‘Helpathon’ van UU en actievoerders om aantal proefdieren terug te dringen

Ratjes die voor proeven worden gebruikt, foto Thomas Dobber

Lange tijd stonden dierenactivisten en wetenschappelijk onderzoekers recht tegenover elkaar als het om proefdieren gaat, maar met de jaren is de relatie veranderd. Zo werkt de faculteit Diergeneeskunde al sinds 2010 samen met Proefdiervrij. De stichting zit achter het initiatief om overleden huisdieren te doneren aan de wetenschap en haalt sinds het begin van de 21ste eeuw geld op om meer overleden dieren te plastineren. Dit is een techniek waardoor dieren door inspuiten van siliconen geconserveerd worden. Deze kunnen jarenlang gebruikt worden in het diergeneeskundig onderwijs. Door deze initiatieven zijn er minder proefdieren nodig.

De samenwerking met Peta en Animal Rights stamt van latere datum. Beide actiegroepen zijn principieel tegen dierproeven en strijden daar respectievelijk sinds 1980 en 2009 tegen. Janneke Hogervorst van Peta en Jen Hochmuth van Animal Rights, beiden gepromoveerd in de levenswetenschappen, volgden in 2020 een master course in het organiseren van een helpathon -  een bijeenkomst waar een groep geïnteresseerde mensen zich samen buigt over een vraagstuk. De deelnemers kunnen overal vandaan komen en zijn dus niet per definitie wetenschapper of direct betrokken bij het onderwerp. Iedereen mag zich opgeven om in groepsverband over een bepaalde vraag na te denken.

“Een opdracht van deze cursus was om na te denken welke helpathon je zelf zou willen opzetten”, zegt Hogervorst. “Wij wilden er één doen samen met de Universiteit Utrecht om het aantal proefdieren te verminderen.” Hun oog viel op Utrecht “omdat de collegevoorzitter zich een paar jaar geleden uitsprak om het aantal dierproeven fors te verminderen. De instelling maakt er werk van, maar we hoorden ook dat ze een steuntje in de rug kunnen gebruiken.”

Hochmuth vult aan dat het haar ervaring is dat de wetenschappers die intrinsiek gemotiveerd zijn zelf al op zoek gaan naar alternatieven voor de dierproeven. “Met de helpathon willen we een oplossing bedenken zodat wetenschappers die niet of niet zo bekend zijn met de alternatieven, hiervan automatisch op de hoogte gesteld worden op het moment dat ze denken een proefdier nodig te hebben voor hun onderzoek. Wij zien een oplossng in het het anders vormgeven van het beleid rondom dierproeven.”

Proefdiergebruik laatste jaren niet afgenomen
Voor het opzetten van de helpathon zochten Hogervorst en Hochmuth contact met Daniela Salvatori. De hoogleraar bij de faculteit Diergeneeskunde is ook de voorzitter van TPI Utrecht wat staat voor Transitie naar Proefdiervrije Innovatie Utrecht, een samenwerkingsverband tussen de UU, de Hogeschool Utrecht en het UMC Utrecht. Net als van de actiegroepen is de droom van Salvatori om het aantal dierproeven drastisch te verminderen, het liefst tot nul.

Nu worden er in Nederland per jaar ongeveer een half miljoen proefdieren gebruikt. Het gaat dan om dieren waarmee wetenschappelijke experimenten worden gedaan en om dieren die nodig zijn voor het onderwijs. In het onderwijs gaat het om dieren waarop studenten handelingen uitvoeren als bloed afnemen of temperaturen. In 2020 deden de UU en het UMC Utrecht ruim 20.000 dierproeven. De meeste proefdieren zijn muizen, maar de instellingen maken ook gebruik van zebravissen, kippen, ratten, runderen en in beperkte mate ook van katten, honden, vogels, geiten, varkens en konijnen. “En in deze cijfers zitten niet de speciaal gefokte dieren die uiteindelijk gedood worden omdat ze toch niet geschikt bleken voor een beoogde proef”, zegt Salvatori.

