Nieuws

Utrechts wiskunde is excellent

Ook elders in Nederland wordt goed onderzoek bedreven, aldus de commissie, die stelt dat ons land zich op het gebied van het fundamentele onderzoek kan meten met de wereldtop. Iets minder enthousiast is de commissie over de toegepaste wiskunde, die zij niet slecht, maar wel te traditioneel noemt. "Er zijn hier nieuwe toepassingen waar we in Nederland niets van zien", aldus de in Amerika werkzame voorzitter Hans Kaper. "Materiaalontwikkeling bijvoorbeeld. Hier in Amerika opperen wiskundigen opzienbarende ideeën op dat gebied. Nederland is vooral goed in de traditionele onderwerpen, zoals vloeistofdynamica."

De beste wiskunde komt bij de Universiteit Utrecht vandaan. Op een schaal van 1 tot 5 scoren de onderzoeksgroepen van de UU gemiddeld een 4,94. Slechts het Utrechtse onderzoek naar de geschiedenis van de wiskunde - toch al een buitenbeentje in de visitatie - scoort iets lager dan excellent. Ook Leiden en de Vrije Universiteit krijgen een pluim voor hun wiskunde.

De commissie maakt zich zorgen over het geringe aantal studenten. Ze schuift de schuld in de schoenen van het slechte wiskundeonderwijs op de middelbare scholen. "De leraren geven wiskunde alsof het een dood vak is", aldus Kaper, "Ze weten niet uit eigen ervaring wat het is om iets nieuws te ontdekken." De grenzen van de wiskunde worden met duizelingwekkende vaart verlegd en het is opwindend om daar bij te zijn, maar op de middelbare school zijn de leerlingen vrijwel afgesneden van het spannende academische onderzoek. Ook dat remt de aanwas van nieuwe eerstejaars, denkt de commissie.

Om de instroom te verbeteren komt ze met een paar aanbevelingen. Bachelors wiskunde zouden een lesbevoegdheid moeten krijgen, eventueel na een paar aanvullende didactische vakken. Leraren zouden in deeltijd een master moeten kunnen halen of zelfs promoveren. Dat zou het heilige vuur onder leraren en scholieren terug moeten brengen.

Behalve over het geringe aantal wiskundestudenten spreekt de commissie ook haar zorg uit over het vrijwel ontbreken van vrouwen in de staf. In 1996 telden de twaalf wiskundefaculteiten in ons land in totaal negen universitair docenten (van wie één in Utrecht) en één hoogleraar. In 2001 waren die beschamende aantallen weliswaar licht gestegen naar 16,5 (waarvan één in Utrecht) en twee, maar die vooruitgang noemt de commissie marginaal. Er is een andere houding en positieve actie nodig. Nederland kan het zich niet permitteren om de helft van de bevolking te negeren, aldus de commissie, die leden telde uit Australië, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Hongarije en Zwitserland.

Ranglijst wiskunde-onderzoek

(Het gemiddelde kwaliteitscijfer op een schaal van 1-5)

Utrecht 4,75

Leiden 4,6

Vrije Universiteit: 4,3

TUe 4,25

RUG 4,16

KUN 4

UvA 4 (een vakgroep minder dan de KUN)

Twente 3

Wageningen 3 (minder vakgroepen dan Twente)

Maastricht 3 (minder relevant en productief dan Wageningen)

EUR 3

'Soms krijg je het gevoel dat het nooit ophoudt'

Bezuinigen aan de Universiteit Utrecht

De faculteit Biologie zal naar alle waarschijnlijkheid overgaan tot een reorganisatie, zo bleek vorige week tijdens de faculteitsraadsvergadering. Als gevolg van de universitaire bezuinigingen ziet de faculteit het tekort de komende jaren oplopen tot boven de miljoen euro. De tegenvallende studenteninstroom maakt de financiële perspectieven nog somberder. De faculteit ziet zich genoodzaakt om tot 2009 met een kwart te krimpen. De keuzes die vorig jaar gemaakt werden bij het opstellen van het hooglerarenplan blijken niet toereikend.

