Verkassen naar andere uni voor master is populairder geworden

In totaal zijn 54.796 studenten in september 2024 begonnen aan een masteropleiding en hoewel de meeste studenten doorstromen op de universiteit waar ze hun bachelor zijn begonnen, stapt een steeds groter aantal over naar een andere universiteit in Nederland. Dat blijkt uit nieuwe cijfers over studenten in het wetenschappelijk onderwijs van de Universiteiten van Nederland die deze week bekend zijn gemaakt.

Zes jaar geleden veranderde 23 procent van universiteit, inmiddels is dat 26 procent. Onder Nederlandse studenten is er weinig veranderd aan de verhuislust: door de jaren heen gaat één op de vier na de bachelor naar een andere universiteit. Het zijn met name internationals die hun bachelor in Nederland hebben gedaan, die verkassen: van ongeveer één op de vier in 2018-2019 naar één op de drie in 2024-2025.

Dit staat los van de jaarlijks 11.000 internationale studenten die speciaal voor hun master hierheen komen en geen Nederlandse bacheloropleiding hebben gevolgd. Het staat ook los van degenen die niet doorstuderen of voor een master in een ander land kiezen.

Amsterdamse universiteiten populair
Voor Groningen, Eindhoven en Twente blijft het een moeilijke opgave om studenten voor een van hun masters bij andere universiteiten weg te lokken. Overstappers vormen maar een klein deel van hun masterinstroom. 

Omgekeerd profiteren de twee Amsterdamse universiteiten juist van de verhuisdrift onder bachelorstudenten. Ook Rotterdam telt naar verhouding veel overstappers. Tilburg, Utrecht en Wageningen zitten eveneens boven het gemiddelde. Van deze drie geldt voor de Universiteit Utrecht dat het aantal masterstudenten dat van een andere universiteit komt, sinds 2021 weer afneemt. Toen kwam 31 procent van de instroom van een andere universiteit, in 2024 was dit 28 procent.

Meer bachelors dan masters?
De populariteit van Rotterdam en Amsterdam zorgt ervoor dat de universiteiten daar meer eerstejaars masterstudenten dan eerstejaars bachelorstudenten tellen. Vooral bij de VU Amsterdam is het verschil aanzienlijk, mede door de duizend hbo’ers die daar aan een master beginnen. 

In Maastricht en Groningen is het andersom. Daar beginnen juist meer studenten aan een bachelor dan aan een master. Ook de technische universiteiten van Eindhoven en Twente zien dit gebeuren, net als de Universiteit Utrecht. Begonnen dit jaar 6483 aan een Utrechtse bachelor, aan een master begonnen 5698 studenten.