Wat als een collega thuis wil werken uit angst voor coronabesmetting?

Foto Shutterstock

Raadslid van de personeelsgeleding Jochen Hung vroeg tijdens de universiteitsraadsvergadering van 4 april aan het universiteitsbestuur of de leden duidelijk willen maken welke regels er zijn als het gaat over samenwerken en corona. Hij vertelde over een bijeenkomst die ondanks verzoeken niet hybride werd gehouden, omdat degenen die deze bijeenkomst organiseerden niet hybride wilden vergaderen. Hierdoor konden de collega’s die vanwege gezondheidsredenen niet naar de universiteit wilden komen, niet deelnemen aan de bijeenkomst. “Ik wil graag dat het college hier aandacht voor vraagt bij alle medewerkers.”

Collegevoorzitter Anton Pijpers zegt dat dit issue overal speelt op de UU en dat er niet één specifieke regel is. “Dat willen we als College van Bestuur ook niet. We moeten elkaars keuzes respecteren. Er is niet één regel. Collega’s moeten met elkaar over dit soort zaken overleggen. Ze moeten naar elkaar luisteren en elkaars mening respecteren.” Hung was niet tevreden met dit antwoord: “Ik vind dat we de wensen van de kwetsbaren moeten volgen.” Dat is niet wat het college gaat doen, blijkt uit het antwoord van Pijpers. “Ik snap je punt, maar ik kan me ook voorstellen dat een fysieke bijeenkomst de voorkeur krijgt. Omgaan met corona op de werkvloer is een ongoing topic voor ons.”

Bewijzen van kwetsbaarheid
Eenzelfde discussie werd een paar dagen eerder gevoerd in de Dienstraad van de Universitaire Bestuursdienst (UBD). Die kwam voort uit schriftelijke vragen die de raad in februari stelde toen de overheid aankondigde de coronamaatregelen af te schaffen en iedereen weer terug naar het werk mocht. De Dienstraad verwees naar de Arbowet: “Daarin staat dat een werknemer recht heeft op een veilige en gezonde werkplek. De werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en de werknemer beschermen tegen risico’s op het werk; werknemers moeten zorgen voor hun eigen veiligheid en die van hun collega’s. Hoe gaat de universiteit dat doen?”

Het schriftelijke antwoord van Algemeen Directeur Leon van de Zande op deze vraag was dat de universiteit de adviezen van de overheid volgt en medewerkers en studenten op het hart drukt de richtlijnen van de universiteit te volgen. Ook schreef hij dat collega’s met een kwetsbare gezondheid sowieso meer dan anderen moeten opletten bijvoorbeeld geen griep te krijgen, omdat zij daar mogelijk veel zieker van zouden kunnen worden. Dat is dus niet anders dan nu corona nog rondwaart. Wie zich zorgen maakt corona op de werkvloer op te lopen, moet het gesprek aangaan met collega’s en leidinggevende. “Maar er is geen recht op thuiswerken.” Wie zich niet gehoord voelt, doet er volgens hem goed aan een advies in te winnen bij de bedrijfsarts.

De Dienstraad was niet tevreden met de antwoorden en kwam er dus tijdens de vergadering op 31 maart op terug. De raadsleden stelden dat corona een groter risico voor de gezondheid kan zijn dan bijvoorbeeld de griep. Verder zeiden zij het niet alleen te hebben over collega’s met een kwetsbare gezondheid. “Wij hebben het over álle medewerkers. Er zijn medewerkers die mantelzorgen, huisgenoten of familie hebben die een kwetsbare gezondheid hebben, ongevaccineerd zijn, de voorbeelden zijn legio.” Bovendien constateerden ze dat de sociale druk om weer meer fysiek aanwezig te zijn, nu toeneemt. “We merken ook dat mensen het kennelijk lastig vinden in te zien dat de blijdschap om weer naar het werk te mogen gaan, niet voor iedereen geldt. Dat geldt helaas ook voor leidinggevenden. Dat is bepaald niet inclusief, en men is zich hier onvoldoende van bewust.”

De raadsleden willen weten wat de rechten zijn van werknemers. Zo willen ze weten of een formele diagnose van de bedrijfsarts vereist is om “het recht op een veilige, gezonde werkomgeving te kunnen claimen?”. Verder vragen ze zich af of werknemers verplicht zijn hun gezondheid of privésituatie te delen met de leidinggevende. Ook willen ze weten wat de rechten zijn van medewerkers die niet onder de groep kwetsbaren vallen, moeten zij nu uit de kast komen met klachten die eerder niet relevant waren voor het werk?. En wat moeten medewerkers doen die niet door hun leidinggevende worden gehoord of begrepen? Welke (formele) procedure is hierop van toepassing?” De algemeen directeur beloofde de vragen schriftelijk te beantwoorden.

Advertentie