Nieuws

'Portfolio onzinnig instrument'

Uit bachelor-enquête Utrecht blijkt:

Het portfolio, het tutorsysteem en de feedback op tentamens en toetsen blijken de zorgenkindjes in de nieuwe Utrechtse bachelor-masterstructuur. Slechts dertien procent van de studenten vindt het portfolio een zinnig instrument. Voor het overige is de eerste lichting studenten redelijk tevreden. Gemiddeld krijgen de opleidingen een 7.1.

Maar problemen zijn er ook. Al langer was bekend dat het portfolio nog niet voldeed als monitor van academische vorming. Driekwart van de eerstejaars studenten heeft wel een portfolio, maar slechts een fractie daarvan werkt er geregeld aan. Bijna een derde van de studenten zegt zelfs het portfolio nooit te gebruiken. Verreweg de meeste eerstejaars zijn er bovendien niet van overtuigd dat het invullen van een portfolio zinvol is. Velen pleiten voor afschaffing.

Hoewel bijna alle studenten (88 procent) in het eerste jaar een tutor hadden en velen minstens twee gesprekken met zijn of haar begeleider voerden, is slechts een kleine 20 procent te spreken over het systeem van studieloopbaanbegeleiding. De gesprekken beperken zich vaak tot de studievoortgang. Studenten vragen om meer persoonlijk contact en beter geïnformeerde tutoren.

Een negatief oordeel wordt er verder uitgesproken over de kwaliteit van de feedback op tentamens en toetsen. Slechts 14 procent van de studenten is daar tevreden over.

In de toekomst denkt de helft van de studenten vakken te gaan volgen buiten de eigen opleiding. Een overgrote meerderheid geeft aan na de bachelorfase een master-opleiding te gaan volgen. Ongeveer de helft zegt dat dat waarschijnlijk in Utrecht zal zijn.

De resultaten van deze enquête worden door het college van bestuur betrokken in de evaluatie van het bachelor-mastersysteem die volgende maand gereed moet zijn. Ook de rapportage van bezoeken van de bachelor-mastercommissie aan alle bachelor-opleidingen worden daarin meegenomen.

XB

Keltisch het best

De bachelorstudenten van de Utrechtse opleidingen zijn over het algemeen redelijk tevreden. Gemiddeld geven de studenten hun opleiding een 7.1. Studenten uit de bèta-hoek (7.3) zijn duidelijk positiever dan alfa- (7.1) of gamma-studenten (6.9). Keltisch blijkt de topscorer in het Utrechtse onderwijsveld. Spaans is de hekkensluiter.

•De vijf beste

Keltische talen en culturen 9 (4*)

Natuur- en sterrenkunde 7.7 (27)

Informatica 7.7 (22)

Engelse taal en cultuur 7.6 (23)

Scheikunde 7.6 (20)

•De vijf slechtste

Spaanse taal en cultuur 6.4 (11)

Algemene natuurwetenschappen 6.5 (22)

Rechtsgeleerdheid 6.6 (104)

Economie 6.6 (52)

Psychologie 6.7 (155)

*Tussen haakjes het aantal geënqueteerde studenten.

Universiteiten overwegen vertrek uit ABP

Wetenschappers worden onevenredig hard in de portemonnee getroffen door het nieuwe pensioenstelsel van het APB, dat in januari ingaat. Dat stellen VAWO (vereniging van wetenschappelijk personeel) en universiteitenvereniging VSNU.

HOP

Toch geen volledig leenstelsel

Het door het Centraal Planbureau gesuggereerde sociaal leenstelsel als studiefinanciering zet geen zoden aan de dijk. Wat de commissie-Vermeend betreft is een volledige lening althans niet aan de orde.

De commissie-Vermeend acht het bewezen dat een volledige lening niet wenselijk is, nadat bekend werd dat meer dan een kwart van de middelbare scholieren aangaf niet voor hoger onderwijs te voelen als ze de volledige kosten later moeten terugbetalen. Wel concludeert Vermeend dat de student in de toekomst meer en langer moeten lenen. Op welke wijze dat invulling moet krijgen, is nog onduidelijk. Bovendien was het niet aan de commissie om dat te bepalen. Die moest 'slechts' inventariseren welke stelselherzieningen mogelijk zouden zijn. Uit de bevindingen van deze commissie zou een volgende, verse commissie moeten kiezen wat de beste optie is voor de stufi van de toekomst.

