Bestuurder van studievereniging Atlas doet zijn verhaal

Mijn jaar als studentbestuurder: overwerkt, onderbetaald en met uitsterven bedreigd

Bestuursfunctie Atlas. Foto: eigendom van Atlas
Foto's: eigendom van Atlas

Vorig collegejaar vormde ik samen met vijf studiegenoten het bestuur van Atlas, een middelgrote studievereniging voor studenten Liberal Arts & Sciences (LAS). Mijn bestuursjaar ­– feitelijk anderhalf jaar als je de inwerktijd meerekent waarin het nieuwe bestuur het beleid voor het komende jaar moet bedenken – was een bizarre rit met memorabele hoogtes, maar zeker ook dieptes. Als er geen drastische verandering in vergoeding of verwachting plaatsvindt in de komende jaren, dan vrees ik dat besturen bij Geesteswetenschappen te onaantrekkelijk wordt en verenigingen uitsterven.

Studentbesturen draaien simpelweg op een uitwisseling van belangen tussen een individu en een instituut. Die eerste is in dit geval de studentbestuurder en de laatste kun je zien als de universiteit, een faculteit of een opleiding. Beide partijen leveren in en profiteren tegelijk. Studentbestuurders geven tijd en energie in ruil voor een ‘rijke’ ervaring en een (kleine) compensatie. Het instituut levert die compensatie en krijgt er actieve community building voor terug. Doordat het leven van studenten steeds duurder wordt en de aangekondigde langstudeerboete angst inboezemt staat deze uitwisseling onder druk. 

Geld
Het meest praktische probleem waar bestuurders tegen aanlopen, is van financiële aard. De maandelijkse vergoeding van de universiteit komt in de vorm van een bestuursbeurs. Die is zeker bij Geesteswetenschappen minimaal en allesbehalve toereikend om de onkosten zoals reiskosten en bestuurskleding te dekken. Bestuursleden maken meer kosten. Zo wordt bijvoorbeeld verwacht dat bij alle activiteiten, omwille van de veiligheid van studenten en representatie van de vereniging, een delegatie van het bestuur aanwezig is. Hoe leuk een buitenlandse reis of een wintersport ook is, ook ik moest gewoon de ledenprijs betalen die regelmatig een flinke aanslag op mijn bankrekening was.

Ook moest ik gewoon collegegeld betalen hoewel het niet mogelijk was om acht vakken te volgen. Het volgen van vier vakken is al een uitdaging tijdens een bestuursjaar. Officieel is ons bestuur parttime, dus je zou kunnen zeggen dat ik wel vier vakken had moeten kunnen volgen, maar in de praktijk blijkt dat ons bestuurswerk zeker 40 uur per week vergde. Ik kon naast mijn bestuurswerk dus geen bijbaan nemen.

Welzijn
De ambities van een studievereniging zorgen ervoor dat een bestuursjaar hard werken is. Elk jaar wordt een beleidsplan geschreven waarin het nieuwe bestuur zichzelf aanmoedigt om bepaalde zaken op te pakken. Terwijl het al onhoudbaar is om de takenlijst die er al ligt te voltooien binnen een parttime werkweek. Ambitie is goed en nodig om A van B te onderscheiden, maar alles wat je boven op een al giftige werk-privé balans gooit is té veel en absoluut ongezond. Besturen voelde daarom voor mij regelmatig als jongleren met twintig ballen, terwijl ik helemaal niet kan jongleren. Als ervaren oud-bestuurder zou ik dan ook graag de ambities van nieuwe bestuursleden willen ontmoedigen, maar dat past niet in de traditie. Overigens is het begrijpelijk dat je als nieuwe groep ergens een duidelijk stempel op wilt drukken waarvan je later kan zeggen: “Kijk, dat hebben wij neergezet”!

Door de volle agenda van een bestuurder had ik ook nauwelijks vrije tijd. Zo werd sinds juni 2023 mijn agenda beheerst door verenigingsplannen, vergaderingen, borrels, activiteiten en nog meer vergaderingen. Klinkt best leuk, en ja, ik putte hier vaak genoeg energie uit, maar ruimte voor activiteiten buiten Atlas om, was er niet. Het vergt een sterk staaltje planning om familie en vrienden buiten de vereniging te zien. 

Op de momenten dat ik vrij was, ging het Atlascircus vaak gewoon door. Continue meldingen die ik op mijn telefoon binnenkreeg als gevolg van het informele karakter van de functie van studentbestuurder. Ook bleek het lastig om je aan “gezonde” kantoortijden te houden als het merendeel van je activiteiten ná 17 uur zijn. Er werden wel nuttige trainingen bij Bestuurlijk Actief aangeboden, speciaal voor bestuursleden, zoals efficiënt vergaderen. Of wat dacht je van een workshop Mindfulness? Zonder tijd en energie heb je er echter niets aan en ze konden mijn problemen niet oplossen. Het is fijn om zo nu en dan over mentaal welzijn te praten, maar er is echt meer nodig dan woorden en trucjes. De specifiek voor bestuurders gemaakte workshop Burn-out voorkomen zegt genoeg over de status quo.

