UU trekt geen extra geld uit voor studentenclubs

De Universiteit Utrecht geeft jaarlijks ruim 1,2 miljoen euro uit aan studie- en studentenorganisaties. Dit, omdat de UU vindt dat academische vorming niet alleen in de collegebanken plaatsvindt. “Vereniging  op het gebied van studie, gezelligheid, sport, cultuur, debat en levensbeschouwing dragen bij aan een inspirerend, sociaal en actief leven naast je studie”, staat in een nota aan de U-raad over de bestuursbeurzen. Bijna het volledige bedrag bestaat uit beurzen waarmee studentbestuurders van verenigingen worden gecompenseerd voor (eventuele) studievertraging.

De pot met geld, waar de Hogeschool Utrecht nog bijna drie ton aan toevoegt, wordt elke drie jaar opnieuw verdeeld. Dat betekent dat de verdeling dan ook weer ter discussie staat. Want welk cluster (sport, cultuur, studie, gezelligheid en overig) krijgt hoeveel beurzen? En waarom krijgt het ene cluster meer dan het ander? En is het maandbedrag voldoende? In 2016 resulteerde die discussie er in dat de vergoeding werd verhoogd van 289 euro naar 425 euro per maand. Daarnaast kregen de sportverenigingen meer beurzen ten koste van de gezelligheidsverenigingen, omdat het ledenaantal van de sportclubs met 26,8 procent was toegenomen.

Scheve verdeling versus scheve vergelijking
Toch vindt Lijst Vuur die nieuwere verdeling nog steeds scheef. Zo vindt de fractie het vreemd dat de acht gezelligheidsverenigingen gezamenlijk 285.175 euro aan beurzen ontvangen, terwijl 18 sportverenigingen op jaarbasis 165.325 euro krijgen en zes sportverenigingen buiten de financiële boot vallen. Vuur-lid Emma Carpay maandag: “De sportverenigingen krijgen met 6131 leden 22% van de beurzen in hun cluster, terwijl de gezelligheidsverenigingen met 5842 leden 39% van het geld uit dat cluster krijgen". Eerder vergeleek het fractielid ook de beurzen van gezelligheidsverenigingen met die van studieverenigingen: "De besturen van het mannen- en vrouwencorps krijgen samen bijna twee keer zo veel vergoeding (100.725 euro) als 21 studieverenigingen van de Faculteit Geesteswetenschappen (65.025 euro). Het is de hoogste tijd dat alle ondergewaardeerde verenigingen er flink op vooruitgaan.”

De kwestie verdeelt de studentengeleding van de Universiteitsraad, omdat de Partij van de Utrechtse Student (PvdUS) de cijfers anders ziet. Die vindt niet de verdeling, maar de vergelijking van Lijst Vuur scheef. Volgens de PvdUS loopt een bestuurder van een studievereniging minder vertraging op dan die van een gezelligheidsvereniging, omdat de omvang van het bestuurswerk "anders" is. "Gezelligheidsverenigingen hebben meer actieve leden en een eigen pand dat ze moeten beheren." Dat studieclubs minder beurzen krijgen ter compensatie is volgens de partij dan ook logisch. Toch staat de PvdUS niet helemaal onwelwillend tegenover het pleidooi van Lijst Vuur. De fractie ziet ook graag meer financiering voor studentenclubs, zolang dat niet ten koste gaat van de huidige verenigingen.  

Ook personeel vindt studievereniging 'wat onderverdeeld'
Dat de discussie leeft onder studentbestuurders bleek afgelopen maandag toen tientallen studenten bij de vergadering van de Universiteitsraad aanwezig waren. Het was de eerste keer dat de partijen zich mondeling tot het universiteitsbestuur richtten in plaats van per brief. Daarbij werd niet veel nieuws gezegd, behalve door Wim de Smidt van de personeelsgeleding. Hij mengde zich niet eerder in de discussie. Het personeelslid van de faculteit Rebo signaleert dat docenten steeds vaker een beroep doen op studieverenigingen voor het organiseren van activiteiten. En dat studieclubs daarmee “belangrijk zijn voor het onderwijs en de wetenschap. De universiteit zou niet zijn zoals zij is zonder de inzet van studenten.” Volgens Smidt mag daar best iets tegenover staan. Hij concludeert dat studieverenigingen in de huidige verdeling “wat onderverdeeld” zijn. 

Anton Pijpers, voorzitter van het College van Bestuur, noemt het een interessant debat. Maar hij is ook meteen heel duidelijk: “Alles is bespreekbaar, maar de totaalsom blijft dezelfde”. Als de U-raad wil dat studieverenigingen meer geld krijgen, gaat dat ten koste van de bestuursbeurzen van andersoortige verenigingen. Pijpers waarschuwt de raadsleden daarom voorzichtig te zijn met zo’n herverdeling. Ook omdat de partijen het in zijn optiek vooral hebben over de studie- en gezelligheidsverenigingen, terwijl een herverdeling ook de sport- en cultuurverenigingen zou treffen. Bij de sportclubs zit op dit moment de meeste groei, terwijl de cultuurclubs juist klein zijn van aantal "maar wel belangrijk", zegt Pijpers. De voorzitter pleit daarom voor een “evolutie in plaats van revolutie”. Welke richting die evolutie opgaat, wilde Pijpers nog niet aangeven.

De verdeling van de bestuursbeurzen komt waarschijnlijk voor de zomervakantie terug in de Universiteitsraad.

Verdeling bestuursbeurzen collegejaar 2017-2018
In onderstaande tabel staan de uitgaven van de UU en HU aan bestuursbeurzen voor het collegejaar 2017-2018. Als er staat dat een cluster 389 bestuursbeurzen krijgt, dan betekent dit dat zij 389 bestuursmaanden ontvangen ter waarde van 425 euro per maand. Het aantal verenigingen waarover deze beurzen wordt verdeeld staat onder het kopje aantal “ondersteunde verenigingen”. Tussen haakjes staat het aantal verenigingen dat de UU en HU erkennen. Dit aantal is in sommige gevallen hoger dan het aantal verenigingen dat subsidie ontvangt.

Verenigingssoort

Aantal ondersteunde verenigingen

Aantal Beurzen

Totaal aantal euro’s

Beurs UU

Beurs HU

Gezelligheidsverenigingen

8

656

285.175

201.875

83.300

Sportverenigingen

18 (24)

389

165.325

128.350

36.975

Cultuurverenigingen

2 (8)

74

31.450

30.325

2.125

Studieverenigingen UU

57 (60)

1.164

494.700

494.700

0

Studieverenigingen HU

17 (23)

153

65.025

0

65.025

Overige organisaties

25 (35)

595

252.875

203.150

49.725

Totaal

127 (158)

3.031

1.294.550

1.058.400

237.150

Advertentie