Nieuws

Geen overheidsgeld voor tweede studies

De bewindsvrouw deed de uitspraken tijdens een overleg met deLandelijke Studenten Vakbond en het Interstedelijk StudentenOverleg. "Ik vind het geen taak van de overheid om de studieeconomie te betalen van iemand die ook al rechten studeert", aldusNijs in gesprek met de studentenbonden. "Het is een taak voor deoverheid om iemands eerste studie te betalen, zodat hij klaar isvoor de arbeidsmarkt. Maar daarbij moet het ook blijven", zegtNijs.

De universiteit krijgt voor studenten die zich voor een eerstejaar van een studie inschrijven, geld. Daarna krijgen ze pas weeroverheidsfinanciering bij afstuderen. Nijs vindt dat studenten zelfde kosten voor een tweede of derde studie moeten betalen, hoeweleen groot deel van de studenten nooit de eindstreep haalt voor zijnof haar tweede studie. Wie geen geld heeft om de tweede opleidingte betalen, mag overigens wel een lening afsluiten bij de overheid.Zo zou de toegankelijkheid van het hoger onderwijs gewaarborgdblijven.

Momenteel volgt iets minder dan een op de tien universitairestudenten een tweede of derde studie. In het hbo zou het om ietsminder dan een op de twintig gaan. In totaal zijn het erdertigduizend. In Utrecht volgen in totaal ongeveer 1800 van demeer dan 22.000 studenten meer dan een studie.

Nijs wil ook de studie niet meer bekostigen voor mensen dieouder zijn dan dertig, want "de studiefinanciering stopt ook als jedertig bent".

HOP, Bas Belleman/XB

Beta-federatie krijgt eigen bureau

In het rapport presenteren de faculteiten Biologie, Farmacie,Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde en Informatica eennadere uitwerking van hun plannen voor een federatie. Het bestuurvan die federatie zal worden gevormd door de vijf decanen plus eenonafhankelijk voorzitter, die wel hoogleraar moet zijn in een vande deelnemende faculteiten. De term ambassadeur die in een eerderstuk voor deze functionaris werd gebezigd, komt in dit nieuwerapport niet terug. Hoofdtaak van het federatiebestuur wordt hetvaststellen en bewaken van het gezamenlijke strategisch beleid vande vijf faculteiten. Ook komt er een gezamenlijk leerstoelenplan.De medezeggenschap wordt vorm gegeven in een federatieraad, diebestaat uit afgevaardigden van de faculteitsraden.

De faculteiten zelf verdwijnen in het plan niet uit zicht. Dedecanen houden hun huidige wettelijke bevoegdheden en blijvendaarmee formeel verantwoordelijk voor de gang van zaken in defederatie. Ook de financiering van onderwijs en onderzoek blijftvia de faculteiten verlopen. Wel krijgt het federatiebestuur eenbescheiden eigen budget om een gezamenlijk federatiefonderzoeksbeleid vorm te kunnen geven.

Op het gebied van onderwijs en onderzoek verandert er weinigvergeleken met de huidige situatie. Ten aanzien van deondersteunende diensten bevat de rapportage wel vergaandevoorstellen. Er komt een federatief bureau met een eigenbeleidsafdeling, die een deel van de taken moet gaan overnemen dieop dit moment nog door de centrale beleidsafdeling in hetBestuursgebouw worden verricht. De afdelingen financien enpersoneelszaken worden geclusterd in maximaal tweeadministratiekantoren. Over de toekomstige positie van defaculteitsdirecteuren hult de rapportage zich in stilzwijgen.

Collegevoorzitter Veldhuis wil op dit moment niet reageren op debeta-voorstellen. Eind november komt het college met een integralereactie op de plannen van alle zes beoogde clusters. Decollegevoorzitter toonde zich ontstemd over het feit dat debeta-rapportage nu al openbaar was gemaakt. Volgens een laconiekedecaan Siersma van Wiskunde en Informatica was dat echteronvermijdelijk om een brede meningsvorming over de voorstellenmogelijk te maken.

EH

Gifstof moet objectief worden gemeten

Onderzoekers die de gevaren van giftige stoffen in dewerkomgeving bepalen, moeten dezelfde wetenschappelijke taal gaanspreken. Momenteel verschilt de bepaling van een dosis van eengiftige stof in een epidemiologische studie van land tot land. Datheeft gevolgen gevolgen voor risicoanalyses en normgeving. Datschrijven Igor Burstyn en Hans Kromhout van het Institute for RiskAssessment Sciences (IRAS) in het tijdschrift Annals ofOccupational Hygiene.

