Instroom van 50 studenten per jaar
Wat is een kleine opleiding als Fiscale Economie moet sluiten?
Kleine opleidingen zijn altijd kwetsbaar, maar mag je ze zomaar opheffen en hoe behoud je de expertise in Nederland? Die discussie barstte de afgelopen weken los toen de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht besloten om kleine taalopleidingen te fuseren en te schrappen.
Maar dat ging over opleidingen met soms een handvol studenten. In Rotterdam staat het voortbestaan van een heel andere ‘kleine’ opleiding op het spel, meldt universiteitsblad Erasmus Magazine. Het gaat om Fiscale Economie, een opleiding waar jaarlijks zo’n vijftig studenten aan beginnen.
Wat maakt dat de opleiding moet verdwijnen?
De Rotterdamse opleiding maakt verlies, zegt de Erasmus School of Economics, waar de opleiding onder valt. De decaan van de faculteit wil de boel per 2029 sluiten. Het College van Bestuur moet er nog een klap op geven.
Hoe denken de studenten erover?
Die zijn niet blij met het voornemen. Ze hebben het gevoel dat “achter onze rug om twee jaar lang is gewerkt aan de stopzetting” van de opleiding. Dat schrijven ze in een ingezonden brief in Erasmus Magazine. Hun petitie die oproept de opleiding te redden was dinsdagmiddag ruim achthonderd keer ondertekend.
Is een instroom van 50 studenten echt ‘klein’?
Alles is relatief. Aan de Erasmus Universiteit vind je toevallig ook de drie grootste bacheloropleidingen van alle hogescholen en universiteiten in Nederland: bedrijfskunde, rechten en economie. Alle drie trekken ze bijna duizend eerstejaars. Voor de EUR is fiscale economie met vijftig nieuwelingen per jaar dus best klein. In Utrecht geldt de norm dat een opleiding te klein is als de instroom minder dan 25 studenten per jaar is.
Maar het barst toch van zulke ‘kleine’ opleidingen?
In Nederland zijn er zo’n vierhonderd bacheloropleidingen die evenveel of minder eerstejaars binnenkrijgen. Op de kleinste opleidingen komen er zelfs maar vijf per jaar af. Dat zijn bijvoorbeeld de hbo-lerarenopleidingen Duits in Utrecht, Frans in Leeuwarden en godsdienst in Ede.
Waarom zou Fiscale Economie dan verlies maken?
Een woordvoerder van de Erasmus School of Economics wijst op de hoge uitval, “waardoor de inkomsten onvoldoende zijn om de kosten te dekken”. Als veel studenten ermee ophouden, wordt de opleiding alsnog klein. Volgens informatie voor studiekiezers haalt maar één op de drie binnen vier jaar het bachelordiploma aan deze opleiding, terwijl dat bijvoorbeeld bij economie en bedrijfseconomie de helft is.
Maar dan nog. Heeft de opleiding soms te veel docenten in dienst?
Nee, sterker nog: een buitenstaander die in opdracht van de faculteit naar de financiën keek, constateert dat de docenten met 7,5 fte op 250 studenten “zeer efficiënt” werken. Uit de talloze documenten ter onderbouwing van het voornemen is niet op te maken waarom de opleiding nu zo verliesgevend is.
Komt dit besluit uit de lucht vallen of heeft het een voorgeschiedenis?
De opleiding is een buitenbeentje en zou eigenlijk 20 jaar geleden al afgeschaft worden, blijkt uit de stukken. In 2004 vond de economische faculteit de opleiding fiscale economie te sterk op Nederland gericht. De faculteit streefde toen naar “een meer internationale oriëntatie, die botste met de nationaal georiënteerde opleiding”. Toenmalig hoogleraar fiscale economie Leo Stevens zette destijds een succesvolle reddingsactie op touw, maar betaalde een prijs: de opleiding moest voortaan zichzelf bedruipen in een aparte bv. Nu wil de faculteit ook van die bv af.
Waarom zou je publiek onderwijs in een bv onderbrengen?
Universiteiten en hogescholen hebben soms een kerstboompje vol bv’s en andere rechtspersonen. Die zetten ze op omdat ze eigenlijk geen winst mogen maken. Met een bv kunnen ze commercieel onderwijs en onderzoek aanbieden. De EUR heeft meer dan twintig van zulke bedrijfjes.
Moeten we die bv’s wel willen?
De Onderwijsinspectie ergert zich aan de ingewikkelde juridische structuren, want die maken het toezicht moeilijker. Wie is nu eigenlijk waarvoor verantwoordelijk? Vorig jaar riep de inspectie op om juridische structuren in het hoger onderwijs te vereenvoudigen. Je zou kunnen zeggen dat de EUR daar nu gehoor aan geeft door de bv – en dus de opleiding – op te heffen.
Waarom kan de universiteit deze opleiding niet zelf aanbieden, zonder bv?
Het is niet haalbaar om de docenten van fiscale economie weer bij de universiteit te laten werken, meent de decaan van de faculteit. Ze hebben volgens hem niet de vereiste wetenschappelijke expertise. De faculteit verwacht dat onderzoekers in internationale toptijdschriften publiceren. In de heersende publish or perish-cultuurlevert een artikel over het nationale belastingstelsel of ondernemingsklimaat in een Nederlands vakblad geen punten op.
Wacht even, het kabinet wil juist dat universiteiten méér in het Nederlands lesgeven.
Zelfs de universiteiten zeiden dat te willen. Dit voorjaar nog beloofden ze meer Nederlandstalige bacheloropleidingen. Maar toen was Robbert Dijkgraaf nog minister en die kon de universiteiten met veel extra geld overtuigen om vrijwillig te vernederlandsen. Door de bezuinigingen van het nieuwe kabinet is een nieuw speelveld ontstaan. En op dat veld staan universiteiten niet langer te trappelen.
Lopen die vierhonderd andere ‘kleine’ opleidingen ook gevaar?
Dat het verdwijnen van Keltisch en Arabisch in Utrecht en Leiden discussie oproept is logisch: de opleidingen zijn uniek in Nederland. Dat geldt niet voor fiscale economie, want dat kun je ook in Tilburg en Amsterdam studeren. Maar de belangrijkste les is misschien deze: als een instelling van een opleiding af wil, dan is een dalende instroom een stok om mee te slaan.