Nieuws

Lage opkomst U-raadverkiezingen

Slechts 13 procent van de Utrechtse studenten heeft de moeite genomen om te stemmen voor de universiteitsraadsverkiezingen. Studentenfractie KOM was de grote winnaar. De belangstelling onder studenten voor de verkiezingen voor de Utrechtse faculteitsraden was nog veel kleiner. Alleen bij Aardwetenschappen is flink gestemd.

De uitslag wees uit dat de vier nieuw gevormde studentenfracties STUK, DUO, USTEM en KOM - allen in de nieuwe raad vertegenwoordigd zijn. KOM won en bezet komend studiejaar vijf van de twaalf zetels.

De universitaire medewerkers toonden iets meer betrokkenheid. Van de kiesgerechtigden voor de twee zetels beleidsondersteuning en bedrijfsvoering, heeft 29 procent gestemd. "Bedroevend laag", meent voorzitter van het Centraal Stembureau de heer Besselink desalniettemin. "Voorheen stemde minimaal 50 procent."

Precieze redenen voor de lage opkomst heeft Besselink niet. Wel ziet hij kans op een opkomstverhoging als studenten en medewerkers persoonlijker betrokken zouden worden bij belangrijke thema's. "Een principiële discussie over de nieuwe bachelor-masterstructuur is er niet geweest. Hierover is nog steeds veel gemor."

Ook de animo bij studenten om te stemmen voor de faculteitsraadsverkiezingen was minimaal. Van de 3636 kiesgerechtigden studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid hebben er 149 hun stem uitgebracht. Bij de faculteit Letteren stemden slechts 229 studenten (5 procent). Overigens werden bij gebrek aan voldoende kandidaten onder meer bij Ruimtelijke Wetenschappen, Farmacie en Godsgeleerdheid helemaal geen verkiezingen gehouden. Bij Ruimtelijke Wetenschappen wordt nog steeds gezocht naar studentleden. Opvallend daarentegen was de relatief hoge opkomst bij het personeel van Aardwetenschappen, 63.3 procent.

De verschillende faculteitsraden en het Centraal Stembureau gaan de verkiezingen evalueren. "Misschien kunnen we organisatorisch verbeteringen doorvoeren, waardoor nieuwe verkiezingen succesvoller zullen zijn", aldus Besselink.

SJ/XB

Bètastudenten gaan reizen voor onderwijs

Masterstudenten in de exacte wetenschappen gaan straks in verschillende universiteitssteden vakken volgen. De tien Nederlandse wiskunde-opleidingen hebben al afspraken gemaakt over het verdelen van het onderwijsaanbod. "Met slechts zo'n honderd studenten per jaar restte ons weinig keus", zegt professor H. Van der Vorst.

Van der Vorst verwacht niet dat het reizen tot grote problemen zal leiden. "Studenten zullen één of twee dagen per week elders vertoeven. Onze ervaring met masterclasses leert dat studenten zo'n bijeenkomst van een dag met gelijkgestemden heel stimulerend vinden." Door de voorgenomen efficiëntere onderwijsroostering hoopt de hoogleraar dat de druk op het onderzoek zal afnemen. "Dat lijdt nu zeer onder de onderwijsinspanningen die van ons worden verwacht."

Deze zomer gaat een regieorgaan van start dat het plan verder moet uitwerken en een roostering moet maken. Vanaf september zal op kleinere schaal de eerste studentenuitwisseling plaatsvinden.

Vertegenwoordigers van natuur- en scheikunde tonen veel belangstelling voor de wiskundeplannen, zo blijkt uit de het voorlopige sectorplan Natuurwetenschappen dat onlangs bekend werd. Zij houden ook hun masteropleidingen tegen het licht om te kijken of er veel doublures zijn. Ook zij bekijken hoe de programma's landelijk op elkaar afgestemd kunnen worden. Bovendien beoordelen werkgroepen de 'doelmatigheid': zijn er genoeg studenten, zijn de betrokken onderzoeksgroepen van voldoende statuur en zitten werkgevers wel op de studenten te wachten?

