Rebo-studenten vechten voor behoud 'troefkaart-herkansing'
De discussie over de regels omtrent herkansen is niet voorbij in de faculteitsraad van Recht, Economie, Bestuur & Organisatie (Rebo). Bij de behandeling van het nieuwe Onderwijs- & Examenreglement (OER) voor de master Rechtsgeleerdheid, blijkt de studentengeleding lijnrecht te staan tegenover de medewerkers van de raad en het faculteitsbestuur. Reden: de studenten vinden dat je bij een herkansing het cijfer moet krijgen dat je verdient, en niet de maximale 6 die het OER voorschrijft.
Het is een heel oude discussie in het departement Rechtsgeleerdheid die elk jaar zorgt voor wrijving tussen studenten enerzijds en medewerkers en bestuur anderzijds. Voor dit collegejaar werd een compromis bereikt. Bij wijze van proef heeft de huidige groep masterstudenten Rechtsgeleerdheid het recht om ‘een troefkaart’ in te zetten: ze mogen één tentamen van het jaar herkansen, ook als daarvoor een voldoende was gehaald. Bovendien krijgen ze er het cijfer voor dat ze ook echt verdienen. Bij reguliere reparatietoetsen van Rechtsgeleerdheid kunnen studenten maximaal een 6 halen. Met deze troefkaart, zo vinden de studenten, kan net een hoger gemiddelde worden gehaald voor op de eindlijst.
Het besluit van het College van Bestuur en de Universiteitsraad in november 2017, gooide roet in het eten van deze masterstudenten. Daarin staat dat wie een voldoende haalt voor een tentamen, deze niet mag repareren. Met dit in gedachte, zegt departementshoofd Ton Hol tijdens de faculteitsraadsvergadering, kan daarom de hele regeling met de troefkaart worden geschrapt.
De studenten van de faculteitsraad gaan hier echter niet in mee. Ze waren al niet blij met het niet mogen herkansen van een voldoende zoals zij ook al hadden doorgegeven aan de U-raad, maar willen wel de mogelijkheid behouden om op zijn minst één tentamen te mogen repareren tot een cijfer dat ze verdienen. De studentengeleding vindt het heel demotiverend dat rechtenstudenten bij een herkansing maximaal een 6 kunnen halen en vindt het bovendien oneerlijk ten opzichte van de twee andere departementen van Rebo waar dat maximum niet geldt.
Ton Hol vindt dat de studenten de Opleidingscommissie die volgens hem wel heeft ingestemd met het nieuwe OER, niet mogen passeren. “Vijftien jaar geleden hebben we afgesproken dat we maximaal een 6 geven na een herkansing om studenten te stimuleren hun tentamen meteen serieus te nemen. Door die strengere regels zijn de rendementen omhoog gegaan. Het is een pittige regeling, maar die werkt wel. De troefkaart is in het leven geroepen voor studenten die eens een slechte dag hebben. Maar nu een voldoende toch niet meer gerepareerd mag worden, gaat het nog maar op voor een heel kleine groep en het geeft veel administratief gedoe.”
De studenten blijven bij hun mening. Ze willen de maximale 6 voor in elk geval één herkansing van tafel. De faculteitsraad gaat over tot hoofdelijke stemming. Negen leden stemmen voor behoud van de troefkaart, negen stemmen tegen. Raad en bestuur moeten navragen wat dat nu precies betekent. De OER blijkt níet aangenomen te zijn. Bestuur en raad hebben nu afgesproken om zich samen met de opleidingscommissie nogmaals over de OER van de master Rechtsgeleerdheid te buigen. In juli komt deze OER terug in de faculteitsraad.