Nieuws

Buitenlandse hoogleraar moet Nederlands spreken

Het leek een plausibel argument, maar tot zijn verbazing stuitte de student op een zeer vastberaden bestuursteam. “Geen sprake van”, vond opleidingsdirecteur Peter de Gijsel, “buitenlanders die in Nederland komen werken, moeten wat mij betreft Nederlands spreken. En als ze dat niet kunnen, dan leren ze het maar. Dat getuigt van integratievermogen. Wij willen hier geen mensen die op hun eigen eilandje blijven zitten.” Dat het onderwijs in Utrecht steeds Engelstaliger wordt, was wat De Gijsel betreft geen argument. “Dat mag wel zo zijn, maar ik denk dat we ook nog heel lang Nederlandstalig onderwijs blijven geven. Dit is Maastricht niet.”

Ook bij de andere raadsleden vond Kaijser weinig steun. “Je kunt beter slecht Nederlands dan geen Nederlands spreken”, hield de Duitse hoogleraar Brigitte Unger haar mederaadslid voor. Daarmee was de discussie beslecht. In het (Engelstalige) structuurrapport blijft staan dat de nieuwe hoogleraar in het Nederlands moet kunnen doceren. Niet onhandig trouwens, want dan kan hij straks bij het koffieapparaat tenminste ook zijn collega’s uit Amerika, België, Duitsland, Engeland, Israël, Italië, Mexico, Nederland, Oostenrijk, Peru, Rusland en Suriname verstaan.

XB

Selectie aan de poort, maar hoe?

Bacheloropleidingen die hun studenten op kwaliteit willen selecteren kunnen hun gang gaan. Van het kabinet hoeft er zelfs niet meer mee geëxperimenteerd te worden. De instelling die wil kan er volgend studiejaar gewoon mee beginnen. Maar dat ‘Den Haag’ er uit is, betekent niet dat overal de tegenstand is overwonnen. Veel instellingen van hoger onderwijs zijn afwachtend tot sceptisch, of zelfs mordicus tegen. Ook Utrecht is niet enthousiast.

Het ingezonden stuk dat hoogleraar psychologie Pieter Drenth op 8 april in NRC Handelsblad schreef, was koren op de molen van de tegenstanders. De oud-voorzitter van de Commissie toelating numerus fixusopleidingen zette alle tegenargumenten nog eens op een rij: het vwo-diploma selecteert al voldoende, eindexamencijfers voorspellen het studietempo beter dan IQ-tests, enigszins betrouwbare procedures zijn veel te duur voor het Nederlandse hoger onderwijs en sollicitatiebrieven zijn fraudegevoelig, want die kun je overschrijven. Maar ook selectie op grond van motivatie is onzinnig, vindt Drenth. "Motivatie is geen blijvende, stabiele karaktereigenschap die je vroegtijdig kunt meten en die een voorspellende kracht heeft.”

Professor Ted Splinter van de Rotterdamse faculteit geneeskunde is het niet met Drenth eens. Hij is juist heel tevreden over de resultaten van decentrale selectie in zijn faculteit. "De scholieren moeten allereerst een brief sturen. Als die brief scheef is afgescheurd uit een kladblok of er zit een koffievlek op, dan belandt hij ongelezen in de prullenmand. Vergis je niet: dat soort brieven krijgen we echt."

Daarna kijkt Splinter of iemand, naast school, ook nog iets anders heeft gepresteerd. "Heeft hij de motivatie om iets extra's te doen? Heeft hij de zwarte band karate, speelt hij viool op hoog niveau, heeft hij bestuurswerk gedaan?" Wie door die selectieronde komt, moet in de vakantie een paar cognitieve tests komen maken. Op grond van die twee criteria - buitenschoolse activiteiten en cognitie - kiest hij de studenten uit.

Met succes, zo lijkt het, want de geselecteerde studenten doen het goed. "Dankzij ons idiote lotingssysteem hebben we een paar controlegroepen. Studenten die we afwijzen komen via de Groningse tombola soms toch bij ons terug. Anderen, die niet gesolliciteerd hadden, komen uitsluitend via loting binnen. Een derde groep mocht sowieso instromen, want die had gemiddeld een acht of hoger gescoord op het eindexamen."

