Nieuws

De Salon stopt

"De sponsors zien het niet zitten om twee debatorganisaties testeunen", zegt Sylvia den Hengst, redacteur van De Salon. "Daardoorhebben wij dit jaar niet genoeg geld binnen kunnen halen om door tegaan. De sponsors hebben de voorkeur gegeven aan Tumult."

De Salon kreeg een garantsubsidie van de universiteit en degemeente. Dat hield in dat De Salon zelf voor sponsors moestzorgen, met de garantie dat wanneer dit niet lukte beide instantieszouden bijspringen. Die garantsubsidie is ingetrokken omdat men ergeen heil in zag om twee debatorganisaties te financieren. Deredactie van De Salon gaat nu op non-actief en wordt pas definitiefopgeheven als Tumult vaste grond onder de voeten heeft en De Salonook feitelijk overbodig heeft gemaakt. Tot dan leidt De Salon eensluimerend bestaan.

Een samenwerking wordt vanuit beide partijen niet uitgesloten.Volgens dr. André Klukhuhn, hoofd Studium Generale en vastecolumnist van De Salon, worden de Salon-debatten waarschijnlijkondergebracht bij het jongere debatcentrum. "Maar niemand van DeSalon heeft zin om bij Tumult te gaan. Ik stop er in ieder gevalmee." Klukhuhn vindt dat de twee debatcentra niet bij elkaarpassen. "De Salon is stijlvol debatteren in een mooie omgeving, opzondagmiddag met een versnapering en een orkestje op deachtergrond. Het eerste wat ik van Tumult vernam was dat ze mensenop een zeepkist zetten op de Neude."

Het laatste debat van De Salon zal zondag 13 december wordengehouden.

JvdG

Informatiemaatschappij vraagt om andere rechtsregels

Dat stelde prof.dr. Mark Bovens in de oratie die hij woensdag 18november uitsprak. Bovens die anderhalf jaar geleden werdaangesteld als hoogleraar Rechtsfilosfie, onderzoekt in Utrecht watde gevolgen van de digitalisering van de maatschappij voor derechtsstaat zijn. Volgens Bovens heeft de westerse maatschappijzich in de afgelopen twee eeuwen ontwikkeld van een liberale, viaeen democratische naar een sociale rechtsstaat. Inmiddels zitten weechter middenin een volgende transformatie, en wel die naar deinformatiemaatschappij. En ook die overgang zal volgens de nieuwehoogleraar ingrijpende gevolgen hebben voor de rechtsstaat.

Bovens wees onder meer op het internationale karakter vanInternet waardoor de nationale grenzen, waarop de rechtsstaat isgebaseerd, steeds meer vervagen. Maar ook de rechten van burgersdienen in een informatiemaatschappij opnieuw te wordengedefinieerd. "Wie geen sofi-nummer, e-mailadres, chipkaart enkabelaansluiting heeft, loopt in de toekomst het risicomaatschappelijk en politiek te worden gemarginaliseerd. Dat vraagtniet alleen om een andere invulling van de bestaande rechten vanburgers, maar wellicht ook om de ontwikkeling van digitaleinformatierechten die beduidend verder gaan dan de huidige wetopenbaarheid van bestuur. Zo mag men verwachten dat de overheidalle openbare overheidsdocumenten tegen kostprijs op Internetbeschikbaar stelt."

Maar daarvoor is essentieel dat de overheid ook bevordert datalle burgers, ongeacht hun inkomen, feitelijk toegang hebben tot deelektronische snelweg, in ieder geval tot die informatiediensten en-bronnen die cruciaal zijn voor hun maatschappelijk functioneren,aldus Bovens.

EH

Zorgwekkend weinig studenten Antropologie

Dat schrijft een visitatiecommissie in een rapport over deopleidingen culturele antropologie aan vijf Nederlandseuniversiteiten. De commissie is in het algemeen tevreden. Tochheeft ze nog het nodige aan te merken.

Allereerst blijkt de 'klassieke' antropologie onderbedeeld tezijn. Zaken als de geschiedenis van het vak en de verschillendestromingen komen niet genoeg aan bod. Het afstudeerwerk is daardoorin theoretisch opzicht vaak nogal mager.

Veel opleidingen bevatten 'verborgen studielast', merkt hetrapport ook op. Studenten moeten doorgaans een leeronderzoek in hetbuitenland doen. De taal die ze daarvoor nodig hebben, leren zemeestal in hun eigen tijd. Geen goede zaak, oordeelt de commissie.Vooral Utrecht en de Universiteit van Amsterdam moeten zich dataantrekken.