Studentenvertegenwoordigers ISO en LSVb zijn blij dat de commissie de leenangst heeft erkend. ISO laat ook weten dat wat haar betreft het huidige stufi-stelsel - deels lenen, deels een gift van de overheid - kan blijven als basis.

De commmissie Vermeend werd in het leven geroepen door het eerste kabinet Balkenende, teneinde alternatieven te bedenken voor de prijzige stufi. Aanleiding om nog eens naar de studiefinanciering te kijken was onder meer een idee van het Centraal Plan Bureau, waarin werd gepleit voor een leenstelsel. Studenten zouden na afstuderen het geleende geld naar gelang de hoogte van hun inkomen de IB-groep moeten terugbetalen. Dat zou de staat 3,2 miljard euro kunnen schelen.

Overigens wordt de eindversie van het 'rapport-Vermeend' pas vandaag en dus pas na het verstrijken van onze deadline, gepresenteerd. Willem Vermeend zelf wil pas dan reageren, maar een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs zegt desgevraagd dat de eerderverschenen 'reacties' op een juist rapport zijn gebaseerd.

HOP

Kort Nieuws

Vacaturestop

Verschillende universiteiten hebben door de bezuinigingen een vacaturestop moeten afkondigen. Het gaat vooral om ondersteunend personeel aan in elk geval de universiteiten van Amsterdam en Twente en de Open Universiteit. De maatregelen illustreren de financiële nood waarin de universiteiten verkeren als gevolg van de al jaren durende bezuinigingen. De 'efficiencykorting' van Balkenende I is door het nieuwe kabinet niet ingetrokken. Koepelvereniging van de universiteiten de VSNU spreekt van een zorgwekkende trend. In het jaarverslag had de universiteitenvereniging er al opgewezen dat het niet goed gesteld is met de financiële situatie van haar leden.

Rekenfoutje

De IB-Groep heeft in 2002 een bedrag van 46 miljoen euro verkeerd begroot. Dit heeft echter geen concrete gevolgen voor de uitgaven van de studiebeurzenverstrekker. Dat heeft minister Van der Hoeven de Tweede Kamer laten weten. De 46 miljoen euro had geoormerkt moeten worden als irrelevante uitgaven, en niet als relevante uitgaven. Irrelevante uitgaven van de IB-Groep hebben doorgaans betrekking op de prestatiebeurs. Dat geld is in eerste instantie een lening en wordt later pas een gift. "Het is hoe dan ook een uitgave, maar het bedrag wordt nu niet meegerekend op het begrotingstekort. Dat is alles", laat een woordvoerder van het ministerie weten.

Homo sapiens

Het festival over de 'De maakbaarheid van de mens' van het Rathenau Instituut van zaterdag 1 november in het Amsterdamse Nemo kent vele Utrechtse elementen. Een groot aantal Utrechtse wetenschappers zal een bijdrage aan het programma leveren, onder wie Huub Schellekens, Andre Klukhuhn, Wiel van der Hoek, Ineke Bolt, Jan Vorstenbosch, Margot Trappenburg en Jan Willem Berkelbach van der Sprenkel. Maar ook Utrechts schrijver Ronald Giphart geeft acte de presence. Het festival bestaat uit verschillende debatten, confrontaties, prettige gesprekken met Theo van Gogh, exposities en tentoonstellingen en documentaires allen met natuurlijk het onderwerp maakbaarheid. Het festival duurt van 12 tot 2 uur en wordt afgesloten met een feest. Meer info: www.technologiefestival.nl.

Eigen kennis eerst

Fascisme, chromosoom, laser, raffinaderij, Newton, verzuiling, Molukkers. Een basisschoolleerkracht van groep 8 moet weten wat er achter deze woorden schuilgaat. Maar juffen en meesters hoeven geen parate kennis te hebben van Hippocrates en De Stijl. Dat vinden 162 Utrechtse pedagogiekstudenten.

