De tien patienten waren de eersten ter wereld die werdenbehandeld volgens de nieuwe in Utrecht ontwikkelde methode. Diemethode houdt in dat een buisje met beenmerg wordt afgenomen uithet bekken of uit de kaak van een patient. Uit dit beenmerg wordende voorlopers van botcellen opgekweekt, die op dragermateriaalworden gezaaid en daar worden aangezet om zelf bot te gaanvormen.

Dat bot kan vervolgens worden gebruikt als implantaat opplaatsen in de kaak waar het eigen bot van de patient ontbreekt.Botloze plekjes zijn vaak het gevolg van val- of vechtpartijen,waarbij niet alleen tanden of kiezen, maar ook stukjes van hetomringende bot sneuvelen. Een voorwaarde om het gebit van deslachtoffers goed te kunnen herstellen, is voorafgaand herstel vande kaak.

Tot nu toe werd daar bot voor gebruikt dat afkomstig was uit hetbekken of uit de kin van de betreffende patient. Daarvoor wasechter een operatieve ingreep nodig, die vaak plaatsvond onderalgehele narcose. Het grootste voordeel van de nieuwe aanpak dat insamenwerking met het Bilthovense bedrijf Isotis is ontwikkeld, isvolgens Meijer dat deze operatie nu niet meer nodig is. Voor demeeste patienten zal de behandeling met opgekweekt bot uit eigenbeenmerg zelfs betekenen dat zij helemaal niet meer hoeven teworden opgenomen, omdat de ingreep poliklinisch kan wordenuitgevoerd.

EH

"Mensen met perifeer arterieel vaatlijden krijgen bij inspanningpijn in de benen. De pijn wordt veroorzaakt door verkalktebeenslagaders die voor een gebrekkige doorbloeding zorgen van deonderbenen. Door de pijn kunnen mensen slechts korte afstandenlopen. In de stad staan ze daardoor wat vaker stil bij een etalage,vandaar de volksnaam etalagebenen," legt radioloog in opleidingMaurice van den Bosch uit. In zijn promotie-onderzoek vroeg Van denBosch zich af hoe de aandoening ontstaat.

De vaatafwijking komt voornamelijk voor bij oudere mensen. Vanden Bosch richtte zich in zijn onderzoek echter op vrouwen jongerdan vijftig jaar. Hij boekte opmerkelijke resultaten. Het blijktdat drie op de tienduizend vrouwen last heeft van etalagebenen.Rokende vrouwen die de tweede of derde generatie anticonceptiepilslikken en een hoog cholesterolgehalte of een hoge bloeddrukhebben, lopen meer kans op verkalking van de beenslagader. "Vrouwendie blootgesteld zijn aan veel van deze risicofactoren, zouden goedmoeten worden voorgelicht over andere vormen van anticonceptie dande pil."

Behalve pijn in de benen bij inspanning, kan een verkalktebeenslagader nog een nadelig gevolg hebben. Van den Bosch stuittebij verrassing op een verband tussen de plaats van het vaatlijdenen de kans op een miskraam. Zwangere vrouwen met een verkalktebuikslagader bijvoorbeeld hebben drie keer zoveel kans op eenmiskraam als gezonde controles. "Waarschijnlijk belemmert zo'ngrote hoeveelheid kalk de bloeddoorstroming naar de baarmoeder",zegt Van den Bosch.

Van den Bosch gebruikte een voor Nederland unieke manier omgezonde controles te vinden. Een computerprogramma genereerdewillekeurige telefoonnummers. Vanuit de drie cijfers van hetplaatselijke kengetal (in Utrecht dus 030) worden vervolgens zevenwillekeurige nummer toegevoegd. "Via deze methode kregen we eenhoge respons, 85 procent van de gebelde huishoudens deed mee", zegtVan den Bosch. "Veel mensen vonden het niet bezwaarlijk om door eenmedisch onderzoeker gebeld te worden."

