Floris Cohen heeft geen oog voor het eerlijke debat bij discussie over ideale universiteit
Recent schreef DUB over het boek van Floris Cohen: De ideale universiteit. Hierin wordt een nieuwe structuur ontwikkeld voor een universiteit die weer voldoet aan de aloude waarden van academische vrijheid en debat, aan intrinsiek gemotiveerde stafleden, die open staan voor kritiek en nieuwe ideeën en analyses.
Cohen gaat in zijn voorstel voorbij aan de huidige situatie. Die is dat een groot deel van de wetenschappers niet zit te wachten op een idealistische kijk op wetenschap. De belangen zijn groot en zaken als geld en carrière voeren de boventoon. Het eerlijke debat is daardoor weg. Het voorstel vereist een mentaal schoongeveegd speelveld (titel van het eerste hoofdstuk).
Weinig pluralistisch
Op dit moment zijn met name de gamma-wetenschappen een enorme lappendeken van specialisaties, elk met een eigen methodologische rechtvaardiging. Mijn eigen vakgroep is de economie, een wetenschap, waarvan de tekstboeken worden gedomineerd door het neoklassieke paradigma. Het onderzoek is steeds meer een theoretisch oppervlakkig gefundeerde verzameling van empirische onderzoeken, die nauwelijks practische betekenis heeft.
De vele sociologen en psychologen, die ik de afgelopen 55 jaar aan verschillende universiteiten heb ontmoet, zijn weinig pluralistisch, en ook sterk gefocust op empirisch onderzoek. Popper wordt hier vaak even aangehaald, de man die de theorie van de falsificatie groot heeft gemaakt. Daarbij wordt niet beseft dat deze natuurkundige en wetenschapsfilosoof vooral faam heeft gemaakt met zijn primaat van de theorie, waar het gaat om het vaststellen van feiten.
Bijscholing voor wetenschappers
Op een dergelijk speelveld kunnen drastische structurele hervormingen, zoals Floris Cohen in zijn boek voorstelt, niet zomaar worden doorgevoerd. Om een begin te maken met de ontwikkeling van een waardegemeenschap zou de rector magnificus een pluralistisch samengestelde groep vakmensen met ruime wetenschapsfilosofische kennis moeten samenstellen. Zij maken een overzicht van de situatie en starten een pilot, die moet leiden tot een verplicht wetenschapsfilosofisch programma voor alle stafleden in vaste dienst, zeker ook de hoogleraren.
Een summatieve toets moet laten zien of de stafleden verdere bijscholing nodig hebben. Het programma dient een algemeen en een naar Faculteiten of vakgroepen gespecificeerd deel te bevatten. Alleen met een goed geschoolde staf kan de universiteit zich omvormen tot een academisch instituut, dat een vrijplaats vormt voor gedisciplineerde analyses en al dan niet empirisch getoetste theorieën.