Nieuws

Eenheidsworst is ongewenst

Hoger onderwijs moet zich scherper profileren

Hogescholen en universiteiten moeten zich in de zeer nabije toekomst scherper profileren. Eenheidsworst is ongewenst. Wat Nijs betreft kan de profilering via een rechtstreekse kwaliteitsvergelijking. Het hoger onderwijs moet daarom ook af van de 'uniforme' programmering. Op tien plaatsen een psychologiestudie aanbieden, is onnodig. Daarnaast moet er selectie aan de poort komen en collegegelddifferentiatie.

Het hoger onderwijs krijgt bovendien te maken met prestatieafspraken. Het ministerie wil eerst met de koepelorganisaties inhoudelijk overleggen over dit plan en vervolgens per instelling de invulling bepalen.

Het HOOP rept voorts van 'verdere krachtenbundelingen' in het hoger onderwijs, waarbij de sectorplannen een bepalende rol gaan spelen. Nijs wil alle onderdelen van het bestaande opleidingsaanbod flink doorlichten. Op haar weblog doet de staatssecretaris uit de doeken dat ze voortaan wil 'kijken wat de sterke punten zijn per universiteit en daar verder op doorbouwen'.

Nijs zegt daar liever geld aan uit te geven dan aan instellingen die voor een zo breed mogelijk aanbod gaan. De 'kleintjes' onder de studies hoeven overigens niet direct voor hun voortbestaan te vrezen: de ondergrens van het aantal studenten verschilt per sector. Voor het uitbouwen van de sectorplannen is dit jaar al vijf miljoen euro vrijgemaakt op de OCW-begroting.

Opvallend is dat Nijs' plannen om voortaan alleen maar de eerste studie te betalen weer in ere zijn hersteld; dit keer met goedvinden van de ministerraad. Tijdens het kabinet Balkenende I verkeerde de staatssecretaris nog in politieke doodsnood, nadat minister Van der Hoeven een streep door dit idee haalde.

Omdat via het concept HOOP 2004 nogal een omslag in het hoger onderwijs moet worden geforceerd, is de staatssecretaris voornemens om een dikke streep door de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) te halen. Volgens Nijs "biedt de huidige WHW onvoldoende ruimte". Hoe de wet precies vervangen gaat worden, wordt later dit jaar duidelijk.

De hogeronderwijskoepel HBO-raad is niet erg tevreden met de plannen. De analyse is bekwaam maar, zegt de raad, wordt nauwelijks iets gedaan aan de "dalende rijksbijdrage per student." Ook het nieuwe plan dat de aparte titulatuur voor hbo en wo handhaaft, kan niet door de beugel. Een hbo-bachelorsdiploma zal daardoor in het buitenland als inferieur beschouwd kunnen worden. De raad betreurt dat Nijs zich richt op de beste studenten in plaats van te zorgen dat iedere student op de juiste plaats terechtkomt. Positief is de HBO-raad over het streven dat de deelname aan het hoger onderwijs omhoog moet, en dat daarvoor een belangrijke rol is weggelegd voor de hogescholen.

Scepsis over de selectieplannen is er ook bij universiteitenvereniging VSNU, al laat een woordvoerder weten de experimenten die nu worden gelanceerd met belangstelling te volgen. Over het algemeen kan de VSNU zich redelijk vinden in de plannen van Nijs. "We delen haar analyse en zijn benieuwd wat voor toekomstvisie er uit het overleg met het ministerie komt." Over de actieplannen en prestatieregelingen wil de VSNU pas hardop nadenken na de algemene vergadering.

Studentvertegenwoordigers LSVb en ISO hebben maar weinig vertrouwen in de plannen van Nijs. "Kennisland komt er niet" kopten de berichten die de LSVb over het HOOP rondstuurde. "Het is schrijnend om te zien dat in het HOOP vooral wordt stilgestaan bij wat het onderwijs de Nederlandse economie kan opleveren." Ook het ISO signaleert dat de student niet al te prominent aanwezig is in het HOOP en dat ook de kwaliteit van het onderwijs ondergeschikt is gemaakt aan de economische belangen van de regering.

