Universiteit vult basisbeursmiljoenen aan met extra investeringen

Meer geld voor beter onderwijs. Foto: pxhere.com

Wanneer zien we nu eens iets terug van het geld dat de overheid sinds september 2015 bespaart nu zij geen maandelijkse basisbeurs meer hoeft over te maken? Dat was een vraag die de afgelopen jaren bij herhaling gesteld werd door studenten. De minister beloofde de opbrengsten van het leenstelsel immers te investeren in verbetering van de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs. 

Dit voorjaar besloten het ministerie en de instellingen in het hoger onderwijs dat er zogenoemde ‘kwaliteitsafspraken’ komen. Universiteiten beslissen samen met hun eigen studenten en docenten wat er vanaf 2019 gebeurt met de nieuwe inkomsten. In totaal is er volgend jaar 69 miljoen beschikbaar voor het gehele wetenschappelijk onderwijs, een bedrag dat oploopt tot 209 miljoen in 2024. De UU krijgt daarvan volgend jaar 9 miljoen euro. Dat bedrag loopt op tot 27 miljoen in 2024.

Vorige week zette het universiteitsbestuur een eerste stap naar die Utrechtse 'kwaliteitsafspraken'. Het kwam met een verdeelsleutel die bepaalt hoe de studievoorschotmiddelen over de faculteiten verdeeld gaan worden. In drie commissies buigen de leden van de U-raad zich deze week over het voorstel.

Een bedrag per student
Opvallend is dat de universiteit voor de komende twee jaar extra middelen ter beschikking stelt voor onderwijsverbetering, naast het bedrag van 9 miljoen dat de UU uit Den Haag krijgt. Het gaat om bijna 5 miljoen in 2019, en meer dan 3 miljoen in 2020. In beide jaren is er daardoor 14 miljoen per jaar beschikbaar. 

Een flink deel van die 14 miljoen heeft overigens al een bestemming. De afgelopen jaren stopte het universiteitsbestuur in overleg met de universiteitsraad als “voorinvestering” bijna 8 miljoen in kleinschalig onderwijs en ict-toepassingen in het onderwijs, iets waar veel studenten niet van op de hoogte zijn. Die investeringen worden gecontinueerd. In totaal is er daardoor iets meer dan 6 miljoen te verdelen over de faculteiten. Vanaf 2021 loopt dat bedrag verder op.

Het UU-bestuur stelt voor om faculteiten de komende jaren een bedrag per ingeschreven student te geven. Volgend jaar gaat het dan om 300 euro per student, tegen 2024 is er 900 euro per student beschikbaar. De komende twee jaar zou de faculteit Geesteswetenschappen anderhalf keer dat bedrag per student moeten krijgen, vindt het universiteitsbestuur. De geesteswetenschappers krijgen dan anderhalf miljoen euro, het grootste bedrag van alle faculteiten. De vele kleinschalige opleidingen en de huidige werkdrukproblematiek rechtvaardigen dat. 

Tijdens een commissievergadering bleek maandag dat de U-raad de verdeling in grote lijnen steunt. De raad heeft er alleen moeite mee hebben om de geesteswetenschappers een groter deel van de pot te geven. Dit zou niet eerlijk zijn. "Alle studenten hebben evenveel ingeleverd, maar krijgen nu niet evenveel terug", stelde raadslid Nico Naus. De raadsleden vonden wel dat de faculteit extra geld moet krijgen, maar dat moet dan uit andere middelen komen. UU-voorzitter zegde daarop toe te onderzoeken of de faculteit Geesteswetenschappen uit een ander potje ondersteuning kan krijgen.

Geld gaat naar vier thema's
In het landelijke sectorakkoord tussen de minister en de universiteiten was sprake van zeven gebieden waarop kwaliteitsverbetering zou kunnen plaatsvinden. De universiteit kiest ervoor daar vier thema’s uit te lichten. In Utrecht moeten de middelen vooral terecht komen bij ‘intensiever en kleinschalig onderwijs’, ‘professionalisering van docenten’, ‘begeleiding van studenten’ en ‘toegankelijkheid en gelijke kansen’. Dat betekent dat er in principe geen extra geld komt voor ‘onderwijsdifferentiatie’, ‘onderwijsfaciliteiten’ en ‘studiesucces’. Volgens het universiteitsbestuur zijn dat zaken waar nu al voldoende in wordt geïnvesteerd.

