Faculteiten trappen niet uit zichzelf op de rem

Studentenaantallen UU groeien nog steeds hard

Foto DUB

“We hebben geen ambitie om als universiteit te groeien, maar voor we het weten zitten we straks met 50.000 studenten.” Dat constateerde rector Henk Kummeling deze maand in een commissievergadering van de Universiteitsraad.

Kummeling reageerde op vragen van raadsleden over rapportages die zeven faculteiten hebben aangeleverd. Daarin geven de faculteiten onder meer informatie over hun opleidingenaanbod en de omvang en samenstelling van hun studentenpopulatie.

Het is voor het eerst dat faculteiten gevraagd is om deze inventarisatie. De gegevens moeten ook de basis vormen van gesprekken die het UU-bestuur voortaan jaarlijks met de Universiteitsraad wil voeren over de ontwikkeling van het Utrechtse onderwijs.

Maatregelen
Wie alle facultaire data bij elkaar neemt, komt onder meer tot de conclusie dat de faculteiten voor de komende twee jaar een toename van het aantal bachelorstudenten verwachten. Het gaat om een stijging van 4,4 procent ten opzichte van de huidige aantallen.

Dat is een vervelende boodschap voor het UU-bestuur. Dat denkt dat gezien het nijpende tekort aan eigen onderwijshuisvesting én aan studentenhuisvesting een verder groei van het aantal bachelorstudenten ongewenst is. In sommige disciplines speelt daarnaast de vraag of er voldoende gekwalificeerde docenten te vinden zijn.

Ook is er landelijk sprake van een felle discussie over de groei van het Engelstalige onderwijs en het aantal internationale studenten. Van verschillende kanten wordt gevraagd om een begrenzing daarvan.

Het UU-bestuur heeft eerder aangegeven graag samen met faculteiten tot een gedeelde visie en een gedeeld beleid te komen om de studententoestroom te stabiliseren. Daarbij zou onder meer gekeken moeten worden naar de toenemende instroom van internationale studenten. Ook ligt de vraag op tafel of het mogelijk is om sommige opleidingen te laten groeien en andere te laten krimpen.

Het universiteitsbestuur gaf daarbij ook alvast een schot voor de boeg. Er zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan numerus fixi en aan een kleiner onderwijsaanbod, maar ook aan het schrappen van Engelstalige bacheloropleidingen.

Weinig kritisch
In een begeleidende nota constateert het UU-bestuur teleurgesteld dat faculteiten in hun rapportages maar “weinig kritische noten” plaatsen bij hun eigen opleidingenaanbod. Geen van de faculteiten vindt dat er “te veel” onderwijs wordt aangeboden of dat er eventueel ook opleidingen kunnen worden afgebouwd als er nieuwe ontwikkelingen zijn. Een blik op de toekomst ontbreekt in bijna alle gevallen.

Niet alleen de ongewilde toename van het aantal bachelorstudenten leidt tot onrust bij het UU-bestuur. Ook ziet ze dat het aantal internationale studenten in de bachelor in de facultaire vooruitzichten harder groeit dan in de master en dat het relatieve aandeel van de internationale studenten in de bachelor ook sneller toeneemt. De vraag is of dat een goede ontwikkeling is.

Daarbij lijken de faculteiten in de rapportages de keuze voor Engelstaligheid voor hun opleidingen niet altijd even diepgaand te analyseren. Dat is opvallend vindt het UU-bestuur, omdat de universiteit in de afgelopen jaren er juist veel sterker op hamert dat opleidingen gegronde redenen moeten hebben om hun onderwijs in het Engels aan te bieden.

Universiteitsraadsleden voegden daar in de commissievergadering aan toe dat er ook weinig te lezen viel over de universiteitsbrede wens om meer interdisciplinair onderwijsaanbod te creëren.

Onwennig exercitie
Ter verdediging van de faculteiten benadrukte rector Kummeling in de commissievergadering dat de rapportages een momentweergave zijn van afgelopen najaar en dat de gesprekken van het UU-bestuur met de faculteiten inmiddels al verder gevorderd zijn. Faculteitsbesturen zouden wel degelijk begrijpen dat de universiteit iets moet ondernemen. De rector beschouwt de rapportages vooral als nuttige input voor het opzetten van een gezamenlijke visie op het vraagstuk.

“Dit was een eerste onwennige exercitie, maar we hebben nu het basismateriaal aan de hand waarvan we de kritische vragen kunnen stellen. In de gesprekken die we voeren met de faculteiten komen die vragen steeds scherper aan de orde. Daar voeren we dus inderdaad discussies, bijvoorbeeld over de vraag of je nog wel een nieuwe Engelstalige bachelor moet opzetten.”

Eenvoudig is de puzzel niet, zo bleek tijdens de commissievergadering. Studentenaantallen spelen nog steeds een belangrijke rol in de financiering van faculteiten. Bovendien zijn veel bètaopleidingen gebonden aan afspraken in landelijke sectorplannen om het aantal studenten te vergroten, en wordt er mede om die reden gedacht aan nieuwe Engelstalige opleidingen.

Een knelpunt voor de bètafaculteit is ook de grote aanwas voor de opleiding biologie. Die leidt tot grote druk op allerlei faciliteiten. Veel studenten vinden na hun bachelor bovendien geen plek in de selectieve Utrechtse Life Sciences masters. Maar een numerus fixus alleen in Utrecht kan de instroom mogelijk weer te ver terugdringen.

Bij Geowetenschappen is de vraag naar afgestudeerden op dit moment groter dan de instroom en wordt daar mede om die reden gekeken naar een nieuwe bacheloropleiding samen met de opleidingen in de bèta-medische hoek.

En faculteiten als Rebo en Sociale Wetenschappen willen wel minder bachelorstudenten, maar zien opleidingen als Economie en Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen ongewild nog flink groeien. Voor de laatste opleiding wordt nu wel aan een numerus fixus gedacht.

Voor de zomer moet er meer duidelijk worden over de manier waarmee de Universiteit Utrecht de studenteninstroom in goede banen wil leiden. Besluitvorming van het UU-bestuur en de faculteiten daarover is nodig omdat de Nederlandse universiteiten met een gezamenlijke visie willen komen die onderwijsminister Dijkgraaf dit najaar moet helpen bij het opstellen van een toekomstverkenning voor het hoger onderwijs en met de verdere uitwerking van de wet Taal & Toegankelijkheid.

Kummeling: “We zullen hoe dan ook conclusies moeten trekken voor de zomer: wat willen we nu en hoe komen we daar?”

Advertentie