HOP

Utrecht kiest voor financiering per studiepunt

Dat is de kern van het voorstel dat het college van bestuur naar de Universiteitsraad heeft gestuurd. De voornaamste reden voor de voorgestelde verandering is dat faculteiten op deze manier sneller worden betaald voor geleverd onderwijs. In het oude systeem werd een groot deel van het budget voor onderwijs uitgekeerd op basis van de door studenten behaalde doctoraaldiploma's. Dat betekende niet alleen dat faculteiten vaak lang op hun geld moesten wachten, maar ook dat zij geld misliepen als studenten tussentijds stopten. Een bijkomend voordeel van studiepunt- financiering is dat tussen faculteiten geen ingewikkelde verrekening meer hoeft plaats te vinden voor bijvakonderwijs.

In het nu voorgestelde model wordt zeventig procent van het voor onderwijs beschikbare budget uitgekeerd op basis van behaalde studiepunten. Omdat bèta-onderwijs volgens het college van bestuur nog steeds duurder is dan alfa-gamma onderwijs, is ervoor gekozen om de huidige opslag van vijftien procent voor bèta's voorlopig te handhaven. Dit kalenderjaar zal worden bekeken hoe realistisch dat percentage is. Om de faculteiten te stimuleren hun studenten een diploma te bezorgen, wordt twintig procent van het universitaire onderwijsbudget gekoppeld aan behaalde diploma's. De resterende tien procent wordt uitbetaald naar rato van het aantal inschrijvingen.

Geneeskunde en Diergeneeskunde worden voorlopig nog op de huidige manier betaald. De reden is volgens het college dat met name over de bekostiging van het landelijke geneeskunde- onderwijs nog volop wordt gediscussieerd. Bovendien is op beide faculteiten de bachelor-master structuur nog niet ingevoerd. Een tijdelijke uitzonderingspositie voor deze faculteiten is dan ook geen bezwaar. Biomedische wetenschappen stapt wel over naar het stelsel van studiepuntfinanciering.

Uit een bij het voorstel gevoegd overzicht blijkt dat het nieuwe stelsel voor de meeste faculteiten weinig gevolgen zal hebben. Recht, Economie en Bestuur, Godgeleerdheid en Farmacie gaan er het sterkst op vooruit; voor Wijsbegeerte en Natuur- en Sterrenkunde dreigt een lichte teruggang.

EH

Koudere winters op komst

De prognose van Selten is het resultaat van een groot klimaatonderzoek dat vorig najaar door het KNMI werd uitgevoerd, samen met het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek van de Universiteit Utrecht. In het kader van dat onderzoek werd een Amerikaans klimaatmodel voor de periode tot 2080 in totaal 62 maal doorgerekend, telkens met een kleine en willekeurig aangebrachte verstoring in de begintemperatuur. Al in oktober bracht het KNMI de eerste resultaten van het onderzoek naar buiten. Niet alleen zal de gemiddelde temperatuur tot 2080 met rond anderhalve graad stijgen, extreem koude winters worden in ons land steeds zeldzamer. Uit nadere berekeningen blijkt nu dat die prognose weliswaar klopt, maar dat desondanks de gemiddelde wintertemperatuur in ons land de komende tijd lager wordt. Dat hangt samen met een afname van de zogeheten Noord-Atlantische oscillatie, die de afgelopen tijd verantwoordelijk was voor de vele extreem zachte winters.

EH

Zie voor meer informatie:

http://www.knmi.nl/onderzk/CKO/Challenge/challenge.html

Weer opvang voor Kikkerkinderen

Vier kindergroepen kunnen al binnen drie weken terugkeren naar De Uithof. Het betreft de groepen die in het nieuwere gedeelte van De Kikker zaten. Zij bivakkeren voorlopig in kinderdagverblijf 't Springertje aan de Springweg.
De opvang van de groepen die gehuisvest waren in het oude, afgebrande, deel levert grotere problemen op. Een groep moet naar een kinderdagverblijf in de Adriaanstraat vlakbij de Biltstraat, een ander naar een verblijf bovenin het AXA-gebouw aan de Graadt van Roggenweg. De derde groep De Bever is de enige groep die uit elkaar valt. De Beverkinderen worden verspreid over groepen in de in november opgeleverde Uithoflokatie De Kleine Kikker naast De Kikker aan de Toulouselaan
Vooral een aantal ouders van de groepen die niet naar De Uithof terugkunnen en de ouders met meerdere kinderen op De Kikker bleven met vragen zitten. Maar over het algemeen was er grote waardering voor de manier waarop de crisis werd bezworen.