Als de U-raad akkoord gaat met het voorstel, zijn de faculteitsdecanen aan zet. Die moeten de komende maanden in nauw overleg met hun faculteitsraadsleden een plan opstellen voor de precieze besteding van de middelen. Eind maart moeten de Utrechtse kwaliteitsafspraken bij de onderwijskeurmeester NVAO liggen. Die brengt halverwege mei een bezoek aan de UU om vast te stellen of de Utrechtse kwaliteitsafspraken daadwerkelijk het onderwijs kunnen verbeteren en of studenten voldoende zijn betrokken bij de nieuwe plannen. 


Interview Anton Pijpers: 'Het gaat erom dat studenten er iets van merken'

Een vast bedrag per student, extra investeringen en financiële hulp voor de geesteswetenschappen. DUB interviewde collegevoorzitter Anton Pijpers over het voorstel van het universiteitsbestuur voor de verdeling van de voorschotmiddelen die universiteiten in 2019 voor het eerst krijgen. “Nu zijn de faculteiten en faculteitsraden aan zet.”

U trekt volgend jaar 5 miljoen meer uit dan u krijgt, is dat een politiek signaal? In Den Haag bestaat het beeld dat universiteiten op hun geld blijven zitten …
“Het is in de eerste plaats een signaal naar onze eigen studenten en docenten. We vinden de kwaliteit van het onderwijs belangrijk en laten dat hiermee zien. Bovendien wilden we ook graag dat er iets extra te verdelen viel. We hadden in een eerder stadium al met de universiteitsraad besloten dat een groot deel van de verwachte inkomsten naar kleinschalig onderwijs en ict-vernieuwingen in het onderwijs zou gaan.

“Maar het is ook signaal naar buiten, zeker. We doen er alles aan om zoveel mogelijk van onze inkomsten zo snel mogelijk ten goede te laten komen van onze belangrijkste taken onderwijs en onderzoek. Dat zul je ook zien in onze nieuwe begroting voor 2019 waarin we een voorschot van 15 miljoen nemen op de Rijksbijdrage die we verwachten te krijgen maar nog niet hebben.”

Waarom krijgt de faculteit Geesteswetenschappen extra geld?
“Die faculteit heeft veel studenten, maar verspreid over kleine opleidingen. Dat is een heel specifieke problematiek. Daarnaast zijn de klachten over werkdruk binnen die faculteit het grootst. Alle zeven decanen waren het erover eens dat dat een extra bijdrage rechtvaardigde in de komende twee jaar.”

Hoe gaat u ervoor zorgen dat dat geld ook daadwerkelijk snel wordt uitgegeven. Dat blijkt vaak een probleem binnen deze universiteit als we naar de afgelopen jaren kijken …
“Dat dat geld in hoog tempo op de juiste plek terechtkomt, is een heel belangrijke opdracht aan de faculteitsdecanen en de faculteitsraden. Die zijn nu echt aan zet. Misschien dat het voor volgend jaar nog lastig wordt, als je nieuwe docenten wilt aanstellen duurt dat bijvoorbeeld even. Maar het geld staat waar het voor staat. Dat blijft beschikbaar voor het verhogen van de onderwijskwaliteit.”

Lees verder onder de foto.AntonPijpers.jpgFoto Ed van Rijswijk

Gaat u controleren wat faculteiten met de extra middelen doen?
“Jazeker, dit moet terugkomen in de facultaire begrotingen en de verantwoordingen daarvan. Er komt ook een aparte paragraaf in het universitaire jaarverslag. Daar vraagt de NVAO (Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie die er nu op toeziet dat de kwaliteitsafspraken op goede wijze tot stand komen red.) ook om.”

Onderzoekt u ook wat de resultaten zijn? Of er dus daadwerkelijk beter onderwijs wordt gegeven …
“We willen dat zeker gaan monitoren, maar dat is een langjarig traject. We moeten nog onderzoeken hoe we dat precies kunnen volgen en welke criteria we daarvoor willen gebruiken. Ik kan me voorstellen dat het in ieder geval in studenttevredenheidsenquêtes terug moet komen.”

De afgelopen jaren zijn er al voorinvesteringen gedaan. Heeft u het idee dat die geholpen hebben? Het is moeilijk om zicht te krijgen op wat daar precies mee is gebeurd.
“Dat denk ik zeker. We hebben flink veel geld uitgetrokken voor kleinschaliger en intensiever onderwijs. Daardoor zijn er liefst 250 voltijdsbanen bijgekomen binnen de universiteit. Dat heeft zeker geleid tot kleinere groepen, betere begeleiding etcetera.”