Bij Geesteswetenschappen staat de mentale gezondheid van bestuurders hoog op de agenda. Problemen van studentbestuurders worden dus wel gehoord, maar de oplossingen zijn niet toereikend, zoals blijkt bij het StudieVerenigingenOverleg (SVO) dat we bij Geesteswetenschappen kennen. Praten over mentale gezondheid is nuttig, maar het werkt averechts als je de maandelijkse aanwezigheid van alle verenigingen verplicht stelt en afwezig zijn gevolgen kan hebben voor bestuursbeurzen in de toekomst.

Dat studentbestuurders last hebben en houden van lichamelijke en emotionele uitputting is niet uniek voor Geesteswetenschappen. Twee voormalig faculteitsraadsleden van Sociale Wetenschappen en oud-Djembébestuurders (de studievereniging voor Culturele Antropologie) meldden ruim een jaar geleden dat twee op de drie bestuurders van hun faculteit aangaf zich bijna altijd of altijd mentaal uitgeput te voelen. Waar een bestuursjaar een leerzame tijd vol met waardevolle ervaringen zou moeten zijn, biedt het in mijn geval een voorproefje van een onderbetaalde carrière die afstormt op een burn-out. Om mij heen waren genoeg klachten te zien die lijken op overwerkt zijn, en daar ging niet iedereen verstandig mee om. Ik zie het dan ook niet als toeval dat onze vereniging twee jaar op rij kampte met het uitvallen van een bestuurslid.

Bestuursfunctie Atlas. Foto: eigendom van Atlas

Financiële frustraties en ongelijkheid
Het is pijnlijk en oneerlijk om te zien dat beleidsmakers op landelijk, universitair en facultair niveau, die de touwtjes in handen hebben en de spelregels bepalen, dit besef missen. Hiervoor zou in eerste instantie naar het kabinet moeten worden gekeken. Onlangs nog kondigde onderwijsminister Eppo Bruins aan dat er geen ruimte is om uitzonderingen te maken bij de implementatie van de langstudeerboete. Zulk beleid heeft immers een invloed op de portemonnee van alle studenten, en met name bij hen die al een kleine beurs hebben. Fulltime bestuurders mogen dus geen enkel vak falen of 3000 euro gaan dokken. Bovendien zijn effecten echt sneller te merken dan je zou denken, met nieuws over de Batavierenrace als schrijnend voorbeeld. Waar ik afgelopen mei nog de longen uit mijn lijf rende bij deze jaarlijkse estafetteloop, blijkt nu dat de 53ste editie niet doorgaat door een gebrek aan organisatieleden. Het bestuur zelf wijst deels naar de toenemende studiedruk en de aanstaande boete.

Belangenorganisaties zoals de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en politieke oppositiepartijen dragen actief uit dat bestuurswerk in gevaar komt door onder meer de langstudeerboete en de lage beloning. Voor het laatste moeten we het dichter bij huis zoeken. Verdeling van geld is ook in ons Utrecht vaak onevenredig en daar verandering in brengen, lijkt nagenoeg onmogelijk. Zeker in een log en bureaucratisch instituut als de Universiteit Utrecht. Zowel oud-bestuurders, studieadviseurs als studentassessoren schuwen niet om disclaimers te geven waarin ze vermeldden dat zij regelmatig tegen muren aanlopen. Bijvoorbeeld bij de laatste herverdeling van bestuursbeurzen binnen de studieverenigingen van Geesteswetenschappen, waar mijn club het onderspit delfde. De faculteit vroeg alle GW-studieverenigingen solidair te zijn, maar de meerderheid zweeg, wie kraait als je meer geld toebedeeld krijgt? Het ontbrekende besef is dan ook dat een bestuursbeurs voor een kleine vereniging een aangename bijkomstigheid is, maar voor studentbestuurders van grotere verenigingen vaak een noodzakelijke inkomstenbron. 

Ik heb het over een bedrag vergelijkbaar met de vergoeding die leden van opleidingscommissies krijgen voor hun taken, die maximaal 4 uur per week kosten. Wij kregen net als zij een bestuursbeurs die neerkomt op 70 euro per persoon, per maand. Als je het ziet als een bedankje dan lijkt dat een aardig bedrag, maar niet als je er ook van moet leven. Omgerekend praten we over 55 cent per uur, terwijl de rijksoverheid een richtlijn van maximaal 5,50 euro per uur hanteert voor een vrijwilligersvergoeding. Bovendien, als mijn vereniging bij een andere faculteit was ingedeeld, dan zouden we al gauw een vijfvoud van onze beurs krijgen.