Ook elders doen studenten culturele antropologie vaak te langover hun studie. Het rendement is "zorgwekkend laag" stelt hetrapport zelfs vast. Veel studenten vallen af omdat de propedeuseniet selecterend genoeg werkt. Opleidingen met een brede propedeusehebben nog een probleem. In Utrecht, Nijmegen en bij de VU beginnenstudenten, volgens de commissie, aan hun doctoraal met een"kennisachterstand".

"Grote bezorgdheid" heeft de visitatiecommissie tenslotte ookover de

gemiddelde leeftijd van de staf. De afstand tot de student wordtdaardoor erg groot, vreest de commissie.

De Utrechtse opleiding culturele antropologie krijgt voor

vrijwel elk onderdeel van haar onderwijs een voldoende. Behalvede kritiek op de verborgen studielast en de brede propedeuse,krijgt Utrecht aanmerkingen op de scripties. Een "niet geringaantal" heeft van de Utrechtse docenten een te hoog cijfergekregen. Toch is het eindniveau van de opleiding voldoende. Maarde commissie maakt zich zorgen over de toekomst. Het aantalstudenten begint "een kritische ondergrens te benaderen".

De beste opleiding als het om het eindniveau van de studentengaat is volgens de visitatiecommissie die van de UvA. De hardstekritiek op dat punt krijgt de Vrije Universiteit. De commissie zetvraagtekens bij het afstudeerwerk van de studenten van de VU enbeoordeelt het eindniveau van de verkorte opleiding voorHBO-doorstromers als twijfelachtig. Deaanmerkingen op de Leidseopleiding richten zich vooral op de werkvormen. Die zijn nogaltraditioneel, met veel hoorcolleges en veel zelfstudie.

HOP, HO

Club

Docentprijs

Tijdens de conferentie Het Onderwijs Meester, beginvolgens jaar, zal bekend worden gemaakt wie voor 1998 de 'Docentvan het Jaar' is. Het is de vijfde achtereenvolgende keer dat deuniversiteit deze prijs - een beeldje - uitreikt. De genomineerdenzijn inmiddels bekend: de studievereniging van de bèta's 'A-Eskwadraat' droeg twee gegadigden voor: J. Kuperus van Natuur- &Sterrenkunde (rechts) en J. Maintz van Wiskunde & Informatica(midden). De studenten van de Economie-vereniging ECU '92 droegenhun favoriet A. Manders (links) voor. En ook de biologen van UBVwaren weer van de partij met kandidaat J. Smeekens(inzet).


[Bijschrift bij een foto]

Wie wijst de weg



Grafiek: Joost van Waert (© U-blad)


De duur van een verblijf van buitenlandse gasten aande Universiteit Utrecht varieert van een week tot vele maanden.Bureau Buitenland vangt samen met de faculteiten en deInternational Neighbour Group deze gasten op en maakt ze wegwijs.Twee van hen zijn Nguyen Chanh Tu en Sri Suci Utami. Zij wonenmomenteel in Utrecht voor hun promotie-onderzoek.

Ellen de Vries

Zo'n vijftienhonderd buitenlandse gasten bezoeken per jaarUtrecht. Hiervan zijn vijfhonderd studenten; de overigen stafleden.De activiteiten van de gasten variëren van het volgen vancolleges, het doen van promotie-onderzoek, participatie aan eengrootscheeps onderzoek tot het geven van een topcollege door eenmondiale expert. Voor afgestudeerden uit ontwikkelingslanden zijner bovendien scholarships; dit zijn beurzen voorpromotie-onderzoek. Zes tot acht mensen kunnen jaarlijks voor eenperiode van tien maanden gebruik maken van dergelijke beurzen.

Studenten en stafleden worden door Bureau Buitenland (BB) en debetreffende faculteit gezamenlijk opgevangen. Naarmate het verblijflanger duurt verschuift de verantwoordelijkheid voor de opvang meernaar de vakgroep; BB fungeert dan als vangnet.

BB werkt samen met de International Neighbour Group (ING). Delaatste richt zich op algemene en sociale opvang. Er is eenprogramma voor degenen die langer dan een maand in Utrechtvertoeven. Door middel van een uitgebreide maandagenda die onderandere barbecues, museumbezoeken, dwaaltochten in botanische tuinenals ook een cursus Nederland bevat, wordt de nieuwkomer deelgenootgemaakt van ons cultuurgoed.

Waakt de ING over het welbevinden van de gast, BB zorgt voortechnische ondersteuning: indien nodig wordt eenverblijfsvergunning

aangevraagd, een maandelijkse toelage verstrekt, afsluiting vanverzekeringen geregeld en in 98 procent van de gevallen voorziet BBdegast van een woonruimte.