Bij een canononderzoek wordt een ideale selectie gemaakt van de noodzakelijk geachte kennis: de canon. Daarvoor zijn ten minste twee stappen nodig: onderwerpen moeten genomineerd worden en vervolgens geven deze beoordelaars aan welke van de geselecteerde onderwerpen volgens hen tot de canon moet behoren.

Voor dit onderzoek selecteerde Kohnstamm 22 onderwerpen uit het Cultureel Woordenboek waarvan hij vond dat een onderwijzer van groep 8 ze moest kennen. Met een korte omschrijving werden die voorgelegd aan 162 Utrechtse pedagogiekstudenten van de Universiteit Utrecht. Als driekwart van de beoordelaars vond dat het onderwerp tot de basiskennis van de leraar moest behoren, dan behoorde dat onderwerp tot het canon.

Uiteindelijke vielen slechts zeven onderwerpen onder het canon. Driekwart van de studenten vond het noodzakelijk dat een leraar van groep 8 basiskennis heeft over fascisme, chromosoom, laser, raffinaderij, Newton, verzuiling en Molukkers betekenen. Vijf van de onderwerpen haalden zelfs niet de meerderheid: minder dan 50 procent van de studenten vond het niet nodig dat de leerkracht kennis had van Hippocrates, neurotransmitter, politionele acties, Heijermans en De Stijl. De overige tien onderwerpen kregen tussen de 50 en 75 procent van de stemmen.

Kohnstamm benadrukt dat een andere groep beoordelaars wellicht tot andere uitkomsten geleid had. Bovendien zijn canonreferenda altijd afhankelijk van de kwaliteit van de nominatieprocedure in stap één, en het soort en aantal van beoordelaars in stap twee. Kohnstamm, die van 1963 tot 1970 werkzaam was aan het Pedagogisch Instituut in Utrecht, voegt toe dat er wel veel meer mensen dan 162 nodig zijn om de duizenden onderwerpen uit een dik weetjesboek te laten beoordelen.

RvK

Huurconflict over nieuw bedrijfsverzamelgebouw

De Stichting Incubator beschuldigt het Utrechtse biotechbedrijf Semaia van contractbreuk. Het bedrijf zou op het laatste moment hebben afgezien van het huren van ruimte in het in aanbouw zijnde Alexander Numangebouw in De Uithof. Semaia ontkent dat er sprake is van een huurovereenkomst.

Dit voorjaar trok het bedrijf zich echter plotseling terug. Als reden werd opgegeven de overname van Semaia door het Franse Biotechbedrijf Hybrigenics. Volgens directeur Van Strien is er sprake van contractbreuk, omdat al een overeenkomst gesloten was. Hij heeft Semaia inmiddels voor de rechter gedaagd. Zakelijk directeur De Jonge van Semaia ontkent dat sprake was van een overeenkomst. Hij wil niet uitgebreid op de kwestie ingaan, omdat de zaak onder de rechter is. De Jonge stelt met nadruk dat er geen sprake is van een conflict met de universiteit en het Universitair Medisch Centrum Utrecht, maar uitsluitend van een zakelijk verschil van mening. Volgende week start het voorlopig getuigenverhoor.

Als Semaia gelijk krijgt, betekent dit een strop voor Stichting Incubator dat eerder ook een mogelijke vestiging van het beursgenoteerde bedrijf Crucell zag afketsen. Van Strien geeft toe dat het wegvallen van Semaia een tegenvaller zou betekenen, maar hij spreekt met kracht geruchten tegen die zeggen dat het Numangebouw met leegstand wordt bedreigd. "Het wegvallen van Crucell was geen probleem, omdat Genmab de vrijkomende ruimte graag wilde overnemen. En ook verder loopt het niet slecht. Voor de incubator, het deel van het gebouw dat bestemd is voor jonge starters, heb ik inmiddels met vier bedrijfjes contracten gesloten. Inclusief Genmab is van de 8000 vierkante meter nu ruim 6000 vierkante meter verhuurd. Ik geef toe dat we op meer hadden gerekend, maar dit is bepaald geen slecht resultaat."

EH

Prins Bram of prinses Isa?

