UU nog steeds koploper

Ondanks protesten weer toename tijdelijke contracten aan universiteit

Onder hoogleraren en universitair hoofddocenten speelt het probleem niet of nauwelijks. Die hebben bijna allemaal een vaste aanstelling. Lager op de universitaire carrièreladder is dat nog altijd niet vanzelfsprekend.

30 procent van de universitair docenten (die onderwijs geven en onderzoek doen) heeft een tijdelijk contract. Dat is weer één procentpunt meer dan vorig jaar, ondanks allerlei inspanningen en voornemens van universiteiten om vaker een vast contract te geven.

Bij de overige docenten (zonder onderzoekstaken) is dat aandeel twee keer zoveel: 61 procent. Een paar jaar eerder was dat nog maar 53 procent en in het jaar 2005 was het nog minder: 43 procent. Met name rond deze docenten is veel te doen.

Maar ook het ondersteunend personeel zit steeds vaker op een tijdelijke aanstelling. Het was ooit 10 procent, jarenlang bleef het steken op 15 procent en de laatste jaren is het omhoog gekropen naar 18 procent.

 

© HOP. Bron: cijfers Universiteiten van Nederland. Data exclusief sector gezondheid.

De ene universiteit is de andere niet. Utrecht is nog altijd de kampioen van de tijdelijke contracten: 90 procent van de docenten heeft er geen vaste aanstelling. Het is het beleid van de Universiteit Utrecht om docenten zonder onderzoekstijd contracten van vier jaar te geven, maar geen vast contract. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de TU Eindhoven, waar slechts 31 procent van deze docenten een einddatum in het contract heeft.

 

© HOP. Bron: cijfers Universiteiten van Nederland. Data exclusief sector gezondheid.

Over die verschillen tussen universiteiten zegt de minister niets, maar hij heeft wel een verklaring voor de recente toename: die hangt volgens hem samen met de tijdelijke coronamiddelen. Het effect van recente cao-afspraken over vaste contracten is volgens hem nog niet in bovenstaande tabellen zichtbaar.

Overigens wil Dijkgraaf zich ook hardmaken voor vaste contracten, heeft hij eerder laten weten. Dat doet hij onder meer via de startersbeurzen voor nieuwe universitair docenten en via de voorwaarden aan de sectorplannen die universiteiten samen moeten maken.

Vakbonden en actiegroepen lopen al jaren te hoop tegen de tijdelijke aanstellingen. Aan de Universiteit van Amsterdam was er een nakijkstaking om meer vaste banen af te dwingen. In Utrecht stapte een ‘wegwerpdocent’ naar de rechter omdat hij geen vast contract kreeg, maar die zaak heeft hij verloren. De Universiteit Utrecht betoogde voor de rechter dat de universiteit werk maakt van het aannemen van universitair docenten die wel een contract kunnen krijgen. Daarvoor heeft de UU ook extra geld uitgetrokken. Toch worden de geluiden binnen de UU om docenten die geen onderzoek doen maar wel zijn gepromoveerd een vaste baan te geven, wel steeds sterker en breder gedragen.

Advertentie