Rinze Benedictus

[Bijschrift bij een foto]

Mensensmokkel, xtc en zinloos geweld beheersen niet alleen devoorpagina's van de kranten, maar ook de agenda van de Nederlandsecriminologie. Het ontbreekt in Nederland aan fundamenteel onderzoeknaar misdaad en misdaadbestrijding Dat concluderen de criminologenVan de Bunt (VU en Rotterdam), Bruinsma (Leiden) en Marshall Haen(Nebraska). Zij onderzochten op verzoek van de Adviesraad voor hetWetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) de toekomst van deNederlandse criminologie.

De Nederlandse criminologie is momenteel sterk afhankelijk vankorte-termijn opdrachten van gemeenten, bedrijven en ministeries,stelt de commissie. Bezuinigingen in de jaren tachtig en negentighebben het fundamenteel onderzoek vrijwel weggevaagd. Er isdaardoor nauwelijks aandacht voor vraagstukken van de toekomst,zoals de gevolgen van globalisering en technologischeontwikkelingen. Volgens de onderzoekers is meer geld een eerstevereiste om de criminologen los te maken van hetopdrachtonderzoek.

Vooral aan interdisciplinair onderzoek is veel behoefte. Gepleitwordt voor een onderzoeksagenda met thema's als recidive,georganiseerde crimininaliteit, de gevolgen van terugtredendeoverheden en de invloed van ict en de Europese eenwording. Daarbijzouden onder andere sociologen, psychologen, milieuwetenschappers,bestuurskundigen en informatici betrokken moeten worden.

Prof.dr. Chrisje Brants, voorzitter van de Utrechtsedisciplinegroep Strafrechtwetenschappen, kan zich in grote lijnenin het advies vinden. "Wij constateren al jaren dat de'beleidscriminologie' een onevenredig grote plaats in het onderzoekinneemt. Dat hebben de juridische faculteiten overigens grotendeelsaan zichzelf te wijten, omdat zij de criminologie doorgaans als'franje' hebben beschouwd en er enorm in hebben gesnoeid toen er inde jaren tachtig moest worden bezuinigd.

"Gevolg is dat het heel moeilijk is geworden om kritischekanttekeningen te plaatsen bij de waan van de dag. Op zich kan deactualiteit echt wel zinnige onderzoeksvragen opleveren. Maar alsje vindt dat de beleidsmakers eigenlijk de verkeerde vraag stellen,dan zijn er in het huidige klimaat nauwelijks mogelijkheden om hetonderzoek te richten op wat naar jouw mening wel relevant is.

"Ik ben het ook eens met de roep van de commissie om meerinterdisciplinair onderzoek. Overigens is het Willem PompeInstituut in Utrecht een van de weinige instituten waar dat algebeurt, omdat criminologen en strafrechtswetenschappers hier nauwsamenwerken."

HOP, Wieland van Dijk / EH

Als belangrijkste maatregel om de studieloopbaanbegeleiding vanstudenten te verbeteren, wordt de persoonlijk begeleider instelling gebracht. De grotere keuzevrijheid in de vernieuwdebama-opzet van het Utrechtse onderwijs maakt dit naar de mening vanhet universiteitsbestuur noodzakelijk.

'Het eerste aanspreekpunt' moet in alle gevallen een docent zijndie participeert in de opleiding. Dat vindt de commissie dieonderzoek deed naar een nieuw systeem van begeleiding en vorigeweek rapporteerde. De docent zal de student gedurende de driebachelorjaren moeten bijstaan bij het maken van gewichtige keuzesen de voorbereiding op de masterfase. Belangrijk punt vanbespreking is steeds de opbouw van de portfolio waarin eenoverzicht van werkstukken, verslagen en evaluaties zitten waaruitblijkt dat de student zich academische vaardigheden heeft eigengemaakt.

