Oproep aan faculteitsraad om tegen plan te stemmen
‘Transitieplan voor faculteit Geesteswetenschappen leidt tot monocultuur’
De faculteit Geesteswetenschappen dient fors te bezuinigen, tot zo’n 10 procent van het huidige facultaire budget. Dit is deels een gevolg van recent kabinetsbeleid, zoals al aangekondigd in het regeerakkoord, en deels van langer levende wensen in het universitair bestuur.
In dat kader is aangekondigd dat toelating tot bacheloropleidingen met een instroom onder de 25 worden gesloten per september 2026. De opleidingen sluiten in 2030 om de laatste cohorten te laten afstuderen. Deze maatregel treft onder meer de opleidingen Religiewetenschappen en Islam & Arabisch.
Bij een informatiesessie vanuit het faculteitsbestuur vielen twee zaken op. Men heeft ten eerste verzuimd om inbreng te vragen vanuit de disciplinegroepen zelf. Dat wekt verbazing, want niemand zal de forse financiële problemen ontkennen of weigeren mee te denken met oplossingen.
Verder viel op dat een financiële onderbouwing noch een inhoudelijke motivering werden aangereikt. Anders gezegd: in welk financieel scenario ziet men de faculteit op gezonde wijze voortbestaan na 2030, en welk profiel van Geesteswetenschappen heeft men daarbij voor ogen?
Ontbrekende berekeningen
Om op het eerste punt in te gaan: kleine opleidingen zijn financieel niet per definitie kostenposten. Dat hangt ook af van zaken als cursusdeelname en studierendement, lees: het aantal ects dat een opleiding ‘produceert’.
Cursussen van Religiewetenschappen en Islam & Arabisch worden goed gevolgd en succesvol afgerond, al dan niet in het kader van een minor of track. Zo hadden we in 2023 een gemiddelde van 40 studenten per cursus, met recente uitschieters naar rond de 100 deelnemers, vrij uitzonderlijk voor Geesteswetenschappen.
Ook de studierendementen scoren beduidend hoger dan die van sommige grote opleidingen binnen de familie. Die berekening en de doorrekening van de gevolgen van het sluiten van beide bachelorprogramma’s ontbreken echter ten enenmale bij het nu genomen besluit.
Bovendien leidt het sluiten van twee programma’s tot verbreding en vergroting in het aanbod elders, en dat roept weer allerlei andere problemen op. Welke scenario’s voorziet men hier, en welke rol hebben docenten van de te sluiten programma’s?
Traumatische ervaring
Eigenlijk kan je alleen snel bezuinigen door over te gaan tot een reorganisatie, een traject dat enkele jaren duurt en dat aan wettelijke bepalingen is gebonden, waaronder instemmingsrecht van de faculteitsraad.
Ik heb dat meegemaakt in 2010-2013, als lid van de FR en haar financiële commissie, en als betrokkene bij de toenmalige opleiding Theologie en Religiewetenschap. Dat was een nogal traumatische ervaring, maar in ieder geval lag er een idee voor een toekomst van Religiewetenschappen en Islam en Arabisch binnen Geesteswetenschappen aan ten grondslag. Ook was er sprake van een open en relatief faire communicatie.
Welke bestaanszekerheid hebben mijn collega’s dit keer? Vooral de jongere collegae die hun niet aflatende inzet beloond zien met een plotse afbreuk van hun werkomgeving? Binnen onderzoek excelleren beide disciplinegroepen, getuige recente ERC-, Veni-, Vidi- en Vici-toekenningen, deels, juist ja, van die juniores.
Maar met het schrappen van de bachelorprogramma’s wordt de mat onder beide disciplinegroepen weggetrokken. Welk effect zal dat hebben op de aanname dat de huidige inverdiencapaciteit in stand blijft? Religiewetenschappen en Islam & Arabisch krijgen verder een plek in thematische, interdisciplinaire vakken, maar dit plan is niet onderbouwd en oogt derhalve weinig realistisch. Is ontslag een volgende, logische, stap?
Een landschap
Dan de inhoudelijke kant: welke visie biedt het transitieplan op de toekomst van Geesteswetenschappen? Bij de presentatie werd de metafoor van een financieel houdbaar ‘landschap voor Geesteswetenschappen’ gebezigd. Retorisch onthullend in deze metafoor ‘landschap’ is dat ze transparantie en toegankelijkheid suggereert tot wat de faculteit te bieden heeft.
In het plan wordt gerept van een ‘vraag-gestuurd’ Ba- portfolio vanuit een interdisciplinaire opzet van het aanbod. Hier gaat het om het wezen van Geesteswetenschappen. Dat is een niet heel helder gedefinieerde interdisciplinaire studie van menselijke cultuur die gebaat is bij een geduldige, jarenlange disciplinaire verdieping in een deelfacet daarvan, of in een methode, om zo zicht te ontwikkelen op het geheel.
De metafoor is daarmee tegelijk verhullend. Immers, een helicopterview is alleen goed en zinvol naast het zorgvuldig verkennen van de talloze ‘ecologische systemen’ die een landschap aan en onder de oppervlakte herbergt. Een landschap doorkruis je dan ook om het goed te leren kennen alvorens het in een overstijgend perspectief te plaatsen.
Ziedaar het belang van langjarige training in een taal, of de betekenis van een fenomeen als religie. Disciplinair gaat hier samen met interdisciplinair. Dat rechtvaardigt het bestaan van kleine cursussen in het brede pallet.
Juist ‘orchideeën-vakken’ als Religiewetenschappen en Islam & Arabisch laten daarin indrukwekkende resultaten zien, getuige recente scriptieprijzen. Dat kan alleen dankzij disciplinaire verdieping. Studenten waarderen door cursusdeelname het belang van beide programma’s binnen Geesteswetenschappen, ook zonder de major te volgen.
Logica van de schaalvergroting
De metafoor ‘landschap’ die alleen grote opleidingen laat zien verhult de verwoesting van een langjarige Utrechtse traditie. Met het schrappen van kleine bachelors verschraalt dat landschap tot de door stikstofdepositie en monocultuur verpeste weidelandschappen in mijn woonomgeving. Geesteswetenschappen zijn juist geen zaak van monocultuur, grote opleidingen hebben hierin volop baat bij de kleine.
Faculteitsraad, ga niet mee in de logica van schaalvergroting. Met onveranderde studentbekostiging staat een volgende reorganisatie al weer snel voor de deur. Geesteswetenschappen verworden zo definitief tot een neoliberale academische productiemachine. Kom op voor de kleine vakken en de toekomst van mijn jongere collegae. Zeg neen tegen het transitieplan, in naam van de waarden die Geesteswetenschappen claimt te vertegenwoordigen.