Dit is een van de aanbevelingen uit een rapport van de wetenschapwinkel Biologie over het gebruik van milieuvriendelijk papier. Het rapport werd geschreven in opdracht van de studentenmilieuorganisatie Universitair Milieu Platform (UMP).

De twee voornaamste knelpunten die het gebruik van milieuvriendelijk papier in de weg staan, zijn door goed overleg op te lossen. Allereerst heeft kringlooppapier bij de papierinkopers de reputatie nog al eens voor vastlopende printers te zorgen. Ten onrechte. Het papier is tegenwoordig van een dusdanige kwaliteit dat eventuele schade aan apparatuur minimaal is. Het is zaak dat deze negatieve reputatie te veranderen, zegt het rapport.

Daarnaast beslissen alle faculteiten zelf waar ze papier kopen. Dit is onhandig. Door de papierinkoop centraal te regelen kan dit goedkoper, efficiënter en eenvoudiger verlopen.

Ook kan bij een inkoopbeleid vanuit een centraal punt het beleid gemakkelijker en beter afgestemd worden op kringlooppapier. Andere universiteiten, zoals de Rijksuniversiteit Groningen, hebben het gebruik van milieuvriendelijk papier al eerder - met succes - ingevoerd.

jdv

De bushokjes - normaal een verzamelplaats van hordes studenten die naar huis willen - zijn leeg en bij de pizzeria staat rond lunchtijd geen rij. De studenten zijn op eigen vervoer aangewezen om op De Uithof te komen. Maar om nu te zeggen dat het barst van de fietsers; nee. De studenten die een eigen rijwiel bezitten laten het in grote getallen afweten. De staking van de bussen is een mooi excuus voor een extra dagje vrij.

Maar niet alle studenten blijven thuis. Zo komen Sanne (22) en Maartje (23) gezamenlijk aan fietsen. De een op de bagagedrager van de ander. Psychologiestudente Sanne is uit barmhartigheid achterop de fiets belandt bij haar studiegenootje. “Ik kwam er achter dat de bussen niet reden toen ik al een kwartier in het bushokje stond. In principe geen groot probleem; lopend is het ook wel te doen. Ik woon een klein stukje bij het Wilhelmina-park vandaan”, vertelt Sanne. Maar toevallig kwam Maartje net langs fietsen en mocht ik achterop: “Toch wel fijn. Volgens mij gaat het zo regenen.”

Bij het Centrum Gebouw Noord parkeert een glazenwasser zijn hoogwerker languit over de busbaan. “Zet hem nog maar iets naar rechts”, zegt een van de glazenwassers “dat maakt nu toch niets uit.”

Tot kwart voor drie hebben de bladeren - en de hoogwerkers - vrij spel op de busbaan, daarna is de staking voorbij. De eerste bussen zien er eenzaam en verlaten uit. Slechts een enkeling houdt de buschauffeur gezelschap en er staan niet bepaald veel mensen bij de bushalte; als je op de fiets gekomen bent moet je ook weer op de fiets terug.
JdV

Door aan de Baden Powellweg twee woonblokken te schrappen hoopt de gemeente groen te sparen. Ook kijken minder omwonenden uit op de tijdelijke woningen

Voor de twee geschrapte woonblokken wordt in samenwerking met corporatie SSHU naar een andere locatie gezocht. Dat dit bij een van de grotere studentencomplexen moet zijn, zoals het persbericht van de gemeente meldt, kon de SSHU vandaag niet bevestigen.

Om overlast voor omwonenden van de Baden-Powellweg/Opaalweg te voorkomen heeft de gemeente met de SSHU afspraken gemaakt over het beheer van de tijdelijke wooneenheden. Zo zal de SSHU een speciale medewerker benoemen die het beheer organiseert en die voor de buurt bij klachten als aanspreekpunt fungeert.

De bewoners hebben zes weken de tijd bezwaar te maken tegen het collegebesluit.

