Visitatiecommissie: intellectuele diepgang bij socialegeografie ontbreekt
Over het excellent trace is de commissie ook niet echt tespreken. Het traject is bedoeld voor de gemotiveerde student dieeen extra uitdaging in de studie zoekt. Het extra's zit 'm volgensde commissie slechts in het feit dat de excellent student meer werkkrijgt, en niet zorgt voor een extra intellectuele uitdaging.
De kritiekpunten worden bij veel studenten, docenten enmedewerkers van de opleiding die aanwezig zijn bij de mondelingerapportage veelal als negatief genterpreteerd. Decaan Hooimeijervan ruimtelijke wetenschappen erkent dat de toon van de rapportagevoornamelijk negatief is. Dat heeft de commissie opzettelijkgedaan. Hiermee wil zij de sociaal-geografen stof tot nadenkengeven.
Hooimeijer is bijzonder te spreken over de timing van devisitatie. "Ik ervaar het als bijzonder nuttig dat de commissiekomt op een moment dat we midden in een onderwijsvernieuwingzitten." Hij maakt zich geen zorgen over het gebrek aanintellectuele diepgang. Volgens hem zit er voldoende intellectueleuitdaging in het huidige onderwijsprogramma, zoals dewetenschappelijke vorming in het derde jaar.
Docente ontwikkelingsgeografie Broekhuis is van mening dat destudie zeker diepgang heeft. De studie is in het algemeenpraktijkgericht noemen, maar wel met theorie als ondergrond. "Jehoopt altijd dat de theorien die je de studenten meegeeft ookgebruikt worden. Misschien moeten we daar meer op controleren."
Kritiek op het excellent trace baart Hooimeijer ook geen zorgen,want het speciale programma valt niet binnen de toetsingscriteriavan de visitatie. Verder maakt Hooimeijer zich ook niet druk overde kritiek op de verregaande democratie. Hij roemt juist deomgangscultuur binnen de faculteit en spreekt niet van doorgeslagendemocratie. "Overleggen kost veel tijd." Hoogstens wil hij dewerkdruk bij docenten wegnemen door middel van administratieveondersteuning.
Binnen de opleiding is de discussie inmiddels losgebroken naaraanleiding van de visitatie-rapportage. Volgens Hooimeijer zal datalleen maar positieve gevolgen hebben. Het eindrapport van decommissie dat rond de zomer wordt verwacht, ziet de decaan dan ookmet vertrouwen tegemoet.
Carina Nijssen
Toegepaste studie
Ramon Ellenbroek, vijfdejaars sociale geografie. Hij heeftmeegewerkt aan de visitatie: "Ik was niet onder de indruk van hetgesprek met de commissie. Ik had meer diepgang verwacht. Devoorzitter overdonderde ons met het feit dat hij geen vragen op onsgingen afvuren, maar ons in het algemeen vroeg: 'wat vinden jullieervan?'. De commissie vindt blijkbaar dat er meer theorie in destof moet komen. Theorie is bij ons een begin, maar nooit eeneindpunt. Wetenschap kan meer naar voren komen, maar dat hoeft nietper se in het vaste programma. Dat kan wat mij betreft ook in devrije ruimte.
"De vaardigheden die wij leren zijn overigens bijzonder nuttig,zeker in aansluiting op wat de arbeidsmarkt vraagt. Ik ben redelijkoptimistisch en verwacht niet lager dan 7,5 als rapportcijfer voorde opleiding."
Irene van den Broek, derdejaars sociale geografie. Tijdens haartweede jaar heeft ze meegedaan aan het excellent trace: "Het zijnniet per se de studiebollen die aan dit trace meedoen. Zolang jemaar geen studieachterstand hebt, kan je meedoen. De meerwaarde vanhet trace is de grote mate van vrijheid, zelfstandigheid encreativiteit. Dat is mijn ervaring nadat ik mijn leeronderzoek inNoorwegen heb gedaan."
"Volgens mij was niemand echt bang voor de conclusie van decommissie. Sociale geografie is nou eenmaal niet de meesteintellectuele studie: het is eerder toegepaste wetenschap."