Extra meevallers houden spaarpot UU te goed gevuld
Elk jaar rond deze tijd staat de jaarrekening van de UU op de agenda van de Universiteitsraad. In de jaarrekening die nu besproken wordt, staat onder meer hoeveel geld de universiteit in 2019 heeft binnengekregen en hoeveel zij heeft uitgegeven. De kunst is om een jaar daarvoor een begroting op te stellen die op nul uitkomt: dan komt er evenveel geld binnen als er wordt uitgegeven. Maar omdat de universiteit veel geld in reserve heeft, was in 2018 besloten 31,3 miljoen euro meer uit te geven dan er binnenkomt. Dat is dit jaar niet gelukt. De jaarrekening laat 'slechts' een minus 3 ton zien is in de jaarrekening. Hoe kan dat?
De UU heeft inderdaad veel geld in reserve. Dit komt doordat in eerdere jaren overschotten zijn ontstaan. Deze overschotten kregen een bestemming voor onderwijs en onderzoek en zouden alsnog daaraan worden uitgegeven. Maar bezuinigingen vanuit het Rijk en tegenvallende resultaten in het verleden maakten verschillende de faculteiten en diensten die bezuinigingen voor de kiezen hadden gekregen, voorzichtig.
Toen er weer geld uitgegeven mocht worden, gebeurde dit slechts mondjesmaat omdat de magere jaren nog vers in het geheugen lagen. Niet alleen de faculteiten en diensten begroten voorzichtig, ook de universiteit als geheel deed dit waardoor de reserves groeiden. De laatste paar jaar kwam daar nog bij dat de universiteit na de zomervakantie enkele financiële meevallers had die onder meer afkomstig waren uit Den-Haag. Tenslotte bleek het ook niet altijd mogelijk voldoende gekwalificeerd personeel te werven.
Het geld moest rollen
In 2019 moest het geld dus gaan rollen, want grote reserves kan de indruk wekken bij het ministerie van Onderwijs dat de universiteit rijk is en dus wel met minder subsidie toekan. Dat wil de universiteit graag voorkomen. Daarom werd in 2018 afgesproken dat er bijvoorbeeld meer geïnvesteerd moest worden in kleinschalig intensief onderwijs en in het tegengaan van werkdruk. En dat is ook in grote mate gebeurd. Zo is het aantal arbeidsplaatsen gegroeid met 181 fulltime eenheden (FTE), de faculteit Geneeskunde niet meegerekend. Maar het voor ICT gereserveerde geld is bijvoorbeeld niet opgegaan, omdat niet voldoende gekwalificeerd personeel gevonden kon worden. Een deel van het geld dat gereserveerd was voor personeelskosten ligt dus nog steeds op de plank. Ook is er 3 miljoen euro uit de beleidsmiddelen niet uitgegeven. Daartegenover staat dat er wél 7 miljoen euro meer is uitgegeven door Vastgoed & Campus en het Facilitair Service Centrum aan onder meer extra afschrijvingen en onderhoud.
De meevallers zijn echter groter. Zo heeft de faculteit Bètawetenschappen zo’n 10 miljoen euro gevonden na het opschonen van de financiën van diverse extern gefinancierde onderzoeksprojecten. Ook is er meer collegegeld binnengekomen dan verwacht – met name van studenten van buiten de EU die instellingscollegegeld betalen. Daarnaast hebben de faculteiten Recht, Economie, Bestuur & Organisatie én Bètawetenschappen in het laatste kwartaal geld gekregen van de overheid van de zogeheten sectorplangelden. De Rebo-faculteit kreeg 0,6 miljoen, de Bèta’s 3,2 miljoen euro. Van dit geld is pas 0,3 miljoen uitgegeven. Ook is er 2 miljoen euro meer ontvangen van de stimuleringsregeling Europees Onderzoek en hebben de Universitaire Bestuursdienst, de bibliotheken en het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium 6 miljoen euro minder uitgegeven dan begroot.
OCW zal niet blij zijn
De commissie financiën van de Universiteit is kritisch over deze positieve uitkomst van 2019. Raadslid Gert Folkers: “Het doel was om 30 miljoen in te teren op onze reserves en dan komen we nu uit op bijna nul. Dan heb je als universiteit wel wat uit te leggen. Het ministerie van OCW zal er niet blij mee zijn. Is het niet nodig om nog scherper aan de wind te zeilen door bijvoorbeeld meer geld door te sluizen naar faculteiten om de werkdruk te verminderen?”