Als eerste noodmaatregel ging de faculteitsraad akkoord met het afschaffen van de mogelijkheid om vakantiedagen tegen geld te ruilen. Ook op advertentiekosten moet worden bespaard. Tenslotte wil het faculteitsbestuur bezuinigen op huisvestingskosten door, net als Scheikunde, een vleugel in het Kruytgebouw vrij te maken. Van een aio-stop, zoals Scheikunde die heeft doorgevoerd, wil decaan Weisbeek nog niets weten. "Maar het zal niet zo zijn dat we vast personeel moeten ontslaan om aio's in dienst te kunnen houden,"

Wanneer de faculteit gaat reorganiseren, zal volgens decaan Weisbeek in eerste instantie gekeken worden naar de mogelijkheid om oudere medewerkers tegen financieel gunstige voorwaarden met vervroegd pensioen te sturen. "Maar ook dat zal niet voldoende zijn", vreest Weisbeek, "omdat de effecten van die aanpak pas op termijn zichtbaar worden."

Dat die effecten substantieel kunnen zijn, blijkt in de faculteit Geowetenschappen, waar de reorganisatie op een haar na is afgerond. Ruim 25 oudere medewerkers accepteerden een financiële vertrekregeling. Ook kunnen zij een onbezoldigde aanstelling krijgen, waardoor zij gebruik kunnen blijven maken van universitaire faciliteiten. Decaan Hooimeijer is blij met de grote bereidheid om mee te werken. "Er is veel solidariteit getoond. Veel mensen zien in hoe beroerd de situatie is."

Volgens Hooimeijer zal de investering van 2,5 miljoen euro voor de vervroegde pensioenregeling zich vanaf 2008 gaan terugbetalen in lagere salariskosten. Toch moet Geowetenschappen de komende jaren nog een tekort van zeker een half miljoen euro per jaar wegwerken. Hooimeijer verwacht dat een nieuwe reorganisatie niet nodig zal zijn, tenzij er zich rampzalige ontwikkelingen voordoen.

Elders in Utrecht is het niet veel beter gesteld. De faculteit Letteren, die tot 2008 een miljoen moet bezuinigen, heeft inmiddels besloten het voorbeeld van Geowetenschappen te volgen. Vooruitlopend op het effect van een vertrekregeling voor oudere medewerkers heeft decaan Bertens een kaasschaaf van vijf procent over de faculteit gehaald. Hij kijkt reikhalzend uit naar de inkomsten als gevolg van de gestegen studentenaantallen, die de komende jaren voor enig soelaas moeten zorgen.

Veel andere faculteiten en diensten zijn nog bezig met het invullen van de ook bij hen onvermijdelijke bezuinigingen. Voor de grootste opdracht staat Rechtsgeleerdheid dat tot 2008 met 4 à 5 miljoen euro moet inkrimpen. Vorig jaar is al het mes gezet in de materiële middelen en de ondersteuning, maar volgens directeur Klein was dat niet voldoende. Nog voor de kerst verwacht hij meer duidelijkheid over nieuwe ingrepen. Ook bij Sociale Wetenschappen, dat twee miljoen moet inleveren, zijn ingrepen in het vooruitzicht gesteld. In de begroting meldt het managementteam niet te willen verhelen dat die pijnlijk zullen zijn.

Bij Scheikunde en Natuur- en Sterrenkunde zijn die ingrepen eerder dit jaar al verricht. In beide faculteiten is ervoor gekozen om onderzoeksgroepen op te heffen. Bij Scheikunde blijkt dat dus onvoldoende. Directeur De Wolde van Natuur- en Sterrenkunde verwacht dat zijn faculteit, mede dankzij de grote bedrijfsreserve, het daarmee wel gaat redden. "Een groot probleem is echter dat wij behalve de officieel aangekondigde bezuiniging ook voortdurend met kleine extra tegenvallers worden geconfronteerd. Nu wordt bijvoorbeeld het bedrag dat wij van het college van bestuur voor sommige NWO-aanstellingen krijgen, weer gehalveerd. Soms krijg je het gevoel dat het nooit ophoudt."

Een geval apart is de Utrecht School of Economics, die ondanks een snel oplopend tekort vooralsnog weigert te bezuinigen. Achtergrond hiervan is onduidelijkheid over de financiering. Volgens de economen is bij de start van USE in 2001 afgesproken dat de instroom van studenten geleidelijk zou groeien naar 250 nieuwe eerstejaars en dat de faculteit in elk geval tot en met 2005 op die basis bekostigd zou worden. Tot verbazing van de economen baseerde het college van bestuur het budget voor de komende jaren echter zonder nadere toelichting op 189 eerstejaars. Dat scheelt hen op jaarbasis een bedrag van ongeveer een half miljoen euro.