Het voelt frustrerend om bevriende bestuurders te horen praten over een vergoeding waar nagenoeg hun kamerhuur van betaald kan worden en zij ook nog eens de kosten van hun driedelige pak mogen declareren. Zoals Koos Goudswaard onlangs in de Volkskrant schreef; het is een financiële keuze van de universiteit om Geesteswetenschappen niet de financiering te geven die ze nodig hebben. Verwijzend naar de GW-studies die in Utrecht en Leiden dreigen te verdwijnen. De meest brutale voorbeelden dusver van een faculteit waar standaard al op bezuinigd wordt, komt hiermee eindelijk aan het licht. 

Dat brengt me bij de volgende verdelingsfrustratie: waarom gaat er zoveel meer geld naar verenigingen die afhankelijk zijn van een drankcultuur? De herverdeling van de bestuursbeurzen voor studentengezelligheidsverenigingen was groot nieuws binnen onze gelederen. Het nieuwe verdeelmodel, gericht op eerlijkheid en transparantie, resulteert sinds het laatste DUB-nieuwsbericht op den duur in een afname van minstens 10.000 euro voor zeven studentenverenigingen, waaronder cultuurverenigingen USKO en USConcert. Daarentegen is er ook een grote groep verenigingen die er fors op vooruit gaat. Naast terechte meevallers voor een aantal sportverenigingen valt ook het Utrechtsch Studenten Corps in de prijzen met een toename van bijna 13.000 euro. Meer bier, hoera. 

Het toenemen van verschillen in toebedeelde bedragen bij studentenverenigingen zie ik als zorgelijk. Gaan we enkel nog naar ledenaantal kijken en of de vereniging in het bezit is van een gebouw? Lijkt me een iets te simpele en luie verdeelsleutel. De hoop is dat er langer nagedacht wordt als het aankomt op studieverenigingen. 

Bestuursfunctie Atlas. Foto: eigendom van Atlas

Dus jij wil bestuurder worden …?
Voor het geld hoef je het niet te doen. Je wordt betaald in ervaring. Ook waardevol. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik alsnog dezelfde keuze gemaakt. Het heeft me nieuwe vrienden gebracht en leerde me dagelijks nieuwe kwaliteiten die nog lang zullen meegaan. Al is het wel een vereiste om goed in je vel te zitten. Bij het kiezen van een nieuw bestuur is de mentale stabiliteit van kandidaten dan ook een ongekend grote rol gaan spelen de afgelopen jaren. Soms ten koste van de creativiteit of energie die een ander kan brengen.

Daar komt bij dat je over deze ‘problemen’ niet praat buiten de bestuurskring. Het is immers wel noodzakelijk dat je voor opvolging zorgt. En desondanks dat je niet mag liegen over de realiteit, is het ook niet de bedoeling dat je geïnteresseerden afschrikt. Het verhaal wat wij vertellen is dan ook standaard: “ja het is niet een goedkoop jaar, maar…” Die “maar” is eigenlijk totaal ongepast. De wijze waarop wij ons bestuursjaar hebben ingedeeld en geleefd is over enkele jaren op financieel en mentaal gebied niet meer houdbaar. 

Hoe nu verder?
Zoals een vriend scherp alsook jammerlijk opmerkte: “Een roep om meer geld is in dit milieu, en zeker als geesteswetenschapper, aan dovemans oren besteed.” Dat betekent echter niet dat we in tijden van bezuinigingen en boetes de lasten vooral op één groep moeten afschuiven. Ook is meer erkenning en waardering voor studentbestuurders hard nodig. Alleen oud-bestuurders kunnen zich echt goed inleven in de druk die het huidige takenpakket met zich meebrengt. Al verwacht ik geen magische oplossing die het gevoel van erkenning en waardering direct koppelt aan wat er werkelijk nodig is bij GW: financiële ademruimte. Hoewel cultuurverandering noodzakelijk is om het takenpakket te verkleinen, vergt dat tijd. Begin daarom met een eerlijkere compensatie voor bestuurders. 

Daarnaast is elk bestuur en elke vereniging en stichting anders. Het is om die reden dan ook juist zo ingewikkeld om een oplossing aan te dragen die voor iedereen werkt. Meer financiële steun zou enorm helpen, maar lost ook niet alle problemen op. Eveneens heeft mijn faculteit geen monopolie op financieel zwaar weer, zeg ik als GW’er. De bezuinigingen raken immers de hele onderwijssector. 

Of ik een bestuursjaar zou aanraden aan een nieuwe generatie? Ik durf nog geen ‘nee’ te zeggen. Het afgelopen jaar leverde mij in ieder geval meer op dan het me kostte, al zullen mijn bankrekening en kwijtgeraakte vrienden daar anders over denken. Wel plaats ik een kanttekening voor de nabije toekomst. De tendens is dat studenten het de komende jaren financieel zwaarder gaan krijgen, mede dankzij de eerdergenoemde langstudeerboete. In combinatie met blijvend lage beurzen wordt besturen alsmaar moeilijker te beargumenteren voor de geïnteresseerde student van de toekomst. Wellicht naïef blijf ik toch hoop houden dat de tijden snel veranderen en er meer zal gebeuren dan erover te praten.

Advertentie