Studenten worden vaak via de Stichting Sociale Huisvestinggeholpen aan een kamer, die ook bemiddelt bij onderhuur. Utrechtsestudenten die naar het buitenland gaan stellen graag hun ruimtetegen betaling beschikbaar. Voor de stafleden is er een 'vast'verhuurdersbestand dat voorziet in gemeubileerde kamers. Het blijktgeen probleem om woonruimte voor hen te vinden, want verhuurdersvinden het vaak prettig hun kamer aan een buitenlandse gast teverhuren, omdat het tijdelijk is.


De 33-jarige Nguyen Chanh Tu is een van de promovendi die in hetkader van een scholarship Vietnam tijdelijk verruilt voorNederland. Hij studeert volgens de sandwichformule: steeds is hijdrie tot vier maanden in Nederland om vervolgens terug te kerennaar de Universiteit van Hue in Vietnam. Zijn dissertatie, die hijin 1999 hoopt af te ronden bij het Mathematisch Instituut, heeftals onderwerp sterpunten op kubische oppervlakten. Het niveau vanwetenschappelijk onderzoek en onderwijs tussen de universiteit inVietnam en Nederland verschilt nogal. Reden waarom Tu ervoor kooseerst een Masterclass te volgen. De omstandigheden waaronder Tustudeerde in Vietnam waren bijzonder. Tijdens zijn studietijd bezathij geen enkel boek; de docent schreef de leerstof op het bord, destudenten namen dat over in hun dictaatschrift. Deuniversiteitsbibliotheek bevatte een handjevol vergeeldedictaatschriften uit de jaren veertig. Nu pas wordt er voor de helevakgroep één computer aangeschaft. De weelde van de driegevulde boekenkasten in de kamer van zijn begeleider, overweldigdehem dan ook. Promotor Frans Oort gaat eens in de twee jaar tiendagen naar Vietnam om Tu te coachen en Masterclasses te geven.

"Het onderzoek dat Tu op voorstel van Oort doet, is zeer zinvol.Maar in de zuivere wiskunde heeft een resultaat niet altijd eendirect toepasbaar gevolg", verklaart zijn hoogleraar. Daarnaast ishet belangrijk dat Tu de verworven kennis doorsluist aan zijnstudenten in Vietnam. Zo wordt kennis wereldwijd verspreid.

Twee jaar geleden maakt hij kennis met een typisch Nederlandsfenomeen: beschuit met muisjes. Hiermee vierden docenten eninderhaast uitgenodigde Vietnamese vrienden de geboorte van Tu'szoon -ver weg-.


Sri Suci Utami (32) is vanaf 1996 steeds voor een periode vantien maanden in Nederland. Ze onderzoekt het sociale gedrag van deSumatrese Orangutan. Promotor Jan van Hooff, hoogleraar bij deprojectgroep ethologie en socio-ecologie van de faculteit Biologiebegeleidt haar onderzoek. Hij is ook de vertrouwenspersoon die haarwegwijs maakt inhet Nederlandse landschap, zoals de verdiensten vande slee bij sneeuw.

Suci doet in Indonesië, in opdracht van de Universiteit vanJakarta en het Ketambe Research Institute in Sumatra voornamelijkonderzoek in een zeer bergachtige omgeving.

In Nederland moest ze erg wennen aan de vlakheid van hetlandschap en het druilerige klimaat. "De depressiesbeïnvloeden het karakter van Nederlanders. In Indonesiëlachen we veel meer." Toch zijn haar sociale contacten. Ze roemt defaciliteiten van de Universiteit Utrecht. De aanwezigheid vancomputers, uitgebreid bronnenmateriaal en het goed geoutilleerdelaboratorium hebben haar waardering.

Wat kan zij voor Utrecht betekenen? Voor de universiteit is haaronderzoek interessant, omdat veldonderzoek in Nederland onmogelijkis. Hier kunnen Orangutans immers slechts in de beslotenheid van dedierentuin bestudeerd worden. Door uitwisseling krijgen Nederlandseonderzoekers de kans de apen in haar land te bestuderen. In juni1999 hoopt ze te promoveren. Haar man heeft ze sinds de drie jaardat ze gehuwd is slechts zeven maanden gezien; beiden vertoevensteeds voor onderzoek in buitenland.

Theologie

Kinderrechtswinkel

AZU wil minder 'gewone' patiënten

Dit is een van de talloze opmerkelijke voorstellen die de Raadvan Bestuur van het Universitair Medisch Centrum doet in de dezeweek verschenen nota 'Vernieuwing als opdracht'. Volgens hetUMC-bestuur is het niet doelmatig dat de dure faciliteiten van hetziekenhuis maar zo weinig worden gebruikt voor de complexe gevallenwaarvoor ze zijn bedoeld. Op dit moment is het opnemen van 'gewone'patiënten omwille van de inkomsten nog onmisbaar, maar hetziekenhuisbestuur hoopt daar in overleg met verzekeraars en deoverheid verandering in te brengen. Het patiëntenaanbod dientvolgens het UMC-bestuur meer te stroken met de ambitie binnen hetUMC om zogeheten 'topreferente' zorg te leveren.