In de subfaculteitsraad toonde decaan De Gijsel zich twee weken geleden zeer kritisch over deze schending van gemaakte afspraken. "Op basis van die afspraak hebben wij extra personeel aangesteld. Het college van bestuur vertrouwt er kennelijk niet op dat wij de 250 zullen halen, maar we zitten inmiddels al op 215 eerstejaars. Bovendien bieden we naast onze Nederlandstalige bachelor als enige Utrechtse opleiding naast het University College een volledig Engelstalige bachelor aan, waarmee we dit jaar 35 studenten extra hebben getrokken. Ik vind dat het college

duidelijk moet maken of het onze tot dusver gevolgde strategie accepteert of niet. Als dat zo is, moet het ons beleid niet doorkruisen en in de kaderstelling ook van 250 studenten uitgaan."

EH / XB

Gerard 't Hooft was Nobelprijswinnaars voor.

We schrijven het voorjaar van 1972. De Utrechtse fysicus Gerard 't Hooft heeft kort daarvoor samen met zijn leermeester Martin Veltman de theorie over de 'zwakke kracht' gepubliceerd, waarvoor zij in 1999 de Nobelprijs zouden krijgen. Maar ook de 'sterke kracht' houdt hem bezig. Samen met de elektromagnetische kracht vormen de sterke en zwakke kracht het zogeheten standaardmodel, dat de natuurkunde op de kleinste afstandschalen beschrijft.

Met de sterke kracht, die het gedrag van quarks - de kleinst bekende bouwstenen van de atoomkernen - beheerst, is echter iets vreemds aan de hand. Op heel korte afstand en bij hoge energie wordt die kracht niet sterker, zoals de dan beschikbare theorieën doen verwachten, maar juist zwakker, zo blijkt uit experimenten.

"Wij hadden het toen in Utrecht uiteraard ook over dat probleem", vertelt hoogleraar theoretische fysica Bernard de Wit, "en het curieuze is dat Gerard als eerste de oplossing wist. Die oplossing, waarvoor de Amerikanen Gross, Politzer en Wilczek nu de Nobelprijs hebben gekregen, bestond uit de ontdekking dat de zogeheten bèta-functie die de aantrekkingskracht tussen quarks op korte afstand bepaalt, negatief is. Gerard heeft dat tijdens een workshop in Marseille uit de doeken gedaan, maar hoewel hij zich het belang van deze ontdekking realiseerde, heeft hij zijn idee niet onmiddellijk verder uitgewerkt. Minder dan een jaar later publiceerden Gross, Politzer en Wilczek hun ontdekking in twee baanbrekende artikelen. Ik weet nog goed dat ik Gerard op de gang vroeg of hij het artikel van Politzer gezien had. Hij keek me wat pijnlijk getroffen aan."

De artikelen van de drie Amerikanen maakten voor het eerst een quantum-mechanische beschrijving mogelijk van de sterke kracht en leverden de aanzet om de resultaten van de theorie te vergelijken met de experimentele gegevens. De theoretische en experimentele ontwikkelingen van de jaren daarna hebben precisie-experimenten mogelijk gemaakt die de theorie volledig bevestigen. Hiermee is de prijs meer dan verdiend, vindt De Wit.

Twee van de drie prijswinnaars kent hij goed. "Van David Politzer heb ik al lang niets meer gehoord, maar Frank Wilczek zit in het adviescollege van onze landelijke onderzoeksschool en David Gross zien we ook regelmatig. Gerard 't Hooft is toevallig net op dit moment bij hem op bezoek in Santa Barbara. Die kunnen dus mooi samen oude herinneringen ophalen."

Geurprikkels

De Nobelprijs voor Geneeskunde gaat naar de Amerikaanse onderzoekers Richard Axel en Linda Buck voor hun onderzoek naar de moleculaire processen die ten grondslag liggen aan de reuk. Axel en Buck ontdekten in 1991 samen aan de Columbia University, New York, dat een 'familie' van ongeveer duizend genen ons in staat stelt om ruim 10.000 verschillende geuren te herkennen. Na het zien, horen en tasten is het reuksysteem daarmee het laatste zintuiglijke systeem dat tot in zijn moleculaire essentie in kaart is gebracht.

In Utrecht wordt geen onderzoek op dit gebied gedaan, maar prof.dr. Peter Burbach van het Rudolf Magnus Instituut is goed bekend met het werk van de twee prijswinnaars. "Wat zij wilden weten, was hoe de veelheid aan geurprikkels wordt onderscheiden en in de hersenen vertaald in adequaat gedrag. Bijvoorbeeld bij sociale interacties en bij de voortplanting vervult geur een uiterst belangrijke rol. Zo laten vrouwtjesdieren zich bij het kiezen van een mannetje mede door diens geur (ver)leiden. Axel en Buck hebben dat proces tot in detail onderzocht en het interessante is dat zij op moleculair niveau zijn begonnen om van daaruit via processen in en buiten de cel te komen tot meer begrip over de manier hoe gedrag gereguleerd wordt.