De op hun kwaliteiten geselecteerde scholieren hebben gemiddeld dezelfde eindexamencijfers als de scholieren die zijn ingeloot. Toch presteren ze beter, namelijk net zo goed als de acht-plussers, die zonder loting mochten instromen. Bovendien is de uitval in de propedeuse in Rotterdam slechts drie procent, terwijl die gemiddeld vijftien procent is.

Splinter begrijpt de kritiek van Drenth. "Als je via een test alleen een momentopname maakt, kom je inderdaad erg weinig te weten. Maar betrek je de buitenschoolse activiteiten in de beoordeling, dan heb je ineens een veel completer beeld. Want niemand haalt in twee weken even snel die zwarte band karate en niemand speelt in twee weken goed viool." De hoogleraar verwacht dat de goede selectieresultaten de komende jaren bevestigd zullen worden.

Toch hebben veel gezaghebbende bestuurders weinig op met selectie aan de poort. De Utrechtse collegevoorzitter Yvonne van Rooy heeft een- en andermaal duidelijk gemaakt dat zij de voorkeur geeft aan een bindend studieadvies als manier om de bokken van de schapen te scheiden. Ook voormalig dean Hans Adriaansens van het University College ziet weinig in algehele selectie aan de poort. "Je kunt veel zeggen van ons onderwijssysteem, maar Nederland heeft al heel selectief voortgezet onderwijs. Het vwo-diploma is een prachtig diploma. Selecteren heeft zin als je wilt weten of iemand bij een opleiding met specifieke kenmerken past, bijvoorbeeld bij het University College.

Je moet studenten niet selecteren met als enige vraag: zijn ze bestand tegen ons slechte onderwijssysteem? Van de middelbare scholieren is 95 procent gemotiveerd. Je moet die motivatie alleen niet binnen drie weken om zeep helpen. Je moet goed onderwijs bieden. Als ze dan niet vreselijk ziek of verliefd worden, kunnen ze heus wel hun diploma halen."

Ook de Utrechtse Farmaciedecaan Daan Crommelin zet vraagtekens bij selectie aan de poort. Volgens Crommelin, die het college van bestuur inmiddels heeft gemeld dat zijn faculteit nadenkt over invoering van een bindend studieadvies, is die laatste vorm van selectie, na afloop van het eerste jaar, vele malen zinniger dan selectie voor aanvang van de studie. “Nog los van het feit dat selectie aan de poort waarschijnlijk ontzettend veel tijd en geld gaat kosten, zou ik niet weten waarop ik aanstaande studenten zou moeten selecteren”, zei hij deze week in de faculteitsraad. “De meeste eerstejaars hebben, als ze hier binnenkomen, geen flauw idee wat farmacie is. Na een jaar ligt dat anders. Dan weten ze wat de studie inhoudt en dan kun je dus ook pas beoordelen hoe capabel en gemotiveerd ze zijn om hun opleiding af te maken.”

HOP/ EH

'Serieverkrachter zat in trein naar Geldermalsen'

De vrouw vertelt in het programma een paar jaar geleden tegenover de serieverkrachter te hebben gezeten in een trein naar Geldermalsen. Zij stapte in Houten uit om de politie te waarschuwen. Maar zij werd vervolgens zo traag geholpen dat de man niet kon worden aangehouden. Daarna heeft de serieverkrachter nog nieuwe slachtoffers gemaakt.

De vrouw zegt te weten hoe de serieverkrachter er uit ziet, omdat zij in 1996 bij toeval de man tegenkwam. Bij het viaduct op de Weg tot de Wetenschap werd haar aandacht op een avond getrokken door het vreemde gedrag van een fietser. Hij leek onwel te zijn geworden. De vrouw ging naar hem toe om naar zijn toestand te informeren en herkende in hem de serieverkrachter. De man leek op een naaste collega, die ooit door de politie als mogelijke verdachte was aangemerkt. Bovendien had hij de in het politiesignalement genoemde oorbel.

De vrouw zegt de man naast de genoemde ontmoetingen nog vaker te hebben gezien. Eenmaal opnieuw bij het viaduct op De Weg tot de Wetenschap, een keer op een kruispunt nabij Zeist en een laatste keer in Culemborg. De vrouw komt nu met haar verhaal naar buiten om mogelijke nieuwe slachtoffers te voorkomen.