XB

De oud-promovendus had een conflict met de twee, zijn voormalig begeleiders, over enkele wetenschappelijke publicaties. Sinds eind jaren negentig viel hij de medewerkers en hun naaste omgeving lastig met een voortdurende stroom van telefoontjes en mailtjes.

De oud-promovendus werd vorig jaar juni al veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van een half jaar. Maar ging daarna opnieuw in de fout. De rechtbank zette gisteren de straf om in een onvoorwaardelijke straf, voor de nieuwe misstappen kwam daar nog een half jaar onvoorwaardelijk bovenop. De eis tegen de man was 15 maanden.

De rechtbank hield bij het bepalen van de straf rekening met het feit dat de man volgens deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar is. De man weigert echter een opname in een kliniek.

XB

Elsevier en Keuzegids beoordelen UU verschillend

Maar liefst 39 procent van 1108 hoogleraren in Nederland vindt dat de UU in hun discipline de beste opleiding biedt, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Elsevier. Utrecht krijgt in de categorie 'brede universiteiten' de beste rapportcijfers voor elk van de vier onderzoekspunten te weten: samenstelling van het programma, kwaliteit docenten, academisch niveau studenten en kwaliteit publicaties.

Door de hoogleraren worden zeven UU-opleidingen de beste in hun soort genoemd. Drie Utrechtse opleidingen behalen op drie van de vier punten de hoogste score: sociale geografie en planologie, Nederlands en taalwetenschap. Slechts twee andere opleidingen in Nederland weten dit te evenaren. Hiermee staat de UU weer fier op de eerste plek in de hoogleraren-enquête na de teleurstellende derde plek van vorig jaar.

In het onderzoek dat Elsevier verrichte onder studenten scoren vijf opleidingen het beste, twee minder dan vorige jaar. De uitverkoren opleidingen zijn naast farmacie - dat ex aequo eindigt met de enige andere farmacie-opleiding in Groningen - pedagogiek, biologie, informatica en bestuurs- en organisatiewetenschap. Rechten en culturele antropologie in Utrecht eindigen in het studentenoordeel daarentegen op de laatste plaats.

Bestuurs- en organisatiewetenschap, vorige week nog in het nieuws vanwege de onverwachts kritische onderwijsvisitatie, wordt als enige onderzochte Utrechtse opleiding door zowel studenten als hoogleraren in het Elsevier-onderzoek op nummer één gezet. Slechts vier opleidingen van andere universiteiten weten dit ook te bereiken. De opleiding doet het eveneens buitengewoon goed in het onderzoek dat het bureau Choice verrichtte ten behoeve van de Keuzegids. De opleiding scoort hoger dan welke andere Nederlandse opleiding dan ook, zo blijkt uit gegevens die deze week bekend werden gemaakt.

Wie de ranglijst van universiteiten bekijkt ziet echter dat de Universiteit Utrecht het in het Keuzegids-onderzoek minder goed doet. De 20.000 geënquêteerde Nederlandse studenten plaatsen Utrecht samen met de Universiteit van Amsterdam op de voorlaatste positie. Alleen Delft scoort slechter. Vooral de Utrechtse opleidingen psychologie, rechten en economie worden relatief slecht beoordeeld.

In de visitatierapporten van de laatste vijf jaar, eveneens geanalyseerd ten behoeve van de Keuzegids, komt Utrecht er iets beter vanaf. De UU houdt volgens dit deskundigenoordeel vier universiteiten achter zich.

Wanneer de twee klassementen worden gecombineerd eindigt de UU nipt voor de Vrije Universiteit en de twee andere grote klassieke universiteiten UvA en Leiden. Delft sluit de rij. De kleine jonge universiteiten Maastricht, Eindhoven en Twente scoren zoals gebruikelijk in de Keuzegids het beste.