Collegevoorzitter Anton Pijpers maakt zich ook enige zorgen over OCW maar zegt ook dat de begroting van 2020 al veel scherper is ingevuld. In die begroting heeft de UU ook geld een bestemming gegeven waarvan niet zeker is dat de universiteit dat geld ook krijgt. Aan het einde van dit jaar moet 26,5 miljoen van de reserves zijn uitgegeven.
De financiële man van de UU Michel de Bekker legt de commissieleden uit dat de positieve resultaten incidenteel zijn, er is geen enkele garantie dat in 2020 weer dergelijke meevallers ontstaan. Hij geeft zelfs een waarschuwing af: “We kunnen nog niet inschatten wat de coronacrisis voor gevolgen heeft op de wat langere termijn. Misschien valt de studenteninstroom tegen, wordt onze bedrijfsvoering duurder en hebben we onderzoeksvertraging opgelopen. De remmen kunnen voor 2020 niet zomaar verder los.” Bovendien, zo blijkt uit de financiële ramingen voor de komende jaren, moet voor 2022 60 miljoen euro van de reserves zijn uitgegeven.
De Universiteit Utrecht investeert al jaren vele miljoenen in de Directie ITS voor onder meer ICT-innovatie op het vlak van onderwijs en onderzoek. En nu iedereen van huis uit werkt en het onderwijs online is, profiteert de hele universiteit van de investeringen die zijn gedaan. Dat erkent de commissie Financiën van de Universiteitsraad ook. Toch wil Uraadslid Wim de Smidt graag weten wat precies de oorzaak is van het feit dat de Directie ITS al drie jaar lang geld overhoudt doordat zij niet de juiste mensen in dienst kan nemen. “Moeten we die vacatures niet versneld gaan vullen?” Volgens collegevoorzitter Anton Pijpers is de Universiteit Utrecht niet de enige die op zoek is naar gekwalificeerde ICT’ ers. “Eigenlijk komen er voldoende mensen binnen, maar er gaan ook weer veel mensen weg. De markt vraagt nu heel veel mensen.” Binnenkort, zo zegt hij, komt er een plan om voldoende ICT’ers te krijgen en te houden.
Van de totale begroting gaat 60 procent naar personeelskosten. De totale personeelslasten komen uit op iets meer dan 600 miljoen waarvan een kleine 574 miljoen aan salarissen.
Personeel wordt in de boeken altijd gemeten in fulltime-eenheden en niet in aantallen medewerkers. In 2019 is het aantal FTE gegroeid met 181 FTE. Hiervan is 117 wetenschappelijk personeel en 64 ondersteunend personeel (OBP). De groei is vooral te danken aan het aanstellen van extra docenten om meer kleinschalig en intensief onderwijs aan te bieden aan studenten.
De UU doet haar best om zoveel mogelijk tijdelijke contracten om te zetten in vaste of vierjarige contracten. Met de vakbonden was afgesproken dat niet meer dan 22 procent van het wetenschappelijk personeel een tijdelijk contract mocht hebben. Hiermee was de UU goed op dreef en zakte even onder de 22 procent. Na de zomer steeg het percentage tijdelijk personeel weer omdat toen weer veel nieuwe tijdelijke docenten werden aangenomen. Aan het eind van 2019 had 22,4 procent een tijdelijke aanstelling.
In 2019 had de Universiteit Utrecht 32.360 studenten. Dat zijn er minder dan in 2018, terwijl de landelijke cijfers een lichte groei laten zien. Aan alle Nederlandse universiteiten stonden in 2019 303.299 studenten ingeschreven.
Het aantal internationale studenten is ten opzichte van 2018 gegroeid. Landelijk met een percentage van 11,7 procent, aan de UU met 14,6 procent. Van alle studenten in 2019 komt 10,5 procent uit het buitenland. Daarmee heeft de UU haar doel om te groeien naar 10 procent internationale studenten zoals gemeld in het vorige Strategisch Plan, gehaald. Enkele Engelstalige opleidingen en masters bleken heel aantrekkelijk voor studenten van buiten Nederland, zo zei rector Henk Kummeling in de commissie Onderwijs, Onderzoek & Studenten. De rector verwacht niet dat de groei doorzet. Op dit moment is het aantal aanmeldingen even hoog als vorig jaar. Onbekend is nog hoeveel aanmeldingen worden omgezet in inschrijvingen.