"Met name in dat opzicht is hun werk goed vergelijkbaar met het onderzoek dat wij in Utrecht doen naar de rol van het dopamine-systeem in de hersenen op gedrag. Dopamine is een zogeheten neurotransmitter, een stof die ervoor zorgt dat boodschappen in de hersenen worden doorgegeven. Een verstoring van het dopaminesysteem kan onder meer leiden tot gevoelens van depressie en tot afwijkend eetgedrag en verslaving. Net als de reuk is ook het dopamine-systeem geconcentreerd in een duidelijk baansysteem van de hersenen. In teamverband zoeken wij hier via de moleculaire ontwikkeling en werking van dat systeem naar de processen die normaal gedrag regelen en ontregeld zijn bij abnormaal gedrag."

EH

School dreigt UU met gerechtelijke stappen

Stebo, een school voor vmbo/havo/vwo en gevestigd aan de Nieuwegracht, legt zich al geruime tijd toe op de opleiding van eindexamenklas-leerlingen, maar is twee jaar geleden begonnen met het werven van leerlingen uit de onderbouw. Speciaal voor die groep jonge leerlingen heeft de school het begrip 'junior college' geïntroduceerd. In 2001 heeft Stebo ook de domeinnaam junior college voor het web laten registreren.

De universiteit is begin dit jaar precies diezelfde naam gaan gebruiken voor haar 'schooltje' op het terrein van het University College. Daarin krijgt een aantal excellente 5 en 6 vwo'ers de beta- eindexamenvakken aangeboden op een meer uitdagende manier. Met dit junior college hoopt de UU de toestroom van beta-studenten te kunnen bevorderen en de doorstroom vwo - wo te kunnen versoepelen.

Stebo is 'not amused' dat de UU voor dezelfde naam heeft gekozen voor een activiteit op gebied van het voortgezet onderwijs in nota bene dezelfde stad. Stebo vreest gedupeerd te worden omdat er verwarring wordt gecreeerd bij het publiek, en meent zelfs momenteel al nadelige gevolgen van die naamsperikelen te ondergaan.

De school hoopt spoedig tot een vergelijk met de UU te kunnen komen, anders dreigt zij met een gerechtelijke procedure. De juristen van de universiteit hebben inmiddels laten weten vóór 15 oktober op de eis van Stebo te zullen reageren.

AH

Zestien procent meer eerstejaars

Een en ander blijkt uit de zogeheten 1 oktober telling. Vrijwel over het hele scala van Utrechtse opleidingen is sprake van een toename van studenten. Hoofdverantwoordelijk voor de sterke stijging is de faculteit Sociale Wetenschappen. Dankzij de grote toeloop bij psychologie en pedagogie heeft die faculteit dit jaar bijna 250 eerstejaars meer moeten opvangen dan de ruim elfhonderd van vorig jaar.

Ook de juristen noteerden met ruim 150 eerstejaars meer een stevige groei, net als de gezamenlijke letterenopleidingen die – vooral dankzij een forse toename bij geschiedenis - honderd nieuwe studenten meer zagen binnenkomen dan vorig jaar.

Opmerkelijk is de groeiende belangstelling van eerstejaars voor vakken in de bètahoek. Met name bij scheikunde is opgelucht ademgehaald over de verdubbeling van het aantal eerstejaars. Biologie noteert als enige bètafaculteit een lichte teruggang, maar bij biomedische wetenschappen was na het loslaten van de numerus fixus voor het tweede achtereenvolgende jaar sprake van een spectaculaire stijging. Daar studeren nu meer dan 250 nieuwe eerstejaars.

In totaal begonnen in Utrecht meer dan zevenhonderd studenten aan een bèta-opleiding. Tot de weinige Utrechtse opleidingen waarvoor de belangstelling serieus terugloopt, behoren informatica, informatiekunde en cognitieve kunstmatige intelligentie.

De 1 oktober telling is de eerste redelijk betrouwbare telling van het aantal werkelijk in Utrecht begonnen eerstejaars. Pas op 1 december wordt het definitieve aantal Utrechtse studenten in het lopende collegejaar vastgesteld.

