Bofuitbraak onder Utrechtse studenten
Foto: DUB
De bofuitbraak heeft meerdere Utrechtse studentenhuizen getroffen, meldt GGD regio Utrecht. Volgens de gemeentelijke gezondheidsdienst gaat het op dit moment om zo'n acht studenten die zich de afgelopen twee weken hebben gemeld. Dat is meer dan normaal; in voorgaande jaren waren er slechts enkele gevallen in de hele regio.
GGD adviseert te vaccineren
Studenten en medewerkers van onderwijsinstellingen worden daarom geadviseerd om zich te laten vaccineren als zij niet of niet volledig ingeënt zijn tegen de bof. Dit betreft hoogstwaarschijnlijk slechts een kleine groep. De vaccinatiegraad in Utrecht voor bof-mazelen-rode hond ligt rond de 94 procent doordat de inenting sinds de jaren 80 onderdeel uitmaakt van het Rijksvaccinatieprogramma.
Onder studenten is het percentage niet-gevaccineerden vermoedelijk zelfs nog lager, aldus Diederik Brandwagt, arts infectieziektebestrijding bij de GGD. "De huidige studenten zijn al 10 tot 20 jaar geleden gevaccineerd, toen was de vaccinatiegraad over het algemeen iets hoger. Maar het komt ook zeker voor dat er mensen niet of niet volledig gevaccineerd zijn." Wie volledig is gevaccineerd, heeft een BMR-vaccinatie gekregen toen hij 14 maanden en 9 jaar oud was.
Dat neemt niet weg dat gevaccineerden desondanks ziek kunnen worden. Ook het merendeel van de besmette Utrechtse studenten is volledig gevaccineerd. "Het is bekend dat bij een deel van de jongvolwassenen de bescherming van de vaccinatie afneemt", aldus de GGD. Mogelijk komt dit doordat het vaccin niet voldoende beschermt tegen nieuwe varianten van het virus. Het heeft echter geen zin om een derde keer te vaccineren.
Mensen die volledig zijn gevaccineerd zijn, volgens de GGD, beter beschermd tegen complicaties van de bof.
Vaker bofuitbraak onder studenten
Het is niet de eerste keer dat er een bofuitbraak onder studenten is. In 2010 organiseerde GGD regio Utrecht speciale vaccinatiedagen voor studenten, omdat zij opvallend vaak met de ziekte besmet werden. In minder dan een half jaar werden er toen 26 gevallen gemeld. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vermoedde destijds dat studenten extra bevattelijk zijn voor de 'kinderziekte' omdat zij zich vaker in grote groepen begeven. En zij bovendien veel sociale contacten hebben waardoor het virus sneller kan worden overgedragen.
Op dit moment is er geen directe link gevonden tussen de studenten die als eerste werden besmet met de infectieziekte. Ze volgen niet allemaal dezelfde studie, zijn niet lid van dezelfde vereniging en zijn ook niet naar dezelfde activiteit geweest.
Bof is een infectieziekte veroorzaakt door het bofvirus, schrijft de GGD in de informatiebrief Bof. De ziekte begint vaak met griepachtige verschijnselen, na een paar dagen gevolgd door een ontsteking van de speekselklieren, die een kenmerkende zwelling van de wang of hals kan geven. De meeste ziektegevallen zijn na een week weer volledig hersteld. In enkele gevallen kunnen complicaties optreden als gehoorschade of een zaadbalontsteking waardoor de man verminderd vruchtbaar kan worden.
Het bofvirus bevindt zich in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met het virus in de lucht. Hierdoor kunnen anderen besmet raken. De tijd tussen het besmet raken en ziek worden is twee tot drie weken. Iemand die de bof heeft gehad, kan de ziekte niet opnieuw krijgen.