Studenten trekken in deze crisis aan het kortste eind

De studenten vormen de grootste groep binnen de academische gemeenschap. Hun zorgen zijn ook het grootst. Veel van hen hebben hun bijbaan verloren. Doorgaans waren ze werkzaam in gesloten sectoren als de horeca, waar ze voor een schamel loon een 0-urencontract hadden. Het is logisch dat zij op basis van 0-uren contracten werkten, want je moet werken immers combineren met fulltime studeren. Voor werkgevers is het onaantrekkelijk een student een contract met meer uren geven.

Dat betekent helaas ook, als er een crisis uitbreekt, dat zij op straat worden gezet en geen aanspraak kunnen maken op steunmaatregelen. Het enige wat studenten gekregen hebben, is drie extra maanden in het OV kunnen reizen. Een kleine groep studenten- namelijk diegenen die dit jaar zouden afstuderen maar dit niet kunnen- krijgt daarnaast een vergoeding. Daarnaast kan iedereen gelukkig extra geld lenen om nog dieper in de schulden te komen, uiteraard. Tot zo ver de inkomstenkant, of het gebrek daar aan. 

Huisjesmelkers
Ondertussen moeten studenten nog wel kosten maken. Het wordt voor hen erg lastig om de huur van hun kamer te kunnen betalen. De huur van hun kamer is vaak erg hoog, doordat de overheid de huizenmarkt heeft geprivatiseerd en huisjesmelkers hun gang konden gaan om kamers tegen exorbitant hoge prijzen te verhuren.

Daarnaast hebben studenten nog studiekosten. Het collegegeld moet worden betaald en onderwijsmiddelen als boeken en laptops zijn nodig om het onderwijs op afstand te kunnen volgen. Hoewel de situatie zeer uitzonderlijk is, volgen de kosten het normale patroon.

Studentenhuishouding
Nationale beleidsmakers lijken geen oog te hebben voor studenten. Politieke regelgeving is gericht op het gezin en er is op geen moment stilgestaan bij studentenhuishoudingen. De regering hanteert namelijk een onbegrijpelijk onderscheid tussen studentenhuizen en overige huishoudens. Studenten mogen in theorie niet eens samen in hun huis aanwezig zijn. De afgelopen weken zijn boetes uitgedeeld aan studenten die rondliepen in hun eigen huiskamer. Dit voelt niet alleen onrechtvaardig, de regering mag deze maatregel slechts nemen nadat de noodtoestand is afgekondigd.

Dan hebben we het nog niet eens over het onderwijs gehad. Er bestaat een reëel risico op studievertraging door de coronacrisis. De Landelijke studentenvakbond (LSVb) en consumentenprogramma Radar kwamen tot dezelfde conclusie: veel studenten verwachten studievertraging op te lopen. Dat kost uiteraard geld: LSVb-voorzitter Rutten concludeerde al dat het om een slordige 7000 euro aan extra kosten gaat.

De onderwijskwaliteit neemt bovendien drastisch af ten tijde van het virus, de inspanningen van onze docenten ten spijt. De uitwisseling van gedachten, verdiepende gesprekken, een docent aan wie je überhaupt een vraag kan stellen: het is digitaal haast onmogelijk. Daar komt nog bij dat alle universitaire voorzieningen voor studenten zijn gesloten. Kortom, studenten betalen voor onderwijs dat ze niet krijgen. 

Gezondheidsrisico’s
Tot overmaat van ramp zijn er ook nog gezondheidsrisico’s voor studenten. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat studenten veruit het hardst worden getroffen in de coronacrisis. De meeste studenten worden misschien niet heel erg ziek van het virus, maar hun mentale gezondheid staat wél op het spel. In het onderzoek van I&O Research kwam naar voren dat 49 procent van de jongeren zich eenzamer voelen door de coronacrisis, veel meer dan de 18 tot 26 procent bij ouderen. Studenten hebben last van stress, angst en zelfs depressies. 