Ambitie is een term waarvan de hele nota over de toekomst vanhet medisch cluster doordrenkt is. Zo stelt het bestuur dat het UMC- dit jaar voor de tweede maal door Elsevier tot beste ziekenhuisvan Nederland uitgeroepen - zowel op zorg- als op onderwijsgebiedblijvend bij de landelijke top drie moet gaan behoren. De medischeonderzoekers kunnen de borst zo mogelijk nog natter maken. Hunonderzoek dient straks minimaal 4,5 te scoren op de landelijkgehanteerde '1 tot 5' schaal. Overigens definieert de Raad vanBestuur in de nota met de kernbegrippen genen, vaten, afweer,hersenen en beeldvorming vijf duidelijk afgebakendeonderzoeksgebieden. 'Onderzoek dat buiten deze velden valt, zaluiterst kritisch worden bezien op de wenselijkheid vancontinuering.'

Met plannen voor vijf eigen pioniersplaatsen voor veelbelovendejonge onderzoekers (twee miljoen gulden per jaar), een jaarlijksesubsidiecompetitie (drie miljoen) en enkele plaatsen voor, liefstNoord-Amerikaanse gastonderzoekers (een kwart miljoen), en met deaankondiging dat een gebrek aan kwaliteit direct gevolgen zalhebben voor de voortzetting van het onderzoek, maakt het UMCduidelijk grote waarde te hechten aan kwalitatief hoogwaardigonderzoek. Maar ook op onderwijsgebied willen de Utrechtse mediciopvallend nieuwe wegen inslaan.

Als het aan de Raad van Bestuur ligt, komt er in plaats van dehuidige optelsom van artsopleiding en specialistenopleiding in detoekomst één geïntegreerde opleiding tot medischspecialist. Die opleiding moet veel korter gaan duren dan dehuidige. Terwijl specialisten op dit moment inclusief wachttijdenvijftien tot zeventien jaar over hun opleidingdoen, moet huntoekomstige collega binnen tien tot twaalf jaar klaar kunnen zijn.Ook voor studenten die bij nader inzien geen arts willen worden,biedt de nota soelaas. Naast de 'traditionele' artsenopleidingkrijgt Utrecht een brede waaier aan alternatieveopleidingsmogelijkheden voor geneeskundestudenten. In samenwerkingmet externe partners zullen afstudeerrichtingen worden ingericht inde wetenschapsjournalistiek, de informatica en de techniek. Ook deterugkeer van tandheelkunde naar Utrecht moet volgens de Raad vanBestuur met nadruk worden gestimuleerd.

Om alle veranderingen mogelijk te maken moeten ziekenhuis enfaculteit in de visie van de Raad van Bestuur samensmelten totéén organisatie met één huisstijl, die vooralle personeel als werkgever zal optreden. Dat betekent datfacultaire medewerkers in de toekomst van de universiteit naar hetUMC zullen overstappen. Volgens directeur J. Halkes van defaculteit vallen ook hoogleraren onder deze regeling. Wel zal inoverleg met het college van bestuur worden bezien op welke manierde bijzondere band tussen hoogleraar en 'academie' bestendigd kanworden.

Volgens de Raad van Bestuur moet de nu gepresenteerde notadienen als grondslag voor een brede discussie in ziekenhuis enfaculteit. Die discussie moet overigens wel op korte termijn plaatsvinden, want de missie en de strategie van het UMC zullen wat hetbestuur betreft nog in 1998 worden vastgesteld. In 1999 kan danworden gestart met invoering van de voorstellen.

EH

Voorlichtingsdagen

Vorige week donderdag en vrijdag hield de UniversiteitUtrecht - zowel in de binnenstad als in de Uithof -voorlichtingsdagen voor aanstaande studenten, én hun ouders.Hoewel er zich duizend gegadigden méér dan vorig jaarhadden aangemeld (in totaal 8000), was de feitelijke opkomst minderdan in 1997 - wellicht vanwege het morsige weer.

In de wandelgangen bij de sociale faculteit overheerstede onzekerheid. Een aantal studentmedewerkers van devoorlichtingsdagen, gehuld in rode truien, hield vol datverandering van de gammapropedeuse nog helemaal niet vast staat.Maar anderen dachten toch vooral dat er rekening mee gehouden moetworden dat het accent meer op de disciplinaire kant komt te liggen,en minder op het gezamenlijke van de propedeuse.

KH