HOP/XB

Bindend studieadvies onder voorwaarden

De opleiding psychologie mag in 2004 alleen een bindend studieadvies invoeren als aan enkele duidelijke voorwaarden is voldaan. Om het aantal beroepsprocedures zoveel mogelijk te beperken, moeten met name de criteria voor het 'wegsturen' van studenten glashelder zijn.

Hoewel voor de hoge uitval een veelheid van redenen bestaat, is duidelijk dat een groot deel van de psychologiestudenten met een te wazig beeld van de opleiding naar Utrecht komt. Mede daardoor ontbreekt het bij een aantal van hen aan voldoende motivatie. De opleiding hoopt dat het invoeren van een bindend studieadvies met name deze laatste categorie aan het denken zal zetten over de studievoortgang, iets wat met de huidige mogelijkheden onvoldoende lukt. Een medewerker van de faculteit benadrukt dat een belangrijk doel van de voorgestelde maatregel is, om deze lastig bereikbare groep studenten beter te kunnen begeleiden.

In antwoord op het verzoek van psychologie om het in Utrecht nogal omstreden bindend studieadvies te mogen invoeren, stellen de collegeleden een aantal strenge voorwaarden. Een voorname eis van het college is dat de opleiding zelf aan alle richtlijnen van bachelor-master voldoet. Het tutoraat en de studieloopbaanbegeleiding moeten zo goed geregeld zijn dat elke student door zijn opleiders 'gekend' wordt. Alleen dan kan een bindend studieadvies een zinvol onderwijskundig instrument zijn, vindt het college. Ook dienen de criteria voor het wegsturen van studenten zo objectief te zijn dat de universiteit straks niet wordt overstroomd met beroepsprocedures.

Pas als aan alle voorwaarden is voldaan, kan psychologie toestemming krijgen om de invoering in 2004 voor te bereiden. De faculteit krijgt het advies om goed te kijken hoe Leiden één en ander heeft geregeld. Het college stelt overigens met nadruk dat invoering van een bindend studieadvies bij psychologie niet mag worden gezien als 'pilot' voor een eventueel gebruik bij andere Utrechtse bacheloropleidingen.

EH

Eis: voorwaardelijk voor oud-promovendus

De 'stalker van Diergeneeskunde' hoorde vorige week tien maanden voorwaardelijke celstraf tegen zich eisen bij de Utrechtse rechtbank. De 51-jarige man valt al jarenlang twee wetenschappelijk medewerkers van de faculteit Diergeneeskunde lastig.

De man, die niet op de zitting verscheen, pleegt dagelijks diverse – oplopend tot tientallen – telefoontjes met de wetenschappelijk medewerkers, die in 1990 zijn promotors waren. Ook schrijft hij hen, hun collega’s en familie grote hoeveelheden brieven, kaarten en e-mails.

Onenigheid over publicaties naar aanleiding van zijn promotie-onderzoek zette de stroom ongewenste contacten in gang. In 1996 spande de UU namens de slachtoffers een kort geding tegen hem aan. De universiteit werd in het gelijk gesteld, maar dit bleek de zaak allen maar te hebben verergerd.

Ondanks het contactverbod, op straffe van een dwangsom van tweehonderd gulden per overtreding, bleef de man bellen en schrijven. Daarom verplichtte de universiteit hem in 1999 om 150.000 gulden aan verbeurde dwangsommen aan haar te betalen.

Tijdens de zitting van vorige week bleek dat de man juist in het in zijn ogen onterecht betaalde geld een reden zag om door te gaan met bellen en schrijven. Volgens een psychiater lijdt hij aan een ‘paranoïde waanstoornis met compulsieve trekken’. Hij is er van overtuigd dat hij bezig is met een terechte strijd tegen zijn voormalige promotors, wiens schuld het zou zijn dat hij zijn werk, geld en huwelijk kwijt is. Volgens zijn advocaat had de aangifte die de slachtoffers hadden gedaan, dan ook weinig zin.