XB

Zie voor meer gegevens van het onderzoeksbureau Choice www.ublad.uu.nl

De stilte die decaan Jan van Leeuwen van Wiskunde en Informatica maandag in de faculteitsraad liet vallen, was veelzeggend. Staan alle vijf decanen achter de vorming van één bètafaculteit, wilde een raadslid weten. In plaats van meteen te reageren, zweeg Van Leeuwen even, zichtbaar zoekend naar een diplomatiek antwoord. "Ja", klonk het toen enigszins aarzelend. "Zo af en toe is er nog wel een decaan die denkt aan andere mogelijkheden. Maar het college van bestuur heeft duidelijk gesteld: er moet één faculteit komen."

Een overval, zo betitelen insiders de mededeling die de vijf bètadecanen begin september van het college kregen. Weliswaar noemt ook het recente strategisch plan van de bètafederatie een ontwikkeling in de richting van één faculteit als één van de mogelijke toekomstperspectieven, maar met een zo grote voortvarendheid van het college van bestuur had niemand rekening gehouden. Aanvankelijk was de opwinding dan ook groot, maar ruim een maand later zijn de gemoederen bedaard en inmiddels wordt in een aantal werkgroepen een blauwdruk gemaakt die eind november een beeld moet geven van de nieuwe faculteit.

Voorzitter Gerard van Koten van de Federatie van bètafaculteiten weet dat nog niet alle scepsis is overwonnen, en eerlijk gezegd begrijpt hij dat niet zo goed. "Ons streven is om het bèta-onderwijs en -onderzoek in Utrecht zodanig te organiseren dat we kunnen bereiken wat we willen bereiken. Dat is enerzijds een uitdagende bachelorstudie en daardoor een grotere aantrekkingskracht op aanstaande studenten, en anderzijds een sterk onderzoeksprofiel en het stimuleren van meer ondernemerszin bij onze afgestudeerden. De vorming van een faculteit is geen doel op zich, maar volgens het college van bestuur - en ik ben het daarmee eens - biedt één faculteit ons op termijn de beste kansen om die doelen op een slagvaardige manier te verwezenlijken."

De komende maand zullen nog knopen moeten worden doorgehakt over onder meer de organisatiestructuur van de nieuwe faculteit en de vormgeving van het onderwijs. Daarnaast blijft de huisvesting een heet hangijzer. Van Koten ziet onderwijs en onderzoek omwille van de herkenbaarheid van de nieuwe faculteit het liefst aan de westkant van De Uithof geconcentreerd. De faculteit Farmacie wil in de buurt van de twee medische faculteiten blijven. Van Koten verwacht ook op dit lastige punt een overeenstemming. Hij waarschuwt overigens voor al te rasse conclusies uit het nu genomen principebesluit. "Er moet nog zeer veel worden besproken en ook de medezeggenschap krijgt nog alle gelegenheid om mee te praten. Formeel gaat de bètafaculteit op 1 januari van start, maar ik verwacht dat het nog een paar jaar duurt, voordat zij definitief vorm heeft gekregen."

EH

Met een sardonische glimlach vertelt Than van Nispen (27), net afgestudeerde bioloog, over zijn eerste moord. Hij traceerde zijn slachtoffer op zijn stageplaats, en toen die even van zijn plaats was, installeerde hij een 'spijkerbom' op diens computer. Op het moment dat zijn slachtoffer de computer van de slaapstand afhaalde, zag hij een afbeelding van een grote explosie op het bureaublad: Gotcha!. "Er waren helaas meer mensen rond zijn bureau: burgerslachtoffers. Voor straf kreeg ik een extra doelwit."

Het is inmiddels het vijfde jaar dat de biologenvereniging dit van oorsprong Amerikaanse studentenspel uit de jaren tachtig organiseert. En met succes. Dit jaar doen ruim dertig man mee. De spelregels zijn simpel. Gotcha-jurylid Alyanne de Haan: "Iedere deelnemer krijgt een doelwit toegewezen, dat is een andere deelnemer. Deze moet hij vermoorden. Als dat is gelukt, moet hij het doelwit van jouw slachtoffer vermoorden."

