Consistent beleid en deregulering. Twee eisen aan het regeringsbeleid die collegevoorzitter Yvonne van Rooy noemde in haar rede bij de opening van dit academisch jaar. Het voorstel voor een nieuw bekostigingssysteem van het Kabinet gaat volgens haar volledig mank op deze twee punten. Het is meer dan een gemiste kans, het leidt tot een vergaande verschraling van het wetenschappelijk onderwijs.
Om te beginnen het collegegeld. Volgens het voorstel van het Kabinet moet een student na de nominale studieduur + anderhalf jaar jaar een fors hoger collegegeld gaan betalen. Wij hebben als universiteiten gepleit voor een langere periode, tenminste twee jaar. Het gevolg van het huidige voorstel zal immers zijn dat studenten in hun studiekeuze geen risico's meer zullen nemen. Een zware bèta- of techniekstudie? Een honorsprogramma? Een jaar naar het buitenland? Allemaal keuzes die financiële risico's gaan inhouden. En die risico's vermijd je door veilig te kiezen, voor studies die minder zwaar zijn en voor een studieloopbaan die minder uitdagend is.
Onbegrijpelijk. Want wat wil dit Kabinet? Meer studenten in de bèta-technische sector, meer internationalisering, meer prikkelen van excellentie. Alle inspanningen van universiteiten om dit te bereiken, worden door dit nieuwe bekostigingssysteem afgebroken.
Als langer studeren een student veel meer geld gaat kosten, kan dit de doodsteek betekenen voor het studentenleven. Het actief zijn in verenigingen levert een essentiële bijdrage aan de vorming van studenten. Dáár brengen zij hun academische vorming al in de praktijk. Onze ruim 150 verenigingen draaien op zulke studenten, die naast hun studie tijd, energie en creativiteit steken in hún vereniging. Welke student is bereid om hiervoor zelf een financieel risico te nemen?
En wat wil dit Kabinet? Actieve studenten, die naast vakkennis ook vaardigheden hebben in het netwerken, in het besturen, in het organiseren.
En dan de administratieve lasten. Studenten krijgen volgens het Kabinet leerrechten. Ze krijgen een rugzakje met geld mee dat ze bij de universiteit verzilveren. Het klinkt zo simpel - "geld volgt student" -, maar in de praktijk zal dit nieuwe systeem voor de universiteiten tot aanzienlijk meer administratieve lasten leiden en dus tot extra uitgaven ten koste van het onderwijs. Daar komt bij dat het huidige bekostigingssysteem in 2000 fundamenteel is gewijzigd en in 2003 opnieuw aangepast met een overgangsregime tot 2007. Dat betekent dus opnieuw complexe overgangsmaatregelen met alle administratieve rompslomp van dien.
En toch wil dit Kabinet: deregulering en meer geld naar primaire taken.
De regering voorziet voor de toekomst een samenleving waarin kennis centraal staat. Het is onbegrijpelijk dat dezelfde regering de studenten die straks de kennis moeten genereren, zo in de kou laat staan.