Raadsman van de stalker, G. Pubben, stelde dat de universiteit en de slachtoffers zich weinig coöperatief opstelden, door steeds de juridische weg te kiezen. Hij meende dat een gesprek, waarin de partijen de problemen zouden bespreken, en waarbij het geld aan zijn cliënt zou worden teruggegeven, onder voorwaarde dat zijn cliënt geen contact meer zou zoeken, meer zou opleveren.

Maar uit een schriftelijke verklaring van de slachtoffers bleek dat zij nog steeds dagelijks lijden onder de situatie, en dat zij geen behoefte hebben aan een dergelijk gesprek. De officier van justitie hoopte dat een voorwaardelijke celstraf een stok achter de deur zou zijn, om de man van het zoeken van verder contact af te houden.

De rechtbank doet uitspraak op 19 juni.

Hanneke Slotboom

Universiteit kan in binnenstad blijven

U-raad zet rem op huisvestingskosten

De faculteiten Letteren en Rechten mogen in de binnenstad blijven. Voorwaarde is dat eventuele meerkosten van deze keuze worden gecompenseerd door elders op renovatie en nieuwbouw te bezuinigen. Het bedrag dat jaarlijks wordt besteed aan huisvesting mag maximaal oplopen tot 12.5 procent van de universitaire omzet.

Tijdens de bespreking van het huisvestingsplan bleek de U-raad weinig inhoudelijke problemen te hebben met deze voorkeur. Ook het eerder nog omstreden plan voor een nieuw gebouw voor het biomedisch onderwijs werd soepel geaccepteerd, mits wordt gekozen voor een zo sober mogelijke uitvoering. Meer moeite had de raad met het voorstel van het college om de jaarlijkse huisvestingslasten te laten groeien van de huidige 53 miljoen euro naar 85 miljoen, ofwel rond vijftien procent van de universitaire omzet. Verschillende sprekers rekenden het college voor dat als gevolg van deze keuze na 2007 opnieuw enkele honderden arbeidsplaatsen zouden moeten verdwijnen.

Gegeven de grote financiële problemen waarmee faculteiten en diensten nu al worden geconfronteerd, drong de volledige raad er bij het college op aan om vanaf 2007 pas op de plaats te maken. Jaarlijks mag niet meer dan 12,5 procent van de omzet aan huisvesting worden uitgegeven. Als het lukt om het bestaande ruimtetekort in de binnenstad binnen deze voorwaarde op te lossen, dan hoeft Letteren van de U-raad niet naar De Uithof te verhuizen. Dat zou bij voorbeeld kunnen, suggereerde raadslid De Bie, door de voorgenomen renovatie van onder meer het Kruytgebouw enige tijd uit te stellen. Het college kon zich in dit voorstel van de U-raad vinden, op voorwaarde dat de strikte bovengrens van 12,5 procent periodiek opnieuw ter discussie kan worden gesteld.

Met deze wijzigingen ging de raad in grote meerderheid akkoord met het huisvestingsplan, dat door veel leden overigens meer een analyse dan een plan werd genoemd. Wat de concrete gevolgen zullen zijn, zal pas later duidelijk worden. Kardux beklemtoonde dat in dit plan met name een visie op tafel was gelegd, die de komende jaren zal worden uitgewerkt in meer concrete deelplannen.

Verhuizen

Met de goedkeuring van het huisvestingsplan heeft de universiteitsraad dinsdag het doodvonnis geveld over het Wentgebouw en Centrumgebouw Noord als universitaire onderwijs- en onderzoeksgebouwen. Volgens de plannen krijgen farmaciestudenten in de toekomst onderwijs in het nieuwe onderwijsgebouw naast de medische faculteit. Voor onderzoek krijgt Farmacie in De Uithof nieuwbouw. Scheikunde wordt geconcentreerd in het Kruytgebouw, terwijl de groene groepen van Biologie en het Herbarium naar de Noordwesthoek van de Uithof verhuizen.