Het moorden kan op verschillende manieren. Doodschieten met een waterpistool is het simpelst, maar creatievere manieren worden aangemoedigd. Bombrieven, gif (zout in iemands thee met een briefje erbij waarop 'cyaankali' staat), een aanbeeld op iemand laten vallen (confetti of een kussen). Dit betekent nog niet dat moord en doodslag schering en inslag is in het Wentgebouw. "De moord is ongeldig als je iemand vermoordt wanneer een andere deelnemer hier getuige van is. Ook kun je niet zomaar iemand opblazen. Als de bom afgaat zijn alle omstanders binnen twee meter burgerslachtoffer. En daar krijg je strafpunten voor."

Tot nog toe zijn de meeste burgerslachtoffers gevallen bij een 'telefoonbom' tijdens een hoorcollege. De moordenaar had zijn eigen telefoon - met als ringtone een luide 'boem' - in de tas van zijn slachtoffer verstopt. Het doel was te bellen en zo de bom te activeren, wanneer het doelwit even in zijn eentje zou zijn. Het zusje van de bommenlegger gooide echter roet in het eten. Zij belde tijdens het hoorcollege haar broer. Boem: de schade elf burgerslachtoffers.

Zelf doodgaan is ook niet fijn. Daar staan strafpunten op. "En je ligt enkele dagen uit het spel, pas de maandag de week daarop 'respawn' je." De winnaar is de persoon die het langst blijft leven, de minste strafpunten heeft en de meeste doden op zijn naam schrijft.

Than heeft een plan. In café De Basket laat hij trots een pakketje zien. Geadresseerd aan de vertrekkende vice-penningmeester van UBV Wouter Kegge, afzender Broese,. "Deze week is er een wisseling van het bestuur. Ik hoop dat hij denkt dat het pakketje een relatiegeschenk is. Als hij er niet intrapt is het pech: heb ik in elk geval de fun van het knutselen gehad." In de doos zitten twee flessen met water, met allerlei draadjes en knopjes: een waterbom. Than geeft zijn bom af bij de portier. Of die hem naar de UBV-bestuurskamer wil brengen. Veel tijd om iets uit te leggen krijgt hij niet; zijn doelwit komt zojuist het Wentgebouw binnenlopen. Listig weet Than weg te springen en onopgemerkt naar buiten te sluipen.

De bom van Than maakt kans de nodige onschuldigen het graf mee in te trekken. De mensen op de UBV-kamer zijn druk bezig de kamer op te leuken voor het nieuwe bestuur. Het valt meteen stil als iemand binnenkomt met het pakketje. Afzender Broese, geadresseerd aan de vertrekkend vice-voorzitter. Nieuwsgierig buigen de biologen zich over het pakketje. Aandachtig wordt het pakje onderzocht. De conclusie is er al snel; daar zitten geen boeken!

Bovendien blijktThan een fout te hebben gemaakt: de UBV regelt haar boeken niet via Broese maar via Bruna.nl. Vice-penningmeester Wouter vertrouwt het cadeau daarom niet en laat het pakketje door een omstander open maken. Een onschuldig slachtoffer is het gevolg. Strafpunten voor Than.

Vertrekkend UBV voorzitter Krijn Kieviet (24) kan meepraten over het niets vermoedens openmaken van - wat achteraf gevaarlijke - post blijkt te zijn. "In een moment van onoplettendheid maakte ik zelf mijn postvakje in de UBV-kamer open. Stom! Iedereen in de UBV-kamer was aan het gniffelen, ik had dus iets kunnen vermoeden. Ik deed mij laatje open en boem! Een bombrief." Inmiddels is Krijn beter bij de les. "Mijn huisgenoot maakt voortaan mijn post open."

Alertheid blijft noodzakelijk tot 20 oktober, dan is het spel afgelopen. De winnaar krijgt het gouden waterpistool, een wisseltrofee.