Bloothooft kreeg enkele jaren geleden via kinderbijslagverstrekker Sociale Verzekeringbank alle voornamen van Nederlandse kinderen in handen met de bijbehorende postcodes. Na een analyse van de gegevens, noemt hij het opvallend hoe aan de hand van deze koppeling de hele sociaal-economische structuur van Nederland zichtbaar wordt. "Ik had niet verwacht dat die verbanden zo duidelijk zouden zijn. Kijk naar Amsterdam. In de welvarende grachtengordel heten dochters Anne of Eva, in het multiculturele west Fatima en Sara, in de Bijlmer Priscilla en Melissa."

Bloothoofts resultaten staan in het boek 'Over voornamen' dat in januari verschijnt. "Werkelijk toevallig rondom de geboorte van het kind van Willem-Alexander en Máxima", aldus Bloothooft. "We hebben er wel nog even over gedacht het boek aan te gaan bieden, maar het Koninklijk Huis schijnt geen cadeautjes te accepteren."

Prins en prinses kunnen wellicht toch hun voordeel doen met de 'voornaamtrends' die in het boek staan beschreven. Bloothooft: "Het tijdperk van Kevin en Kim is nu echt voorbij. Korte namen als Max en Bram of Emma en Isa doen het erg goed. Verder zijn de Milans en Julians in opkomst."

Hoe zit het met het vernoemen naar idolen? "Dat blijft beperkt. Er wordt vooral gekozen voor 'bekende' namen uit het sociaal-economische milieu. Maar er worden inderdaad kinderen naar soapsterren uit Onderweg naar Morgen vernoemd. Maar ook naar wetenschappers. Archimedes, Aristoteles en Darwin zijn namen die we tegenkwamen. Da Vinci ook. Decibel vond ik zelf wel een opmerkelijke naam met een wetenschappelijke achtergrond. Bij de meisjes zie je weinig namen van wetenschappers. Wel worden soms achternamen van auteurs of kunstenaars als voornaam gebruikt. Beauvoir en Brontë, bijvoorbeeld."

XB

Twijfel over elektronisch stemmen

Het college van bestuur wil dat ook volgend jaar bij de verkiezingen voor de Universiteitsraad elektronisch wordt gestemd. Verschillende raadsleden vrezen echter een chaos en zijn tegen.

Gezien de gang van zaken dit voorjaar zetten verschillende leden van de U-raad deze week in een commissievergadering vraagtekens bij deze wens. "Veel kiezers zijn vol woede en frustratie afgehaakt door de de ingewikkelde procedure met wachtwoorden en stemcodes", hield F. Peters het college voor. Is het wel zinnig om nog door te gaan met elektronisch stemmen, vroeg hij zich af. Kon de universiteit niet beter teruggrijpen op de oude vertrouwde methode van het per post toegestuurde stembiljet?

Collegevoorzitter Veldhuis deed in zijn laatste vergadering in U-raadsverband geen moeite om de zaken mooier voor te stellen dan ze waren. "Wij vinden het heel vervelend dat het zo is gelopen. Er is gruwelijk veel misgegaan. Maar voor een deel waren het incidenten, die volgend jaar zeker niet weer zullen optreden. Ik zie dan ook geen reden om het experiment nu al te stoppen. Uiteindelijk heeft het vorig jaar wél goed gewerkt. En ook in Groningen (dit jaar een opkomst onder studenten van 42 procent, red.) loopt het op rolletjes."

Veldhuis beloofde de raad een aanvullende brief, waarin het college nader zal ingaan op een aantal hete hangijzers, maar bezwoer de leden het experiment niet nu al af te blazen. Op basis van die aanvullende informatie zal de Universiteitsraad in december zijn definitieve standpunt bepalen.

EH

Faculteiten blind voor bezuinigingen

Het merendeel van de Utrechtse faculteiten moet zijn huiswerk overdoen en zo snel mogelijk een realistische meerjarenbegroting presenteren. Daaruit moet blijken hoe zij hun financiële problemen in de periode tot 2008 denken op te lossen.

Tijdens de voorbereiding van de meerjarenbegroting 2004-2008 had het college de faculteiten op het hart gedrukt om de realiteit onder ogen te zien en pijnlijke keuzes als gevolg van de bezuinigingen niet nodeloos voor zich uit te schuiven. Volgens collegelid W. Kardux hadden de faculteiten - met uitzondering van Letteren en Godgeleerdheid - echter onvoldoende gehoor aan deze oproep gegeven.