'Come, let us go down, and confuse their language there, so thatthey cannot understand one another's speech.' Heel onorthodoxbegint het artikel 'The Babel of Multicenter Exposure Assessment'van de twee Utrechters met een bijbelcitaat. In Genesis 11,1-9stopt God de bouw van de toren van Babel door de mensenverschillende talen te geven. Het illustreert perfect deproblematiek in de wetenschap die toxische stoffen op de werkvloerbestudeert. Analyses uit verschillende landen zijn slechtvergelijkbaar.

Eerste auteur van het artikel Igor Burstyn, die vorig jaar meipromoveerde op de blootstelling aan schadelijke bitumendampen enhet risico op longkanker bij wegwerkers, legt uit dat desubjectiviteit van de analyses het grootste probleem is. "Er zijntwee benaderingen om de gevaren van giftige stoffen in dewerkomgeving te kwantificeren. Aan de ene kant kun je deaanwezigheid en de concentratie van toxische stoffen proberen temeten. De andere oplossing is een expert een schatting laten makenvan de blootstelling aan schadelijke stoffen. In de praktijk wordende twee benaderingen gecombineerd."

Het gebruik van experts alleen was ooit de standaard. Maar datis aan het veranderen en het IRAS loopt daarbij voorop. Hetinstituut propageert dat het inschatten van gezondheidsrisico'salleen maar via metingen of een combinatie van metingen, expertopinions en geavanceerde statistische analyses vanblootstellingsgegevens kan. Een analyse gebaseerd op metingen isobjectiever dan de mening van een deskundige. Bovendien zijn deanalyses vergelijkbaar tussen verschillende landen. Kort door debocht geformuleerd: getallen kun je vergelijken, meningen niet.Burstyn: "Wij proberen dit vakgebied evidence based te maken. Wemaken er een controleerbare wetenschap van."

Het omschakelen van schattingen van experts naar analyse vangrote gegevensbestanden van metingen kost veel moeite. Burstyn:"Iemand heeft wel eens gezegd dat een wetenschappelijkeverschuiving twintig jaar kost. We zitten nu midden in de overgang,het zal nog wel wat moeite kosten. We proberen dan ook een methodeaf te schaffen waar sommige mensen hun carriere op gebouwdhebben."

Om statistisch significante resultaten te verkrijgen, is hetsteeds meer nodig om op internationale schaal meetgegevens tecombineren. Zo ging Burstyns studie naar longkanker bijasfaltwerkers uit van een populatie van meer dan 80.000 werknemersafkomstig uit acht verschillende landen. Die grote schaal is nodigom verschillende redenen, legt Burstyn uit. In bedrijven zijn derisico's voor de grootste groepen werknemers inmiddels in kaartgebracht. Maar kleinere groepen werknemers, zoals schoonmakers ofonderhoudspersoneel, zijn veel slechter bestudeerd. Verder zullendoor outsourcing en automatisering groepen werknemers op eenbedrijf alleen maar kleiner worden. Dat maakt het minder eenvoudigverbanden vast te stellen, ook als ze er wel zijn.

De laatste, simpele reden is dat de sterkste effecten, die hetmakkelijkst op te sporen zijn, al bekend zijn. "De epidemiologieheeft de sterke factoren al geindentificeerd", zegt Burstyn. "Watoverblijft zijn geringere effecten van zoals bijvoorbeeldluchtverontreiniging. Dat geeft een heel laag gezondheidsrisico,maar het gaat wel de hele bevolking aan!"

Rinze Benedictus

Utrecht middenmoter in Haagse ranglijst

Bij de samenstelling van de ranglijst gebruikte het ministerieonder meer onderwijs- en onderzoeksvisitaties en werd er gemetenmet de studentenoordelen uit de Keuzegids Hoger Onderwijs.Daarnaast werd het aantal citaties uit onderzoeken geteld en werdgekeken naar de jaarlijkse hooglerarenenquete van Elsevier.

Zo danken Tilburg en Maastricht de 'toppositie' vooral aan hungoede onderwijs en gooit Leiden hoge ogen bij het (top)onderzoek,maar laag bij het onderwijs. Utrecht geeft een soortgelijk beeld.In de totaalranking scoren de TU Delft en de Universiteit vanAmsterdam het slechtst.

De koepelorganisatie vindt dat er appels met peren wordenvergeleken en betreurt dat de lijsten naar buiten komen. "We vindenhet nogal ver gaan om allerhande beoordelingen op een hoop tegooien en er een conclusie uit te trekken. Al die beoordelingenzijn anders interpreteerbaar en dus is deze ranking eerder eensoort grabbelton dan een fatsoenlijk meetinstrument."

De rapporteurs zijn het daarmee oneens. Omdat ze werken metrangschikking naar officieel disciplinegebied is de kwaliteitvolgens hun wel degelijk meetbaar. Om tot eeninstellingsvergelijking te komen worden die gebieden weer bijeengeveegd. Hoe groter het gebied, hoe zwaarder het meeweegt.

