'Maak studenten bewust van westers curriculum'
Studenten moeten zich er meer bewust van worden dat de meeste studieboeken zijn gebaseerd op onderzoek van witte, westerse mannen. Dat was één van de punten waar lang over werd gediscussieerd tijdens een debat over diversiteit in de UB in De Uithof.
Zwarte vrouwen, gestolen wetenschap, dekolonialisatie, inclusiviteit, impliciete vooroordelen, micro-agressie, seksisme, racisme. Deze termen kwamen allemaal voorbij tijdens het debat over Diversiteit op de UU. Klinkt misschien heel negatief, toch had de discussie een positieve lading: "Verschil als verrijking, niet als bedreiging".
Het was een boeiend debat in de Boothzaal over diversiteit maandagavond 4 april. De paneldiscussie was georganiseerd door studenten en medewerkers en werd voorgezeten door alumna Nancy Jouwe. De vijf panelleden waren uitgenodigd om vanuit hun eigen achtergrond en ervaringen de vijftig mensen in de zaal mee te nemen op een reis door het onderbewuste. Of zoals panellid en UU-alumna Namrate de Leeuw het verwoordde: "Ik merkte pas dat ik zwart was, toen ik in Groningen rechten ging studeren."
Open dialoog diversiteit op de Universiteit van Utrecht gehost door @NancyJouwe #DiversUU pic.twitter.com/PNak12GU3G
— Khadija al Mourabit (@CurldPhilosophr) 4 april 2016
Tijdens de paneldiscussie werden vier stellingen besproken. Deze waren: ‘internationalisering is diversiteit’, ‘diversiteit zou een onderdeel van het curriculum moeten zijn’, ‘de UU zou duidelijke doelen moeten stellen met betrekking tot diversiteit en budget vrijmaken om deze doelen te halen’ en ‘binnen het curriculum dient de literatuur in elke cursus gesitueerd te zijn’.
Terugkerende vraag bij de verschillende discussies was wat de term diversiteit nu eigenlijk inhoudt. Gaat diversiteit over huidskleur, sekse, leeftijd, handicaps, geloof, sociaal economische achtergrond, seksuele voorkeur, cultuur? Ja allemaal, concludeerden de panelleden. Dus alleen heteroseksuele, blanke mannen tussen de 35 en 45 jaar vallen buiten de groep waar extra aandacht naar toe moet, concludeerde een aanwezige. En dat bleek inderdaad het geval.
De mensen die naar de Boothzaal waren gekomen, vormden een echt mooi diverse groep: mannen, vrouwen, oud, jong, wit, zwart en diverse andere kleuren. Dit is zo’n groep die je als UU-docent graag in de collegebanken zou moeten willen hebben. Want zo’n groep heeft alleen al vanwege de dialoog in de collegezaal de voorkeur boven een club witte studenten, werd snel duidelijk bij de introductie van de panelleden. Van de vijf leden was alleen docent-onderzoeker Jan ten Thije een blanke man. “Maar gelukkig ben ik ouder dan 45”, zei hij. “En dat was een grapje. Ik heb geleerd dat je dat in een divers gezelschap moet zeggen om niet verkeerd begrepen te worden.”
Mensen met verschillende achtergronden, zo werd uitgelegd, hebben elk hun eigen geschiedenis en brengen daardoor andere ervaringen mee naar een universiteit wat weer kan leiden tot een andere kijk op de studiestof. Want wie is zich er echt van bewust dat het grootste deel van de studieboeken is geschreven door blanke, westerse mannen, en dat een eenzijdige kijk op een onderwerp geeft?
De stelling over dit onderwerp luidde dan ook: 'om meer inzicht te geven in de diversiteit binnen het curriculum dient de literatuur in iedere cursus gesitueerd te zijn'. Niet nodig, zei de enige tegenstander (blank, man, student). “Als je aan de UU studeert, moet je nieuwsgierig zijn en zelf de context opzoeken van de schrijvers van je boeken. Daar moet je heel kritisch over zijn.”
Zo’n ideaal antwoord had het panel, dat vóór de stelling is, niet verwacht, zoals docent-onderzoeker Jan ten Thije die een groot voorstander van verplichte ‘situering’ is. “Een docent moet voortbouwen op de kennis van de student, daarvoor moeten docenten zich meer gaan bedenken wat een student nog niet weet.”
Hij bedoelt daarmee dat lang niet alle studenten zich zullen afvragen waar de schrijver vandaan komt en in wat voor tijd het boek geschreven werd. Of zoals panellid Khadija Al Mourabit, een van de oprichters van Amsterdam United van de UvA uitlegde: “In de tijd van filosoof Kant was racisme heel gewoon.” Ten Thije voegt nog toe dat hij hoopt dat studenten met een migrantenachtergrond de universiteit op het witte curriculum wil wijzen.
Daarmee verwijst hij naar de eerder die avond opgeworpen stelling: ‘diversiteit zou een onderdeel van het curriculum moeten zijn’. Panellid en voorzitter van studentenvereniging Üsküdar Gökhan Öztoprak vertelt dat maar weinig moslims voor zijn studie Islam & Arabisch kiezen omdat je leert uit boeken van een klein select eurocentrisch gezelschap. “In een studie als die van mij is crossculturele uitwisseling gewenst.”
Panellid en UU-alumna Namrata de Leeuw valt hem bij. “Wat mij opvalt is dat bij bepaalde vakken binnen de sociale wetenschappen gender en culturele achtergrond geen rol spelen als studenten moeten leren om bijvoorbeeld een gesprek te voeren met verkrachte vrouwen. Als zij in de praktijk een allochtone vrouw moeten helpen, moeten ze weten dat zij een andere taal gebruiken om over hun verkrachting te praten. Het zou goed zijn om studenten deze interculturele taligheid te leren.”