Er zijn nu al verschillende noodkreten te horen, maar échte actie wordt er niet ondernomen. Als het kabinet spreekt van reddingsoperaties, spreken ze niet over studenten. Wel worden grootste reddingsoperaties op touw gezet met belastinggeld ten gunste van bedrijven die decennialang de belasting hebben ontdoken. Zij lijken er cynisch genoeg beter van af te komen met deze giften vanuit de overheid. Van de basisbeurs hebben we al vijf jaar geleden afscheid moeten nemen. Studenten kunnen nu slechts bijlenen, maar uiteindelijk moeten ze dat terugbetalen. Het blijft immers bijlenen. Een hypotheek krijgen met een nóg grotere schuld wordt haast onmogelijk. Het is niet eens één sigaar uit eigen doos, het zijn er gerust drie.

Studentenvertegenwoordiging
Wie neemt het voor deze groep op? De student is onmiskenbaar de zwakste partij op de universiteit. Studenten zitten onderaan de hiërarchische keten en hebben dringend behoefte aan sterke vertegenwoordiging. De landelijke studentenorganisaties doen hun uiterste best om aan die behoefte te voldoen, maar hebben tot op heden nog weinig concrete resultaten kunnen boeken. Als enige hoop binnen de universiteit heeft de student de medezeggenschapsraad die zij jaarlijks kiest.

Deze medezeggenschapsraden lijken grote moeite te hebben met het vervullen van hun rol als als kritische vertegenwoordigers. De drie grootste studentenpartijen van de Utrechtse universiteitsraad heeft zelfs het standpunt ingenomen om helemaal geen verkiezingen te houden. De medezeggenschap lijkt het daarnaast vrijwel altijd eens met de handelswijze van het universitair bestuur. Ze laten zich van het kastje naar de muur sturen. Net als het College van Bestuur wijzen de meeste studentenraadsleden naar de verantwoordelijkheid van de regering en vice versa. Het lijkt er niet op dat onze vertegenwoordigers bij machte zijn om enige compensatie af te dwingen.

Bestuurders zijn dat ook niet uit zichzelf van plan om te doen. Ze lijken zelfs aanstoot te nemen aan de gedachte alleen al. Zo reageerde rector magnificus Cisca Wijmenga van de Groningse universiteit gepikeerd op Jesse Klavers voorstel om een deel van het collegegeld terug te geven aan studenten. “Docenten werken zich zeven slagen in de rondte om dit allemaal mogelijk te maken. Respect voor die inspanningen zou meer op zijn plaats zijn.” Het is toch bizar dat deze rector magnificus haar kruit verschiet aan het aanvallen van een politicus op een irrelevant punt, in plaats van zijn pleidooi voor een steunpakket te ondersteunen.

Ongepaste reactie
De Universiteit Utrecht verdient werkelijk waar de prijs voor de meest ongepaste reactie op Coronacrisis. De Raad van Toezicht van onze universiteit besloot recentelijk om zijn eigen toelage met 60 procent te verhogen van 10.000 naar 16.000 euro. Dat terwijl de raad van toezicht heel goed wist dat de bestuursvoorzitter van onze universiteit vorig jaar nog in opspraak kwam omdat hij 124.000 euro aan binnenlandse reiskosten had gedeclareerd op kosten van de algemene schatkist, bovenop een salaris dat hoger is dan dat van de minister (namelijk 229.974 euro in 2018).

De actie van de Raad van Toezicht en het ontbreken van een reactie van het College van Bestuur hierop, bewijzen dat universitair bestuurders- en toezichthouders niet in contact met de werkelijkheid staan.

Steunpakket voor studenten
Wij verdienen een steunpakket. Het is niet meer dan rechtvaardig dat we minder zouden moeten betalen voor minder onderwijs. Maar, we zien het somber in. Studenten zijn het onderhand wel gewend dat ze telkens weer moeten inleveren. De struisvogelpolitiek van de universiteit stelt ons echter niet in staat om iets van steun te realiseren. De meeste studentenvertegenwoordigers lijken hier tegen ook niet opgewassen. Politici die steunmaatregelen voorstellen worden ook nog eens weggehoond door geprivilegieerde universitair bestuurders. Het moet niet gekker worden. Laten we nou voor één keer eens de portemonnee trekken voor studenten, zoals we ook voor KLM doen. We stellen een oplossing voor die voor iedereen gelijk zou zijn, en weinig administratie zou opleveren. Geef de helft van ons collegegeld terug!

Advertentie