittgenstein.

Naast hun voorkeur konden de Utrechtse studenten ook de denker opgeven die hen het meest tegenstaat. In die categorie verzamelde René Descartes, die rond 1640 enige tijd aan de Utrechtse Maliebaan woonde, de meeste stemmen. Opvallend is dat Wittgenstein ook in dit lijstje als tweede is geëindigd.

EH

De top van het klassement:

Meest geliefd:

1. Nietzsche 13
2. Wittgenstein (beide periodes) 12
3. Spinoza 9
4. Kant 8
5. Adorno 5

Meest gehaat:

1. Descartes 10
2. Wittgenstein (eerste periode) 8
3. Habermas en Heidegger 6
5. Carnap 5
6. Kant 4

Google voor wetenschappers

Google Scholar richt zich vooral op de bèta-wetenschap. De sofware werkt uiteraard met trefwoorden, maar je kunt ook op auteur zoeken. Google sorteert de resultaten op relevantie. Een artikel in het tijdschrift Nature waarnaar 130 keer is verwezen, vindt Google relevanter dan een artikel over hetzelfde onderwerp in een obscuur blad waarnaar slechts twee keer is verwezen.

De zoekroutine is nog in ontwikkeling. Google hoopt Scholar zo nuttig mogelijk te maken voor de wetenschap, zeggen de makers. “We erkennen onze schatplichtigheid aan al diegenen in de universiteiten die Google mogelijk hebben gemaakt.”

Het grootste probleem is dat je vaak op websites stuit waarvoor je moet betalen. Veel artikelen staan in besloten databases. Wie intikt “author:einstein”, kan de eerste treffer niet lezen.

De website is www.scholar.google.com. Stand on the shoulders of giants, staat onder de invoerbalk.

HOP

Jonge onderzoekers krijgen eigen Akademie

De KNAW heeft veertig jonge onderzoekers geselecteerd, onder wie zeventien vrouwen, afkomstig uit alle disciplines en werkzaam op Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten. Vanuit de UU zijn dat dr. R. van Ee (biofysica), dr. W.J. Niessen (medische beeldverwerking), mw. dr. B. Völker (sociologie) en prof. dr. ir. B.M. Weckhuysen (anorganische chemie en katalyse).

De Jonge Akademie wil jonge onderzoekers in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme. Ze worden aangemoedigd visies te ontwikkelen op de toekomst van het eigen vakgebied en aangrenzende vakgebieden, en ook op het te voeren wetenschapsbeleid.

De leden van De Jonge Akademie krijgen jaarlijks een reisbeurs voor het bijwonen van wetenschappelijke conferenties of voor een gastonderzoekerschap in het buitenland. Elk jaar zal DJA een tweedaagse interdisciplinaire conferentie beleggen.

De veertig DJA-leden worden pas in februari 2005 door OCW-minister Van der Hoeven geïnstalleerd. Op die dag zullen ze hun bestuur kiezen.

HOP

Voor de complete lijst met Jonge Akademie-wetenschappers zie www.knaw.nl