Het is overigens niet de eerste keer dat Zoetermeer een pogingwaagt om aan de hand van visitaties en andere onderzoeken tot eenranking te komen. Halverwege de jaren negentig kregen deonderwijskenners van het Nijmeegse IOWO de opdracht om een lijst opte stellen. Onder druk van de universiteiten werd die ranking toenonder de pet gehouden, temeer omdat ook het ministerie de diverserapporten niet erg vergelijkbaar vond.

Inhoudelijk wil de VSNU nog niet op het nieuwe rapport ingaan,onder meer omdat de koepel er nog over moet spreken met hetministerie.

HOP, Thijs den Otter/XB

Komst naar Nederland duurder

In een brandbrief aan minister Donner van Justitie vragen zevenorganisaties, waaronder universiteitsvereniging VSNU en deNederlandse organisatie voor internationale samenwerking in hethoger onderwijs (Nuffic), om de verhoging af te blazen. De drempelvoor buitenlands talent om in Nederland te studeren of werken, zoute hoog worden.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Justitie is deprijs voor een verblijfsvergunning omhoog gegaan om het verstrekkenervan kostendekkend te maken. De opstellers van de brandbriefzeggen dat verblijfsvergunningen in de ons omringende landenhooguit vijftig euro kosten.

HOP, Peter Hanff

Intimidatie

Utrechtse studentes bestolen van dagboek

Twee Utrechtse studentes hebben vorige week bij depolitie aangifte gedaan wegens diefstal van hun gezamenlijkedagboek. De dief heeft het boekwerk op Internet geplaatst. Demeisjes hebben daarna een advocaat in de arm genomen wegensschending van hun privacy. In het dagboek hebben de twee studenteshet voornamelijk over hun liefdesleven.

Het dagboek van de universitaire studentes werd afgelopendonderdag uit de kamer van een van de meisjes ontvreemd.Vrijdagochtend was het gehele dagboek op de site van Fokzine telezen, waarna het duizenden malen werd gedownload. Pogingen om hetdagboek van Internet te halen, bleken tevergeefs: er waren alzoveel kopietjes gemaakt, dat er elk uur nieuwe sites en mirrorsverschenen van het boek.

Bijna direct nadat het dagboek op Internet was geplaatst,ontstonden verschillende discussies op forums over hetwaarheidsgehalte van het boek: "Het is zo kinderachtig. Is dit doortwee studentes geschreven?" vraagt een bezoeker van hetFokzine-forum zich af. "Dit boekje schept nog eens een duidelijklicht op het seksuele leven van verenigingsmeisjes", zegt eenander. Ook worden er plannen gemaakt om de meiden te 'zoeken':"Laten we met een camera naar de universiteit gaan!"

De twee studentes zijn erg geschrokken van de hype omtrent hetdagboek. Iedereen lijkt naar hen op zoek. Ook een aantalex-vrienden is door de Internetpublicatie de pineut: zij worden metnaam en telefoonnummer genoemd. Ook staat achter elke naam eenpuntentelling en een kleine herinnering over de jongen inkwestie.

FB

Nieuwe strop dreigt voor universiteiten

De fracties van CDA, LPF, VVD en SGP vragen het kabinet in eenmotie die waarschijnlijk nog deze week zal worden behandeld, omsnel werk te maken van de Hanzelijn en de ondertunneling van de A2bij Maastricht. Een deel van het benodigde geld, 360 miljoen euro,zou moeten komen uit de pot met 800 miljoen voor de versterking vande kennisinfrastructuur, de zogeheten ICES-KIS-middelen. DeUniversiteit Utrecht hoopt al enige tijd op een fors bedrag uit ditpotje voor de inrichting van een landelijk centrum voor proteomics,ofwel eiwit-onderzoek.

Minister Van der Hoeven en staatssecretaris Nijs hebbeninmiddels een tegenoffensief ingezet. Zij dringen er bij hetkabinet op aan om uit dezelfde pot alvast honderd miljoen teoormerken voor de kenniseconomie. Geld waaruniversiteitenvereniging VSNU, VNO-NCW, NWO, TNO en KNAW eerder ditjaar in een manifest om hadden gevraagd om de kenniseconomie teversterken.

Met het voorstel van de onderwijsbewindslieden schiet dekennislobby echter niets op, meent VSNU-woordvoerder BaukjeKeijzer. "Dit is vestzak, broekzak. De ICES-KIS-middelen zijn albestemd voor de versterking van de kenniseconomie. Het heeft dusgeen zin om honderd miljoen met hetzelfde doel te oormerken."

HOP, Peter Hanff

Nep-verkrachter

Geen titel?