De GroenLinks-fractie in de gemeenteraad noemt het schokkend dat niet elke aanwijzing over de serieverkrachter op een goede wijze door de politie wordt behandeld en wil uitleg van het gemeentebestuur. Een woordvoerder van de Utrechtse politie stelt dat informatie over de telefonische melding vanuit Houten bij de politie niet terug te vinden is. "Maar als het zo is gegaan als deze mevrouw stelt dan spijt ons dat zeer."

XMB

'Serieverkrachter zat in trein naar Geldermalsen'

De vrouw vertelt in het programma een aantal jaar geleden tegenover de serieverkrachter te hebben gezeten in een trein naar Geldermalsen. Zij stapte in Houten uit om de politie te waarschuwen. Vervolgens werd zij echter telefonisch zo traag geholpen dat de man niet kon worden aangehouden.

De vrouw zegt te weten hoe de serieverkrachter er uit ziet omdat zij in 1996 per toeval in aanraking kwam met de man. Bij het viaduct op de Weg tot de Wetenschap werd haar aandacht op een avond getrokken door het vreemde gedrag van een fietser. Toen zij naar de man toeging om naar zijn toestand te informeren, herkende zij in hem de serieverkrachter. De man leek op een naaste collega, die ooit door de politie als mogelijke verdachte was aangemerkt, en had bovendien de in het politiesignalement genoemde oorbel.

De vrouw zegt de man naast de genoemde ontmoetingen nog meerdere keren te hebben gezien. Eenmaal opnieuw bij het viaduct op De Weg tot de Wetenschap. Ook zag zij hem op een kruispunt nabij Zeist en een laatste keer in Culemborg. De vrouw stelt nu met haar verhaal naar buiten te komen om mogelijke nieuwe slachtoffers te voorkomen.

De GroenLinks-fractie in de gemeenteraad noemt het schokkend dat niet elke aanwijzing die over de serieverkrachter bij de politie binnenkomt op een goede wijze wordt behandeld en wil uitleg van het gemeentebestuur. Een woordvoerder van de Utrechtse politie stelt dat informatie over de telefonische melding vanuit Houten bij de politie niet terug te vinden is. "Maar als het zo is gegaan als deze mevrouw stelt dan spijt ons dat zeer."

xb

De uitzending van Netwerk is te bekijken op: www.netwerk.tv

Gewelddadig incident bij Varsity krijgt staartje

De Amsterdamse student stond in het toeschouwersgedeelte naar de roeiwedstrijd te kijken toen hij uit het niets door een aantal Delftse studenten werd bestormd. Zij wilden zijn stropdas hebben. Op een gegeven moment lag hij op de grond en stonden negen Delftse studenten hardhandig aan hem te trekken. Nadat de das het had begeven en de jongen buiten bewustzijn was geraakt, gooiden zijn belagers hem in het water.

De brandweer viste de bewusteloze jongen die inmiddels water in de longen had gekregen, uit het kanaal en bracht hem naar de EHBO-post. Vervolgens heeft de politie een gedeelte van het toeschouwersterrein afgezet om de ongeregeldheden veroorzaakt door agressieve Delftse studenten in de kiem te smoren.

Afgelopen week heeft de Amsterdamse student aangifte gedaan van zware mishandeling, openlijke geweldpleging en poging tot doodslag. Hij heeft van een fotograaf die het hele voorval heeft vastgelegd de foto's gekregen. De politie van Houten is een onderzoek gestart, maar heeft nog geen verdachten aangehouden.

Het Delfts Studenten Corps (DSC) bekent betrokkenheid en is een intern onderzoek begonnen om de schuldige leden op te sporen. Welke straf daar voor hen uit voortkomt, is nog onduidelijk. Het DSC betreurt het voorval ten zeerste en heeft een excuusbrief gestuurd naar alle verenigingen die zijn aangesloten bij de Nederlandse Studenten Roeifederatie (NSRF).

Het is voor het eerst in de 121-jarige geschiedenis van de Varsity dat studenten op een dusdanige manier het evenement ontsieren. De Koninklijke Nederlandse Studenten Roeibond (KNSRB), het overkoepelend orgaan achter de wedstrijd, zegt passende maatregelen te nemen om herhaling van een dergelijk voorval te voorkomen.