Vooral in het eerste jaar zal het contact tussen student enbegeleider intensief zijn. Vaste gespreksmomenten zijn deopleidingsintroductie waarin docenten een grotere rol gaan spelen,het dringend studieadvies in januari en het advies voor dedefinitieve majorkeuze aan het eind van het eerste jaar. Verder zaleen eerstejaars een aantal bijeenkomsten bijwonen met anderestudenten die aan zijn of haar begeleider zijn toegewezen. Deze'studiegroep' mag maximaal 25 studenten tellen. In het tweede enderde jaar is er minder contact tussen student en begeleidervoorzien: zo'n twee keer per jaar.

Om de student werkelijk te kunnen bijstaan zal de begeleidendedocent niet alleen de weg moeten weten in de eigen opleiding, maarook op de hoogte moeten zijn van doorverwijsmogelijkheden. Vanonderwijsinstituten wordt verwacht dat ze hiervoor een werkzameinfrastructuur opbouwen. De ondersteuning van de centraleuniversitaire diensten het Studenten Service Centrum en BureauBuitenland blijft intact.

De nieuwe studieloopbaanbegeleiding zal over de gehelebachelorfase zo'n twintig uur per student in beslag nemen. Hetcollege van bestuur wil hiervoor geen extra geld uittrekken, maardenkt er wel over studiepunten toe te gaan kennen aan de opbouw vanhet portfolio.

XB

Meer info op: http://www.uu.nl/bama onder 'projectstudieloopbaanbegeleiding'

Het Utrechtse Corps kreeg vorig jaar veel kritiek na eenreportage in Nieuwe Revu over de harde ontgroening. Met de hulp vanhet communicatiebureau Paul Kok Consultants moet er nu eenevenwichtiger beeld in de pers komen over de studentenvereniging.Consultant Lucas Stassen: "Het corps wil meer aandacht voor degoede dingen van de vereniging. Daar staat wel tegenover dat devereniging meer openheid moet geven over de gang van zaken."

Net als in het bedrijfsleven moet het USC zich gaanverantwoorden voor zijn activiteiten. Alles binnenshuis houden'omdat de mensen het toch niet begrijpen' is volgens Stassen, zelfoud-lid van het Corps, een gepasseerd station. "Het Corps moet metde tijd meegaan."

Het USC zal nog steeds zelf de persberichten schrijven, maarvoordat deze worden verstuurd, worden ze voorgelegd aan Stassen.USC-lid Vermeulen: "Hij geeft ons persbericht wat meer'power'."Stassen vult aan: "Het USC heeft weinig ervaring met depers dat ook een wereldje is met eigen regels en mores. Wij willende studenten meer zelfvertrouwen geven en met enkele richtlijneneen beetje bijsturen." Het adviesbureau is dan ook voor een langeretijd in de arm genomen, zodat het nieuwe bestuur volgendcollegejaar niet opnieuw het wiel hoeft uit te vinden.

Het corps zal zich vooral richten op de regionale Utrechtsemedia. Vermeulen:"We organiseren wel eens wat voor de stad, maarjammer genoeg wordt dat niet in de regionale kranten overgenomen."Een uitnodiging voor de pers om een dagje mee te lopen met deontgroening zit er echter niet in. "Wij zijn voor openheid maargeven ons niet bloot."

MF

Stuur een valentijnsoproepje in en maak kans opbioscoopbon!

Dat concludeert de Landelijke Studentenvakbond op basis van eenenqute, waarvan de resultaten bekend werden gemaakt tijdens hetcongres <I>Overmeesterd door de MUB?<I>. De MUB was aleen keer gevalueerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs.De LSVb vindt echter dat het accent van die rapportage vooral op debeleving van de colleges van bestuur ligt. De enqute van de LSVbzou een beter beeld geven van de MUB-beleving in de heleuniversitaire organisatie.

Ook uit de tussenbalans van het ministerie bleek al dat deuniversitaire medezeggenschap niet uit de verf komt. Collegeledenoverleggen het liefst direct met faculteitsdecanen en raden vantoezicht. Zij 'vergeten' de medezeggenschapsraden tijdig teinformeren. Dat leidt uiteraard tot wantrouwen.