U kiest ervoor om vier thema’s specifiek te benoemen. Daar moeten faculteiten hun geld aan besteden. Hoe streng bent u daarin?
“Studentbegeleiding, docentprofessionalisering en kleinschalig onderwijs, zijn de thema’s waarvan de U-raad aangaf dat die nu het belangrijkst zijn. Er zijn verschillende brainstormsessies met de raadsleden geweest hierover en tijdens de Dag van de Medezeggenschap is hier uitgebreid over gesproken. Zelf hebben we als universiteitsbestuur ‘toegankelijkheid en gelijke kansen’ toegevoegd. Diversiteit is voor ons een belangrijk item. Binnen die vier thema’s kan wat ons betreft van alles: extra cursussen, extra docenten, extra student-assistenten. Maar als een faculteitsbestuur met zijn raad vindt dat iets anders nu absoluut prioriteit heeft, dan is daarover te praten. Het gaat erom dat het geld een goede bestemming krijgt en dat studenten er echt iets van merken.”

Onlangs besloot u om tijdelijke docenten langere contracten te geven van vier jaar. Enkele faculteitsbesturen lijken nu de voorschotmiddelen daarvoor in te willen zetten …
“Een faculteit kan kiezen voor meer docenten. Doordat we nu meer financiële zekerheid bieden, ontstaat en passant ruimte om mensen langere contracten te geven. Zo’n keuze kan leiden tot onderwijsverbetering. Maar het is geen één-op-ééntje dat we vooraf even hebben afgekaart, als je dat soms bedoelt. De wens van langere contracten stond al sinds de nieuwe cao op de agenda. Ons voorstel voor de verdeling van de voorschotmiddelen is van veel recentere datum.”

Sommige studenten hadden misschien verwacht dat u centraal geld zou reserveren uit de voorschotmiddelen om iets te doen voor het studentenwelzijn. We horen immers veel over stress en burn-out bij studenten.
“Dat is inderdaad een belangrijk thema. Maar die bal ligt nu nog bij de studenten zelf. Er is een Taskforce aan het werk die met voorstellen moet komen. Die wacht ik af. En dan zullen we ook bepalen of er extra geld nodig is en uit welk budget dat het beste betaald kan worden.”

Hoe vindt u dat het proces rondom de kwaliteitsafspraken in Utrecht verloopt? Er lijkt nu opeens veel tijdsdruk te zijn, terwijl we al langere tijd faculteitsraadsleden horen vragen om duidelijkheid ….
“Ik ben er tot nu toe best tevreden over. We hopen dat we er met de U-raad nu snel uitkomen, zodat de faculteiten aan de slag kunnen. Daar moet het echte werk de komende twee maanden gebeuren. Voor een groot deel heeft de tijdsdruk te maken met de deadline die de NVAO ons heeft gesteld. De periode vanaf het moment dat de nieuwe U-raad aantrad in september tot het moment dat onze kwaliteitsafspraken bij de NVAO moeten liggen, is niet heel lang.

“Dat faculteitsraadsleden klagen over onduidelijkheid kan ik niet helemaal plaatsen. Veel raadsleden waren aanwezig op de Dag van de Medezeggenschap waar ik met de universitaire inspraak het proces en de inhoud daarvan heb besproken. Ik weet ook dat de universiteitsraad zelf zijn best heeft gedaan om input op te halen bij faculteitsraadsleden. Iedereen had naar mijn idee op de hoogte kunnen zijn. We hadden graag meer tijd gehad. Helaas is die er niet. Maar er zijn wel middelen om te investeren in onderwijs en studenten. Laten we die kans aangrijpen.”

De inspraak van studenten op de plannen is een belangrijk criterium voor de NVAO. Wanneer bent u er gerust op dat er voldoende oog voor de wensen van studenten is geweest?
“De komende drie maanden moeten vooral de faculteitsbesturen en de faculteitsraden om de tafel om tot concrete voorstellen te komen. Ik ben er zeker van dat faculteitsdecanen dit serieus nemen en weet ook dat er binnen verschillende faculteitsraden hierover al gesproken is. Het is de taak van de faculteitsraadsleden, studenten en medewerkers, om hun achterban te raadplegen over wat daar de wensen zijn. En laat mensen met ideeën zich vooral ook melden, zou ik zeggen.”

*Update 28 november 2018* Leden van de universiteitsraad vragen zich tijdens commissievergaderingen af of er echt extra geld moet naar 'toegankelijkheid en gelijke kansen' aangezien de UU daarin al veel investeert.

 

Advertentie