EH

Schakelonderwijs voor allochtonen

Vluchtelingen en andere allochtonen die in eigen land de juiste vooropleiding hebben gevolgd, kunnen in Nederland een schakeljaar doen voordat ze instromen in het hoger onderwijs. Ze brengen in dat jaar niet alleen hun Nederlands en Engels op peil, maar ze leren ook wat een Nederlands college inhoudt of wat je moet doen in een werkgroep. Ze krijgen bovendien les in computervaardigheden en wiskunde. Verder zijn er verschillende keuzerichtingen, zoals natuurkunde & techniek en cultuur & maatschappij. Jaarlijks studeren er tweehonderd allochtone studenten af die een schakeljaar hebben doorlopen.

Het opgerichte platform is een initiatief van UAF, de stichting voor vluchtelingenstudenten. Een schakeljaar kost ongeveer 1000 à 1500 euro. De UAF heeft voor vluchtelingstudenten met een verblijfsvergunning een tegemoetkoming in de studiekosten.

HOP

Voor meer informatie: zie website www.schakeljaren.nl.

Nationale Wetenschapsquiz voor studenten

Tijdens de Nationale Wetenschapsquiz Student strijden honderd teams van drie studenten om de titel het 'slimste studententeam van Nederland'. De studentenstrijd gaat over twee ronden. De eerste heeft plaats op vrijdagavond 12 november. De sterkste teams gaan door naar de finale op vrijdagavond 26 november.

Het studententeam dat de finale wint gaat op ontdekkingsreis naar de Ardennen. Tijdens de finale krijgen de studenten dezelfde vragen als bij de reguliere Nationale Wetenschapsquiz. De vragen staan de dag erna in de kranten. Furore, een ICT-dienstverlener in de wetenschappelijke wereld, sponsort de studentenvariant van de quiz.

De inschrijving sluit op 20 oktober. Inschrijving staat open voor teams van drie studenten van universiteit of hogeschool. Dat kan via internet: www.nationalewetenschapsquizstudent.nl.

AH

Klimaat in Europa wordt ruwer

Dat bewijs is te vinden in het proefschrift 'Changing extremes', waarop Albert Klein Tank op 4 oktober aan de UU promoveerde. De KNMI-medewerker verzamelde dagelijkse metingen van meer dan tweehonderd Europese weerstations, waarvan sommige teruggaan tot 1900. Daardoor was het voor het eerst mogelijk om de veranderingen in de extremen in temperatuur en neerslag in heel Europa volgens één standaardmethode te bestuderen.

De studie van Klein Tank laat zien dat er naarmate de eeuw vordert steeds minder koude extremen en steeds meer extreem warme periodes voorkomen. Opvallend is dat de extremen heviger worden dan op grond van de geleidelijke temperatuurstijging verwacht mocht worden. Ook de neerslag wordt intensiever. Het klimaat verruwt, constateert Klein Tank.

Over de toekomst van het klimaat in Europa is hij terughoudend, omdat in dat opzicht tal van scenario’s denkbaar zijn. In één van die scenario’s wordt rekening gehouden met het afzwakken van de Golfstroom, die warm water naar Europa transporteert. In de twaalfde en negentiende eeuw heeft dat verschijnsel geleid tot twee zogeheten kleine ijstijden.

Bij een nieuwe verzakking van de Golfstroom zal op de koudste winterdagen en de warmste zomerdagen niets veranderen. Op relatief warme winterdagen en koele zomerdagen zal de temperatuur in Europa echter fors dalen. De kans dat dat voor 2100 gebeurt, acht de onderzoeker echter klein.

EH

Acties tegen dierenlaboratorium

De 'aktiegroep Geen Dieren Leed' hekelt de faciliterende taak van het laboratorium voor het verrichten van dierproeven binnen de universiteit. Het GDL wordt beschuldigd van het onnodig martelen van ratten, muizen, honden, katten, geiten en andere dieren. De UU zou volgens de groep afstand moeten doen van dierexperimenten. Ook het gebruik van dieren als lesmateriaal is volgens de groep niet acceptabel. In een flyer worden sympathisanten opgeroepen steun te geven aan de acties.

XB

Internationaal museumsymposium aan de UU

Wetenschapsmusea beleefden de afgelopen jaren een identiteitscrisis. Jarenlang waren zij de etalage waarin voorwerpen uit de historie van onderwijs en onderzoek aan een groot publiek werden getoond. Daarna kwamen echter wetenschapscentra op - meestal zonder eigen collectie - die wetenschap op een interactieve manier tot leven brachten.

De drie grote internationale musea beraden zich in de discussie vooral op de toekomstige onderwijs- en onderzoekstaak. Het resultaat van deze besprekingen is van belang voor de keuze die wetenschapsmusea gaan maken met betrekking tot hun taakopvatting.

AH