JdV

Over Utrecht bevat het rapport alleen maar lovende woorden. De onderzoeksleiders krijgen lof voor hun leiderschap; de leiding van het onderzoeksinstituut UIPS wordt geprezen om de manier waarop zij haar instituut een centrale en strategische positie heeft weten te bezorgen binnen het Academisch Biomedisch Centrum. Ook over de samenwerking met het bedrijfsleven is de commissie tevreden. De staf is succesvol in het starten van spin-off bedrijven en werkt in verschillende netwerken samen met belangrijke industriële partners. Bijna de helft van de staf is aangesteld met geld van de industrie.

Schaduwkant van die gerichtheid op de industrie, is dat de faculteit relatief slecht scoort in de zogeheten tweede geldstroom, die bestaat uit subsidies van onderzoekorganisaties zoals NWO. Ook is het de commissie opgevallen dat hoogleraren niet in prestigieuze nationale fora zitten zoals de Gezondheidsraad. Dat zou beter kunnen.

Over de hele linie krijgt Utrecht wat meer waardering dan de Groningse collega's. Een van de argumenten daarvoor is dat Utrecht farmacie heeft ondergebracht in een aparte faculteit, terwijl de Groningers hun onderzoek over de faculteiten Medische Wetenschappen en Wiskunde & Natuurwetenschappen hebben verdeeld. Dat kan efficiënter, zegt commissievoorzitter en emeritushoogleraar diergeneeskunde Joost Ruitenberg: "De bevelslijnen zijn in Utrecht korter." Een opmerkelijke uitspraak in het licht van de plannen voor één Utrechtse bètafaculteit. Al even opmerkelijk in dat licht is het grote belang dat de commissie hecht aan de samenwerking van farmaceutische onderzoekers met collega's in het Academisch Biomedisch Centrum. Met name de goede samenwerking met immunologen en hersenonderzoekers uit het UMC Utrecht wordt gewaardeerd. Over contacten met partners in de bètafederatie wordt in het rapport met geen woord gerept.

EH / HOP

"Wat een leuk initiatief om door zo'n verkiezing het verleden van de universiteit onder de aandacht te brengen!", schrijft alumnus Johan ten Berg. Maar: "Ik miste Willem Einthoven die in 1902 de Nobelprijs kreeg voor het uitvinden van het elektro-cardiogram. Hij deed zijn baanbrekende onderzoek in Leiden, maar was student in Utrecht. In 1880 richtte hij roeivereniging Triton op."

Hoogleraar H. Van Beijeren kan met de voorselectie al helemaal niet uit de voeten, omdat de theoretische fysici erin zijn onderbelicht. Zijn voorkeur gaat uit naar de Nobelprijswinnaars Jacobus van 't Hoff en Martin Veltman en bijna-winnaar Hendrik Kramers die alledrie níet op de lijst voorkomen.

Ook het vrouwennetwerk heeft veel kritiek. "De vier dames die de redactie heeft weten te vinden vormen een indrukwekkend kwartet. Maar toch. Waarom staat er geen Lieteke van Vucht Tijssen bij bestuurders, of onze huidige voorzitter Van Rooy. En wat is er mis met hoogleraren als Anneke van Doorne-Huiskes, Ineke Braakman, Gloria Wekker, Cobi Heijnen, Janneke van Mens-Verhulst, Willemien Otten?" Aldus coördinator van het netwerk Anne-Marie van Gijtenbeek, die haar collega's oproept om de vrije keus te benutten om een vrouw te nomineren. Aldus geschiedde: onder meer Rosi Braidotti en Riet Schenkeveld-van der Dussen werden nog genoemd.

Albert Cornelissen, decaan van Diergeneeskunde mist ook een belangrijke vrouw: "Jeanette Donker-Voet. Zij heeft voor de toegang van meisjes tot de diergeneeskunde dezelfde betekenis gehad als Aletta Jacobs enige decennia eerder voor de humane geneeskunde."

