Landelijk minder eerstejaars bachelors
Aantal eerstejaars aan de UU gegroeid door internationals
Zestigduizend studenten verschenen dit jaar aan de start van de universitaire bacheloropleidingen, blijkt uit de nieuwste tellingen. Dat zijn er drieduizend minder dan vorig jaar en ruim vijfduizend minder dan het coronapiekjaar 2020.
Bij de Universiteit Utrecht hebben zich dit jaar wel meer studenten ingeschreven voor een bacheloropleiding. Het zijn er 7850 in totaal. Het aantal studenten kan echter iets lager zijn, omdat sommigen zich bij twee opleidingen hebben ingeschreven. Vorig jaar schreven zich 7642 studenten in voor een bachelor. Dat waren er wel minder dan in het piekjaar 2020 waarin 8243 aan een UU-opleiding begonnen.
Internationale instroom
Het aantal internationale studenten groeit nog steeds, melden de universiteiten, al is de toename landelijk gezien minder fors dan voorheen. Ook in Utrecht hebben zich meer internationals voor een bacheloropleiding ingeschreven dan voorgaande jaren. Dit jaar begonnen 975 studenten uit het buitenland aan een UU-bachelor, van hen komen er 734 uit een land van de Europese Economische Ruimte waartoe de landen uit de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Lichtenstein behoren. Vorig jaar waren dat er 795 van wie 585 uit een EER-land.
De landelijke daling van de instroom bij bacheloropleidingen ligt vooral aan de vwo’ers. Meestal gaat zo’n 70 à 75 procent van hen direct na het eindexamen naar de universiteit. Dit jaar is dat 66,7 procent.
Bron: Universiteiten van Nederland.
Een deel van de vwo’ers neemt vermoedelijk een tussenjaar. Een van de redenen zou kunnen zijn dat studenten vanaf september 2023 weer een basisbeurs krijgen en daar dus op wachten. Een jaar later studeren betekent een jaar langer basisbeurs.
Het omgekeerde patroon was acht jaar eerder zichtbaar, omdat de basisbeurs zou verdwijnen in september 2015. Na het eindexamen in schooljaar 2013-14 ging ruim 80 procent van de vwo’ers direct door naar de universiteit.
Ook na hun bachelor nemen studenten vaker een tussenjaar, is het vermoeden, want de masteropleidingen tellen iets minder inschrijvingen: het zijn er 124.000, tegen 128.000 vorig jaar. Dat beeld is ook te zien op de Universiteit Utrecht. Begonnen vorig collegejaar 5885 studenten aan en masteropleiding, dit jaar zijn dit er 5377. Er zijn zowel minder Nederlandse als studenten uit de EER-ruimte begonnen. Het aantal niet-EER studenten dat aan een UU-master begon is echter gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Kleine talenstudies
Kleine talenstudies blijven het moeilijk hebben. In Nijmegen lijkt de opleiding Nederlands weer te groeien, al gaat het nog steeds om kleine aantallen, maar de opleiding Duits trekt bijvoorbeeld slechts zes eerstejaars. “Dat is echt een drama”, zei rector Han van Krieken van de Radboud Universiteit Nijmegen in een online bijeenkomst voor journalisten. “Ik maak me daar grote zorgen over. We zitten hier een paar kilometer van de Duitse grens.”
Voorzitter Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam bevestigde dat beeld (“Het loopt geen storm”), maar meent dat de vernieuwing van de opleidingen wel vruchten afwerpt. De Amsterdamse opleiding Duits is geïntegreerd met Europese studies, vertelde ze, waardoor de opleiding voor jongeren aansprekender is geworden. “Het gaat over de Duitse taal en cultuur, maar ook over Europese cultuur en de Europese Unie.”
Groei aan bètazijde
Alles bij elkaar blijven de universiteiten dit jaar ongeveer even groot als vorig jaar, melden ze. Tegenover de (lagere) instroom van eerstejaars staan ongeveer evenveel studenten die hun diploma behalen.
Tussen de sectoren zijn er wel verschillen. De enige sector die flink groeit, is ‘natuur’, met opleidingen als biologie, scheikunde en natuurkunde, maar ook ict en wiskunde. Deze opleidingen tellen inmiddels 40.000 inschrijvingen (inclusief de ouderejaars). Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2011. Verder doen de sectoroverstijgende studies het goed. Dat zijn gemengde opleidingen, zoals de Amsterdamse bachelor Politics, Psychology, Law & Economics’, waar kroonprinses Amalia voor heeft gekozen. De andere sectoren blijven ongeveer gelijk of gaan achteruit.
In Utrecht is de groei in de bachelors procentueel het grootst bij de Molecular & Biophysical Life Sciences (MBLS) wat biologie, scheikunde, natuurkunde en farmaceutische wetenschappen combineert. Verder groeien ook Informatiekunde en Wiskunde. Op de vierde plaats wat betreft procentuele groei staat Economics & Business Economics.
De masteropleiding die procentueel het meest zijn gegroeid dit jaar, zijn Film & Television Cultures, Verplegingswetenschap en Theoretical Physics.
“De verwachting is wel dat de studentenaantallen de komende jaren weer verder zullen stijgen”, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van koepelvereniging UNL. De universiteiten praten met de minister over de toekomst.
De tellingen zijn nog niet definitief. De officiële cijfers komen meestal in februari en kunnen door allerlei correcties enigszins afwijken van de cijfers die de universiteiten vandaag presenteren.