Later dit jaar meer duidelijkheid over nieuwe criteria

Tussentijdse beoordeling samenwerking met fossiele industrie roept vragen op

bezetting minnaert university rebellion foto DUB
Protest vorig jaar in Minnaertgebouw tegen samenwerking met fossiele industrie. Foto DUB.

Het Hoger Onderwijspersbureau (HOP) kwam begin deze maand met een artikel waarin een onderzoekssamenwerking van de UU met BP aan de kaak werd gesteld. 

Het HOP had in een nieuwsbrief gelezen dat de Utrechtse hoogleraar Petra de Jongh samen met de grote Amerikaanse oliemaatschappij BP huisafval wil gaan omzetten in brandstoffen voor de industrie, luchtvaart of zware transporten. Met het project is een bedrag van 1,5 miljoen euro gemoeid. 

Hoe past die nieuwe samenwerking bij het statement dat de UU alleen nog wil samenwerken met fossiele bedrijven die zich “intensief en aantoonbaar inzetten voor versnelling van de energietransitie, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs”?, vroeg het persbureau zich af. 

Die belofte deed de UU vorige zomer immers nadat studenten en medewerkers uit protest tegen de samenwerking van de universiteit met de fossiele industrie het Minnaertgebouw enkele dagen hadden bezet. Het is maar zeer de vraag of BP aan dat criterium voldoet, constateert het HOP.

Goedkeuring 
De vraag die het HOP grotendeels onbeantwoord liet, is of de universiteit het beleid van de samenwerkingspartner BP zelf nu ook tegen het licht heeft gehouden of niet. Wie het statement van de UU kent, zou verwachten dat dat wel moet gebeuren. Maar in een reactie die is opgenomen in het artikel, motiveert de universiteit de goedkeuring vooral door te wijzen naar de verwachte meerwaarde van de inhoud van het onderzoek voor de bestrijding van de klimaatcrisis. 

Uit navraag van DUB blijkt dat het project van De Jongh een van drie bilaterale projecten was die een “extra beoordeling” ondergingen bovenop de procedure die altijd al bestond. Dat gebeurde volgens de UU omdat de contracten moesten worden gesloten precies in de periode dat binnen de UU zo fel werd gediscussieerd over de samenwerking met de fossiele industrie en er nog grote onduidelijkheid bestond. 

Het ging verder ook om twee onderzoekssamenwerkingen met TotalEnergies die zich richten op de winning van alternatieve brandstoffen uit CO2 en waterstof en het milieuvriendelijk recyclen van plastics. Met deze twee onderzoeken is  zo’n 1,5 miljoen euro gemoeid.

Alle drie de projecten werden goedgekeurd. Ze zijn ook terug te vinden op een overzicht van alle lopende samenwerkingen met fossiele bedrijven dat de UU op de website publiceert

Volgens de universiteit is er bij de extra controleslag behalve naar de inhoud van de onderzoeken wel degelijk ook naar de fossiele bedrijven zelf gekeken. Juist omdat er twijfels bestonden over de houding van de fossiele bedrijven ten opzichte van de klimaatdoelstellingen van Parijs.

De universiteit geeft twee reden waarom uiteindelijk een akkoord is gegeven. De eerste is dat de twee bedrijven de noodzakelijke kennis, infrastructuur en middelen hebben om snel innovaties door te voeren die de klimaatcrisis kunnen beteugelen. De UU verwijst hiervoor naar een rapport van het internationaal energie agentschap (IAE) 

Daarnaast behoren BP en TotalEnergies volgens de onafhankelijke Britse denktank ‘Carbon Tracker’ tot de meest vooruitstrevende fossiele bedrijven ter wereld waar het gaat om investeringen in nieuwe energiebronnen, zo stelt de UU. 

Nieuw beleidskader
Opmerkelijk is dat Carbon Tracker in zijn onderzoeken óók tot de conclusie komt dat geen van de internationaal opererende fossiele bedrijven op dit moment een beleid voert dat geheel in lijn is met de Parijsdoelen. Dit onderkent de UU. 

Maar de universiteit wijst erop dat het universitaire uitgangpunt ‘in lijn met Parijs’ nog niet was vastgesteld toen de gesprekken over de projecten in gang waren gezet. Bovendien is er nog steeds niet bepaald hoe de UU precies wil gaan vaststellen of een partner aan dat uitgangspunt voldoet. 

Nieuwe criteria daarvoor moeten binnenkort zijn terug te vinden in een integraal beleidskader voor álle onderzoekssamenwerkingen van de UU. Dan moet ook duidelijker worden wat de UU nu precies bedoelt met “intensief en aantoonbaar inzetten voor versnelling van de energietransitie, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs”. 

Daarbij kunnen volgens de UU andere voorwaarden worden opgenomen dan nu zijn gebruikt voor de beoordeling van de drie projecten.  Het is dan ook niet gezegd dat toekomstige projecten met BP of TotalEnergies automatisch doorgang kunnen vinden, zo meldt de woordvoerder. 

Naar verwachting wordt het nieuwe beleidskader later dit jaar besproken in de U-raad.

Tags: fossil free

Advertentie