Sister, you've been on my mind; sister, we are two of a kind. Het aan 'The color purple' ontleende motto in het proefschrift van onderwijskundige Marieke van der Schaaf (31) spreekt boekdelen over de band die zij heeft met haar zus Irene (30), radiologe in opleiding in het UMC Utrecht. Aanvankelijk zou Marieke eerder promoveren, maar toen er iets tussen kwam, besloten de zussen dat twee promoties op één dag met daarna een knallend feest wel zo gezellig was. En dus verdedigt Marieke (met Irene als paranimf) om half elf haar proefschrift over de beoordeling van docenten aan de hand van portfolio's, terwijl Irene (met Marieke als paranimf) om half drie promoveert op een onderzoek naar de voorspellende waarde van CT-scans bij patiënten met een hersenbloeding.
Van elkaars onderzoek weten ze maar weinig. "Van Marieke's proefschrift heb ik alleen het cv en het dankwoord gelezen", lacht Irene. "Het was de afgelopen tijd zo druk." Marieke noemt de inhoud van het proefschrift van haar zus "behoorlijk abracadabra met mooie plaatjes", maar heeft grote bewondering voor het feit dat zij de promotie in drie jaar heeft afgerond en daarnaast nog extra opleidingen heeft gevolgd. "Ik heb met mijn promotor een NWO-onderzoek geworven en officieel ben ik in 2000 gestart met de uitvoering daarvan. Ik deed dat parttime, omdat ik daarnaast docent onderwijskunde ben. Een verschil is dat ik mijn data grotendeels moest destilleren uit schriftelijk materiaal, video-opnames van en gesprekken met docenten, terwijl Irene deels gebruik kon maken van min of meer kant en klare patiëntgegevens. Sociaal-wetenschappelijke data zijn bovendien veel vatbaarder voor interpretaties, daarom zijn de artikelen in mijn proefschrift gemiddeld ook langer dan die van Irene. Maar zij heeft weer veel meer internationaal gepubliceerd."
Een ander onderscheid tussen promoveren bij Sociale Wetenschappen en bij Geneeskunde is de omgang met hoogleraren in de promotiecommissie. "Daar zit inderdaad nogal wat verschil in", lacht Irene. "In het UMC zijn de verhoudingen nog tamelijk formeel. Het is niet gebruikelijk dat je hoogleraren tutoyeert en je neemt ook niet zomaar contact op met de leden van de promotiecommissie. Marieke mailde gewoon met ze en noemde ze bij de voornaam. Dat vond ik wel opvallend."