Advies: in elk UU-gebouw minimaal één all-gender toiletblok

Illustratie DUB

Sinds de zomer van 2018 hebben drie gebouwen in De Uithof één blok met all-gender toiletten. De komst van deze wc's betrof een pilot. De evaluatie is af en ligt samen met een advies bij de Universiteitsraad. Uit de evaluatie blijkt dat gebruikers van een toilet deze voornamelijk bezoeken, omdat die het dichtstbijzijnde is. Dat het een all-gender of gescheiden toilet betreft, speelt nauwelijks een rol. Toch waardeert een grote groep gebruikers de aanwezigheid van de wc voor iedereen. Het Facilitair Service Centrum adviseert daarom om elk gebouw te voorzien van een blok all-gender toiletten naast wc’s voor alleen mannen of vrouwen. Dit om én inclusief te zijn én de mensen die speciaal kiezen voor een mannen- of vrouwentoilet tegemoet te komen. Idealiter, zegt het FSC, zou op elke verdieping keuze moeten zijn.

Waarom heeft de Universiteit Utrecht ervoor gekozen om een aantal toiletblokken genderneutraal te maken?

In het Strategisch Plan van 2016-2020 staat het thema diversiteit hoog op de agenda. In 2017 werd de Taskforce Diversiteit opgericht om dit thema te stimuleren en te bevorderen. Verschillende activiteiten en beleidsbesluiten werden genomen om de universiteit inclusiever te maken. De wens voor wc’s die voor alle genders toegankelijk is, gonsde toen al enige tijd rond in de wandelgangen van de instelling. Want wie zich niet identificeert met mannen of vrouwen moest bij een toiletbezoek toch de keuze maken voor een mannen- of vrouwentoilet. Universiteitsraadsleden van de Utrechtse PhD Party vroegen het universiteitsbestuur om actie: “Het is ouderwets dat je moet kiezen”, stelde toenmalig raadslid Nico Naus. Vervolgens werd besloten tot een pilot van zes maanden.

Wat hield de pilot in?

In het Bestuursgebouw, het Ruppertgebouw en het M.G. de Bruingebouw in De Uithof werden vlak voor de zomer van 2018 drie toiletblokken waar het ‘mannenblok grenst aan het ‘vrouwenblok’, verbouwd tot all-gender toiletten. De toiletblokken werden hiervoor wat aangepast. Bij het voormalige mannentoilet kwam een scheidingswand om de urinoirs aan het zicht te onttrekken. Elk wc-hokje kreeg dezelfde uitrusting en de bordjes ‘mannen’ en ‘vrouwen’ werden vervangen door all-gender bordjes. Via een enquête moest duidelijk worden wat UU’ers vinden van een wc voor iedereen. In juli, oktober en december 2018 werden gebruikers van zowel de all-gender als van gescheiden toiletblokken geïnterviewd met als hoofdvraag wat ze van het toiletbezoek vonden. Dit gebeurde naast de drie eerder genoemde toiletten ook in het W.C. Schimmelgebouw en het Langeveldgebouw waar van oudsher al een all-gender wc was. Daarnaast werd er een net iets andere vragenlijst online gezet voor alle UU’ers. Rond de zomer van 2019 zou de balans worden opgemaakt.

Geven UU’ers de voorkeur aan een gescheiden of een all-gender toilet?

De uitkomsten van de online- en persoonlijke enquête zijn apart weergegeven omdat de twee vragenlijsten van elkaar verschilden. Toch wijken de uitslagen van de twee vragenlijsten niet veel van elkaar af. Zo wordt uit beide enquêtes duidelijk dat de keuze voor het toilet voor meer dan 80 procent van de ondervraagden wordt bepaald door de afstand: als je moet, ga je naar de dichtstbijzijnde locatie, of dat nu wel of niet een all-gender toilet is.

Als er naar voorkeuren wordt gevraagd, kiest slechts een klein percentage van de ondervraagden (1,7 online en 1,6 procent van de geïnterviewden) bewust voor het niet-gescheiden toilet.

Een groter percentage kiest bewust voor een speciaal mannen- of vrouwentoilet. Het verschil tussen de twee groepen respondenten is groter. Van de online-geënquêteerden gaat het om 11,8 procent. Van de bezoekers die persoonlijk zijn geïnterviewd om 5,8 procent.


Wat willen de geënquêteerden voor een wc?

Een overgroot deel van de respondenten staat positief tegenover een mix van all-gender toiletten en gescheiden wc-blokken. Bijna een derde wil dat elke verdieping minimaal één gescheiden wc krijgt en een kwart wil minimaal één gescheiden blok per gebouw.