De conclusies van de LSVb zijn harder. "Zowel leden van demedezeggenschapsraden als bestuurders zijn van mening dat de MUBtotaal geen invloed heeft op de versterking van kwaliteit enstudeerbaarheid van het onderwijs. Goed beschouwd is het hoofddoelvan de MUB dus niet bereikt", aldus LSVb-voorzitster SofieJoosse.

Een meerderheid van de genqueteerden beoordeelt de invloed vande student op het onderwijs als 'slecht'. Op het niveau van deopleiding zijn de studenten volledig afhankelijk van n persoon: deopleidingsdirecteur. Hetzelfde geldt voor de faculteiten, waar dedecaan de scepter zwaait. Kortom, concludeert Joosse, destudenteninspraak op het gebied van de opleiding is volledigmislukt.

De studentenvakbond pleit voor een betere informatievoorzieningaan de medezeggenschapsraden. De geschillenprocedure moet wordenaangescherpt om colleges van bestuur effectiever de duimschroevente kunnen aandraaien. Wellicht, denkt de LSVb, is het een goed ideeals medezeggenschapsorganen een vinger in de pap krijgen bij debenoeming van de leden van de raden van toezicht, die de collegesvan bestuur controleren. En het CvB moet een studentlidkrijgen.

"Dan is de MUB nog altijd niet teruggedraaid", zegt Joosse."Maar in elk geval zal het voor studenten en personeel weer heelwat zinniger zijn om zich voor de universiteiten in te zetten."

Peter Hanff (HOP)

Zie ook de Analyse (Rubrieken)

Meelifters werken niet graag mee aan groepsopdrachten. Deoverige groepsleden moeten maar iets harder lopen, vinden ze. Demeelifter maakt zich geen zorgen, want het uiteindelijkegroepsproduct zorgt immers voor de benodigde studiepunten.

Verzonnen smoesjes voor het niet gedane werk wekken irritatiebinnen de groep en de sfeer wordt gaandeweg verziekt. Toch is hetin Groningen nooit zo ver gekomen dat een luie student uit dewerkgroep werd gegooid. In slechts twee procent van de gevallenwerd hier mee gedreigd en dan alleen bij meelifters die het echt tebont maakten.

De Groningse onderzoekers van de faculteit bedrijfskunde willendat hun onderzoek het meeliftprobleem bespreekbaar maakt. "Veertigprocent van de 148 ondervraagde studenten praat wel onderling overhet probleem, maar overleg met de docent vindt nauwelijks plaats,"stelt onderzoekster Aukje Nauta.

Fanatiekelingen moeten nu nog harder werken om een goedresultaat te behalen, denkt deskundige op het gebied van probleemgestuurd onderwijs Sanna Langerak van de Haagse Hogeschool."Actieve studenten moeten ook het werk van de luie student doen. Zelopen daarom harder om aan het eind van de rit toch de studiepuntenbinnen te halen." En daar profiteert de meeliftende student ookweer van. Het probleem ligt niet bij lakse studenten alleen.Onderzoekster Nauta: "In sommige gevallen is het een student die alhet werk naar zich toe trekt, waardoor weinig overblijft voormedestudenten. Pas bij het tentamen krijgt de docent inzicht in deindividuele prestaties."

HOP, Marije van Kortenhof

De UIT is de jaarlijkse aftrap van het academisch jaar inaugustus. De nieuwe eerstejaars van zowel de hogeschool als deuniversiteit, leren in vier dagen tijd de stad, destudentenfaciliteiten en elkaar kennen. Volgens het college vanbestuur is de UIT de laatste jaren teveel doorgeschoten naar eenfeestweek. Daardoor is de kennismaking met de universiteit in deknel gekomen.