XB

Kinderopvang gedeeltelijk onmogelijk

IBOX kinderopvang hoopt vanaf dinsdag kinderen onder te brengen bij kinderdagverblijven op andere lokaties in Utrecht. Voor de drie opvanggroepen die gehuisvest waren in het afgebrande deel van het gebouw is een structurele oplossing nodig. De andere groepen zouden binnen afzienbare tijd terug kunnen keren naar De Uithof. Dagelijks biedt De Kikker aan 79 kinderen opvang. In totaal gaat het om zo'n
150 kinderen. Ouders zullen vanavond tijdens een informatiebijeenkomst in kinderdagverblijf De Schildpad in Rijnsweerd worden geinformeerd over de verdere gang van zaken. Tijd: 20.00 uur, adres: Jan Muschstraat 24.

XB

Historisch deel De Kikker afgebrand

De brandweer was om kwart voor één ter plekke. Op dat moment sloegen de vlammen al uit het rieten dak. In totaal werden drie blusvoertuigen ingezet. Ook de brandweer van Kockengen, specialisten in de bestrijding van rietendakbranden, werd ingeschakeld.
Om twee uur gaf de brandweer het sein 'brand meester'. Duidelijk was toen al dat van het monument weinig meer over was. In de oude boerderij waren het kantoorgedeelte en enkele baby/peutergroepen gehuisvest. Het nieuwbouwgedeelte van De Kikker werd gespaard.
Ook de tweede opvanglokatie, de Kleine Kikker, die dit najaar werd geopend liep voor zover nu bekend geen schade op. De politie doet een onderzoek naar de oorzaak van de brand. Over de omvang van de schade is nog niets bekend.

XB

Scheiden doet lijden, niet scheiden óók

Pedagoog Van de Valk hield een langlopend onderzoek van zes jaar waarin ze 3000 jongeren en hun ouders mondeling en schriftelijk vragen stelde. Het klinkt traditioneel, maar opgroeien in een harmonieus gezin bij de twee biologische ouders is nog steeds het beste voor kinderen en jeugdigen, zo blijkt uit haar studie.
Ouders met een slecht huwelijk en gescheiden ouders bieden gemiddeld minder steun en hebben een slechtere relatie met hun kind (of adolescent). Bovendien ontdekte Van de Valk dat zelfs na pakweg 15 jaar jongeren uit gescheiden gezinnen meer psychische en gedragsproblemen hebben dan leeftijdgenoten uit intacte gezinnen. Conflicten tussen de ouders rondom de scheiding spelen daarin een hoofdrol, maar ook een verslechterde opvoeding, verstoorde ouder-kind relaties, financiële problemen en een algemene toename van stress in het gezin spelen mee bij het ontstaan van problemen bij de kinderen.
Van de Valk beveelt aan dat kinderen een stem moeten krijgen als er sprake is van huwelijksproblemen - en de keuze ‘scheiden of niet’ gemaakt moet worden. Zij vindt tevens dat ouders verplicht een of meer counselinggesprekken moeten voeren en dat zij een ouderschapsplan moeten opstellen voordat ze een wettelijke scheiding aanvragen.

AH

Nieuw record: 411 promoties in 2003

411 promoties. Met dat enorme aantal werd het vorige record (390 promoties in 2002) royaal naar de prullenmand verwezen. Grootste aandeel in de aanwas van jonge doctoren had de faculteit Geneeskunde, waar vorig jaar 132 promoties plaats vonden. Twaalf daarvan kwamen op naam van hoogleraar klinische epidemiologie Rick Grobbee, die daarmee 'promotor van het jaar 2003' werd.
Ook de faculteiten Diergeneeskunde en Letteren zagen vorig jaar een opmerkelijke toename van het aantal promovendi. Tegenvallend was het resultaat bij Rechten, waar maar zes jonge onderzoekers hun doctorsbul in ontvangst mochten nemen. Net als in vorige jaren was ook in 2003 weer sprake van een stijging van het percentage vrouwelijke promovendi. Zij maken nu bijna de helft van het totaal uit. Alleen bij Wijsbegeerte promoveerde vorig jaar geen enkele vrouw.