MvdH

Sociale Wetenschappen gaat reorganiseren

Al eerder was bekend geworden dat de faculteit als gevolg van de universitaire kortingen in de periode tot en met 2007 een bedrag van rond twee miljoen euro moet bezuinigen. Omdat zowel de verhouding tussen onderwijs en onderzoek als die tussen gedrags- en maatschappijwetenschappen in de afgelopen jaren was scheefgegroeid, werd eind vorig jaar besloten tot een algehele herstructurering van onderwijs en onderzoek. Ook de ondersteuning zal aan een nader onderzoek worden onderworpen.

Na een gesprek met collegevoorzitter van Rooy heeft de faculteit vorige week besloten om de herstructurering in formele zin als reorganisatie te betitelen. Volgens directeur Dirksen is dat vooral gebeurd omdat de faculteit alleen op die manier in aanmerking komt voor geld uit een sociaal fonds dat door het college in het kader van de bezuinigingen in het leven is geroepen. Dat geld is bedoeld om medewerkers te ondersteunen, wier baan als gevolg van de reorganisatie verdwijnt.

De directeur van Sociale Wetenschappen kan nog niet zeggen wat de gevolgen van de reorganisatie voor de medewerkers zullen zijn. Het streven van het bestuur is erop gericht om gedwongen ontslagen te voorkomen, maar honderd procent zekerheid is in dat opzicht niet te geven, aldus Dirksen, die komend najaar meer duidelijkheid verwacht. Wel kan hij nu al zeggen dat zijn faculteit niet zal kiezen voor de bij Geowetenschappen ingeslagen route. In die faculteit krijgen oudere medewerkers de kans om tegen gunstige voorwaarden te vertrekken. "Ook bij ons is de nood hoog," aldus Dirksen, "maar zo erg als bij Geowetenschappen is het hier gelukkig nog niet."

EH

Meer vrouwen promoveren

Een en ander blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Bureau van de Universiteit Utrecht. Vooral in het cluster gedrag- en maatschappijwetenschappen doen vrouwen het goed. In 2002/2003 werd daar 57 procent van de proefschriften door een vrouw geschreven. De Utrechtse faculteit Sociale Wetenschappen telde vorig jaar zelfs 18 vrouwen onder zijn 27 promovendi.

In de hoek van de gezondheid is zowel landelijk gezien als in Utrecht ongeveer de helft van de promovendi vrouw. Als vanouds doen vrouwen een stuk minder hard mee in de bèta- en technische vakken. Toch is ook daar hun aandeel stijgende. De Utrechtse faculteit Farmaceutische Wetenschappen kon vorig jaar onder zijn 16 promovendi zelfs negen vrouwen noteren.

Opmerkelijk is het geringe percentage vrouwelijke promovendi in de twee kleinste Utrechtse faculteiten. Van de 11 nieuwe theologische doctores waren er vorig jaar maar drie van het vrouwelijk geslacht, de twee promovendi bij Wijsbegeerte waren in 2003 beiden man.

Sinds 1994 is het aantal promoties in Nederland op ongeveer 2500 blijven steken, na een spectaculaire groei die in de jaren tachtig inzette. In de jaren zeventig werden per jaar maar zo'n zevenhonderd proefschriften geschreven. In 2002/2003 werd ons land 2580 proefschriften rijker. In Utrecht is nog wel sprake van een stijging. Met 411 proefschriften werd in het kalenderjaar 2003 een nieuw record geboekt.

HOP / EH

Gaat de Europese wetenschap ten onder?

Plasterk, hoogleraar ontwikkelingsgenetica aan de UU en directeur van het KNAW-Hubrecht Laboratorium voor Ontwikkelingsbiologie in De Uithof, vraagt zich in zijn lezing dan ook af of de Europese wetenschapsbeoefening binnen afzienbare tijd ten onder zal gaan. 'Europa, het nieuwe Atlantis?', aldus de titel van zijn lezing.

De Europese achterstand is niet zozeer een kwestie van geld of talent, maar meer van verouderde structuren binnen universiteiten, constateert de bioloog. Er zijn onvoldoende mogelijkheden voor jong talent en er is sprake van een geringe mobiliteit van wetenschappers. De manier waarop in Europa de wetenschap tot dusver wordt gestimuleerd, biedt volgens Plasterk weinig hoop voor de toekomst.