Het college wil daar dit jaar verandering in brengen. Het CvBwil vooral de dominante rol van de gezelligheidsverenigingentijdens de UIT terugdringen. De verenigingen, afhankelijk van deUIT voor de nieuwe ledenaanwas, werden afgelopen maandag van devoorlopige conclusies op de hoogte gesteld.

Het college wil de eerste ochtend reserveren om de toekomstigeuniversitaire studenten aan de UU voor te stellen. De eerstejaarsvan de hogeschool krijgen een hogeschool-programma. Verder mogende

gezelligheidsverenigingen voortaan minder rondleidingen geven enminder programma-onderdelen aanbieden. Ook moeten de feesten - vande verenigingen de eerste drie dagen van de UIT om uiterlijk eenuur s nachts zijn afgelopen.

De verschillende maatregelen moeten er voor zorgen dat denieuwkomers meer tijd krijgen om de universiteit beter te lerenkennen en ook bezoekjes te brengen aan bijvoorbeeld het cultureelcentrum Parnassos en het sportcomplex Olympos.

Wij zijn niet zo blij met de voorstellen, zegt Ties Kragten vande Federatie Utrechtse Gezelligheidsverenigingen, de FUG. Ik kanergens wel begrijpen dat het college afwil van het drankimago vande UIT, maar ik snap niet waarom deze verandering zo snel moet.

De Introductie Commissie Utrecht, die de UIT namens deuniversiteit organiseert, en de verschillendegezelligheidsverenigingen onthouden zich van commentaar. Het isveel tegelijk. Ik kan nu nog geen commentaar geven, zegt JohannesZandvoort, preses van Veritas. Kragten van de FUG begrijpt welwaarom: Collegevoorzitter Veldhuis zette meteen het mes op tafel.We kunnen wel tegen dit plan aanschoppen, maar verenigingen zijnafhankelijk van de subsidies van de universiteit. We kunnen niksdoen, alleen maar afwachten tot we de precieze randvoorwaardenhebben gehoord. Hoogstens zouden de zes gezelligheidsverenigingenzich terug kunnen trekken uit de organisatie, maar dan snijden wealleen onszelf in de vingers. We kunnen onze energie beter stekenin het maken van een leuke introductie.

Christie Hofmeester/ EH

Faculteiten aan banden

Niet alleen aan de UIT-dagen worden strengere eisen gesteld. Hetcollege van bestuur gaat ook de facultaire introducties aan bandenleggen. Vanaf het komende collegejaar mogen de Utrechtseopleidingen hun studenten niet meer welkom heten voor het begin vanhet academisch jaar, dat op 1 september is. Dat blijkt uit deuniversitaire jaarkalender 2002-2005.

Vooral de faculteiten met een intensief onderwijsprogrammahadden tot nu toe de gewoonte om hun introductieprogramma in delaatste week van augustus te plannen. Op die manier kon hetonderwijs in september zonder haperingen van start gaan. Gevolgwaren echter regelmatige botsingen met de gezelligheidsverenigingendie hun kennismakingstijd in diezelfde periode houden. Om dit soortproblemen in de toekomst te vermijden heeft het college defaculteiten nu verboden om in de genoemde periodeintroductieactiviteiten te plannen.

Ook inhoudelijk stelt het college voortaan strengere eisen aande faculteiten. Na het succes van het project Hartelijk welkom bijonder meer ruimtelijke wetenschappen en bestuur &organisatieetenschap worden vanaf nu alle opleidingen geacht hunnieuwe studenten op een meer persoonlijke manier te verwelkomen.Naast informatieoverdracht is vooral de kennismaking van studentenmet de staf doel van deze introductie-nieuwe-stijl. Zo kan volgenshet college het wederzijds commitment tussen studenten en docentenworden versterkt. Vandaar dat alle hoogleraren en docenten van deopleiding tijdens de introductie aanwezig moeten zijn. Om tebeklemtonen dat de vrijblijvendheid op dit punt voorbij is, wordtde verantwoordelijkheid voor de facultaire introductie volledig inhanden gelegd van de decaan.

EH