Staatssecretaris Rutte ontvouwt zijn onderwijsplannen
HOP, Hein Cuppen en Thijs den Otter
Natuurlijk kent staatssecretaris Rutte het argument dat de door hem aangekondigde bezuinigingen haaks staan op de hoge ambities met de kenniseconomie. Maar hij is er niet van onder de indruk. Zoals bekend wil hij studenten die na hun 29ste aan een studie beginnen een veel hoger collegegeld laten betalen. Dat levert de schatkist vijftig miljoen euro op. Ook studenten die van buiten de Europese Unie afkomstig zijn, worden niet langer automatisch bekostigd. Opbrengst: twintig miljoen. Harde maatregelen, beseft Rutte. "Maar toch denk ik niet dat het hoger onderwijs instort van een bezuiniging van 70 miljoen op een budget van 2,7 miljard."
Rutte is politicus genoeg om te beseffen dat met name de voorgenomen bezuiniging op dertigplussers de Kamer wel eens te ver zou kunnen gaan. Toch zou hij dat jammer vinden. "Ik zie bijvoorbeeld niet in waarom het Rijk moet opdraaien voor de opleiding van werknemers van Philips of Unilever. En voor mbo'ers kan de maatregel een goede prikkel zijn om meteen door te stromen naar het hbo in plaats van te wachten tot ze dertig zijn."
Dertigplussers die bij leraren- of zorgopleidingen studeren, worden bovendien gespaard want aan deze afgestudeerden bestaat een tekort. De grootste pijn van de maatregel ligt volgens Rutte bij tweedekansers. "Wat doe je als overheid voor - laten we zeggen - een allochtone vrouw van boven de dertig die een bijstandsuitkering heeft en die alsnog een studie in het hoger onderwijs wil volgen? Ik vind dat gemeenten hier een verantwoordelijkheid hebben, maar ik kan me desondanks voorstellen dat de dertigplusmaatregel om dit soort redenen op politieke weerstand stuit."
De bezuiniging op studenten van buiten de EU zal het naar zijn verwachting wel halen. Rutte vindt de bezwaren van de instellingen niet overtuigend. "Het is niet meer dan logisch dat we via een beurzenstelsel op zoek gaan naar de betere studenten. Als je de huidige vanzelfsprekende bekostiging in het extreme doortrekt, zou je straks een half miljard Chinezen moeten financieren, en dat lijkt me niet op te brengen."
Garanties dat het nu uit is met bezuinigen op hoger onderwijs, geeft de bewindsman niet. "Als ik nu stoer ga roepen dat hier niet meer wordt bezuinigd, dan denk ik dat de minister van financiën het geld juist bij mij komt weghalen. Daarmee verzwak ik alleen maar mijn eigen onderhandelingspositie."
Leerrechtenmodel
Eind volgende maand stuurt Rutte zijn plannen voor de studiefinanciering en de bekostiging van het hoger onderwijs naar de Kamer. Niet alle details liggen al vast, maar de richting die het opgaat, is duidelijk. Rutte: "Met het halfjaarlijkse leerrechtenmodel dat we beogen, gaat de financiering van het hoger onderwijs grondig op de schop. Aan overheidsbekostiging zullen de hogescholen en universiteiten nog maar een klein vast deel krijgen. Het geld dat ze aan elk verleend diploma verdienen, verlagen we bovendien naar ongeveer een kwart van de totale bekostiging. En voor de rest worden de instellingen financieel afhankelijk van de hoeveelheid studenten die zich elk half jaar bij hen inschrijft. Hun leerrechten zijn direct gekoppeld aan de bekostiging voor de instellingen. Zij brengen bovendien nog collegegeld mee. Op die manier is het onderwijs veel meer vraaggestuurd dan vroeger en hebben de opleidingen er direct belang bij om kwaliteit te leveren."
Maar ook het vaste bekostigingsdeel van de instellingen is niet heilig voor de staatssecretaris. Hij is niet doof voor de klacht van jonge universiteiten als Tilburg, Maastricht en Rotterdam dat ze er in vergelijking met de klassieke universiteiten bekaaid afkomen in de huidige systematiek. Vorig jaar is al besloten dat er prestatiebekostiging voor wetenschappelijk onderzoek komt. Rutte: "Maar je kunt natuurlijk overwegen om ook een deel van de vaste subsidie voor onderwijs afhankelijk te maken van de geleverde kwaliteit. Dan wordt het stelsel nog meer vraaggestuurd."
Ook de studiefinanciering wordt aangepast, zij het niet zo drastisch als de bekostiging. De aflossingsregels veranderen het sterkst. "Hoeveel je moet terugbetalen wordt meer dan nu gerelateerd aan wat je verdient." Onduidelijk is nog of de aflossingstermijn van vijftien jaar wordt aangepast.
Lenen
Goed nieuws heeft Rutte voor hbo-studenten. Net als universitaire studenten krijgen zij, als het aan de staatssecretaris ligt, voortaan een bachelor- èn een masteropleiding aan hogeschool of universiteit bekostigd. In tegenstelling tot eerdere berichten geldt dit niet alleen voor supersnelle hbo-studenten die hun bachelordiploma in drie jaar behalen. Of ze tegen normaal collegegeld ook een tweejarige master mogen volgen, wil hij nu nog niet zeggen. Overigens geldt het voorstel alleen voor publiekelijk gefinancierde masteropleidingen.
Een andere noviteit is dat studenten hun collegegeld voortaan mogen lenen en deze lening pas na afstuderen hoeven terug te betalen. Het scheelt studenten die het collegegeld in termijnen betalen 130 euro per maand. "Studenten hoeven zodoende minder bij te verdienen en kunnen sneller klaar zijn", denkt Rutte. "Wie langer studeert dan de cursusduur plus een jaar moet een hoger collegegeld betalen, omdat ik niet wil dat het beperkte geld voor hoger onderwijs opgaat aan treuzelaars. Ik weet nog niet hoe hoog het instellingscollegegeld maximaal mag worden, maar de gemiddelde kostprijs van een studie is 6500 euro per jaar. Mijn inschatting is dat de Tweede Kamer een lager plafond wil van hooguit twee à drie keer het normale collegegeld."
Voor de veelbesproken leenaversie is de staatssecretaris niet bang. "Die berust voor een goed deel op borrelpraat. Leg mij anders maar eens uit waarom veel jongeren wel gemakkelijk geld lenen om op vakantie te gaan of een scooter te kopen en zij niet in hun eigen toekomst zouden willen investeren."