Een vijfde van alle respondenten wil uitsluitend all-gender toiletten in de universitaire gebouwen; het gaat om 18,3 procent van de online-geënquêteerden en om 21,6 procent van de persoonlijk geïnterviewden.

Net iets meer dan een vijfde van alle respondenten wil uitsluitend gescheiden toiletten. Het verschil tussen de respondenten online en op locatie is hier groter. Online gaat het om een percentage van 27,4 procent. Op locatie om een percetage van 14,7 procent.

Waarom zijn de antwoorden niet opgesplitst in gender of culturele achtergrond?

In het DUB-artikel van mei 2018 wordt gevraagd aan de toenmalige projectleider van het FSC Ton van Helmondt wat voor kritiek te verwachten valt op het hebben van uitsluitend genderneutrale toiletten. Gedacht werd daarbij aan mannen die zich ergeren aan vrouwen die hun make-up bijwerken in de gemeenschappelijke ruimte waar de spiegel hangt. Of aan vrouwen die zich ergeren omdat ze in een met mannen gedeelde ruimte hun hoofddoek bijvoorbeeld niet kunnen fatsoeneren. In de enquête zijn echter geen vragen opgenomen over de identiteit van de ondervraagden. De reden daarvoor was om de vragenlijst inclusief te houden, laat Van Helmondt weten. Bovendien ging het hier om een draagvlakmeting waarvoor vragen over idententiteit niet nodig waren.

Waarom spreekt het FSC nu trouwens over all-gender toiletten en niet meer over genderneutrale toiletten?
Volgens de onderzoekers van de faculteit Sociale Wetenschappen die de enquête-uitslagen hebben geanalyseerd, is de term inclusiever. Genderneutraal zou als een derde gender geïnterpreteerd kunnen worden. ‘Je hebt mannen en vrouwen en genderneutralen’. De term all-gender haalt echt alle schotten tussen gender weg, is de gedachte. Een Nederlands equivalent zou gender inclusief kunnen zijn. Marjon van der Kaa die het project begeleidt vanuit het Facilitair Service Centrum zou zelf graag zien dat het enige woord op de bordjes bij all-gender toiletten het woord wc of toilet zou zijn, omdat dat in haar ogen alles zegt. “Het is een toilet, en ongeacht je gender mag je daar gebruik van maken.”

Hoeveel waarde mogen we hechten aan de enquêtes?
In totaal hebben 1796 mensen meegedaan aan de enquêtes. Van hen zijn 572 mensen persoonlijk geïnterviewd, waarvan 125 in het Bestuursgebouw, 105 in het W.C. Schimmelgebouw en het M.G. de Bruingebouw en 188 in het Ruppertgebouw. De online-enquête is ingevuld door 1224 mensen.

De enquêtes zijn een draagvlakmeting en hoefden geen representatief onderzoek te zijn.

Hoeveel waarde hecht het Facilitair Service Centrum (FSC) aan de pilot?
Aan de hand van de enquête-uitslagen zou een meerderheid zich moeten kunnen vinden in het voorstel om elk gebouw te voorzien van all-gender toiletten naast traditionele mannen- en vrouwenwc’s, zo concludeert Van der Kaa. Het omvormen van toiletgroepen moet bouwtechnisch en financieel wel mogelijk zijn. Voor nieuw te bouwen panden is het advies om twee typen toiletgroepen te maken.

Waarom duurde het zo lang voordat dit voorstel bekend werd?
Vlak voor de zomer van 2018 waren drie gebouwen voorzien van all-gender toiletten. Voor de zomer van 2019 werd het advies verwacht. Dat had volgens Van der Kaa in elk geval niets te maken met het uit de weg gaan van een moeilijke discussie zoals werd gesuggereerd door masterstudent Genderstudies Simone Zalla Aumaj in een DUB-interview.  Zij nam het onderzoek over van een collega die langere tijd ziek was. “Het onderwerp was helemaal nieuw voor mij en ik wilde de enquête-uitslagen door wetenschappers laten analyseren. Dat is de reden waarom het langer duurde.” Ook bij wetenschappers van Sociale Wetenschappen die de antwoorden analyseerden, was er een wisseling van de wacht, waardoor het analyseren uiteindelijk langer op zich liet wachten.

Wat gaat er met het advies van FSC gebeuren?
Het advies wordt besproken in de openbare vergadering van commissie Financiën, Personeel & ICT van de Universiteitsraad op 3 februari 2020. De leden van de Universiteitsraad mogen hun licht op het advies laten schijnen en advies uitbrengen aan het universiteitsbestuur. Het College van Bestuur besluit uiteindelijk welke bordjes bij welke toilettengroepen op de universiteit komen te hangen.

Advertentie