Salvatori maakt zich druk om deze cijfers en niet in de laatste plaats omdat ze weet dat sommige proeven met dieren onnodig zijn. “Zo worden medicijnen voor mensen vaak getest op muizen. Na deze testfase blijken ze soms toch niet op mensen te werken. Hoewel muizen en mensen voor 95 procent op elkaar lijken, zijn ze toch te verschillend. De proeven op de muizen waren achteraf gezien dus niet nodig geweest. Daar moet een beter alternatief voor worden gevonden.”

Salvatori zoekt naar manieren om zowel in het onderzoek als in het onderwijs het gebruik van proefdieren terug te dringen. Utrecht is, zegt ze, koploper op dat gebied. “De overheid heeft in 2016 gezegd dat Nederland in 2025 voorop moet lopen in de transitie naar proefdiervrije innovatie. In 2019 heeft de UU de uitdaging aangenomen om met de hele universiteit methoden te bedenken om proefdiervrij te worden. Want we kijken niet alleen met wetenschappers van de life sciences hiernaar maar bijvoorbeeld ook met ethici.”

Het begint bij studenten
Volgens Salvatori is het belangrijk om wetenschappers in de dop al bekend te maken met alternatieven voor dierproeven. Het begint bij de studenten, zegt ze. Die moeten zo vroeg mogelijk in het curriculum kennismaken met proefdiervrije innovatie. Op dit moment bestuderen studenten Diergeneeskunde de anatomie van dieren al met behulp van plastinaten. Sinds kort kunnen ze dieren ook bestuderen door middel van virtual reality. Met een VR-bril kunnen zij bijvoorbeeld het vaten- of spierstelsel bestuderen. Ook zegt Salvatori dat via VR chirurgische handelingen geoefend kunnen worden.

Er zijn ook al flinke stappen gemaakt in het wetenschappelijk onderzoek, zegt ze. Zo wordt in plaats van het gebruik van proefdieren nu ook onderzoek gedaan met mini-organen die in het laboratorium worden gekweekt uit stamcellen van mensen of dieren - een zogeheten in-vitro methode. Maar hoewel er al alternatieven zijn, en de wil gegroeid is om het aantal proefdieren terug te dringen, is het zorgelijk dat de laatste vijf jaar het aantal proefdieren niet is afgenomen, zegt ze.

Inmiddels heeft Salvatori ook studenten aan het werk gezet om hierover na te denken. Samen met de universiteiten van Eindhoven en Wageningen en het UMC Utrecht  - de alliantie - is in februari het vak Replacing animal testing gestart waar vijftig deelnemers worden uitgedaagd om na te denken over vervangende methoden voor proefdieren.

Echt iedereen welkom bij helpathon
De hoogleraar is blij met de helpathon die de UU in samenwerking met de twee actiegroepen opzet. Samen met collegevoorzitter Anton Pijpers heeft ze een video opgenomen waarin ze geïnteresseerden oproepen zich aan te melden voor de online bijeenkomst. De vraag is geformuleerd door TPI Utrecht. Die luidt: ‘Kun je ons helpen concrete beleidsmaatregelen te ontwikkelen om de transitie naar dierproefvrije innovaties in Utrecht Science Park te versnellen?’ “Hoe meer mensen zich over dit vraagstuk buigen hoe sneller we hopelijk het antwoord vinden.”

Janneke Hogervorst en Jen Hochmuth kijken uit naar de online bijeenkomst. “Het is heel spannend wat er uit zo’n bijeenkomst komt. Omdat iedereen mee mag doen, hebben we niet in de hand wie er deelnemen en hoe zij met de vraag aan de slag gaan. Maar dat is ook precies de bedoeling van een helpathon. Je creëert er toevalligheden mee die daardoor juist mooie en verrassende antwoorden op de vraag kunnen opleveren. Daarom is iedereen ook welkom.”

Hoogleraar Daniela Salvatori en collegevoorzitter van de UU Anton Pijpers vragen iedereen mee te denken een antwoord te vinden op de vraag 'Kun je ons helpen concrete beleidsmaatregelen te ontwikkelen om de transitie naar dierproefvrije innovaties in Utrecht Science Park te versnellen?' De helpathon is op 17 mei van 9 tot 17.30 uur. De bijeenkomst is online en de voertaal is Engels. Meer informatie is hier te vinden.

 

Advertentie