Hoge ‘no show’ bij onderwijs in UU-gebouwen
De universiteit weet niet precies waar het hoge percentage ‘no show’ aan te wijten is en gaat dit verder uitzoeken. Vermoed wordt dat een groot deel van het onderwijs uiteindelijk online is gegeven, mogelijk omdat studenten of docenten in quarantaine moesten.
De universiteit besloot eerder dit jaar dat gezien de coronarisico’s nog maar 30 procent van alle onderwijsactiviteiten in universitaire gebouwen kon plaatsvinden. De meeste colleges en werkgroepen moesten studenten thuis gaan volgen, online.
Desondanks viel het velen, onderwie collegevoorzitter Pijpers, op dat het misschien wel heel stil was in de universitaire gebouwen. En dat in een periode waarin veel studenten juist aandrongen op meer ‘fysiek’ onderwijs. Het universiteitsbestuur besloot daarom te laten onderzoeken wat de beperkte roostering in de praktijk betekende voor de bezetting van de gebouwen.
Vooral colleges en werkgroepen afgeblazen
Gedurende tien dagen werden in de dertien belangrijkste universitaire gebouwen metingen verricht. Daaruit blijkt nu dat van alle 3552 onderwijsactiviteiten die waren ingeroosterd 38,9 procent, zo'n 1400 colleges, werkgroepen en tentamens, niet op de geplande locatie is doorgegaan.
Omdat tentamens vrijwel nooit vervielen, gaat het vooral om fysieke colleges en werkgroepen die werden afgeblazen. De 'no show' was zeker in het ‘timeslot’ tussen 5 en 7 uur ’s avonds hoog; bij meer dan 60 procent van de gecontroleerde zalen troffen de onderzoekers op dat tijdstip niet de ingeroosterde docenten en studenten aan.
Maar wel bezet
Hoewel veel ingepland onderwijs dus niet plaatsvond in de universitaire gebouwen, was gemiddeld toch iets meer dan 28 procent van de onderwijsruimten bezet. In 1060 gevallen waren er gedurende de tien onderzoeksdagen studenten aanwezig in ruimten die niet waren ingeroosterd.
Volgens de universiteit gaat het hierbij vooral om “niet-geplande studieactiviteiten”, bijvoorbeeld om studenten die tijd moeten overbruggen tussen twee onderwijsactiviteiten, die een online college moeten volgen kort na een fysiek college of die aan een groepsopdracht werken. Ook practicumruimten worden intensief benut buiten de reguliere onderwijstijden om.
De universiteit zegt hiervoor graag ruimte te willen blijven bieden, gezien de grote behoefte aan plekken voor zelfstudie of groepswerk. “Ons beeld is bovendien dat studenten zich goed aan de 1,5 meter-instructies houden", laat een woordvoerder weten. "Ook in het verkeer van en naar de campus zijn geen problemen geconstateerd.”
Meer onderwijs plannen
Omdat vaak kleine groepjes studenten de zalen gebruiken voor zelfstudie wordt gemiddeld maar iets meer dan de helft van de maximale bezetting van zalen benut. Gemiddeld zaten er 8,8 personen in een ruimte.
Gezien alle bevindingen denkt de universiteit dat er meer onderwijs ingepland kan worden zonder dat dat tot problemen in collegezalen, gangen of toiletten leidt. Ook niet als de no show afneemt, zoals gehoopt wordt. In semester 2 mogen opleidingen daarom 35 procent in plaats van 30 procent van hun onderwijs op locatie plannen.