Plasterk geniet landelijke bekendheid als columnist van De Volkskrant en van het tv-programma Buitenhof. Binnenkort zal hij tevens een standaard-optreden verzorgen in het nieuwe VARA-wetenschapsprogramma "Nieuwslicht' (zie het Online-nieuwsbericht hieronder van 9 april). Dit jaar treedt hij tevens op als voorzitter van de jury van de Libris-literatuurprijs (zie daarvoor het interview in het Ublad van aanstaande donderdag).

De David de Wied-lezing wordt georganiseerd door een gelijknamige stichting van de UU, CenE Bankiers en het Utrechts Nieuwsblad. De lezing is vernoemd naar de onlangs overleden hoogleraar en directeur van het Farmacologische Instituut van de Utrechtse faculteit Geneeskunde. Eerdere sprekers waren onder meer prof.dr. Frans de Waal en prof.dr. Dick Swaab.

AH

Steeds meer Marokkaanse ouders voeden hun kinderen 'Nederlands' op

Over Marokkaanse ouders heerst doorgaans het beeld dat zij als opvoeders na de migratie stil zijn blijven staan. Dit beeld verdient nuancering, zo blijkt uit de literatuurstudie 'Continuity and change in Moroccan socialization', die werd uitgevoerd door Mariëtte de Haan van de faculteit Sociale Wetenschappen en Trees Pels van het Verwey-Jonker Instituut.

De onderzoekers constateren weliswaar dat sommige waarden en gebruiken uit het thuisland in Nederland een taai leven hebben. Zo blijft een zekere scheiding en hiërarchie tussen de seksen en generaties nog lang als ideaal gelden. Maar daar staat tegenover dat de autonomie van vrouwen en jongeren snel toeneemt.

Opmerkelijk is vooral de andere manier van leren die Marokkaanse kinderen zich in Nederland eigen maken. In Marokko leren kinderen vooral door observatie en imitatie. De kring van leeftijdgenoten speelt daar een belangrijke rol in de socialisatie. In Nederland leren kinderen meer door directe instructie. Ouders trekken de opvoeding meer naar zich toe en voelen meer noodzaak tot een directe bemoeienis met kinderen.

Een voorname reden daarvoor is dat ouders veel nieuwe vragen op zich afkrijgen, door de migratie en het opvoeden in Nederland. Een andere oorzaak is dat het informele netwerk minder steun en controle biedt dan in Marokko. Bovendien ontstaat er in de verhouding met kinderen meer tweerichtingsverkeer. Tenslotte gaan, door transnationale (internet)contacten, ook de moderniseringsprocessen in Marokko zelf niet ongemerkt aan oud en jong voorbij, aldus de onderzoekers.

EH

Competitie voor UIT-lied 2004

Het is dit jaar voor het eerst dat het UIT-lied via een competitie zal worden uitgekozen. Tot nu toe werden studentenbands aangezocht om een nummer te schrijven. De afgelopen twee jaar viel de band Sigs die eer te beurt.

Dit jaar krijgt elke band met voldoende creatieve inspiratie de kans om mee te dingen naar de hoofdprijs, een optreden van 9 tot 12 augustus voor in totaal zo'n drieduizend Utrechtse studenten. Het eerste optreden vindt plaats in het Beatrix theater.

Geïnteresseerde bands moeten voor 17 mei een Nederlandstalig lied bij de Introductiecommissie inleveren. Dat lied moet een originele en niet provocerende tekst hebben, maar muzikaal mag het een 'cover' zijn. De grootste kans maken nummers met een pakkend refrein, aldus de wedstrijdvoorwaarden. Het thema van dit jaar (UIT=IN!) en het jaartal 2004 moeten in het refrein voorkomen

Uit de bands die een demo op cd of tape insturen, zal op 7 augustus de winnaar worden gekozen. Hoewel de competitie in eerste instantie is bedoeld voor studentenbands, kunnen ook andere groepen deelnemen. "De Dijk? Ja hoor, die mogen ook meedoen als ze willen", aldus een lid van de ICU.

Bands die willen meedingen, moeten hun demo sturen naar: Introductie Commissie Utrecht o.v.v. bandwedstrijd Postbus 80125 3508 TC Utrecht Met vragen kan men terecht op www.introductie-utrecht.nl of bij Maartje Vooijs: programma1@introductie-utrecht.nl

EH