Thijs den Otter, HOP
"Na telkens nieuwe bezuinigingsronden is de bodem nu echt bereikt. We zijn er zelfs al een beetje doorheen gezakt. De totale reserves (eigen vermogen) van 2,3 miljard euro zijn op dit moment ongeveer gelijk aan de helft van het jaarbudget (4,8 miljard euro) en dat is veel te weinig." Om de ernst van de zaak te onderstrepen, wijst d'Hondt er op dat behalve de drie technische universiteiten ook de Universiteit Maastricht en de Universiteit van Tilburg rood dreigen te staan. "En met Wageningen gaat het ook niet goed."
De afgelopen jaren valt het bedrag dat universiteiten per student krijgen steeds lager uit. Tot 2007 zal dit met nog eens enkele procenten omlaag gaan. Intussen worden er wel steeds hogere eisen gesteld aan de onderwijskwaliteit. Dat kost geld, verzekert d'Hondt, en veel bezuinigingsmogelijkheden zijn er niet. Twintig procent van het universitaire budget gaat op aan materiële zaken, maar daar valt weinig te halen. Nu al kampen de instellingen met een exploitatietekort van ongeveer een half miljard euro. De gebouwen werden halverwege de jaren negentig weliswaar overgedragen aan de universiteiten, maar zonder vergoeding voor onderhoud en andere terugkerende kosten. D'Hondt: "We hebben er nu veertig miljoen euro extra voor gekregen, maar dat is lang niet genoeg."
Wat rest is de mogelijkheid om te besparen op het personeel, waar tachtig procent van het universitaire budget naar toe gaat. "En dus zullen er steeds meer mensen uitgaan", verwacht d'Hondt. "Eerst bij de ondersteunende diensten, daarna ook bij het wetenschappelijk personeel. Je ontkomt er niet aan, ook al staat het haaks op de ambities met de kenniseconomie."
Ook de kwaliteit van het onderzoek staat onder druk. De reputatie die Nederland op onderzoeksgebied heeft, is volgens d'Hondt vooral te danken aan investeringen in het verleden. "Het vergt natuurlijk heel wat geld en tijd om een onderzoeksgroep succesvol te maken. Die goede rankings van wetenschappelijke publicaties en octrooien hebben we goeddeels te danken aan onderzoek dat tien jaar geleden is opgestart."
"Van de 700 miljoen euro extra die in het regeerakkoord zijn uitgetrokken voor innovatie en de kenniseconomie gaat eigenlijk niets naar de universiteiten, en de prestaties van het Innovatieplatform zijn bleek", verzucht d'Hondt. "Door de bezuinigingsdrang van het kabinet ontstaat er een gevoel van wantrouwen bij de wetenschap en steekt het cynisme de kop op. Als je de kenniseconomie serieus zegt te nemen, moet je laten zien dat je durft te investeren, financieringstekort of niet. Dat betaalt zich uiteindelijk terug."
De eerste zorg van de VSNU voor de korte termijn is dat er in elk geval niet nog meer bezuinigd gaat worden. Maar of dat gaat lukken is zeer de vraag, want staatssecretaris Rutte heeft maatregelen in petto die 'budgetneutraal' zouden zijn, maar die de universiteiten waarschijnlijk toch veel geld gaan kosten. Het niet langer bekostigen van dertigplussers en niet-EU-studenten baart d'Hondt het meest zorgen. "Deze studenten zouden een kostendekkend collegegeld moeten gaan betalen, wat neerkomt op een slordige 15.000 euro. Veel mensen kunnen dat niet betalen en het is maar zeer de vraag of het bedrijfsleven zo'n bedrag wil neerleggen om een medewerker te scholen. Dan raken wij deze studenten kwijt."
Over het schrappen van bekostiging voor niet EU-studenten is d'Hondt nog slechter te spreken. "We krijgen van buiten de EU vaak toptalenten. Die volgen bijna altijd een onderzoeksmaster en gaan aansluitend vaak op voor promotie. Van die mensen blijft zeventig procent hier werken, en de rest is voor altijd ambassadeur van de Nederlandse kenniseconomie. Daar bezuinig je niet op. Dan kun je wel extra beurzen aankondigen, maar daarmee kun je ze lang niet allemaal aan een beurs helpen."