Contact tussen studenten en docenten in gevaar

U-raad wil recepties weer open

De Drift
Studenten kunnen niet zomaar in gebouwen van de medewerkers aan de Drift Foto DUB

Het ontbreken van recepties in veel UU-gebouwen, met name in binnenstadsgebouwen, heeft in de afgelopen jaren de afstand tussen studenten en docenten vergroot. Dat schrijft de raad in een nota (alleen met Solis-id, red.) aan het UU-bestuur. “Docenten zitten in een soort bastion waarvan studenten de indruk hebben dat ze er niet zomaar in komen.”

De raadsleden baseren zich op e-mails en gesprekken met verschillende studenten en medewerkers. In sommige gevallen was er contact met hele afdelingen. De raadsleden spraken ook met receptionisten die nog werkzaam zijn in grotere gebouwen. 

Binnen de universiteit zijn er grote zorgen, zo wordt in de nota geconstateerd. De sluiting van de recepties heeft zeer nadelig uitgepakt voor de gastvrijheid en de samenhang binnen de academische gemeenschap. En dat terwijl de veiligheid in de gebouwen is afgenomen.

Kritiek
De discussie over het universitaire recepties is zeker niet nieuw. Toen de universiteit in 2021 aankondigde recepties in binnenstadspanden aan de Drift, Muntstraat, Trans en Janskerkhof en in enkele gebouwen op het Utrecht Science Park te sluiten, leidde dat al tot commotie. 

Ook na de daadwerkelijke sluiting uitten meerdere medewerkers zich kritisch, bijvoorbeeld over de situatie aan de Drift. De Utrechtse historici toonden zich zeer ongelukkig met het verdwijnen van de vertrouwde receptionist.

Na eerdere vragen vanuit de medezeggenschap verdedigde het UU-bestuur het schrappen van bemande balies in de gebouwen. Voor de veiligheid in gebouwen zou het beter zijn om te werken met surveillerende medewerkers, zo is de gedachte. Bovendien zou de dienstverlening aan medewerkers verbeteren als receptietaken geconcentreerd werden op een beperkt aantal locaties.

Met de nota willen de raadsleden aangeven dat de kritiek op het schrappen van recepties zeer breed gedeeld is. Bovendien is er een grote wens is om in ieder geval in een deel van de gebouwen weer een receptionist te plaatsen. 

Raadslid Eleni Braat nam het initiatief nadat een afdeling bij haar aanklopte met de vraag of de Universiteitsraad iets kon doen aan de situatie. “Vanuit mijn ervaring als lid van de faculteitsraad bij Geesteswetenschappen weet ik dat de kwestie daar al jaren speelt, maar dat het besluit om de recepties weer te openen alleen op ‘centraal’ niveau genomen kan worden.”

Minder gemeenschapsgevoel
Veel docenten beklagen zich over de weinig gastvrije uitstraling van de UU-gebouwen, zo blijkt uit de nota. Studenten en andere bezoekers van binnenstadspanden moeten aanbellen en wachten tot de deur wordt geopend door een centrale receptie, bijvoorbeeld die in de UB. Dit kan lang duren, soms wordt helemaal niet opengedaan. Eenmaal binnen kunnen bezoekers niet aan een receptionist vragen op welke verdieping en in welke gang ze moeten zijn. 

Vanwege de moeilijke bereikbaarheid besluiten docenten nu om afspraken met studenten in grote onderwijsruimten te boeken. De toch al hoge druk op de beschikbaarheid van die zalen neemt daardoor verder toe.

Voor veel medewerkers draagt een vertrouwd gezicht bij de ingang ook bij aan het gemeenschapsgevoel. Het ontbreken daarvan is een reden om vaker thuis te gaan werken. 

De sluiting van de recepties zou bovendien het gevoel van onveiligheid juist hebben vergroot. Kwaadwillende of verwarde mensen lopen zonder problemen een gebouw in als de deur wordt opengehouden. Waar de UU zegt veel heil te verwachten van surveillerende beveiligingsmedewerkers in de gebouwen, geven medewerkers in verschillende gebouwen aan nog nooit zo’n medewerker te hebben gezien.

Hoge nood
“Ons onderzoek heeft niets nieuws opgeleverd”, concludeert Braat. “De situatie is sinds jaren hetzelfde en de onvrede is groot. Het College van Bestuur lijkt zich hier niet of weinig van bewust. Daarom willen we hierover in gesprek.”

De raadsleden vragen het UU-bestuur in de nota om een reactie op de verschillende klachten. Bovendien willen zij dat in gebouwen “waar de nood het hoogst is” de receptie terugkeert. Eventueel zou dat volgens de raadsleden ook kunnen met een “gastvrouw of gastheer of participatiemedewerker in plaats van een portier”. 

De kwestie wordt eind deze maand besproken in de raad.

Advertentie