Deel Universiteitsraad stemt uit protest niet in met begroting

De universiteit moet ook in 2021 zo min mogelijk geld op de plank laten liggen, foto DUB

Het huishoudboekje van de Universiteit Utrecht ziet er het komende kalenderjaar niet zo spannend uit. De universiteit heeft de financiën goed op orde en zelfs de coronacrisis lijkt daar niets aan af te doen. Het Haagse idee dat universiteiten te veel geld op de plank hebben liggen, lijkt ontkracht, toch moeten alle faculteiten hun reserves in 2021 verkleinen. De UU wil volgend jaar 28,9 miljoen euro meer uitgeven dan er binnenkomt. En hoewel dit een makkelijke opgave lijkt, blijkt uit het verleden dat het zo gemakkelijk niet is.

In 2019 moest de UU 30 miljoen interen. Dat lukte door allerlei meevallers totaal niet en kwam de begroting keurig uit op nul. Ook dit jaar moet het geld gaan rollen en moet op 31 december 26,5 miljoen meer worden uitgegeven dan in 2020 is binnengekomen. Of dit gaat lukken is nog maar de vraag.

De cijfers tot en met het derde kwartaal laten zien dat er in dit laatste kwartaal nog zeker 14 miljoen euro moet worden uitgegeven. De hoop is dat dit gaat lukken omdat de personeelslasten zijn gestegen doordat er ter grootte van 187 fulltimebanen (fte) aan nieuwe collega’s zijn. Van hen behoort 104 fte tot het wetenschappelijke personeel.

Het personeelsbestand moet groeien omdat in september 9,5 procent meer studenten aan een studie aan de UU zijn begonnen. Om die reden stijgen ook de inkomsten van de UU met 5,5 miljoen euro. Helemaal rekenen op dit geld kan de UU niet: het bedrag kan lager uitvallen als studenten zich voor 1 februari uitschrijven als student en een deel van hun collegegeld terugkrijgen.

Enkele plussen en minnen
De begroting is opgesteld naar aanleiding van de meerjarenbegroting die voor de zomer is gepresenteerd. In deze zogeheten kaderbrief 2021 tot en met 2023 staan de financiële ontwikkelingen beschreven en wordt bekend wat de te verwachten inkomsten en uitgaven zijn.

Zoals gezegd werd dit voorjaar geen rekening gehouden met de enorme groei aan eerstejaars tot 3259 studenten. De extra inkomsten zijn in de begroting van 2021 nu wel meegenomen. Wat ook financieel gunstig is voor 2021 is dat het aantal promoties is gestegen. De universiteit krijgt daardoor een groter deel uit de pot van de rijksoverheid die is bestemd voor promoties. Daarnaast krijgt de UU 1,6 miljoen euro van het Rijk om gedeeltelijk de kosten te dekken van vertraging in het onderzoek door de coronamaatregelen. Dit gaat in het fonds dat de universiteit voor dit doel had opgezet.

Er is ook een financieel minpunt: de universiteit krijgt uit de rijkspot 2 miljoen euro minder: 656 miljoen in plaats van 658 miljoen. De oorzaak hiervan is dat het aandeel van de Universiteit Utrecht ten opzichte van andere universiteiten is gedaald. Niet alleen Utrecht heeft meer studenten mogen verwelkomen dit jaar, ook andere universiteiten waren populairder en een aantal is iets meer gegroeid. De hoeveelheid geld die het Rijk onder de universiteiten verdeeld, is echter niet groter geworden.

De financiële coronagevolgen
De universiteit heeft voor 2021 geen extra potje opzij gezet om eventuele kosten uit te betalen die de UU moet maken vanwege de coronacrisis. Dit kalenderjaar liet zien dat de coronakosten tot en met het derde kwartaal zo’n 11 miljoen hebben gekost. Zo had het Facilitair Service Centrum 4 miljoen nodig gehad om onder meer de gebouwen coronaproof te maken. Ook stopte de UU 2,7 miljoen in de pot waaruit vertraagd onderzoek betaald kan worden en kostte de eenmalig thuiswerkvergoeding van 300 euro per medewerker in totaal 2,1 miljoen. Dit bedrag komt uit de zogeheten arbeidsvoorwaardengelden, een post waar een deel van de loonsom in wordt gestort om ‘iets’ mee te doen voor alle werknemers. Ook de verhoging van de reiskostenvergoeding kwam uit deze pot. De 11 miljoen voor corona kon echter worden betaald uit de gewone middelen. De universiteit verwacht dat dat volgend jaar ook kan.

Nieuwe docenten en studentassistenten
Omdat de begroting een stabiel beeld laat zien, was er nauwelijks discussie over het universitaire huishoudboekje tijdens de vergadering van de Universiteitsraad met het College van Bestuur (CvB) op 7 december. De raad maakte zich met name zorgen over het uitgavepatroon van de faculteiten. Spenderen zij wel voldoende zodat hun reserves slinken? En waarom lijken zij het zo lastig om meer nieuwe docenten aan te nemen om zo de onderwijs- en onderzoekskwaliteit hoog te houden?

Het CvB lichtte toe dat faculteiten door vroegere tegenvallers en schommelende studentaantallen zijn met hun geld. In de praktijk blijkt er het ene jaar meer en het andere jaar minder docenten nodig te zijn. “Faculteiten hebben veel veiligheidskleppen ingebouwd”, aldus rector Henk Kummeling. Hij zegt met de faculteiten in gesprek te zijn om die angst weg te nemen. “We hebben gezegd dat het niet erg is als ze in de min schieten, zolang dat maar niet tot gevolg heeft dat er gereorganiseerd moet worden.”

Ook biedt het universiteitsbestuur de faculteiten de helpende hand om de werkdruk tegen te gaan en de onderwijskwaliteit te waarborgen, door meer studentassistenten aan te nemen. “Het blijkt dat niet overal binnen de universiteit duidelijk is waar je studentassistenten allemaal voor kan inzetten. Juridische Zaken maakt een lijst waarop staat welke functies studentassistenten kunnen hebben.’”

Den Haag moet met meer geld over de brug komen
Hoewel er geen vuiltje aan de lucht leek te zijn, stemde niet heel de Universiteitsraad in met de begroting. De drie leden van UUinActie konden niet instemmen. Volgens hen biedt de begroting niet genoeg middelen om de structurele werkdruk van docenten te verlagen. Dat is overigens niet de schuld van de universiteit, zeiden ze. “Wij begrijpen dat dit komt door de onderfinanciering vanuit Den Haag. We zouden graag zien dat het College van Bestuur zich sterker maakt om een adequate financiering voor haar kerntaken te bekomen.”

De andere negentien aanwezige leden stemden wel in met de begroting, maar ook zij deden dit met een stemverklaring. “Wij zien geen inhoudelijke redenen om de begroting af te wijzen, maar we sluiten ons wel aan bij de noodkreet van UUinActie dat de beschikbare middelen niet voldoende zijn. Dat probleem ligt op landelijk niveau. De rijksmiddelen zijn niet toereikend om de kwaliteit van het onderwijs en het welzijn van onze studenten en medewerkers te waarborgen. We steunen de oproep aan OCW om meer middelen beschikbaar te stellen en gaan graag in overleg over concrete acties om dit te bewerkstelligen. ”

De collegevoorzitter wil samen met alle partijen en alle universiteiten optrekken tegen Den Haag. “De minister zei al dat er een miljard extra nodig is, en dat willen we graag erbij hebben. Het is belangrijk om dat bij de verkiezingen en later bij de formatie te laten horen.”

 

Advertentie