RESULTAAT 2003

TWAALF PROMOTIES
D. Grobbee (Geneeskunde)

ZES PROMOTIES
J. Lammers (Geneeskunde)
A. Beynen (Diergeneeskunde)

VIJF PROMOTIES
A. Hagenbeek (Geneeskunde)
J. Kimpen (Geneeskunde)
M. Viergever (Geneeskunde)
W. Mali (Geneeskunde)
J. van Putten (Diergeneeskunde)
G. Visser (Geneeskunde)

Download een overzicht van promotiestatistieken:
http://www.ublad.uu.nl/specials/promoties.doc

Wil je serieus werk van je onderzoek maken, dan moet je op zoek naar geld?

‘Wil je serieus werk van je onderzoek maken, dan moet je op zoek naar geld’

Eindelijk volop tijd voor onderzoek. Dat is wat Bram Orobio de Castro betreft de grote winst van de VENI-subsidie. “Ik vind onderwijs leuk, maar ik heb indertijd voor Utrecht gekozen vanwege het fundamenteel onderzoek. Dat ik daar nu drie jaar volop de ruimte voor krijg, is een echte buitenkans.”

Het persbericht met de bekendmaking van de VENI-beurzen was nog geen week oud, of in Den Haag werd conrector Hans van Wieren doodgeschoten. “Tja”, zucht Bram de Castro, “mijn onderzoek is helaas hoogst actueel.” Agressief gedrag van jongeren en de vraag in hoeverre dat kan worden ingedamd door hen anders naar hun omgeving te leren kijken. Dat is het thema waarop de Utrechtse VENI-winnaar drie jaar geleden in Amsterdam promoveerde en dat hij met zijn subsidie verder wil onderzoeken.

“Dat sommige mensen zo agressief op hun omgeving reageren, komt omdat hun sociale waarneming ontregeld is”, aldus De Castro. “Daardoor ervaren zij gedrag van anderen heel snel als bedreigend. Als een ander iets zegt of doet, reageren zij meteen agressief, ook al is er van een kwade bedoeling bij die ander geen sprake. Gevolg is dat die op zijn beurt zelf ook boos wordt, wat door de agressieve jongeren weer wordt opgevat als een rechtvaardiging van hun eerste reactie: zie je wel dat ik bedreigd word. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, waar ze niet meer uitkomen. In het kader van mijn promotieonderzoek heb ik dat mechanisme in kaart gebracht.”

Met zijn VENI-beurs wil De Castro een volgende stap zetten. “Ik wil nu gaan kijken op wat voor manier je dat agressieve gedrag kunt beïnvloeden. Dat ga ik onder meer doen door lastige jongens (want dat zijn het meestal) in tweetallen moeilijke opdrachten te laten uitvoeren. In beginsel is het fundamenteel onderzoek, bedoeld om meer te weten te komen over agressief gedrag, maar uiteraard hoop ik dat we er op basis van mijn bevindingen ook iets aan kunnen doen. Het zou mooi zijn als we die jongens kunnen leren om zich eerst af te vragen of de ander iets opzettelijk of per ongeluk deed, voordat ze erop slaan. In het buitenland blijkt zo’n strategie goed te werken, maar de Nederlandse overheid steekt liever miljoenen in stoeptegels met lieveheersbeestjes en in extra cellen dan in onderzoek naar effectieve interventies.”

Oefensessie

Met de VENI-subsidie wil De Castro een testleider voor de uit te voeren experimenten aanstellen en apparatuur aanschaffen om bij de onderzochte jongeren fysiologische metingen te verrichten, bijvoorbeeld naar hun hartslag en hun bloeddruk. Maar nog belangrijker vindt hij de mogelijkheid om met het geld onderwijstijd af te kopen: de grote aantallen studenten bij psychologie leggen immers veel druk op zijn onderzoektijd.