In het gros van de ingeleverde begrotingen was weinig van keuzes te merken. In plaats daarvan leverden veel faculteiten begrotingen in waarop een tekort prijkte.

Volgens Kardux blijkt hieruit dat de penibele financiële situatie, waarin de universiteit verkeert, ondanks alle waarschuwingen nog steeds wordt onderschat. Hij zegt te vrezen dat in tal van faculteiten - en diensten - niet aan een reorganisatie valt te ontkomen. Tegen die achtergrond is het volgens het voor de financiën verantwoordelijke collegelid bittere noodzaak voor de onderdelen om de tering zo snel mogelijk naar de nering te zetten.

Eén van de faculteiten die een niet sluitende begroting inleverde is

Geowetenschappen. Volgens directeur Adelaar is dat bewust gedaan om bij zijn medewerkers niet bij voorbaat elke prikkel weg te halen om extra inkomsten binnen te halen. "Wij vinden de prognose van het college van bestuur over onze inkomsten op onderdelen te somber. Men kijkt in het Bestuursgebouw naar mijn mening te veel alleen met een boekhoudkundige bril naar de cijfers. Zelf verwachten wij aanzienlijk beter te kunnen scoren, maar dat lukt natuurlijk niet

als we zo rigoreus in het onderzoek en onderwijs moeten snijden als het

college wil. Wij hebben dat op sommige plekken trouwens wel degelijk voor

forse bedragen gedaan. Onze departementen zijn hard aan de gang om strategische keuzes te maken. Maar we moeten ook een levensvatbare geo-organisatie van de grond trekken. Wij zijn van mening dat wij een goed evenwicht hebben gevonden tussen snijden en stimuleren. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen om onze toekomstverwachtingen nader te onderbouwen, maar het is onzin om te zeggen dat wij ons huiswerk niet goed hebben gedaan."

EH

Meer reizen voor een master

Brede bachelors en landelijke samenwerking in de masterfase. Dat recept hebben de universiteiten uit de kast getrokken om zowel de noodlijdende letterenopleidingen als de weinig populaire bèta-studies er bovenop te helpen. Dat staat in twee sectorplannen waaronder de universiteiten vorige week hun handtekening zetten.

Wat betreft de brede bachelors heeft Utrecht in het recente verleden al een slag gemaakt. De grootste aandacht gaat dan ook uit naar de samenwerking op masterniveau. De mastervoorstellen moeten bovendien al in januari worden vastgesteld.

In de letterenhoek zullen de opleidingen Duits, Frans, Italiaans, Arabisch, Nieuw-Perzisch en Turks in eerste instantie in Randstadverband (Amsterdam, Leiden en Utrecht) afspraken moeten maken. Speciale regiegroepen gaan bepalen welke universiteiten welke deelspecialismen in huis hebben.

Voor de zogeheten unica's, opleidingen die op maar één plek in Nederland worden gegeven, ziet het er weer wat beter uit. Over eerdere plannen om niet alles koste wat kost te willen bewaren wordt niet meer gerept. Internationalisering is nu het toverwoord. De Utrechtse opleidingen Keltisch en Portugees hebben hiervoor plannen ingediend.

In de bètahoek had wiskunde al eerder kenbaar gemaakt het masteronderwijsaanbod van de tien landelijke opleidingen te willen gaan coördineren. Ook binnen natuurkunde en scheikunde wil men nu tot samenwerking komen. Per deelgebied van de opleidingen moeten er regionale of landelijke dwarsverbanden worden gelegd, waarbij onderzoekszwaartepunten een belangrijke rol spelen. In het sectorplan wordt een eerder AWT-advies om onderwijs en onderzoek op een beperkt aantal lokaties te concentreren nadrukkelijk afgewezen.

In beide sectorplannen wordt tenslotte aandacht gevraagd voor de lerarenopleidingen. Bachelorstudenten in de letteren en de exacte vakken moeten in de toekomst binnen een kort opleidingstraject een tweedegraads onderwijsbevoegdheid kunnen halen.

HOP/XB