Niet meer 'zwemmen of verzuipen'
UP-Community wil drempels eerstegeneratiestudent wegnemen
Donderdag 9 februari werd UP-community officieel gelanceerd. Projectleider Chahida Bouhamou (35) leidde de presentatie en Engels docent Ismail Aghzanay (30) was aanwezig als gastspreker. Beiden ooit eerstegeneratiestudent. UP-community wil een handvat bieden voor deze studenten om zo te voorkomen dat ze alles zelf “on the go” moeten uitvinden. Want wat de universiteit en andere studenten weleens vergeten, ontbreekt bij veel eerstegeneratiestudenten vaak sociale en culturele bagage wat een negatief effect kan hebben op hun studiecarrière.
Chahida Bouhamou: “Ik denk dat ik, net als veel andere eerstegeneratiestudenten, veel heb gemist tijdens mijn studie. Ik had echt het gevoel dat andere studenten in een warm bad terecht kwamen. Dat gold niet voor mij. Andere studenten leken heel goed te weten wat ze naast hun studie konden doen om vooruit te komen en werden lid van een politieke partij of deden een bestuursjaar. Ik wist niet zo goed wat daar de meerwaarde van was. Studeren voelde voor mij als zwemmen of verzuipen.”
UP-Community wil werken als een studentenvereniging, compleet met lidmaatschap en sociale evenementen. Bouhamou beseft het nut van zo’n vereniging maar al te goed. “Zelf was ik, in tegenstelling tot veel van mijn medestudenten, nooit lid van een vereniging. Ik had een vertekend beeld van studie- en studentenverenigingen omdat ik geen idee had wat daar nou precies gebeurde. Ik dacht dat ik daar niet bij zou passen en ik vond dat er een gebrek was aan diversiteit”, aldus Bouhamou. “Later zag ik dat andere studenten hier een bak aan ervaring en een netwerk aan overhielden.”
Initiatieven om eerstegeneratiestudenten te helpen zijn niet nieuw; een studentenvereniging voor deze groep is dat wel. Bouhamou: “Bij andere initiatieven worden eerstegeneratiestudenten gezien als een ‘groep die wel hulp nodig zou hebben en werd er een programma voor hen uitgerold dat ze ‘wel nodig zouden hebben’. Veel eerstegeneratiestudenten hebben helemaal geen behoefte aan medelijden. Dit is gewoon een studievereniging, maar dan met mensen waar jij je in kan herkennen.”
Net als een studievereniging
UP-Community komt voort uit een initiatief voor eerstegeneratiestudenten dat in 2021 werd opgericht: het Eerste Generatie Fonds. Dit fonds werd opgezet door Charisma Hehakaya om eerstegeneratiestudenten zoals zij zelf was, te helpen met de aankoop van materiële zaken zoals laptops, cursussen en buitenlandreizen. Hehakaya vond echter dat er meer nodig was om de drempels die deze groep tegenkomt, weg te nemen; er zou ook behoefte zijn aan sociale steun. Ze komt uit bij Bouhamou, die al een project leidde voor toekomstige eerstegeneratiestudenten op het vwo. Bouhamou: “Ik ben toen gaan kijken waar studenten echt behoefte aan hebben. Zo zijn we op UP-community uitgekomen.”
Om dat doel te bereiken, komt UP-community met een breed aanbod. Ze organiseren bijeenkomsten zoals workshops, borrels en symposia, bespreken de ongeschreven regels van de universiteit die eerstegeneratiestudenten mogelijk niet kennen. Ook kunnen leden gekoppeld worden aan een mentor. Dit kunnen ouderejaarsstudenten maar ook alumni zijn. Een breed aanbod is nodig, want een groot deel van de jaarlijkse instroom op de universiteit bestaat uit eerstegeneratiestudenten. In studiejaar 2020-2021 was bijvoorbeeld 33% van alle studenten die landelijk afstudeerde eerstegeneratiestudent. Hoeveel er dat aan de Universiteit Utrecht zijn, is door privacyregels niet bekend.
Net per se dezelfde achtergrond, wel dezelfde problemen
De diversiteit die Bouhamou miste bij de verenigingen waar haar medestudenten zich bij aansloten, vormt een rode draad door de idealen van UP-Community. “We kiezen er bewust voor om ons niet te focussen op bijvoorbeeld studenten met een migratieachtergrond, maar op eerstegeneratiestudenten in het algemeen. De overeenkomst is dat de studenten als eersten van hun familie gaan studeren, maar daar is eigenlijk ook echt alles mee gezegd.”
Engels docent Ismail, die in de kleuterklas naar speciaal onderwijs werd gestuurd en via meerdere mbo-niveaus een hbo-opleiding afrondde, licht dit toe. “Je ziet dat eerstegeneratiestudenten dan wel niet dezelfde achtergrond hebben, maar wel tot op zekere hoogte tegen dezelfde problemen aanlopen op de universiteit. Dat kan komen doordat onze ouders het niet zo breed hadden, doordat ze een andere kleur hadden of door hun religie.” Ismail werd in 2018 leraar van het jaar in Rotterdam en won in 2021 de landelijke editie.
Dé eerstegeneratiestudent bestaat dus niet, maar hoe kun je een groep mensen met verschillende achtergronden toch allemaal bieden wat ze nodig hebben? Bouhamou zelf vindt dat ook moeilijk. “Ik begrijp dat je de vraag stelt, want ik vind het zelf ook lastig. De problemen zijn inderdaad ook verschillend. Als je bijvoorbeeld mensen hebt die het gevoel hebben onterecht behandeld te worden vanwege hun biculturele achtergrond, is dat een probleem waar niet alle eerstegeneratiestudenten mee dealen. Doordat onze community zo divers is, moeten wij een manier vinden om iedereen te kunnen helpen. Maar ik geloof dat wij dat kunnen.”
Bouhamou zet nog wel een kritische kanttekening. “We zijn op dit moment afhankelijk van tijdelijke financiering van de universiteit. Ik weet dat er mensen zijn binnen het centrale bestuur van de universiteit die enthousiast zijn over het initiatief, maar dat tijdelijke zegt toch iets. Ik wil dat de problemen van eerstegeneratiestudenten centraal in de organisatie altijd als belangrijk worden gezien.”