Ook een ander gezichtsbepalend gebouw in De Uithof dreigt op termijn zijn universitaire status te verliezen. Als Letteren en Rechten beide in de binnenstad blijven, zal Sociale Wetenschappen het Langeveldgebouw verlaten. Aanvankelijk was sprake van concentratie van de Utrechtse gedrags- en maatschappijwetenschappers in het Van Unnikgebouw. Maar in het jongste collegevoorstel wordt geopperd dat de faculteit dan in zijn geheel wordt ondergebracht in het Ruppert- en het Bestuursgebouw. In dat geval verhuizen alle universitaire diensten naar het Van Unnikgebouw. Nog onduidelijk is wat er met de drie gebouwen gaat gebeuren.

Overigens zullen de huidige studenten en ook veel medewerkers weinig van alle aangekondigde veranderingen merken. Alleen over het nieuwe biomedische onderwijsgebouw is al een concreet besluit genomen. De andere schuifbewegingen zullen eerst nader moeten worden uitgewerkt. Daarbij zal ook de toekomstige huisvesting van economie onderwerp van gesprek zijn. Tijdens de vergadering suggereerde collegelid Kardux dat het goed denkbaar is dat economie (in tegenstelling tot Letteren en Rechten) over een jaar of vijf naar De Uithof zal verhuizen.

Laatste kans

Dit jaar was het bama voor en bama na. Wie heeft daar geen verhaal over?Het U-blad nodigt lezers uit om hun ervaring met het thema 'bama: boffen of balen?' op papier te zetten. Het verhaal mag maximaal 600 woorden omvatten en moet uiterlijk 19 juni om 17 uur op de redactie binnen zijn. Aanleveren bij voorkeur via e-mail op redactie@ublad.uu.nl. maar vergeet niet naam en adres te vermelden. De meest treffende verhalen worden in gepubliceerd in het laatste U-blad van dit studiejaar op 3 juli. De auteurs van deze inzendingen krijgen een boekenbon.

Redactioneel

Het einde van het architecten-tijdperk

Tijdens de bespreking van het plan in de U-raad kregen deze twee aspecten van de huisvestingsproblematiek dinsdag echter opmerkelijk weinig aandacht. Veel bezorgder toonde de raad zich over de financiële kant van de zaak. Elke euro voor huisvesting gaat ten koste van onderwijs en onderzoek, betoogden verschillende sprekers. Geschrokken door het feit dat de faculteit Sociale Wetenschappen de begeleidingsnorm van studenten uit financiële nood wil verhogen van één docent op 25 naar één op veertig studenten, pleitte de raad voor een strikt plafond voor de huisvestingskosten, een pleidooi dat verrassend soepel door het college van bestuur werd overgenomen.

Als iets dinsdag duidelijk werd, dan wel dat — na jaren waarin de beste architect nog niet goed genoeg was — ook voor het college de bomen niet meer tot in de hemel groeien. Opmerkelijk vaak beklemtoonde Kardux dat in toekomstige nieuwbouw geen plaats meer is voor overdreven luxe, dat kwaliteit voortaan de norm dient te zijn en dat de nadruk dient te liggen op flexibiliteit, duurzaamheid en kosteneffectiviteit. Impliciet uitten verschillende sprekers forse kritiek op bijvoorbeeld het Minnaertgebouw, waar de hal zo groot is dat studenten in de collegezalen met hun knieën tegen hun kin moeten zitten. Hoewel Kardux zelf zorgvuldig elke kritiek op zijn voorgangers vermeed, was zijn standpunt helder. "We moeten niet de indruk wekken dat de huisvesting hier in Utrecht een eigen leven leidt, alsof het een soort hobby van ons is."

Ook in zijn visie op het nieuwe onderwijsgebouw voor de bio-medische vakken ("We moeten nu eindelijk een gebouw neerzetten waar studenten zich thuis voelen") maakte Kardux niet alleen de nieuwe universitaire koers, maar impliciet ook zijjn visie op het verleden — het Educatorium — duidelijk.

De komende jaren zullen nog met grote regelmaat bussen met Japanse toeristen De Uithof doorkruisen om zich te vergapen aan al het moois dat daar in de jaren negentig is neergezet. De kans dat die toeristen behalve gebouwen ook bekende architecten aan het werk zullen zien, lijkt echter zeer klein.

