Onderzoekers die de gevaren van giftige stoffen in dewerkomgeving bepalen, moeten dezelfde wetenschappelijke taal gaanspreken. Momenteel verschilt de bepaling van een dosis van eengiftige stof in een epidemiologische studie van land tot land. Datheeft gevolgen gevolgen voor risicoanalyses en normgeving. Datschrijven Igor Burstyn en Hans Kromhout van het Institute for RiskAssessment Sciences (IRAS) in het tijdschrift Annals ofOccupational Hygiene.
'Come, let us go down, and confuse their language there, so thatthey cannot understand one another's speech.' Heel onorthodoxbegint het artikel 'The Babel of Multicenter Exposure Assessment'van de twee Utrechters met een bijbelcitaat. In Genesis 11,1-9stopt God de bouw van de toren van Babel door de mensenverschillende talen te geven. Het illustreert perfect deproblematiek in de wetenschap die toxische stoffen op de werkvloerbestudeert. Analyses uit verschillende landen zijn slechtvergelijkbaar.
Eerste auteur van het artikel Igor Burstyn, die vorig jaar meipromoveerde op de blootstelling aan schadelijke bitumendampen enhet risico op longkanker bij wegwerkers, legt uit dat desubjectiviteit van de analyses het grootste probleem is. "Er zijntwee benaderingen om de gevaren van giftige stoffen in dewerkomgeving te kwantificeren. Aan de ene kant kun je deaanwezigheid en de concentratie van toxische stoffen proberen temeten. De andere oplossing is een expert een schatting laten makenvan de blootstelling aan schadelijke stoffen. In de praktijk wordende twee benaderingen gecombineerd."
Het gebruik van experts alleen was ooit de standaard. Maar datis aan het veranderen en het IRAS loopt daarbij voorop. Hetinstituut propageert dat het inschatten van gezondheidsrisico'salleen maar via metingen of een combinatie van metingen, expertopinions en geavanceerde statistische analyses vanblootstellingsgegevens kan. Een analyse gebaseerd op metingen isobjectiever dan de mening van een deskundige. Bovendien zijn deanalyses vergelijkbaar tussen verschillende landen. Kort door debocht geformuleerd: getallen kun je vergelijken, meningen niet.Burstyn: "Wij proberen dit vakgebied evidence based te maken. Wemaken er een controleerbare wetenschap van."
Het omschakelen van schattingen van experts naar analyse vangrote gegevensbestanden van metingen kost veel moeite. Burstyn:"Iemand heeft wel eens gezegd dat een wetenschappelijkeverschuiving twintig jaar kost. We zitten nu midden in de overgang,het zal nog wel wat moeite kosten. We proberen dan ook een methodeaf te schaffen waar sommige mensen hun carriere op gebouwdhebben."
Om statistisch significante resultaten te verkrijgen, is hetsteeds meer nodig om op internationale schaal meetgegevens tecombineren. Zo ging Burstyns studie naar longkanker bijasfaltwerkers uit van een populatie van meer dan 80.000 werknemersafkomstig uit acht verschillende landen. Die grote schaal is nodigom verschillende redenen, legt Burstyn uit. In bedrijven zijn derisico's voor de grootste groepen werknemers inmiddels in kaartgebracht. Maar kleinere groepen werknemers, zoals schoonmakers ofonderhoudspersoneel, zijn veel slechter bestudeerd. Verder zullendoor outsourcing en automatisering groepen werknemers op eenbedrijf alleen maar kleiner worden. Dat maakt het minder eenvoudigverbanden vast te stellen, ook als ze er wel zijn.
De laatste, simpele reden is dat de sterkste effecten, die hetmakkelijkst op te sporen zijn, al bekend zijn. "De epidemiologieheeft de sterke factoren al geindentificeerd", zegt Burstyn. "Watoverblijft zijn geringere effecten van zoals bijvoorbeeldluchtverontreiniging. Dat geeft een heel laag gezondheidsrisico,maar het gaat wel de hele bevolking aan!"
Rinze Benedictus