Vele stemmers maken gebruik om een eigen kandidaat te nomineren. Medewerker Kees de Pater van geschiedenis van de natuurwetenschappen biecht bijvoorbeeld op dat hij Petrus van Musschenbroek naar voren heeft geschoven: "Ik begrijp niet dat deze Europa-breed befaamde natuurwetenschapper die de denkbeelden van Newton in Utrecht introduceerde, niet in de voorselectie is opgenomen. Hij was van 1723 tot eind 1739 hoogleraar in Utrecht, waar hij zijn wetenschappelijke verhandelingen over het magnetisme publiceerde."

Genoemd zijn voorts universiteitshoogleraar Paul Schnabel, KNAW-directeur Wiljan van den Akker en de hoogleraren Plasterk en Duistermaat. Ook Jan Tinbergen wordt genoemd, hoewel die met de UU niets had uit te staan. Dat geldt in verhevigde mate voor Martin Drent, die bij de redactie alleen bekend is als Groningse groenteboer en reserve-spits bij FC Groningen!

AH

Stemmen kan nog tot 19 november. Ga naar www.ublad.uu.nl/degrootste

Ook in Groningen, het enige andere universitaire onderzoeksinstituut op farmaceutisch gebied, wordt kwalitatief goed onderzoek verricht. Maar daar zou iets beter management geen kwaad kunnen. Het rapport beslaat de periode 1996-2001.

Over Utrecht bevat het rapport eigenlijk alleen maar lovende woorden. De onderzoeksleiders krijgen lof toegezwaaid voor hun leiderschap, terwijl de leiding van het onderzoeksinstituut UIPS wordt geprezen om de manier waarop zij haar instituut een centrale en strategische positie heeft weten te bezorgen binnen het Academisch Biomedisch Centrum. Ook over de in deze tijden van innovatie zo cruciale samenwerking met het bedrijfsleven is de commissie tevreden. De staf is succesvol in het starten van spin-off bedrijven en werkt in verschillende netwerken samen met belangrijke industriële partners. Bijna de helft van de staf is aangesteld met geld van de industrie.

Schaduwkant van die gerichtheid op de industrie is dat de faculteit relatief slecht scoort in de zogeheten tweede geldstroom, die bestaat uit subsidies van onderzoekorganisatie zoals NWO. Ook is het de commissie opgevallen dat hoogleraren schitteren door afwezigheid in prestigieuze nationale fora zoals de Gezondheidsraad, de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen en gebiedsbesturen van NWO.. Zonder het met zoveel woorden te zeggen, suggereert zij dat wat meer evenwicht in dezen op zijn plaats zou zijn.

Een nieuw aspect in de visitatie was dat beide instituten de commissie hebben gevraagd om niet alleen de kwaliteit van het onderzoek, maar ook de maatschappelijke inbedding ervan te beoordelen. Daarmee is weinig mis, constateert de commissie. Naast de al genoemde contacten met het bedrijfsleven is er ook intensief contact met onder meer artsen- en patiëntenorganisaties en met organisaties op het gebied van zorg en welzijn.

Over de hele linie krijgt Utrecht wat meer waardering dan de Groningse collega’s. Een van de argumenten daarvoor is het feit dat Utrecht farmacie heeft ondergebracht in een aparte faculteit, terwijl de Groningers hun onderzoek over de faculteiten Medische Wetenschappen en Wiskunde & Natuurwetenschappen hebben verdeeld. Dat kan efficiënter, zegt commissievoorzitter en emeritushoogleraar diergeneeskunde Joost Ruitenberg: "De bevelslijnen zijn in Utrecht korter." Een opmerkelijke uitspraak in het licht van de plannen voor één Utrechtse bètafaculteit. Al even opmerkelijk in dat licht is het grote belang dat de commissie hecht aan de samenwerking van farmaceutische onderzoekers met collega’s in het Academisch Biomedisch Centrum. Met name de goede samenwerking met immunologen en hersenonderzoekers uit het UMC Utrecht wordt gewaardeerd. Over contacten met partners in de bètafederatie wordt in het rapport met geen woord gerept.

EH / HOP