Erik Hardeman

Studenten lenen half miljard euro

Studenten in het mbo, hbo en wo hebben zich vorig jaar voor in totaal 480 miljoen euro in de studieschulden gestoken. Vijf jaar geleden was dat nog 250 miljoen.

De studentenbonden LSVb en ISO wijzen er al jaren op dat studenten steeds meer moeten lenen om rond te kunnen komen. Het zogeheten 'normbudget' - het bedrag dat het ministerie van Onderwijs maximaal aan studiefinanciering geeft - is sinds 1997 met 18 procent gestegen. Dit vanwege de hogere kosten van levensonderhoud en studiekosten. De basisbeurs ging in die periode maar negen procent omhoog. Daarmee komen dus steeds minder studenten uit de voeten - zelfs niet als zij een ouderlijke bijdrage krijgen of een bijbaan hebben.

Dat is ook terug te zien aan het aantal studenten dat recht heeft op een rentedragende lening. Volgens de Informatie Beheer Groep waren dat er in 1998 nog een dikke 320.000. In 2002 was dat aantal gestegen tot 360.000.

Van dat recht maken de studenten ook steeds meer gebruik. Vooral in het wetenschappelijk onderwijs: daar werd in 1997 nog maar een kleine 19 procent van het totale budget voor rentedragende leningen opgenomen. Afgelopen jaar was dat al 38 procent, aldus het ministerie van Onderwijs.

Hbo'ers zijn traditioneel minder bereid om zich in de studieschulden te steken. Vorig jaar werd 19 procent van het beschikbare leenbedrag opgenomen. Maar dat is nog altijd een flinke stijging ten opzichte van de 12 procent in 1997.

Daarnaast moet een groeiend aantal studenten grotere bedragen lenen omdat na vier jaar studeren het recht op de prestatiebeurs vervalt. Voor de invoering hiervan, in 1996, hadden studenten nog vijf jaar recht op een basisbeurs en begin jaren negentig zelfs nog zes jaar.

Ook de stijging van de studentenpopulatie speelt overigens een rol bij de groeiende schuldenlast. Tussen 1997 en 2002 steeg het aantal bij de Informatie Beheer Groep ingeschreven studenten van 450.000 tot 510.000.

HOP

Elsevier: hoger opgeleiden staan nog altijd sterk.

In weekblad Elsevier blijkt dat de eerste tekenen van verval op de arbeidsmarkt zichtbaar zijn. De recessie waarin Nederland nu officieel zit, eist zijn tol.

Elsevier liet voor het themanummer Studie&Werk ruim 9000 hbo'ers en academici ondervragen die in 2001 afstudeerden. De academici vonden in 2002 gemiddeld na vier maanden een passende baan, de hbo'ers binnen drie. Daarmee zochten de alumni net zo lang naar werk als in 2001. Stagnatie dus, want in de jaren daarvoor liep de zoekduur steevast terug. Ook de arbeidsvoorwaarden worden niet meer elk jaar beter. Elsevier bevestigt de constatering van weekblad Intermediair eerder deze maand dat de aanvangssalarissen zijn gedaald. Gemiddeld lagen die in 2002 vier (wo) respectievelijk vijf (hbo) procent lager dan een jaar eerder. Secundaire arbeidsvoorwaarden als lease-auto's, laptops en gsm'etjes zijn zeldzamer geworden, net als flexibele werktijden, deeltijdbanen, spaarloonregelingen en winstdelingen. Volgens de onderzoekers zijn de 'extreem goede tijden voorbij', maar blijven jonge hoger opgeleiden schaars. Ze constateren dat de toekomstperspectieven sterk afhangen van de economische groei. Nu Nederland in een recessie verkeert, ziet het er dus toch somber uit.

HOP

University College krijgt studenteninspraak

Na klachten dat het Univerity College Utrecht fatsoenlijke regelingen voor medezeggenschap ontbeert, ligt er nu een ontwerpvoorstel klaar. Hierdoor kan de inspraak op de campus een officiÎle status krijgen.

CN