UU'ers gevraagd privérelaties op de werkvloer te melden, maar verplicht is het niet

Bètadecaan Isabella Arends kwam eerder dit jaar met het voorstel om een nieuwe richtlijn in te voeren. Door transparant te zijn over onderlinge relaties zouden volgens het bestuur scheve ogen binnen teams kunnen worden voorkomen. 

De afgelopen jaren besteedde de faculteit veel aandacht aan sociale veiligheid. Daarbij bleek volgens de faculteit dat veel medewerkers behoefte hebben aan openheid als leden in hun team of op hun afdeling meer dan alleen maar collega’s zijn. 

De faculteitsraad had waardering voor het plan van Arends, maar kwam daarnaast met vragen over de concrete implicaties. Zo wilde de decaan een meldplicht voor liefdesrelaties tussen collega’s. Daar was de raad wat huiverig voor. Zouden er dan ook sancties volgen als iemand dit naliet?  

Ook ontstond er onrust binnen de faculteit omdat het plan van de decaan vrij specifiek benoemde welke relaties zeker als onwenselijk betiteld kunnen worden. Zo wilde het faculteitsbestuur niet dat partners in leidinggevende rollen binnen hetzelfde departement kunnen werken en dat partners niet onderdeel van hetzelfde team kunnen zijn.

Het universiteitsbestuur had eveneens bedenkingen bij de voorstellen van Arends. Dat wilde voorkomen dat er per faculteit andere regels zouden gelden voor liefdes-, familie- en hechte vriendschappelijke relaties tussen collega’s. Het UU-bestuur ziet liever één universitaire regel. Bovendien wil het UU-bestuur terughoudend zijn met verplichtingen. 

Het UU-bestuur zegt tegelijkertijd wel de waarde in te zien van meer bewustzijn bij medewerkers over de mogelijke negatieve implicaties van nauwe relaties op de werkvloer. In een mailreactie erkent een woordvoerder dat binnen de bestaande richtlijnen over wenselijk en onwenselijk gedrag niets concreets staat over liefdes- en privérelaties op de werkvloer.

In overleg is nu besloten dat de faculteit Bètawetenschappen een proef gaat doen met een ‘handreiking’. Leidinggevenden bij de faculteit Bètawetenschappen wordt vanaf dit academisch jaar gevraagd aan de hand van de tekst daarvan met hun teamleden het gesprek aan te gaan. Uitgangspunt blijft dat relaties tijdig moeten worden gemeld, ook als de medewerker zelf denkt dat er geen probleem is. 

Maar over verplichtingen wordt niet gesproken en bij voorbaat specifieke relaties als onwenselijk aanmerken, gebeurt in het nieuwe document ook niet meer. Student-assistenten worden als medewerkers gezien en gevraagd te handelen naar de inhoud ervan.

Ook nieuwe medewerkers moeten worden gewezen op het belang dat de faculteit hecht aan openheid over liefdes- en privérelaties. Daarbij wil de faculteit een voorlichtingscampagne beginnen om het bewustzijn bij alle medewerkers te vergroten.

De UU hoopt dat de handreiking op termijn kan gaan dienen als ‘uitwerking’ van de universitaire Code of Conduct. “Het voornaamste doel van de handreiking is dat collega’s zich bewust worden van de mogelijke risico’s die de vermenging van privé- en werkrelaties met zich mee kunnen brengen”, mailt een UU-woordvoerder. 

Ze zegt ook dat de tekst eraan moet bijdragen dat medewerkers “de ruimte voelen” om relaties te bespreken met hun leidinggevende. “We denken dat strakke richtlijnen, met geboden, verboden en eventueel sancties, dat gesprek niet helpen. (…) Daarnaast past het minder goed bij het uitgangspunt dat we bij de UU willen werken vanuit vertrouwen.”

De faculteitsraad van Bètawetenschappen adviseerde kort voor de zomer positief over de handreiking waarbij het minder bindende karakter werd gewaardeerd. Toch zijn de raadsleden benieuwd hoe de nieuwe werkwijze in de praktijk gaat uitpakken. Volgend jaar volgt een evaluatie. Naar aanleiding daarvan wil de raad dan opnieuw het gesprek aangaan.