“Na mijn promotie kon ik in Utrecht een contract voor twee jaar krijgen met uitzicht op een vaste aanstelling als docent/onderzoeker, mits ik voldoende zou publiceren en mijn basiskwalificatie zou halen. Als ik dat vergelijk met de situatie van post-docs die zonder enige zekerheid van project naar project springen, was dat een riant aanbod. Maar het betekende wel dat ik net als mijn collega’s hier geacht werd om zestig procent van mijn tijd aan onderwijs te besteden. Op zich is dat geen probleem, want ik geef graag onderwijs. Dat hoort bij de universiteit en ik kan dan ook heel slecht tegen die klaagcultuur onder docenten over het grote aantal studenten. Het is alleen wel waar dat je daardoor niet veel tijd voor onderzoek overhoudt. Zeker in het begin, toen ik nog de ambitie had om alle studenten persoonlijk te kennen, had ik voor mijn onderwijs zelfs aan drie dagen niet genoeg. Wil je serieus werk van je onderzoek maken, dan moet je op zoek naar geld. Dat is je enige kans.”

Bijna een jaar geleden besloot Bram Orobio de Castro (“mijn familie woont al vijfhonderd jaar in Nederland, maar in Amsterdam kreeg ik nog regelmatig een uitnodiging voor een bijeenkomst van allochtonen”) mee te dingen naar een VENI-subsidie. Op 1 mei lag zijn voorstel bij NWO in Den Haag en toen begon een nerveuze periode van afwachten. “Je voorstel gaat om te beginnen naar een aantal reviewers, die bepalen of je doorgaat of niet. Midden in de zomer kreeg ik hun oordeel. Dat was positief en dat betekende dat ik in oktober naar Den Haag moest voor een gesprek met de selectiecommissie. Vooraf had de faculteit een oefensessie georganiseerd met een aantal hoogleraren, die mij alle denkbare vragen stelden. Dat bleek een schot in de roos, want alle vragen die ik in Den Haag kreeg, had ik in Utrecht ook al beantwoord. Ik zat mij echt te verkneukelen.”

De Castro verliet Den Haag met een goed gevoel. Terecht, zo bleek: met een subliem gevoel voor timing liet NWO hem precies één uur voor aanvang van de facultaire Kerstborrel per e-mail weten dat zijn aanvraag was gehonoreerd. De komende drie jaar zit de jonge onderzoeker dus op rozen, maar in die tijd moet hij het wel laten zien, beseft hij. “Dat voelt overigens absoluut niet aan als druk. Integendeel, ik mag nu drie jaar onderzoek gaan doen naar en onderwijs geven over dingen die mij echt interesseren. Geweldig toch?”

EH

Meer weten over de Utrechtse veni- en vici-laureaten? Zie www.ublad.uu.nl

Mogelijk toch fixus psychologie

De Utrechtse universiteit is pijnlijk verrast door de inmiddels gehonoreerde fixus-aanvraag van de drie instellingen. De toestroom van studenten stelt de Utrechtse psychologie-opleiding jaarlijks voor grote capaciteits- en personeelsproblemen. Dit jaar stonden ruim 600 nieuwkomers voor de deur. Door de lotingsprocedures die nu elders zullen plaatsvinden, ligt het gevaar van een nog grotere aanwas in Utrecht op de loer.

Directeur van de psychologie-opleiding prof.dr. Van Son vindt een Utrechtse fixus nu voor de hand liggen. "Dit is een extra argument, bovenop de goede argumenten die we al hadden." Volgens Van Son wordt het de opleiding vrijwel onmogelijk gemaakt deugdelijk onderwijs te verzorgen.

Vorig jaar werd een fixusaanvraag van de opleiding door het college van bestuur geweigerd. Psychologie kreeg wel toestemming voor een proef met een bindend studieadvies in het eerste jaar. Bovendien ging het universitair bestuur akkoord met een maatregel waarbij te late inschrijvers kunnen worden uitgesloten van deelname aan het onderwijs in het eerste semester.

Het college van bestuur heeft nog niet overlegd over de nieuwe situatie. Een woordvoerder van de Informatiebeheergroep waar fixus-aanvragen voor 1 december ingediend hadden moeten zijn, stelt dat de Universiteit Utrecht naar het ministerie zal moeten stappen wanneer het alsnog in september een fixus wil instellen.

XB