Collegevoorzitter Veldhuis opent academisch jaar
De neiging van universiteiten tot 'Alleingang' begint op te breken. Er is een toenemende behoefte aan samenwerking. Dat betoogde de voorzitter van het college van bestuur Jan Veldhuis in zijn rede waarmee hij afgelopen maandag het Utrechts academisch jaar opende. Ook aan andere universiteiten hamerden bestuurders en politici op het thema samenwerking.
Met zijn pleidooi voor samenwerking wilde Veldhuis níet betogen dat competitie uit den boze is. "Juist in academia is competitie een must, want kennis kent geen muren en grenzen... Maar de verscheidenheid dient betrekkelijk te blijven: op elkaar betrokken; én wat slechts betrekkelijk goed is, verdwijnt."
Het 'laten schitteren van sterren' is ook wat premier Balkenende (die sprak in Leiden) en zijn onderwijscollega Van der Hoeven (in Tilburg) willen. Zij willen de hoogste onderzoeksprestaties extra belonen met een grotere rijksbijdrage. Anderzijds merkte Balkenende echter op dat universiteiten de moed moeten hebben om bijvoorbeeld faculteiten te laten fuseren met die van andere universiteiten.
De beide bewindslieden zoomden echter vooral in op samenwerking tussen universiteiten en bedrijven. Van der Hoeven wil onderzoeksorganisatie NWO een soort pilot laten ontwikkelen, die antwoord moet geven op de vraag hoe vanuit de wetenschap de ontwikkelingen binnen bepaalde dienstensectoren het beste kunnen worden ondersteund. En Balkenende pleitte voor bevordering van het 'technopreneurschap' (innovatief ondernemerschap). Dat vond ook minister Brinkhorst van Economische Zaken. In zijn rede in Maastricht riep hij op studenten niet alleen op te leiden tot werknemers, maar ook tot ondernemers. Cursussen ondernemerschap zouden een vast onderdeel van de opleiding moeten zijn, zei hij.
HOP/AH
@KopvoorKader:'Seid einig...'
"De titel van zijn rede geeft de herkomst bloot van onze voorzitter van de oostgrens", aldus introduceerde rector W.H. Gispen de Utrechtse spreker bij de opening van het academisch jaar op 1 september. Maar de titel geeft meer blijk van hoe goed Veldhuis zijn klassiekers kent: de frase 'Seid einig, einig, einig' is afkomstig uit het toneelstuk Wilhelm Tell van Schiller. 'Seid einig' zijn de laatste woorden van edelman Attinghausen voor hij het hoofd in het kussen legt en de ogen voorgoed sluit. De frase lijkt van toepassing op Veldhuis die eind oktober de Utrechtse universiteit verlaat, maar de voorzitter onderstreepte dat het hier niet om een afscheidsrede ging.
Centraal stond Veldhuis echter wel. Waar in voorgaande jaren aan de academische zitting geen einde leek te komen omdat de ene na de andere spreker het spreekgestoelte betrad, was het dit jaar uitsluitend Veldhuis die het woord voerde. Dat de speech helder en prikkelend was heeft er ongetwijfeld aan bijgedragen dat het slotlied 'Gaudeamus' sneller werd aangeheven dan ooit tevoren. Of, zoals Gispen de rede kwalificeerde — altijd 'in' voor een cabaretesk woordspelletje: de rede was 'enig'.
AH